71
LELYi INDUSTRIES NV
NICKERSON-ZWAAN
Luizenleven
op sla moeilijk
gemaakt
zwaan-dp
PIEPER S KOELING
VOOR DE PIEPERS
Voor een geprogammeerde oogst
rijnsburger ROBOT
automatisch de beste ui
Postbus 19 2990 AA Barend recht Tel.: 01806 - 13277
Het oude en vertrouwde adres voor het
inrichten van uw bewaarplaats
WIJ
VERZORGEN
HET
VOOR U
drukkerij
vink b.v.
Coupon Verzoek om toezending documentatie serie 20
J. de Visser
Bruelisstraat 57
4421 CM Kapelle
Tel.: 01102-14 82
OOSTWEG 70
KRABBENDMKE
01134-1460
Eieciroteehnisch Ènsiallatlehuréaü
Het UNIEKE van de
LELYTERRA serie 20
Het unieke van de LELYTERRA is het principe van grondbewerken. Centraal bij dit principe staat de theorie, dat bij een
minimum aan grondbewerking een maximum aan opbrengst behaald moet worden. Al jaren wordt deze theorie bevestigd
met de LELYTERRA. Vertikaal, ronddraaiende tanden bewerken de grond, die als het ware tussen de tanden door wordt
getrokken en niet voor de tanden wordt uitgeschoven. De snelheid waarmee de tanden ronddraaien kan gewijzigd worden.
Onafhankelijk van de rijsnelheid is de mate van verkruimeling naar eigen keuze in te vullen, ongeacht de bodemomstandig
heden. De werkdiepte wordt bepaald door de kooirol die met behulp van een spindelverstelling op de juiste diepte is in te
stellen Het resultaat is een mooi, regelmatig zaaibed. niet te fijn en... niet te grof, juist zoals u het wenst.
De LELYTERRA serie 20 is uitermate ge
schikt voor tractoren uit de middenklasse
(max toelaatbaar vermogen 92 pk).
Deze tractoren hebben voldoende hefvermogen
om de compact gebouwde LELYTERRA met
daaraan gekoppeld een zaaimachine te heffen
Een ideale combinatie om 2 bewerkingen tot 1
werkgang terug te brengen!
O/
v*o
BEROEP: loonwerker handelaar akkerbouwer student/
ander
Naam:
Adres:
Woonplaats: Tel. no.:
Postcode:
Merk trekker:
Aantal pk's:
De LELYTERRA'S uit de
serie 20zijn leverbaar
indewerkbreedten van
2.00 m, 2.50 m en 3.00 m.
Deze serie eggen behoort
tot de meest verkochte.
WEVERSKADE 10 f POSTBLS 26-3155 ZG MAAStANO •TH.01899-12644 TELEX 216T7
Het is mogelijk sla zo te veredelen,
dat de gehate bladluis het er nauwe
lijks meer op kan uithouden. Als ge
volg daarvan hoeft er dan nog maar
weinig met chemische middelen ge
spoten te worden. Dit resultaat is te
danken aan onderzoek van dr. A.H.
Eenink van het Instituut voor de Ve
redeling van T uinbouwgewassen
(IVT) en ir. F.L. Dieleman van de
vakgroep entomologie van de Land
bouwhogeschool.
Tuinders doen hun uiterste best om
sla vrij van luizen op de markt te
brengen. Tot nu toe zijn ze hoofdza
kelijk aangewezen op insekticiden.
maar het effekt daarvan is maar be
trekkelijk. Voor dr. Eenink en ir.
Dieleman was het een uitdaging om
uit te vinden hoe luizen door vere
deling konden worden bestreden. De
Nasonovia-luis is in Nederland de
belangrijkste luizenplaag op volle-
gronds-sla en bovendien de over-
■brenger van virusziekten. Hij leeft
zijn luizenleventje voornamelijk in
het hart van de krop, maar bestrij
dingsmiddelen kunnen daar nu juist
moeilijk doordringen.
Eenink: "Uit de genenbank van het
IVT hebben wij allerlei sla-variëtei
ten getoetst op hun resistentie tegen
luizen. Er bleek een wilde slasoort in
voor te komen, waarop de Nasono
via-luis het niet uithield. Die slasoort
groeit in Nederland bijvoorbeeld
langs rivierdijken. Hij wordt soms
voor medicinale doeleinden ge
bruikt. Ons onderzoek wees uit, dat
een dominant hoofdgen verant
woordelijk was voor de erfelijke
aanleg, die deze slasoort zo onaan
trekkelijk maakte voor de Nasono
via-luis".
Toen dat duidelijk was gingen Ee-
'nink en Dieleman aan de slag om
deze eigenschap door kruisingen
over te brengen in kropslavariëtei-
ten. Een probleem bleek daarbij, dat
de wilde slasoort zich vrijwel niet liet
kruisen met kultuursla. Door het
opkweken van embryo's op een
kunstmatige voedingsbodem bleek
het via een omweg wel mogelijk te
zijn. Het resultaat was een resistent
soort sla, dat onlangs is uitgegeven
aan kwekers.
De verklaring voor de resistentie
moet gezocht worden in de levens
wijze van de luis. Luizen boren met
hun snuit in het blad naar de vaat-
bundels, waar ze voedsel uit opzui
gen. Het is nu gebleken, dat de luizen
op resistente variëteiten veel vaker
naar de zeefvaten boren. Blijkbaar
kunnen ze niet het gewenste voedsel
vinden. Eenink en Dieleman hebben
de indruk dat de luizen doodgaan
door uithongering1, maar ze sluiten
ook toxische faktoren niet uit.
De veredeling tegen de Nasonovia-
luis staat overigens los van die tegen
andere luizensoorten. De groene
perzikluis kan bijvoorbeeld tot on
geveer 30% worden teruggedrongen,
zodat aanvullende bestrijding tegen
deze luis, die in kassen veel voor
komt, nog wel nodig is. Maar Eenink
en Dieleman hebben goede hoop dat
ze ook hier veel verder kunnen ko
men.
(uit Nieuws uit Wageningen)
22
17 februari 1984