Rabobank ziet mogelijkheden voor akkerbouwers om inkomen te verbeteren Biesbosch museum houdt griend- kuituur levend Bij het samenstellen van zijn bouwplan is de zomergerst niet het eerste gewas waar de boer aan denkt. Financieel aantrekkelijker gewassen als suikerbieten, aardappelen en wintertarwe maken met name in de zee kleigebieden zonder meer al bijna 3/4 deel van het bouwplan uit. Het laatste 'A gedeelte zal echter ook ingevuld moeten worden. Voor dit laatste gedeelte zal de boer afhankelijk van de vruchtwisseling en grondsoort een keuze moeten maken uit een aantal zomergewassen. In het Zuidwestelijk kleigebied gaat de keuze dan vaak tussen o.a. zo mergerst, erwten en uien. De afgelopen twee jaren werd een goede brouwgerstprijs betaald en wanneer deze prijs zich mocht stabiliseren en zelfs nu reeds in het vooruitzicht worden gesteld voor oogst 1984 dan wordt de brouwgerst zo langzamerhand een redelijk financieel aan trekkelijk gewas. Areaal Ondanks de brouwgerstprijsontwik- kelingen van de laatste jaren werd er toch een daling van het brouwgerst- areaal in het Zuidwesten vastge steld in deze jaren. Schrijver dezes hoopt echter dat in dit jaar, gezien de prijsontwikkelingen eenzelfde areaal van 7500 ha als in 1983 wordt ge zaaid of liever nog meer. Het zómer- gerstareaal c.q. brouwgerstareaal is in de laatste 10 jaren enorm gedaald. Het aanbod van kwaliteitsgerst is daardoor navenant verminderd. In de ons omringende landen is het wintergerstareaal explosief gestegen, echter zonder noemenswaardige kwaliteitsrassen, ter vervanging van de zomergerst. In Nederland werd de zomergerst vervangen door andere gewassen, onder andere wintertarwe. Het najaar van 1983 is zeer gunstig geweest voor de uitzaai van winter tarwe waardoor er wellicht toch nog minder areaal beschikbaar zal zijn voor de zomergerst. Het Nederland se wintergerstareaal is weinig toege nomen in de laatste jaren en zal voor het Zuidwestelijk zeekleigebied op circa 700 ha liggen. Rassenkeuze In het Zuidwestelijk zeekleigebied wordt sinds jaren de voorkeur gege ven aan de uitzaai van zomergerst- rassen die als brouwgerstrassen te boek staan in de rassenlijst. Een goed gevulde korrel is een eerste vereiste voor een hoog percentage brouw gerst. Tabel 1 Geschatte gemiddelde korrelopbrengst van de zomergerstrassen Verhoudingsgetallen per gebied <u N 2 Centr zeeklei Noord zeeklei c 0, 4) - IA m i/i Zand grond 1 IQ O A - Trumpf 99 100 99 103 - A - Menuet 97 96 - - - N Grit 96 103 103 102 - - N Ape* 102 103 101 104 105 105 A - Havila 102 104 102 101 104 101 A Georgië 101 101 97 - B - Aramir - 99 95 95 95 96 B - Goldspear - 102 99 100 - - N - Audley - 103 101 104 - - N - Bellona 105 104 100 100 106 105 T - Cytris 100 101 102 99 105 97 A Atem 96 94 96 99 O Ma/urka 94 95 T Kym 106 105 100 105 105 1) Rassen met een goede resistentie tegen droogte en een geringe gevoelig heid voor een lage pH kunnen op schrale gronden gunstiger uitkomen. Tabel 2 Geschatte gemiddelde korrelopbrengst van de wintergerstrassen Verhoudingsgetallen per grondsoort Noord, zeeklei Centr. zeeklei Z.W zeeklei Loss Zend- en dalgrond Meerrijïge rassen A - Masto 107 104 106 101 105 A - Has->o 106 108 105 108 103 B bunteng 97 96 - 93 100 B - Biryit 97 100 99 96 96 T - Tapir 103 99 101 100 103 r - Gerbel 101 101 103 106 101 Tweerijige rassen B N iyn Flamenco 92 101 98 97 93 103 99 100 96 104 Overgenomen uit de 59ste Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwgewas sen 1984, pagina 36 en 27. 