Iclllll" 611 Gereed voor export... zegge en schrijve Hi K zuidelijke landbouw maatschappij V arkenshouderij Schoon water "Te gek dat er in Brabant geen gerichte opleiding is voor varkenshouder" z.l.m k H VRIJDAG 13 JANL |||MM 69e JAARGANG N tuinbouwblad De telers van glassla hebben wat de prijzen van hun produkt betreft niet zo'n goedjaar achter de rug zeker niet wanneer hun opbrengsten worden vergeleken met die van de telers van buitensla. De gemiddelde prijs van glassla bedroeg over 1983 39 cent terwijl dit in 1982 31 bedroeg dus vergeleken met het vorige seizoen ging het iets beter. (Gerekend tot december). Met zorg worden de groene kropjes door de dames in de bekende Hollanddozen verpakt, gereed voor de export. Het nieuwe jaar is voor onze agrarische eksport niet on verdeeld gunstig begonnen. In Engeland doet men erg moeilijk over onze bloemen en inmiddels zijn er ook pro blemen ontstaan rond de eksport van varkensvlees naar met name Frankrijk. Tussen deze twee zaken is er overi gens wel een opvallend verschil: in Engeland gaat het om een overheidsmaatregel maar in Frankrijk zijn het (boze) boeren die aktie voeren - overigens door de Franse over heid getolereerd - en dat is toch wel kwalijk. Inmiddels heeft minister Braks krachtig stelling genomen tegen de ze obstruktie van onze eksport en duidelijk laten blijken dat deze akties niet zozeer gevoerd worden uit zorg voor de gezondheid van onze produkten maar veeleer van politieke aard zijn. Het is overigens niet de eerste keer dat onze eksport door dergelijke politieke akties wordt ge troffen en het zal ook wel niet de laatste keer zijn. Als dit de voorboden zijn van het bezoek dat de Franse president Mitterand op 6 en 7 februari aan ons land brengt moeten we ons van dat bezoek wellicht niet alles voorstellen. Mitterand is momenteel trouwens ook fungerend voor zitter van de raad van ministers van de Europese Ge meenschap. Bij zijn bezoek wordt hij o.a. vergezeld van zijn minister van landbouw Rocard. Dat komt goed uit: Kan hij zich persoonlijk op de hoogte stellen van de si tuatie in agrarisch Nederland en met name in de var kenshouderij. Los van de eksportperikelen krijgt de varkenshouderij binnen afzienbare tijd ook te maken met de herziening van de meststoffenwet en de wet op de bodembescher- ming. Op grond daarvan wordt er algemeen vanuit ge gaan dat er heffingen opgelegd zullen worden aan be drijven die niet kunnen aantonen dat zij over voldoende grond beschikken om op verantwoorde wijze de gepro duceerde mestte kunnenafzetten. Overigens voorzover er ook in de rundveehouderij steeds meer dieren per hektare worden gehouden zal ook in deze tak het probleem van de mestafzet (gaan) spelen. Bij de voorlichting worden de kosten van de afzet van overtollige mest (terecht) reeds meegenomen als onderdeel van de bedrijfsekonomische analyse. Op verzoek van de Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in Noord Brabant is er onlangs een opstelling gemaakt met betrekking tot de kosten voor de afzet van drijfmest en de gevolgen daarvan voor het in komen in de varkenshouderij. Ik moet bekennen dat ik van de uitkomst daarvan vreselijk ben geschrokken. Een bedrijf met gemiddeld 1280 mestvarkens (1465 plaat sen) produceert op jaarbasis 2000 m3 drijfmest. Wan neer de afzet een tientje per kuub zou gaan bedragen kan het inkomen tot maar liefst de helft teruglopen. Wel iets om over na te denken! Wel een goede voorbode vond ik het bericht in Het Fi nanciële Dagblad dat een kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater in ons land heel wat geld kan opleveren voor onder andere de landbouw en veeteelt. Door pro- duktievermeerdering en kwaliteitsverbetering kan voor deze takken namelijk een bate gerealiseerd worden van twintig tot zestig miljoen gulden per jaar. Een en ander blijkt uit een onderzoek, uitgevoerd door het waterloop kundig laboratorium in Delft in opdracht van het minis terie van V.R.O.M. De belangrijkste verontreiningsbron- nen van het oppervlaktewater zijn zware metalen, anor