Corn Cob Mix: antwoord op
stijgende voerkosten!?
Pas op voor explosiegevaar
in mengmestkelders onder
stallen!!
Minister Braks acht
grote pluimveehoude
rij ongewenst, maar
kan vestiging niet
voorkomen
Iedere varkenshouder wordt momenteel gekonfronteerd met sterk stij
gende voerkosten en met vleesprijzen die onder druk staan; een ont
wikkeling, waarbij de Nederlandse varkenshouderij een stap terug
dreigt te moeten doen.
De Nederlandse varkenshouder zal inventief te werk moeten gaan en
moeten zoeken naar goedkopere voedermiddelen als vervanging voor
de dure krachtvoeders. Dit gebeurt ook in de praktijk. Een groot aantal
varkenshouders heeft reeds over de landsgrenzen heen gekeken. Hun
Duitse en Belgische kollega's voeren al op uitgebreide schaal CORN
COB MIX of KORRELMAIS.
Steeds meer varkenshouders in Nederland stappen nu ook over op dit
voedermiddel. CCM, wat is dat voor een produkt en waarom die over
schakeling?
Malen
Het gedorste produkt wordt gemalen
met een hamermolen. Dit kost veel
energie. Een motorvermogen van
250 pk levert een kapaciteit van 20 a
25 ton per uur. Een goede maling
(maximale grootte van de grofste
bestanddelen 5 mm) is noodzake
lijk voor een goede konservering en
vertering van het produkt. De voe-
de'rwaarde-winst door malen be
draagt 5 k 10% ten opzichte van het
ongemalen produkt.
Voedering
Het uithalen
Bij het uithalen van de CCM moet
een minimale voersnelheid worden
aangehouden, afhankelijk van de
buitentemperatuur. In de winter is
dit 5 cm per dag, in de zomer 10 cm
per dag. De hoogte en breedte van de
kuil dient hierop te worden aange
past.
Vooral 's zomers moet men streven
naar kleine, glaöde snijvlakken en
een vaste kompakte kuil in de scha
duw, dit laatste om broeiproblemen
te voorkomen.
Voederrantsoen
Om de kans op vervetting van de
varkens te voorkomen wordt het
maximum CCM-aandeel in het
rantsoen op 50% van de totale
drogestofname gesteld.
Bedrijfsresultaten
Het voeren van Corn Cob Mix heeft
tot gevolg:
a. een lagere voerkostenrekening,
afhankelijk van krachtvoerprijs
en maisprijs;
b. een betere gezondheid van de
biggen;
c. waarschijnlijk meer biggen per
zeug per jaar;
d. snellere groei van de varkens.
De grootte van de besparing is af
hankelijk van de bedrijfssituatie,
CCM prijs, krachtvoerprijs en het
CCM-aandeel in het rantsoen. Ge
ringe krachtvoerprijsstijgingen heb
ben al grote invloed op de hoogte
van de voerkostenbesparingen. Ver
der blijkt dat de mate van besparing
per eenheid slechts weinig afhanke
lijk is van de bedrijfsomvang.
De ervaring leert dat bij voedering
van CCM meer van de opgelegde
Sanora korrelmais vormt forse kolven en is zeer geschikt voor CCM.
Corn Cob Mix is een voedermiddel
dat ontstaat door het malen van ge
dorste (ongedroogde) maiskorrels en
een percentage van de spil. Het per
centage spil kan naar wens worden
ingesteld en zorgt voor de ruwe cel-
stofvoorziening. Het vermindert
echter wel de voedingswaarde.
Teelt en rassenkeuze
De teelt van Corn Cob Mix vraagt
iets andere kuituurmaatregelen dan
de teelt van snijmais. Bij Corn Cob
Mix is alleen de opbrengst van de
kolf van belang, terwijl bij snijmais
het om de voederwaarde-opbrengst
van de gehele plant gaat. Om de
kolfopbrengst te maximaliseren
moet men de volgende kultuurmaa-
tregelen treffen:
a. tijdig (vóór 5 mei) zaaien op een
bezakte voor en bij een goede
bodemgesteldheid.
b. streven naar een plantgetal van
75.000 k 80.000 per ha, met een
rijenafstand van 75 cm. Meer
of minder planten hebben op
brengstderving tot gevolg.
