De resultaten van het testen van spuitmachines in Zeeuws-Vlaanderen Nieuwe richtlijnen in de bemestingsadvisering op basis van grondonderzoek ingezonden Groenbemesters met resistentie tegen bietecystenaaltjes PIK programma kostte 9,4 miljard dollar! Een nieuw advies voor de stikstofbemesting In de eerste week van 1984 brachten een twintigtal Zeeuws-Vlaamse akkerbouwers hun goede voornemens voor 1984 al tot uitvoering; zij lieten hun spuitmachine testen. De Agrarische Unie-Vulcaan, het Konsulentschap voor de Akkerbouw en Rundveehouderij en de spuit- club in Zeeuws-Vlaanderen organiseerden deze dagen. Er werd gebruik gemaakt van de gebouwen van de praktijkschool in Schoondijke. Het testresultaat zal door menige akkerbouwer toch wel met enige zorg zijn begroet. De onderhoudstoestand van veel spuitmachines bleek erg slecht te zijn. In het bijzonder de pomp en de manometer waren de zwakke schakels van de machine. De testresultaten De twintig spuitmachines, die getest werden waren van acht verschillende merken. De zeven Urgent spuitma chines vormden echter wel duidelijk de hoofdmoot. Merk aan- Merk aan tal tal Allaeys 3 Douven 1 Berthoud 1 Dubex 2 Cebeco 3 Sieger 1 Delvano 1 Urgent 7 Tabel 1: de merken van de geteste spuitmachines. De leeftijd van de geteste spuitma chines varieerde sterk. Er werd zelfs een "bejaarde" Urgent spuitmachine uit 1955 voorgereden. Leeftijd van de aan- spuitmachines tal 1 jaar 1 4 jaar 3 5 jaar 1 6 jaar 1 7 jaar 9 lOjaar 1 14jaar 3 29 jaar 1 In de aflevering van 20 januari jl. van het tijdschrift van de ZLM stond een stuk onder de titel "Groenbemesters met resistentie tegen bietecystenaal- tjes"door drs. Heybroek van het IRS. Ondergetekende zou gaarne de vol gende aanvullende opmerkingen wil len maken. Tot voor een paar jaar geleden moest de teelt van stoppelgroenbemesters bladrammenas en gele mosterd in een bietenbouwplan worden afgera den. De plantensoorten waartoe de gewassen behoren: Raphanus sativus L. en Sinapis alba L. zijn nl. waardplanten van bietencystenaaltjes en de be staande rassen waren vatbaar. Vanaf 1982 kwam hierin verbetering toen het resistente ras Sereno (bladram menas) in de rassenlijst werd opge nomen. Dit ras heeft een zodanig ni veau van resistentie dat bij stoppel teelt ervan (zaai in augustus) de aaltjespopulatie evenveel afneemt als braak. Drs. Heybroek illustreert dit aan de hand van een tabel met resultaten van een in 1980 uitge voerde veldproef. Het objekt "Gele mosterd resistent" in de tabel had betrekking op een plantmateriaal, afkomstig van de SVP onder codenummer Sa601.05. Dit materiaal was speciaal in 1979 vermeerderd ten behoeve van dit soort veldproeven (er werden meer dere proeven mee uitgevoerd). Het had 6 generaties massaselektie on dergaan op resistentie tegen het z.g. "witte" bietecystenaaltje. In januari 1980 werd hiervan 50 gram zaad uit gegeven aan ieder van twee kweek- Tabel 2: De leeftijd van de geteste spuitmachines. In tegenstelling tot andere gebieden, waar spuitmachines zijn getest, wer den in Zeeuws-Vlaanderen alleen maar spuitmachines gekontroleerd met een spuitboombreedte van 18 m of meer. Dat grote spuitboombreed- tes gemakkelijk problemen kunnen geven ten aanzien van een ongelijke afstand van de doppen naar de grond, kwam tijdens deze kontrole- dagen duidelijk naar voren. In 25% van de gevallen werd gekonstateerd dat de boom krom was. Bij 20% van de machines bleek dat de afstand van de doppen naar de grond bij de boomtoppen duidelijk anders was dan vlak bij de machine. De eind stukken van de boom moesten bij twee spuitmachines worden rechtge zet. Voor een goede vloeistofverde ling over het gewas of op het veld is het absoluut noodzakelijk dat de spuitboom goed recht is en dat de afstand van de doppen naar de grond overal gelijk is. Bij grote spuitboom- breedtes moet hieraan voldoende aandacht worden besteed. Tabel 3: de boombreedte van de ge teste spuitmachines Boombreedte aantal 18 m 5 21 m 12 24 m 2 27 m 1 bedrijven. De kweker van het latere ras Emergo onderwierp dit materiaal aan nog twee generaties massaselek tie, beide keren met behulp van een mengsel van larven van het gele en het witte bietecystenaaltje (van de SVP