Het nieuwe PJZ-jaar start met veel onzekerheden POTTEK/^ Niet nog een keer inleveren Plannen beperking zuivelproduktie Schakels p.j. zuid geluid Reaktie Luteijn op brief Mansholt Algemene vergadering PJGN: Nu het einde van het jaar nadert, en de meeste aktiviteiten en verga deringen achter de rug zijn, moeten we helaas tot de konklusie komen dat we het nieuwe jaar zullen moeten starten met een aantal onzeker heden wat betreft onze vereniging. Ook al zijn er positieve dingen te noemen, zoals een aantal geslaagde provinciale aktiviteiten, de prettige samenwerking met Euro Delta en de toezegging van de Z.L.M. ons jaarlijks royaal te blijven steunen, de minder leuke zaken lijken binnen de P J.Z. de overhand te krijgen. Kommissies De sportkommissie organiseerde en kele goedbezochte aktiviteiten, zoals de zeskamp en de bowlingkompeti tie, maar de deelname aan de auto- puzzelrit viel wel wat tegen in ver houding tot de tijd die erin gestoken werd en de traditionele sportdag werd zelfs tot twee keer toe afgelast wegens gebrek aan deelnemers. De toneelkommissie kan terugzien op een geslaagd seizoen, en gelukkig konden er voor Mimi Akkermans, Addie Oosthoek en Joop Basting, welke allen met het kommissiewerk stopten, snel nieuwe leden worden gevonden. De vormingskommissie kent sinds het afgelopen voorjaar, een geheel nieuwe opzet. Na een lang durige diskussie in en met het hoofdbestuur werd besloten dat de aktiviteiten zouden worden afge stemd opde vragen vanuit de afde lingen. De kommissie maakt een in ventarisatie van enkele mogelijkhe den, maar jammergenoeg werd er uit de afdelingen weinig, zelfs nagenoeg radaktia hank tagals geen beroep op hen gedaan om vor- mingsaktiviteit mee op te zetten. Strikken Als u het bovenstaande nog eens overleest, vraag ik me voor de zo veelste keer af voor welke aktivitei ten de leden wel te porren zijn. Er wordt bij de meeste afdelingen vol doende georganiseerd, gemiddeld een en ook wel twee middagen en/of avonden per maand, maar uit de agenda blijkt dat de gezellige en re- kreatieve aktiviteiten, zoals schuur- feesten biertapwedstrijden, fondue- en barbeque, zwemmen, schaatsen en bloemschikken, nog steeds hoog scoren. Ook uit gesprekken met de diverse afdelingsbesturen blijkf, dat men er steeds meer toe overgaat le den te "strikken" voor een ledenver- gaderingofvormingsaktiviteitdoorer Tonny Gubbens eenfeestjeofetentjebijteorganiseren. Terugkijkend naar de periode waar in ik zelf aktief bezig was met het organiseren van het een en ander besef ik maar al te goed dat het wel slagen van een aktiviteit nog steeds wordt afgemeten aan het aantal be zoekers. Nu is dat voor een schuur- feest en een sportdag ook wel be langrijk, en als basis voor een afde ling en vereniging onmisbaar, maar het is jammer dat we er maar niet in lijken te slagen minder "ontspan nende" zaken óók te zien als onder deel van onze aktiviteiten terwijl de vorming (in de breedste betekenis van het woord) een van de belang rijke poten is van het plattelandsjon gerenwerk, wat is opgezet om de jongeren van het platteland uit hun isolement te halen, Al is dat streven door de ontwikkeling van de maat schappij intussen gedeeltelijk achterhaald, toch heb je als lid van een vereniging, waarin je jezelf thuis voelt bij uitstek de kans je te oriën teren op allerlei zaken die als boer en/of plattelander op je af komen, zoals milieu-politiek, verstedelijking en daardoor andere maatschappe lijke problemen, rekreatie enzo voorts. Ook heb je daardoor kontak ten met andere plattelandsjongeren organisaties de mogelijkheid een Door te reageren op mijn voorstellen met betrekking tot het zuivelbeleid, heeft de heer Mansholt de diskussie hierover een nieuwe impuls gegeven. Ik vind dat een goede zaak. Tot nu toe werd te veel enkel in globale zin over de gevolgen van de superhef fing gepraat, zonder dat andere mo gelijkheden bij de diskussie werden betrokken. Nog even ter herinnering de basis van mijn voorstel: Verhoging van de algemene medeverantwoordelijk heidsheffing tot vijf a zes procent: halvering van deze heffing indien men de produktie niet uitbreidt boven het niveau van 1983 en geen heffing voor diegenen die hun pro duktie met meer dan tien procent