27 januari 1984 In de 59e Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1984 staan de rassen Trumpf, Menuet, Atem en Grit vermeld in de riibriek brouw gerstrassen. Het ras Apex in de ru briek in onderzoek als brouwgerst. De brouwkwaliteit van Trumpf, Menuet en Atem is bekend, waarbij de kwaliteit van Trumpf hoger ge waardeerd (ook in prijs) wordt dan die van Menuet en Atem. Het ras Trumpf omvatte in 1983 ruim 86% van het areaal zomergerst in het Zuidwesten en specifiek in Zeeland 92%. De rassen Menuet en Atem verdwijnen langzaam uit het rassen- sortiment in het brouwgerstgebied. Nieuw als brouwgerstras is Grit, een ras dat al twee jaar lang als brouw gerst is verhandeld door de Rijks dienst voor de IJsselmeerpolders. Grit is kwalitatief vrijwel gelijk waardig aan Trumpf. In de handel kent dit ras geen kiemvertragings- problemen en in de mouterijen is het een ras dat zich gemakkelijk en snel laat verwerken. De rassen Trumpf en Grit kenmerken zich door een kort, vrij kort, stevig tot zeer stevig ras en geven beide gemiddeld goede op brengsten, tabel 1. Het ras Apex is nog in onderzoek als brouwgerst. Het ras heeft goede tot zeer goede opbrengsten gegeven en heeft vrij stevig tot stevig stro. Alhoewel de kwaliteitsonderzoekin gen aan dit ras nog niet beëindigd zijn duiden de resultaten op positieve vooruitzichten. De eerste industriële ervaringen duiden op een goede verwerking in de mouterij. Er zijn nog geen brouwerijresultaten be kend. Een belangrijk aspekt om een hoog percentage brouwgerst te krijgen is de korrelgrootte. De rassen Trumpf en Grit hebben over 't algemeen een ietwat magerder gerst dan Apex. De laatste twee jaar was echter nauwe lijks sprake van magere gerst. Ten aanzien van de in de 59e Beschrij vende Rassenlijst vermelde voergerst- rassen kan gesteld worden dat het niet te verwachten is dat deze rassen als brouwgerst zullen worden afge nomen. Incidenteel kunnen deze rassen, wanneer het raszuivere par tijen betreffen, aangekocht en ver werkt worden. De rassenkeuze in de wintergerst beperkt zich in eerste instantie voor de mouter tot de keuze van de twee rijïge types. Indien de mouter win tergerst zal aankopen dan gaat zijn voorkeur uit naar deze tweerijïge ty pes, aangezien tweerijïge rassen gro tere en uniformere korrels hebben. Onder het Nederlandse rassenbe- stand zou het ras Flamenco wellicht voor mouterijdoeleinden geschikt kunnen zijn. Het ras Flamenco is namelijk in onderzoek als brouw gerstras en er worden momenteel in dustriële beproevingen uitgevoerd. Voor korrelopbrengsten zie tabel 2. Teeltkundige maatregelen De brouwgerstteelt vereist een aan pak welke in het Zuidwesten bekend is. Onderzoekingen naar de optimale ir. Hiddema teelt van brouwgerst hebben tot op heden aangetoond dat een plantbe- stand van circa 180 planten/m2 en een aaraantal van 800 aren/m2 moet leiden tot de beste kans op een hoge opbrengst. Betreffende de stikstofgift voor brouwgerst wordt nog altijd geadvi seerd tot 110 kg zuivere stikstof, dit is inklusief de stikstofvoorraad in de bodem. Ten aanzien van de halmver- kortingsmiddelen voor de gerst wordt geadviseerd deze slechts aan te wen den wanneer het gewas te zwaar en daardoor legeringsgevoelig dreigt te worden. Toepassing van deze midde len zoals het gebruik van CCC in tar we met gedeelde stikstofgiften wordt vooralsnog afgeraden. Gedeelde stik stofgiften in de zomergerst c.q. brouwgerst