betrokken). Het produkt hier van werd voor rassenonderzoek aangemeld en uiteindelijk geregis treerd als Emergo. Resistentieniveau Gezien de geschetste achtergrond is de veronderstelling wel gewettigd dat Emergo een hoger resistentie niveau zal hebben dan het hierboven vermel de materiaal Sa601.05. In elk geval is duidelijk dat het resistentie niveau van Emergo, (zoals in klimaatkast proeven) een stuk hoger is dan dat van Sereno. De verwachting is dan redelijk dat Emergo méér zal vermin deren dan braak. Dit is in veldproeven echter nog niet aangetoond, we weten ook nog niet hoeveel de extra ver mindering ongeveer zal zijn. Deze rassen kunnen grondontsmetting ook niet zonder meer vervangen. Die overspannen verwachting wordt vooral in Duitsland gewekt in een "wild-west" achtige promotie van Duitse kweekprodukten. Zoals Heybroek al zegt, met dit on derzoek zijn een aantal instituten bezig en de resultaten zijn nog niet helemaal beschikbaar, hopelijk komt er in de loop van 1984 duidelijkheid in de situatie. Eén veldproef, uitge voerd in 1982, besmet met het gele bietecystenaaltje, liet een resultaat zien dat de bovengenoemde rede lijke verwachting bevestigde. De voorspellende waarde van zo'n en kele proef is echter te gering om reeds in de publiciteit te komen. De kweker van Emergo preludeert hierop maar baseert zich vooral op Fig. 1: de invloed van een scheef staande boom op de vloeistofverde ling. Slechts een van de twintig manome ters bleek tijdens de kontrole feilloos te werken. Landelijk gezien is dit erg weinig. Meestal blijkt ongeveer een kwart van de manometers goed te werken. Het deel van de manome ters, die een kleine afwijking (0,1-0,2 bar) hadden, was ongeveer verge lijkbaar met het landelijk gemiddel de. Twee manometers gaven hele maal geen uitslag en waren dus ge schikt voor de prullebak. Tabel 4: een overzicht van de gekon- stateerde afwijking van de manome ters Afwijking aantal 0 1 0,1 bar 5 0,2 bar 2 0,3 tem 0,5 bar 5 0,6 tem 0,9 bar 3 1,0 bar of meer 4 Tijdens de pompkontrole bleken 4 pompen de opgegeven kapaciteit te halen. Kleine afwijkingen werden gekonstateerd bij nog eens 5 andere pompen. Twee keer konstateerde de monteur dat de pomp lek was en dat de opgegeven kapaciteiten dus hele maal niet gehaald werd. Tabel 5: tijdens het testen gekonsta- teerde afwijkingen van de pompkapa- citeit Afwijking van aan- de opgegeven tal kapaciteit 0 4 5% 2 15% 3 20% 5 meer dan 30% 6 de eenduidig positieve resultaten van pottenproeven en biotoetsingen die in de Bundesrepubliek op instigatie van het Bundessortenamt in de af gelopen paar jaren zijn uitgevoerd. Echter het betreft hier (verwarmde) kassenproeven, ook hier geldt dat veldproeven het uiteindelijke bewijs moeten leveren. Blijft het feit dat rassen als Emergo en Pegletta in klimaatcelproeven nog weieens een paar planten opleveren met 20-30 cysten (bij ons op de SVP). Dit is een noodzakelijk gevolg van de tot nu toe gebruikte massaselektie methode en het type van vererving (dominant). Het kreëren van homo- zygoot resistente rassen vergt een andere, kostbare benadering en extra tijd. We mogen van het kweekbedrijf verwachten (niet overspannen) dat er t.z.t. een generatie rassen op de markt komt met dit maximaal haal bare resistentie niveau. De geschetste aktiviteiten werden ontwikkeld met het oog op de boer als de uiteindelijke gebruiker; zorg vuldig voorbereide rassen zijn nu beschikbaar. De wetenschapper en het kweekbedrijf hebben hun best gedaan, en doen dat nog, met een materie die nogaj eens behoorlijk weerbarstig is. De uiteindelijke toetsing aan de werkelijkheid van de teelt is altijd een speciale en strenge konfrontatie. Uiteraard zullen boer en voorlichter zich gedegen en met gepaste voor zichtigheid met deze nieuwe milieu vriendelijke verworvenheid bezig houden. Naar ik hoop in goede kommunikatie met de andere par tijen, in een sfeer van samenwerking, en met een korreltje zout bij uitingen van wellicht te groot enthousiasme. ir. H. Toxopeus Stichting voor Plantenveredeling Postbus 117 6700 AC Wageningen (tel. 08370-19112) Op het spuitbord bleken 7 spuitma chines een voldoende regelmatige vloeistofverdeling te geven. Door het vervangen van