verminderen. De reaktie van de heer Mansholt komt er op neer dat hij aan de hand van enige rekenvoorbeelden, aan geeft dat een verhoging van de alge mene heffing tot in zijn voorbeeld vijf procent, bij produktieuitbreiding onvoldoende is, gezien de kosten voor de EG en dat overigens het min of meer lood om oud ijzer is óf het systeem van superheffing óf gediffe rentieerde algemene medeverant woordelijkheidsheffing wordt toege past. Uiteraard zijn de berekeningen van de heer Mansholt korrekt. Deson danks kan ik het niet met zijn kon- klusies eens zijn. In de eerste plaats vind ik dat het toekomstig zuivelbe leid gebaseerd dient te zijn op het referentiejaar 1983. En dat niet een twaalf procent lager niveau de basis kan zijn waarop de positie van de bedrijven in het voorbeeld van de heer Mansholt worden vergeleken en de kosten voor de EG wordt bere kend. Bovendien is een kostenpost voor de EG van zeventig cent per extra liter melk naar mijn mening te hoog. De'Commissie gaat bij de su perheffing van 55 cent uit en ik acht gemiddeld genomen, bij efficiënt af- zetbeleid der Commissie, een niveau van circa vijftig procent van de richtprijs (35 a 40 cent) verantwoord. Zoals de heer Mansholt in zijn vóor- beeld (een produktie van tweehon derd ton per jaar en een toename van zes procent) aangeeft, houdt mijn voorstel een heffing van 7950 gulden in. Dat is 4770 gulden meer dan de twee procent heffing die nu reeds betaald moet worden. Bij een super- 4® heffing op basis van referentiejaar 1983 komen we op een heffing van 6600 gulden. Wordt de algemene medeverantwoordelijkheidsheffing van twee procent gehandhaafd, dan komt daar nog 3180 gulden bij. Voor een bedrijf met beperkte produktie- toename is de uitkomst voor 1984 dus ongeveer gelijk of men nu een superheffing of de door mij voorge stelde gedifferentieerde medeverant woordelijksheffing toegepast. Geheel anders wordt het natuurlijk indien op basisjaar 1983 een korting wordt toegepast. Dan gaan de kosten voor de boer bij een superheffing zeer fors omhoog, terwijl in mijn voorbeeld alleen wat meer bedrijven de hogere medeverantwoordelijk heidsheffing zullen gaan betalen. Voor de boer die de produktie stabi liseert op basis van 1983 is er weinig verschil tussen beide voorstellen, uitgaande van referentiejaar 1983. Bij mijn voorstel 2Vi procent heffing, bij het voorstel van de superheffing de oude algemene medeverantwoor delijkheidsheffing van twee procent. Indien men de produktie met meer dan tien procent .verlaagt, ontvangt men in mijn voorstel als het ware een premie van 2/i procent, doordat geen medeverantwoordelijkheidsheffing betaald hoefr te worden. In het voorbeeld van twaalf procent verla ging is dat circa 4400 gulden ofwel achttien cent per kg minder gepro duceerde melk. De heer Mansholt berekent in zijn voorbeeld dat één kg melk ongeveer twintig cent arbeidsinkomen op brengt. Natuurlijk is ook in mijn voorstel, evenals bij de superheffing, het grote nadeel dat per bedrijf een referentiehoeveelheid moet worden bepaald. Zo'n moment opname is vaak niet representatief, niet steeds eerlijk en houdt een zekere diskuta- bele toevalligheid in. Het grote voordeel van mijn voorstel is even wel dat er ruimte voor individuele bedrijven blijft voor bedrijfsontwik keling en korrektie op deze momen topname, zonder dat daarvoor een reeks uitzonderingen gekreëerd hoe ven te worden. Ik denk hier vooral aan bedrijven die in 1983 door toe vallige faktoren flink in produktie achterbleven, bedrijven die ver plaatst worden in en buiten ruilver- kavelingsverband, bedrijven die de laatste tijd fors hebben geïnvesteerd en nog maar een gedeelte van hun kapaciteit hebben benut, bedrijven met jonge boeren rondom bedrijfso- verdracht waar een ontwikkeling nodig is voor een levensvatbare toe komst en dergelijke. Al deze bedrijven kunnen zich blij ven ontwikkelen, zij het dat de hoge medeverantwoordelijkheidsheffing die men dan natuurlijk over de melk betaalt, wel tot enige voorzichtigheid zal leiden. Binnen het systeem met de superheffing zijn daarentegen al deze bedrijven voor hun ontwikke ling afhankelijk van het toekennen van uitzonderingen. Dat geeft bu- reaukratische en administratieve procedures