leidt over 't algemeen tot hogere eiwitgehalten in de gerstkor rel, hetgeen van negatieve invloed is op de brouwkwaliteit. Rabobank Nederland ziet voor de akkerbouwers mogelijkheden om het inkomen te verbeteren. Zowel in de sfeer van kostenbesparing, bij voorbeeld met behulp van micro-electronica, als op het terrein van opbrengstverhoging liggen er nog kansen. Opbrengstverhoging is enerzijds mogelijk door voortgaande rassenverbetering en anderzijds door het optimaliseren van teeltomstandigheden. Een verdubbeling van de gemiddelde hectare-opbrengsten van bijvoorbeeld aardappelen en tarwe is haalbaar. Toch zal de rentabiliteit in de akkerbouw als vanouds een sterk wisse lend beeld blijven vertonen. Dit staat in een nieuwe bedrijfstakstudie van de Rabobank over de Nederlandse akkerbouwer. Op het terrein van consumptie aardappelen, pootaardappelen en uien is Nederland de grootste expor teur ter wereld. Er zijn in ons land meer dan 60.000 bedrijven waar ak kerbouwgewassen worden geteeld, waarvan er circa 10.000 tot de ge specialiseerde bedrijven kunnen worden gerekgend. De overige be drijven zijn vooral veehouders die snijmaïs verbouwen als voedergewas voor de dieren. Op het terrein van de financiering onderscheidt de akkerbouw zich van andere sectoren in de Nederlandse land- en tuinbouw door het blijvend grote aandeel van familieleningen. Dit is de laatste jaren blijven schom melen tussen de 30 en 40% van het totaal aan vreemd vermogen, terwijl dat bij de melkveehouderij is ge daald tot 12% en in de intensieve veehouderij tot 7%. Het eigen ver mogen in de akkerbouw bedraagt overigens gemiddeld ruim 80%. De perspectieven voor de verschil lende akkerbouwgewassen lopen nogal uiteen. Als gevolg van het te verwachten EG-graanbeleid (met name ten aanzien van de prijzen) zal het graanareaal in Nederland ver moedelijk iets teruglopen. Voor de pootaardappelen zijn er gunstige af- zetsperspectieven. De fabrieksaard appelen daarentegen lijken on danks recente maatregelen bij de Avebe-coöperatie, nog niet uit de problemen. Voor consumptie-aard- appelen en suikerbieten verwacht de Rabobank een ongeveer gelijk blij vend areaal. Bedrijfsstructuur De bedrijfsstructuur is in de akker bouw niet optimaal. Het komt nogal eens voor dat bedrijven overgeme- chaniseerd zijn. Er zou door de ak kerbouwers meer geprofiteerd kun nen worden van samenwerkingsmo gelijkheden op dit terrein. De Rabo bank bepleit ook een actieve deelna me van akkerbouwers aan studie clubs. Als dit gepaard gaat met een goede registratie van de bedrijfsont wikkelingen, dan zullen de bedrijfs resultaten door de betere informatie waarover de boer beschikt kunnen verbeteren. De bedrijfstakstudie Akkerbouw is verkrijgbaar bij de plaatselijke Ra- bobanken. Het Landbouwschap heeft f 25.000,- beschikbaar gesteld aan een stichting die dit voorjaar in Werkendam een Biesbosch mu seum wil openen. In dit museum wil de stichting de herinnering aan de vroegere riet- en griendkultuur in het gebied levend houden. Bij het museum behoort ook een grienden- en rietkomplex van 6 ha. Het voor het museum beschikbaar gestelde geld is afkomstig uit een ruim 30 jaar geleden opgericht fonds waarmee overschotten aan rijshout uit de markt werden ge nomen. Het in dit fonds achter gebleven geld kan niet meer wor den teruggesluisd naar de sektor omdat met de griendkultuur ook de griendwerkers al lang zijn ver dwenen. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 11