Voor uitvoering motie Faber komen in principe alle agrarische domeingronden in aanmerking vervolg vergadering hoofdbestuur veehouderij In zijn overzicht met betrekking tot de ontwikkelingen in de veehouderij konstateerde commissievoorzitter W. van Veldhuizen dat in de vee- houderij-sektor de produktie in 1983 in alle sektoren weer is toegenomen. De afzet is soms minder vlot verlo pen wat de prijzen onder druk heeft gezet. In de melkveehouderij is de produktie ten opzichte van '82 toe genomen met gemiddeld 3 a 4%. De zuivelindustrie heeft in '83 een goede prijs kunnen uitbetalen, waardoor ondanks de gestegen kosten toch op veel bedrijven een redelijk resultaat is behaald. Voor de kategorie bedrij ven die veel ruwvoer extra hebben moeten aankopen, zullen de resulta ten beduidend minder zijn. Voor de bedrijven die zelf minder goed ruw voer geoogst hebben, zal dit voorna melijk in de resultaten van '84 tot uiting komen. De grote zorg voor 1984 in de melkveehouderij is vol gens Van Veldhuizen wat er wordt beslist betreffende de produktie en de prijzen, Onzekerheid is een slech te zaak voor een ondernemer ook in de melkveehouderij. De vleesvee houderij heeft tot voor kort met goe de prijzen te maken gehad doch ook in deze sektor komen de prijzen on der druk te staan, mede door een ruim voldoende aanbod. In de var kenshouderij heeft men moeite om de prijzen op het gewenste peil te houden. Het aanbod was in '83 van dien aard dat bij stagnatie in de afzet de prijzen sterk reageerden. Vergro ting van de produktie in deze sektor en de signalen daartoe zijn duidelijk aanwezig - zal de reeds eerder gesig naleerde negatieve invloed op de prijs in versterkte mate doen toene men. In de pluimveehouderij worden mo menteel in de legsektor redelijke re sultaten behaald. In de slachtsektor vertelde Van Veldhuizen, blijven de resultaten op een laag peil. Ondanks sanering en reorganisatie blijft de afzet tegen redelijke prijzen moeilijk te realiseren. In de legsektor ge schiedt de afzet momenteel voor 70% via kontrakten hetgeen mede veroorzaakt is door de zeer slechte resultaten in '82 en daarvoor. Voor de schapenhouderij is '83 een tegen valler wat betreft de ooipremie, die t.o.v. wat eerst was berekend - sterk werd gereduceerd. Een zaak die de schapenhouderij volgens de voorzit ter van de veehouderijcommissie ter harte moet nemen is het terug lopen van de produktie van het nederlands lamsvlees. Ook hier neemt de export van levende lammeren hand over hand toe en de nederlandse slachte rijen komen hier buiten spel te staan. Ter illustratie: het aantal in Neder land geslachte lammeren is in enkele jaren tot de helft gedaald terwijl in België de slachtingen zijn verdub beld! Het wegvallen van Nederland se slachterijen is uiteraard een slech te zaak voor een goede prijsvorming. De diverse sektoren overziende kwam Van Veldhuizen tot de slot som dat 1983 een redelijk jaar was, maar dat het jaar '84 veel onzeker heid in zich bergt wat betreft afzet en prijsvorming: "De ondernemer in de veehouderij zal in '84 alle zorg moe ten besteden aan de kwaliteit van zijn produkt om hiermede een stuk afzet te bevorderen. Daarnaast zal aandacht besteed moeten worden aan een optimale en efficiënte be drijfsvoering", aldus de heer Van Veldhuizen. tuinbouw De voorzitter van de tuinbouwcom- missie, de heer M.J. Goud, begon zijn sektoroverzicht met een positie ve mededeling. De gezamenlijke Tuinbouwveilingen hebben, zo ver telde hij, in het afgelopen jaar een omzetverhoging van 