Alles over intensieve
veehouderij
■U.i
Mellema: meer nadruk
op nutseffekt
Produktschap Pluimvee
over intensieve veehoudery
Overzicht T-SOm is er weer Landbouwschap: Staatsbosbeheer moet wilde runderen inenten
Verloop van de
temperatuursom
in 1984
Herinneringen XIV
/u
Onder de titel "Alles over inten
sieve veehouderij" is een extra
uitgave van "Het Kleine Loo"
verschenen. "Het Kleine Loo" is
het tijdschrift over land- en tuin
bouw voor het onderwijs, dat
wordt uitgegeven door de Stich
ting Public Relations Land- en
Tuinbouw in Den Haag.
In deze 76 bladzijden tellende
extra editie wordt alles wat met
de intensieve veehouderij te ma
ken heeft behandeld, of het nu
gaat om het welzijn van de die
ren, het milieu, de derde-wereld-
problematiek, de kwaliteit van de
produkten voor de konsument, of
welke ekonomische of sociaal-
ekonomische aspekten dan ook.
Evenals het zesmaal per jaar ver
schijnende tijdschrift van de
Stichting p.r., is ook deze extra
uitgave toegezonden aan alle on
derwijsinstellingen in ons land,
alsmede aan het met het onder
wijs verwante instellingen, me
dia. aktiegroepen en andere opi-
nievormende organisaties.
In het voorwoord schrijft de re-
daktie van "Het Kleine Loo" dat
zij jaarlijks van leerkrachten en
leerlingen duizenden verzoeken
om méér informatie ontvangt dan
al te vinden is in haar tijdschrift
en dat een groot deel van die
verzoeken betrekking heeft op
het onderwerp intensieve vee
houderij. "Wij geven hierin",
schrijft de redaktie over deze ex
tra uitgave, "zonder vooroorde
len een zo reëel mogelijk beeld
van de verschillende kanten van
de intensieve veehouderij. Alle
plus- en minpunten komen aan
bod. Er is immers, meent zij, geen
rechtvaardiging voor het alleen
belichten van positieve of uitslui
tend noemen van negatieve kan
ten van deze vorm van veehou
derij. Alleen als men over vol
doende informatie beschikt, kan
WÊÊKÊKÊÊtttÊtÊÊÊÊÊÊÊKÊÊÊÊËcw®?
land* en ndnbonw vc»r het orsderwtp
ttidscbrïft
betonde
men zich een afgewogen oordeel
vormen. Deze extra uitgave van
"Het Kleine Loo" geeft daartoe
een goede bijdrage.
Het boekwerk is voorzien van
tientallen illustraties, van gete
kende werkbladen voor klassi
kaal gebruik en van een kleuren-
wandplaat met als onderwerp
"Van plant tot varkensvlees".
Belangstellenden buiten het on
derwijs kunnen de uitgave ver
krijgen door tien gulden over te
maken op gironummer 53.66.16
van de Stichting Public Relations
Land- en Tuinbouw te Den Haag,
met vermelding van "Het Kleine
Loo/intensieve veehouderij".
Tot nu toe heeft het Produktschap voor Pluimvee en Eieren zich bezig
gehouden met overwegend regelende en registrerende arbeid, aldus J.T.
Mellema, voorzitter van het produktschap in zijn nieuwjaarsrede voor
het bestuur van dit schap op woensdag 25 januari.
Zonder de regelgevende bevoegdheid op te geven zal in de toekomst de
arbeid van het schap zich meer richten op voorlichting en dienstverle
ning, aldus Mellema.
Hij konstateerde dat het "nutseffekt" meer als kriterium op allerlei
terreinen gehanteerd wordt.
Het marktverloop was in 1983 erg
onrustig, grillig en ondoorzichtig wat
Mellema toeschreef aan het niet
goed funktioneren van de markt.
Als sprekend voorbeeld daarvan
memoreerde Mellema het prijsver
loop van broedeieren in augustus. In
14 dagen tijds veranderde de prijs
van 15 cent op 4 augustus tot 45 cent
op 16 augustus.
Mellema maakte melding van de
oprichting van een werkgroep die tot
taak heeft zich te beraden over hoe
een koördinatie tussen de produkt-
schappen, het ministerie van Land
bouw en daarvan in het bijzonder de
direktie Verwerking en Afzet van
Agrarische Produkten, het L.E.I. en
de respektievelijke landbouwattaché
tot stand zou kunnen komen. Dit om
tot een koördinatie te komen van de
bij de genoemde instellingen aanwe
zige fragmentarische gegevens.