c. de bemesting moet zo zijn dat de
onttrekking minstens wordt aan
gevuld. Bij een opbrengst van
10.000 k 12.000 kg korrels (met
40% vocht), zou men uit moeten
gaan van
200 kg N
250 kg K2O
80 kg P2O5
50 kg MGO
55 kg CaO
20 kg S
Door het onderploegen van de sten
gels wordt teruggeleverd:
60 kg N
140 kg K20
25 kg P2O5
50 kg CaO
Bij voortdurende maisteelt kan men
dus een bemestingsadvies aanhou
den van:
100 k 150 kg N
110 kg K20
50 kg P20
40 k 50 kg MgO
50 k 60 kg CaO
10 20 kg S
Een gedeelte (tot 50 m3 per ha)
kan in de vorm van drijfmest worden
toegediend. Minder bemesting geeft
opbrengstderving, meer bemesting is
verspilling. De onkruidbestrijding
kan chemisch worden uitgevoerd.
Wat de rassenkeuze betreft zijn de
eigenschappen stevigheid, ziektere
sistentie en opbrengst maatgevend.
Stevigheid en ziekteresistentie bepa
len in grote mate de oogstzekerheid
van het gewas.
Overzicht van de raseigenschappen
bij korrelmais volgens de Nederland
se Rassen lijst
Een hoog cijfer duidt op een gunstige
waardering van de betrokken eigen
schap. Verder zijn grote bladrijk
dom, een gering aantal zijscheuten
en lang stro met een hoog cijfer aan
geduid.
1Gevoeligheid voor kou
in het voorjaar
2. Bladrijkdom
3. Vorming van zijscheuten
4. Lengte
5. Stevigheid
6. Hoogte kolfaanzetting
7. Resistentie tegen builenbrand
8. Resistentie tegen stengelrot
9. Vroegrijpheid
10. Opbrengst
Oogst
Voor Corn Cob Mix moet het gewas
ongeveer twee weken later worden
geoogst dan normaal gebruikelijk is
voor snijmais. Het drogestofgehalte
van de korrel ligt dan tussen de 55%
en 58%. Bij verdere afrijping geeft de
konservering hiervan wat meer pro
blemen. Een te nat (onrijp) produkt
geeft daarentegen aanzienlijke in-
kuilverliezen.
Maaidorsen
Het gewenste percentage spil wordt
bereikt door een juiste afstelling van
het dorsmechanisme van de maai
dorser. Het aan te bevelen spilper-
centage is afhankelijk van het kli
maat, het ras en de waterhuishou
ding van de grond. De belangrijkste
graadmeter hiervoor is het droge
stofgehalte hetgeen weer bepalend is
voor een goede konservering (55% -
58%). Een gedeelte van de spil moet
worden meegenomen in verband
met:
de gunstige invloed van ruwe
celstof op de vertering (tot 4% k
5% van de drogestof)
hogere voederwaarde opbrengst
(ca. 7% - 10%). Door het mee-
oogsten van de spil worden ook
de kleinere (onrijpe) korrels aan
de top van de spil en kleine stuk
jes van de kiemen meegeoogst.
Teveel spil moet worden voorkomen
omdat:
teveel ruwe celstof (boven de 6%
k 7%) een snelle vermindering
van de vertering veroorzaakt;
dit moeilijkheden met dikke mest
oplevert;
er een verhoogde kans op broeien
in de zomer ontstaat.
BTJRAS LG 11 SANORA
6,0
7,5
6,5
6,5
7,0
7,0
8,0
8,0
8,0
8,0
8,0
8,5
8,0
8,0
9.0
8,0
8,5
8,5
8,0
8,0
8,5
8,0
8,0
9,0
7,0
6,0
6,0
'8,5
8,0
8,5
Bewaring
De gemalen mais wordt in een rijkuil
of in een silo opgeslagen. Een snelle
vulling, goed aanrijden en een snelle
afdichting is gewenst voor een goede
stabilisatie en geringe voederwaar-
de-verliezen in de kuil. Een grond-
dek en/of overkapping is aan te be
velen bij het inkuilen van de CCM
bestemd voor de vervoedering in de
zomer.
Wat was de oorzaak van deze gasex-
plosie?