12% geboekt Opvallend is dat de groei pas in het 2e halfjaar ontstond. Dit gold zowel voor kasgroente, produkten uit de volle grond als fruit. Ook de cham pignontelers kregen na een lange periode van mineurstemming en te lage prijzen te maken met een ople ving. De prijzen kwamen daardoor in de laatste maanden van '83 boven het niveau van '82 te liggen. Uit de publikatie van het Landbouw Eco nomisch Instituut "De inkomen sontwikkeling in de agrarische sektor 1983" blijkt, aldus de heer Goud, dat er sprake is van enig herstel in ren tabiliteit van de glastuinbouw. De stijging van de produktiewaarde in de vollegrondsgroente en fruitteelt werd vooral veroorzaakt door een geringer totaalaanbod waardoor de produktie kon worden afgezet tegen beduidend hogere prijzen. "Gelet op de nog aanwezige Europese appel- voorraden en de optimistische oogstverwachtingen in het zuidelijk halfrond, wat zou kunnen duiden op importappelen, is het zaak "zo waarschuwde de heer Goud", om regelmatig te blijven ruimen en de markt te voorzien van een goed pro dukt!" Overige Zaken Het Z.L.M. bestuur constateerde dat het Europese landbouwbeleid zich momenteel in een windstilte bevindt. Voor de boer is het daardoor niet of nauwelijks mogelijk verantwoorde beslissingen te nemen met betrek king tot de ontwikkeling van zijn be drijf. Pleister op de wonde is dat het Europese parlement inmiddels de europese begroting voor 1984 heeft goedgekeurd, opdat de betalingen vooralsnog zij het vertraagd - door gang kunnen vinden. Motie Faber Het Z.L.M.-bestuur nam ter verga dering kennis van de nadere uitwer king van de zgn. motie Faber die beoogt dat de Staat een deel van zijn landbouwgronden verkoopt ten be hoeve van de aankoop van natuur gebieden. Voor 1984 gaat het daarbij om 19 miljoen gulden per hectare Veel kritiek was er vanuit het hoofd bestuur op het voornemen om ver pachte grond voor 25.000,- gulden aan de man (pachter) te brengen. De Staat zal daarmee de prijs van ver pachte grond sterk opdrijven, waar bij dan tegelijker tijd de pachtwet omzeild en ontkracht wordt. Met een dergelijke handelswijze van nota be ne de Staat zelf had het Z.L.M.-be stuur de grootst mogelijke moeite. Ook voor het overige zette het hoofdbestuur vraagtekens bij de na dere uitwerking van de motie Faber. Een en ander zal ter advisering aan de Commissie Grondgebruik wor den voorgelegd. Ter sprake kwam ook nog de afschaffing van de zgn. art. 53 vergunning (voor het inci denteel afschieten van schadelijk wild). De Z.L.M. heeft begin vorig jaar reeds schriftelijk bij de minister de suggestie gedaan deze art. 53 ver gunning om te zetten in een zgn. boerenjachtacte. Tot op heden heeft de minister echter niet gereageerd op deze brief. Onderwijs Op verzoek van de beheerscommis sie van de "Groene School" te Ka- pelle wil het Z.L.M. bestuur (laten) nagaan in hoeverre er meer samen werking mogelijk is tussen de lagere agrarische school in Kapelle en de Middelbare Agrarische School (M.A.S.) in Goes. Kennis werd ge nomen van de nieuwe procedure met betrekking tot de voordracht van de leden van de Commissie van Advies van de M.A.S. Aan de minister zal duidelijk gemaakt worden dat de Z.L.M. er sterk aan hecht dat ook in de toekomst de landbouworganisa ties bij deze voordrachten betrokken blijven. In de nieuwe regeling is daar niet meer in voorzien. Het ZLM-bestuur nam afscheid van mevrouw C.L. Kloet-Eversdijk, die sinds 1978 namens de Bond van Plattelandsvrouwen afdeling Zeeland als adviseur de hoofdbestuursvergaderingen heeft bijgewoond. In haar plaats werd als adviseur benoemd mevr. C.M. Dees-Franje te Waarde. Eveneens werd af scheid genomen van het hoofdbestuurslid G.A. Knaap (namens de kring Langstraat). Beide kregen als blijk van waardering het Z.L.M.