ganische stoffen en gechloreerde koolwaterstoffen. Het Konsulent Varkenshouderij ir. v. Vugt: "Het is niet mogelijk om vanuit de overheidsvoorlichting alléén alle varkenshouders in hun behoefte aan voorlich ting te voorzien. Verruiming van de voorlichting is dan ook alleen mogelijk als er meer vraag komt naar fifty/fifty voorlichters. Het antwoord is dus aan de varkenshouders in Noord-Brabant en Zeeland. Ook zullen zij moeten be slissen of ze voorlichting wensen van de overheid danwel van de diverse partikuliere organisaties en koöperaties". Dit verklaarde de Konsulent Varkens- en Pluimveehou derij ir. J.G.M. van Vugt vrijdag 6 januari in het Rijks landbouwcentrum te Tilburg, bij de presentatie van het pas uitgekomen verslag "Zeugenhouderij 1982/1983". In dit verslag wordt opgemerkt, dat in de sektor varkens houderij het opleidingsnivo vergeleken met de andere sektoren, laag is. Van Vugt: "We moeten vaststellen dat het dagonderwijs gezien vanuit de intensieve veehouderij duidelijk aan revisie toe is. Het is gezien de omvang en het belang van deze sektor toch te gek dat het tot nu toe niet mogelijk is gebleken om in een provincie als Noord-Bra bant via het lager- en middelbaar dagonderwijs een ge richte opleiding in varkens- en pluimveehouderij te vol gen?" Overigens probeert het Konsulentschap daarin zoveel mogelijk te voorzien door het geven van kursussen. Samenwerking partikuliere- en overheidsvoorlichting Uit recent gehouden onderzoek blijkt dat ten behoeve van de varkenshouders in Noord-Brabant en Zeeland in totaal ca. 400 personen voorlichting en begeleiding geven en daarvan zijn er naar schatting ruim 300 die behoren tot de partikuliere en koöperatieve toeleverende en verwer kende industrie. Volgens de heer Van Vugt kan het Konsulentschap niet om deze voorlichting heen. "Ondanks de grote diversiteit en doelgerichtheid moet meer samenwerking met deze groepen worden gezocht met name t.b.v. de wederzijdse informatievoorziening en zeker ook voor de uniformiteit in de voorlichting. De overheidsvoorlichting moet met hen kontakten aangaan (dat gebeurt in de praktijk al wel) om haar service ook mede via deze specialisten bij de boer te brengen". Hij zei zich goed te realiseren dat zulks bepaald niet altijd eenvoudig zal zijn omdat botsing van belangen mogelijk is. Het Konsulentschap zal uiteraard met haar beperkt aantal medewerkers proberen zoveel mogelijk varkens houders te bereiken via vooral de groepsvoorlichting maar uit doelmatigheidsoverwegingen is het toch nodig de ruim 300 "andere" buitendienstmedewerkers even eens van voorlichting te voorzien en hen bovendien bij de totale voorlichting te betrekken. J.W. onderzoek wijst overigens uit dat schoon oppervlaktewa ter in totaal zelfs tot 560 miljoen gulden per jaar kan opleveren. Een en ander is trouwens een onderstreping van mijn enige tijd geleden gemaakte opmerking dat we in de eerste plaats moeten zorgen voor een schone lucht, een schone bodem en schoon water en ons niet te veel moeten blindstaren op details. Wat zal het dan mooi worden in Nederland. Een hele mooie voorbode vond ik het bericht van de Rabobank dat men overweegt geld te besteden aan rele vante maatschappelijke ontwikkelingen. Her en der zijn er reeds suggesties gedaan die waarschijnlijk tezamen een veelvoud van het beschikbare geld opeisen. Een erg belangrijk voorstel in dit kader vind ik vooral de financie ring van een partikuliere grondbank. Daarnaast is er wel licht aanleiding een reeds jaren geleden door mij gedaan voorstel om te komen tot een "denktank"' voor de land bouw opnieuw in overweging te nemen. We hebben nu net de kommissie Wagner voor het industriebeleid ge had. Uit die kommissie zijn belangrijke aanbevelingen ten behoeve van de industrie voortgekomen. Waarom dan niet een kommissie Lardinois ten behoeve van de land- en tuinbouw? Niemand zal toch willen ontkennen dat de land- en tuinbouw de komende tijd gigantische problemen te overwinnen heeft. Nou dan. Oggel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 1