een aantal spuit- plaatjes of -doppen was de vloeistof verdeling bij nog eens 7 machines voldoende regelmatig te maken. Bij 5 spuiten waren de spu'itdoppen en -plaatjes zodanig versleten dat ze al lemaal moesten worden vervangen. Een spuitmachine was uitgerust met werveldoppen, die een zo kleine tophoek hadden, dat ze op een hoogte van meer dan 120 cm moeten staan om een redelijke vloeistofver deling te krijgen. In verband met de grote kans op drift is het raadzaam om andere doppen met een grotere tophoek te monteren zodat de boom aanzienlijk lager kan. Een advies voor verhoging van de fosfaat en kalitoestand Met ingang van september 1984 zul len op het adviesformulier van het Bedrijfslaboratorium te Oosterbeek twee giften voor de fosfaat-, respek- tievelijk kalibemesting worden ver meld. Eerst de gebruikelijke richtlijn voor de ekonomisch optimale be mesting die gelijk is aan de richtlijn die thans wordt vermeld. Daaronder zal voor gronden met een te lage fosfaat-, respektievelijk kali toestand worden vermeld hoeveel kg P2O5 respektievelijk K2O per ha zal moeten worden gegeven om de ge wenste toestand te bereiken. Ver meld zal worden de hoeveelheid fos faat, respektievelijk kali die in totaal in vier jaar gegeven zal moeten wor den om het betreffende streefgetal in 4 jaar te bereiken. Hierbij is dus de onttrekking door het gewas in deze vier jaar inbegrepen. Voor fosfaat zal op zeeklei als streefgetal Pw 25 worden aangehou den en op alle andere grondsoorten Pw 30. Voor kali zal voor zeeklei als streefgetal K-getal 18 worden ver meld. Voor rivierklei tot 30% afslib- baar zal K-getal 18 worden aange houden en voor rivierklei met meer dan 30% afslibbaar K-getal 14. Op löss zal het streefgetal zijn K-HC1 15 en op zand- en dalgrond K-getal 11 Zodra het streefgetal bereikt is, moet het bemestingsadvies voor de eko- Diversen Als de afstand tussen de spuitdoppen niet overal 50 cm is, zal een regel matige vloeistofverdeling erg moei lijk te realiseren zijn. Een spuitma chine bleek een erg onregelmatige afstand tussen de doppen te hebben. De gevolgen zullen duidelijk zijn. Lekken in de aanzuigslang (lx), bij de driewegkraan (lx), bij de drukre^- gelaar (lx), zijn ook nog gekonsta teerd. Uit het voorgaande blijkt dat de on derhoudstoestand van de spuitma chines in veel gevallen erg slecht is. Een regelmatige kontrole is beslist geen overbodige luxe maar eerder een noodzaak. nomisch optimale gift weer opge volgd worden. Hierbij dient men er echter voor te zorgen dat men in vier jaar minimaal de hoeveelheid fosfaat respektievelijk kali geeft die door het gewas in deze vier jaar wordt ont trokken, dit is gemiddeld: 4 x 70 280 kg P205/ha en 4 x 150 600 kg K20/ha. Ir. P.L.C.M. Henkens De Amerikanen zien nu pas dui delijk in wat het zogenaamde PIK-programma voor de land bouw hun gekost heeft. Dit pro gramma dat in 1983 voor één jaar geldig was spoorde de boeren aan hun land braak te laten liggen. Ze kregen dan een bepaalde hoe veelheid graan uit de voorraden als vergoeding. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw heeft bekend gemaakt dat het de schatkist 9,4 miljard dollar heeft gekost! Het grootste gedeelte ging naar de maïsverbouwers, nl. 5,37 miljard dollar. Anöere sektoren die in aanmerking kwamen wa ren tarwe, katoen, sorgho en rijst. Boven het spuitbord bleek dat de vloeistofverdeling bij veel spuitmachines slecht was. Op basis van het grondonderzoek, zoals wordt uitgevtferd door het Bedrijfslaboratorium te Oosterbeek, wordt reeds enige jaren een stik stofadvies gegeven voor de granen en bieten op zand-, klei- en lössgrond en voor aardappelen op klei en löss. Thans (met ingang van 1 januari 1984) is ook mogelijk om een advies te geven voor aardappelen op zand en dalgrond, gebaseerd op de voorraad in de laag 0-30 cm. Voor konsumptie-aardappelen luidt dit advies: Gift in kg N/ha 300 -1.8 x voorraad. Het advies voor de stikstofbemesting van konsumptie-aardappelen op klei en löss is thans aangepast aan de nieuwste gegevens. Dit advies, gebaseerd op de voorraad in de laag van 0-60 cm zal in het vervolg luiden: Gift in kg N/ha 270 -1.1 x voorraad.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 9