-herinnerings bord. In een brief aan de Tweede Kamer hebben minister ir. G. Braks van landbouw de minister van verkeer en waterstaat, de staatssekretaris van financiën en de minister van financiën uiteengezet hoe zij uitvoering willen geven aan de motie Faber c.s. De ministerraad heeft besloten dat ter uitvoering van de motie Faber in beginsel alle agrarische domeingronden voor verkoop in aanmerking komen en dat er een inspanningsverplichting is om jaarlijks uit deze verkopen een bedrag van 19 min ten behoeve van de aankoop van natuurterreinen beschikbaar te krijgen. De bewindslieden schrijven dat zij dit bedrag voor 1984 als volgt bij elkaar willen krijgen: - 7 miljoen uit de verkoop van vrijkomende domeingronden - 6 miljoen uit de verkoop van verpachte gronden aan zittende pachters - 6 miljoen uit de verkoop van voor eerste uitgifte beschikbaar zijnde gronden in Zuidelijk Flevoland De ervaring van 1984 gaat de basis vormen voor de gedragslijn in de volgende jaren. Vrij van pacht komende gronden De Staat bezit ongeveer 120.000 ha aan gronden welke uitsluitend zijn bestemd voor de uitoefening van de landbouw en welke daartoe in pacht of in erfpacht zijn uitgegeven. Daar naast zijn bij de dienst der Domeinen nog ongeveer 10.000 ha in beheer welke agrarisch worden gebruikt, maar die primair een ander publiek belang dienen. Deze gronden komen daarom niet voor verkoop in aan merking. Van het hiervoor vermelde areaal van 120.000 ha is rond 40.000 ha in erfpacht uitgegeven. De eerste tien tallen jaren komen in deze kategorie geen gronden vrij van erfpacht. Van het verpachte areaal van 80.000 ha komt jaarlijks slechts een zeer be perkte oppervlakte vrij van pacht, variërend van 300 tot 700 ha. Een deel hiervan kan om planologische redenen niet worden verkocht. Om het bedrag van 7 miljoen te halen zal 200 tot 300 ha pachtvrij gekomen grond per jaar moeten worden verkocht. Dit houdt in dat ook nog ruimte open blijft om onder bepaalde omstandigheden in het kader van het interne saneringsbe- leid tot herverpachting over te gaan. Voor de te verkopen oppervlakte kan een onderscheid worden gemaakt tussen vrijkomende bedrijven welke opnieuw als zelfstandige bedrijf seenheid kunnen worden uitgegeven en vrijkomende kleine bedrijven en oppervlakten los land waarbij dat niet mogelijk is. De Direktie Beheer Landbouwgron den en de Direktie der Domeinen zullen voor de konkrete gevallen overleg plegen, aangezien jaarlijks slechts enkele grotere bedrijven vrij van pacht komen en de beslissing of deze opnieuw als zelfstandige een heid kunnen worden uitgegeven van een groot aantal* faktoren afhangt (gebied, grondsoort, kwaliteit, ge- bruiksbestemming). In beginsel zul len deze bedrijven in het openbaar worden verkocht. De niet als zelfstandige bedrijven voor verkoop in aanmerking ko mende gronden kunnen worden ver kocht met inachtneming van sane ringsdoeleinden. Aangezien in de praktijk de omstan digheden van geval tot geval zeer sterk verschillen, zal per geval een keus moeten worden gemaakt voor de toe te passen verkoopmethode. Verpachte gronden De bewindslieden zijn van mening, dat bij verkoop van verpachte gron den de zittende pachters het initiatief moeten nemen. Indien zij niet willen kopen kunnen zij pachter