Met medewerking van het bedrijfs
leven zal meer aan marktverkenning
gedaan moeten worden en de ge
noemde werkgroep kan daaraan het
zijne bijdragen.
Kwaliteit en diversiteit
Behalve informatie over het markt-
gebeuren zal meer aandacht gegeven
moeten worden aan kwaliteit en di
versiteit van de produkten. Met en
kele voorbeelden legde Mellema het
gevaar van een te sterk afhankelijk
zijn van de markt in één land.
Ten aanzien van de eierhandel
merkte Mellema op dat bij stijgende
produktie de kwaliteit niet dienove
reenkomstig verbetert.
Ing. J. Mellema
Soplderholt doet daar onderzoek
naar.
De vraag is hoe komen wij tot een
beter systeem van uitbetaling naar
kwaliteit. Een dergelijk systeem
dient niet ieder moment voor vraag
en aanbod uitgehold te worden.
Met andere woorden dat bij lage
prijzen de kwaliteit wel en bij hoge
prijzen en grote vraag geen rol speelt.
Mellema meende dat bij de beide
facetten, marktinformatie en kwali
teit het produktschap een helpende
hand kan bieden.
Het produktschap moet in verband
daarmee een organisatie worden
waarbij ieder in de branche zich be
trokken voelt.
Als de grasgroei begint dient de eer
ste stikstof gestrooid te worden. Een
goed en veelbeproefd hulpmiddel
voor het vaststellen van het begin
van de grasgroei, dus ook het tijdstip
van de eerste stikstof strooien, is de
temperatuursom (T-som). In het tra-
jekt van 180-280 graden T-som dient
voor een optimaal effekt de eerste
stikstof gestrooid te worden. Ge
noemd trajekt wordt gemiddeld be
gin maart bereikt. Er zijn echter tus
sen de jaren grote verschillen. In een
vroeg voorjaar is dat bijvoorbeeld al
in begin februari.
In een laat voorjaar kan dat wel be
gin april zijn. Wekelijks zal het PR de
meest recente T-som aan de land-
bouw-weekbladen doorgeven. Naast
Weerstation
Datum
26/1*
Leeuwarden
96
Eelde
81
Den Helder
105
Valkenburg
104
Twente
71
Schiphol
101
Soesterberg
87
De Bilt
91
Deelen
75
Rotterdam
92
Zierikzee
106
Volkel
90
Gilze-Rijen
92
Vlissingen
114
Eindhoven
82
Zuid-Limburg
77
de berekende, werkelijke T-som
wordt wekelijks een schatting ge
maakt wanneer de 180 en/of de 280
graden T-som wordt verwacht.
Aan een tweede voorwaarde moet
natuurlijk ook worden voldaan, na
melijk: het land moet berijdbaar zijn.
Insporing en daardoor stukrijden
van de zode bij het aanwenden van
kunstmest of organische mest dient
men te voorkomen. Bij de stikstof
bemesting verdient het aanbeveling
rekening te houden met de stikstof
uit organische mest en met het feit
dat KAS nu 27,5% stikstof bevat (dat
was 26%). Indien dus KAS gestrooid
dient men ruim 5% minder KAS te
strooien om eenzelfde hoeveelheid
zuiver N te geven als voorheen met
KAS 26%.
Globale schatting van de datum
waarop een bepaalde waarde van de
temperatuursom wordt bereikt
Weerstation Schatting
uitgaande van de temperatuursom op
Het Landbouwschap wil dat minister
Braks op de kortst mogelijke termijn
duidelijk maakt dat de door Staats
bosbeheer uitgezette wilde runderen
moeten worden ingeënt tegen vee
ziekten als mond- en klauwzeer. Het
gaat met name om de koppels Hec-
krunderen die zich bevinden op een
voormalige zandplaat in de Greve-
lingen en in het natuurgebied De
Oostvaardersplassen in Oostelijk
Flevoland. Staatsbosbeheer probeert
zich zowel op praktische als op juri
dische gronden aan de wettelijke ent-
ai m m
en kontröleverplichtingen te ont
trekken.
Het Landbouwschap is bang dat
wilde runderen een rbon van bes
metting kunnen vormen als ze niet
op de normale manier betrokken
worden bij de kontröle
-U
DOOR
P. LINDENBERGH
TE WEMELDINGE
Temperatuursom van 1 januari
tot 26 januari
26/1
180 gr.