In de mengmest hebben omzettingen
plaats waarbij o.a. gas gevormd kan
worden. Hoe hoger de temperatuur
van de mengmest b.v. in stallen met
verwarming en hoe ouder de meng
mest des te sneller verloopt de af
braak en spontane gasontwikkeling
komt steeds meer voor. Bij deze af
braak wordt ook methaangas (CH4)
gevormd. Ligt het methaangehalte in
de lucht boven de mengmest tussen
de 5 en 15% dan is dit gasmengsel
zeer explosief. Wanneer er op de één
of andere manier vuur of vonken bij
dit gasmengsel kunnen komen, is de
kans op een explosie groot.
Naast methaangas kunnen er bij de
afbraak van mengmest nog andere"
gassen en stankstoffen vrijkomen,
o.a. het zeer giftige zwavelwaterstof;
dit laatste kan al bij zeer geringe
hoeveelheden dodelijk zijn voor
mens en dier.
Hoe kan explosiegevaar verminderd
worden:
- Open vuur mag bij mengmestkel-
ders niet worden gebruikt. Flam-
Inkuilen van CCM in een sleufsilo.
Extra arbeid
De voedering van CCM kost in het
geval van reeds bestaande brijvoe-
dering weinig extra arbeid. Bij een
bestaande droogvoedering ligt dat
wat hoger. Interessant is dat de mate
van extra arbeid per eenheid prak
tisch onafhankelijk is van de bedrijf
somvang.
beren is dus uit den boze maar
schoonmaken kan ook zonder
vuur. En: roken is dus verbonden
in deze stallen. Bij noodzakelijk
las- en slijpwerk moet voorkomen
worden dat er vonken in de kelder
komen. Motoren van mixers
moeten explosieveilig zijn.
- Wanneer de kelder volledig leeg
wordt gehaald, worden daarbij
ook de methaangasvormende
bakteriën verwijderd waardoor er
direkt daarna geen of weinig me
thaangas meer gevormd zal wor
den.
- Een lege kelder kan nog vol zitten
met levensgevaarlijke gassen.
- Maak de mestopslag buiten de
stallen bijvoorbeeld in silo's; dit
zal de gasexplosiekansen verklei
nen. Een opslag van mengmest
buiten de stallen kan in sommige
gevallen goedkoper zijn.
- Wanneer de dichte of gedeeltelijk
dichte mengmestkelders onder
het stalgebouw zitten zal ventila
tie hiervan een goede zaak zijn;
een afvoerbuis met een daarbij
behorende inlaat is daarvoor
noodzakelijk. Voor een goede
mestvarkens kunnen worden afgele
verd.
Uit de praktijk komt ook naar voren
dat voedering van CCM meer groot
gebrachte biggen per zeug per jaar
kan opleveren.
Konkluderend kan men stellen dat
CORN COB MIX het antwoord kan
zijn op de stijgende mengvoerprij-
zen.
werking van de ventilatie zullen
aan- en afvoerbuizen buiten
en/of boven de stallen uit moeten
komen.
In samenwerking met andere instan
ties, wordt momenteel gezocht hoe de
mestopslag het beste gemaakt kan
worden, met zo weinig mogelijk risiko
voor explosie, vergiftiging en stank in
stallen.
Konsulentschap in Algemene Dienst
voor Boerderij en -inrichting (C.B.I.)
te Wageningen
De vestiging van een groot legpluim-
veebedrijf, een zgn. Poultry Training
Farm, in Dronten zal de produktie-
kapaciteit van eieren in ons land met
circa 8% doen stijgen. Een dergelijke
snelle en sterke stijging kan onge
wenste effekten op de markt teweeg
brengen. Ook zou de vestiging van
een dergelijk bedrijf nilieu-techni-
sche en veterinair-hygiënische be
zwaren op kunnen leveren.
Dit o.m. antwoordt minister ir. G.
Braks (landbouw en visserij) op
schriftelijke vragen van het Tweede
Kamerlid Van Noord.
Hoewel minister Braks vestiging van
het bedrijf ongewenst acht. kan hij
de komst ervan niet verhinderen. Op
wettelijke gronden kan de stichting
van een dergelijke bedrijf met de
bestaande regelgeving van rijkswege
niet worden voorkomen.
In de afgelopen perioden zijn in een aantal varkensstallen en in een
pluimveestal met daaronder, meer of minder afgesloten, mengmestkel
ders gasexplosies voorgekomen. Deze gasexplosies, welke in feite in
elke mengmestkelder als boven omschreven kunnen voorkomen, wer
den veroorzaakt doordat het opgehoopte gas in de kelder in kontakt
kwam met open vuur.
10
24 februari 1984