blijven. Of in de praktijk aan zittende pach ters kan worden verkocht, zal in de eerste plaats afhangen van de te stellen voorwaarden. De te betalen prijs is hierbij het belangrijkste ele ment. Na afweging van de in het geding zijnde argumenten is besloten bij de prijsbepaling van de verpachte gronden uit te gaan van de waarde in verpachte staat, voor de beste IJssel- meerpoldergronden thans 25.000,- per ha. Behalve vóór de grond zullen de pachters moeten betalen voor de be drijfsgebouwen en de pachterswo ning. De bedragen voor relatief nieuwe gebouwen kunnen over het algemeen worden berekend op basis van de vervangingswaarde minus af schrijving ten tijde van de verkoop, zo nodig rekening houdend met ekonomische veroudering. Voor ou dere domeingebouwen zal de prijs moeten worden bepaald aan de hand van recent behaald verkoopprijzen van vergelijkbare objekten in het betreffende gebied. In het algemeen zullen hierbij taxateurs moeten wor den ingeschakeld. Gezien het grote verschil tussen de waarde van de grond in onverpachte en in verpachte staat achten de be windslieden het gewenst aan de ver koop bepaalde voorwaarden te ver binden teneinde te voorkomen dat met staatseigendommen vermogens winsten worden gemaakt. Zo zullen pachters van 50 jaar en ouder zonder duidelijke opvolger niet voor koop in aanmerking moe ten komen. Voorts zullen gegadigden voor koop tenminste 10 jaar pachter van het te koop gevraagde bedrijf moeten zijn geweest. In de akte van verkoop zal een be paling worden opgenomen, waarbij de koper in geval van doorverkoop anders dan in familieverband binnen 15jaarnade verkrijging in eigendom aan de Staat een bedrag verschuldigd is gerelateerd aan het verschil tussen de door deskundigen vast te stellen vrije waarden en de verpachte prijs waartegen is aangekocht. De in erf pacht uitgegeven gronden vormen een aparte kategorie. Gelet op de omstandigheid dat erfpachters voor wat betreft de erfpachtscanon op dezelfde wijze worden behandeld als de pachters en de in konkrete geval len optredende problemen ten aan zien van de waardebepaling, kunnen alleen verzoeken in behandeling worden genomen van erfpachters die hun bedrijf te koop vragen en die bereid zijn daarvoor dezelfde prijs te betalen als aan de pachters wordt gevraagd. Gronden in Zuidelijk Flevoland Jaarlijks worden in Zuidelijk Flevo land ongeveer 20 bedrijven met een gemiddelde bedrijfsgrootte van on geveer 45-50 ha aan partikulieren in pacht of in erfpacht uitgegeven. Om uit de hier bedoelde groep een bedrag van 6 miljoen te verkrijgen, zullen in 1984 3 bedrijven uit de ka tegorie van de vrije sektor moeten worden verkocht (opbrengst 150 ha x 40.000,- 6 miljoen). Besloten is om de uitgifte in eigen dom van de hier bedoelde drie be drijven - los van de normale uitgifte - onder aan de persoon van de ver krijger te stellen voorwaarden te doen plaatsvinden. Deze zullen bij openbare inschrij ving te koop worden aangeboden, met in beginsel gunning aan de meest biedende. Om voor één van de eigendomsbe- drijven in Zuidelijk Flevoland in aanmerking te komen, zullen gega digden of degenen die namens hen het bedrijf daadwerkelijk exploite ren, hun hoofdberoep in de land bouw moeten hebben. Bovendien moeten zij op grond van scholing en ervaring in staat worden geacht het betreffende landbouwbe drijf naar behoren te exploiteren. De eis van inlevering van gronden op het oude land wordt in deze gevallen niet gesteld. 8 6 januari 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 8