Waarde Temperatuursom
Leeuwarden
4-3
Eelde
7-3
Den Helder
1-3
Valkenburg
1-3
Twente
10-3
Schiphol
3-3
Soesterberg
6-3
De Bilt
5-3
Deelen
9-3
Rotterdam
5-3
Zierikzee
1-3
Volkel
5-3
Gilze-Rijen
5-3
Vlissingen
26-2
Eindhoven
7-3
Zuid-Limburg
8-3
Onze aanteekeningen zouden on
volledig zijn wanneer er niet over
paarden gerept werd. In den tijd der
kruistochten was het paard het rij
dier der ridders en ook de edel-
vrouwen zaten te paard om bezoe
ken te brengen aan anderen kas-
teelen en om de jacht mede te ma
ken, dat adellijk vermaak met
windhonden of met valken.
Het werk op het land deed de os en
eerst omstreeks het jaar 1500 begon
het gebruik als hulp in den land
bouw van het paard algemeen te
worden. Met de uitbreiding van het
gebruik van het paard hield de
fokkerij gelijken gang. De Spaan-
sche officieren brachten met hunne
paarden, waaraan ons paard het
temperament te danken had en dat
er nu zoo goed als uitgefokt is door
de kruising met het zware Belgi
sche trekpaard.
Het paard werd na vele jaren van
toeneming het eenige dier, dat in
Zeeland meedeed aan de grondbe
werking. Het is heel begrijpelijk
dat de boerenknechten gehecht
waren aan het zoo bij uitstek dres-
seerbare dier, waarmede zij dage
lijks samenwerkten. Het werk met
het paard maakte hun leven poëti
scher dan het werk met den loggen
os. Er was en er is nog op het plat
teland poezie, die den mensch op
heft boven het gelijkvloer sche,
maar het lijkt mij, dat zij in onzen
modernen tijd is verminderd, doch
dat zal wel aan mij liggen.
De jonge paarden werden in den
winter onder den man gedresseerd
en menig uur werd er besteed aan
het rijden: men reed op het onge
dekte paard zonder zadel.
Vooral de tweede Kerstdag was be
stemd om in groote gezelschappen
een rijtoer te maken: zoo uitge
strekt dat verscheidene dorpen be
zocht werden. Niet alleen boeren
knechten maar ook ambachtslie
den en anderen jonge burgers reden
mede, deze op een ouder gedres
seerd paard en den volgenden dag
waren er velen, die aan het te paard
rijden niet gewend waren, aie aan
hun achterdeelen een schrijnend
gevoel hadden.
De boerenknechten hadden daar
van geen hinder, de clugsten ver
toonden hun rijkunst door in vollen
ren op en over het paard te sprin
gen: menige proeve van dressuur
werd vertoond.
Er werden bij gunstige gelegenhe
den wedrennen gehouden tusschen
twee ruiters, dat heette: op z'n
hardst rijden.
De Wemeldingsche Zandweg, over
een groote lengte recht, was daar
voor bijzonder gunstig. Een stoet
uit 's Gravenpolder was dicht bij het
dorp, toen zij omziende twee ren
ners zagen aankomen. De ruiters
van 's Gravenpolder maakten ruim
baan door op zij te wijken, maar
een kleermaker, die medegereden
was, wilde voor de aardigheid de
renners beletten verder te rijden.
Hij plaatste zijn paard dwars op
den weg. Een der hardrijders botste
er in volle vaart tegen aan. Het ge
volg was vreeselijk, de kleermaker
en zijn paard waren beiden onmid
dellijk dood. Dit ongeval is op
Tweeden Kerstdag in het begin der
19de eeuw voorgevallen en 't wierp
een donkere schaduw op het ge
noegen van dien dag.
Bij gelegenheid der Kruiningsche-
kermis, werd door gezelschappen,
uit ieder dorp één, een rijtoer per
huifwagen gemaakt. Op iederen
wagen waren twee paren. Voor
iederen wagen zorgden de meisjes
of de vrouwen voor een korf met
eetwaren om onderweg in een her
berg te gebruiken. In nog vroeger
tijd deed men dat op pleisterplaat
sen in de open lucht, aan den weg,
waar voldoende ruimte was. In
Walcheren bleef dat lang gebrui
kelijk. Het gezelschap bestaande
uit jonge lui reed des Donderdags
en dat van gehuwden op Vrijdag
van die kermis. Met iederen wagen
reed een jongen van een jaar of 14
mede om op de paarden te passen.
Men noemde dat voor goszak mee
rijden. Bij het rijden zaten deze
jongens voorop, op het hangbankje.
,/N—
-TK-
(Wordt vervolgd)
w-
10
3 februari 1984