en de daarmee sa menhangende onzekerheid en tevens het risiko dat deze uitzonderingsmo gelijkheden in sommige lidstaten zo danig ruim worden geïnterpreteerd dat in de praktijk de superheffing maar op een beperkt gedeelte van de melkplas van toepassing is. De ruimte voor produktieuitbreiding op individuele bedrijven zal overigens vooral moeten komen doordat nog steeds bedrijven met hun produktie stoppen en er geen sprake is van overdraagbare quota in mijn voor stel. In mijn voorstel zit ten slotte het ef- fekt dat een bepaalde produktiever- hoging (bijvoorbeeld van twaalfdui zend liter zoals in het voorbeeld van Mansholt) tot een hogere heffing leidt naarmate de totale produktie van een bedrijf groter is. Me dunkt dat dit een zeer effektief verweer oplevert tegen nog steeds ter tafel liggende ideeën om extra heffing op intensieve produkties te leggen. Kortom ik blijf van mening dat mijn voorstel veel beter inpasbaar is bin nen een Europees zuivelbeleid, waarbij voldoende ruimte blijft voor produktiviteitsontwikkeling zonder dat daartoe een stelsel van uitzonde ringen nodig is. Uitermate belangrijk blijft natuurlijk de vraag van welke referentieperiode uitgegaan dient te worden. Ik blijf van mening dat alleen 1983 als basis daarbij verantwoord is en dat ik dan liever een iets hogere al gemeen heffingsniveau zie, dan een korting op de referentiehoeveelheid van 1983. Overigens hoop ik dat in de adempauze na Athene alle plus sen en minnen nog eens goed op een rij worden gezet en met elkaar door gesproken. In dat kader heeft de reaktie van de heer Mansholt zeker stimulerend op mij gewerkt. LUTEIJN beetje verder te kijken dan je neus lang is, zelfs tot in het buitenland toe. Tekort aan vrijwilligers Om alle mogelijkheden welke een organisatie als de P.J.Z. je te bieden heeft in stand te houden en waar mogelijk bij te stellen en/of te ont wikkelen ontbreekt het ons op dit moment jammer genoeg aan men sen. We zien het op de hoofdbes tuursvergaderingen, in het dagelijks bestuur, bij de vertegenwoordigin gen vanuit de afdelingen naar bij voorbeeld de Z.L.M. en de RAK's; er is bijna geen inzet door vrijwilli gers. Onbegrijpelijk eigenlijk, want watje voor de vereniging doet, is ook direkt in je eigen belang. Hoe je 't ook draait of keert, aan de mogelijk heden waarin een organisatie als de ze kan voorzien, is een zekere be hoefte. Anders had de P.J.Z. geen enkel recht van bestaan. Bestaansrecht Het meest duidelijke bewijs van dat bestaansrecht is het feit dat we alle maal lid zijn van die PJZ, en iedereen heeft daar zijn reden voor; hetzij puur het kontakt, hetzij een geza menlijk belang (ik denk hierbij o.a. aan de boeren onder ons) hetzij de veelheid aan verschillende aktivitei ten, gekombineerd binnen één vere niging! Het gebrek aan mensen en hun vrij willige inzet is nu een van die grote onzekerheden waarmee we het jaar 1984 zullen moeten starten. Het DB(tje) en de nu bestaande kommissies willen zich graag ten volle inzetten, maar we hebben meer mensen nodig om de kar te trekken, in ieders belang. Ook tijd zullen we nodig hebben, al is die krap. Waarschijnlijk beschikken we in 1985 niet meer over een beroeps kracht, en dat is al vlug. Een jaar gaat vreselijk snel. Velen van ons hebben nog spierpijn van de afgelopen zes kamp, en over een paar weken is het alweer zover! Als DB hopen we, voor 1984 voorbij is, opvolgers te hebben gevonden voor Peter Versluys', Jaap Flikweert, en Philip Goetheer, maar voor het zover is zouden we graag een keer met iedereen die belang stelt in de toe komst van ONZE vereniging van ge dachten willen wisselen op een spe ciaal daarvoor georganiseerde over- legdag op 10 maart aanstaande. Meer informatie hierover krijg je nog via de Z.L.M.-krant, de P.J.gazet, of je ver tegenwoordiger op het hoofdbestuur. Rest mij iedereen namens het bestuur goede en zinvolle kerstdagen toe te wensen en een gezond 1984! Tonny Gubbens De PJGN dreigt al weer te moeten inleveren. Eerst was er de herverde ling van de subsidie van het Ministe rie van WVC. Onze subsidie liep daardoor 30% terug. Nu dreigt op nieuw een vermindering door bezui nigingen van het Ministerie en door een andere manier van leden tellen die voor ons verkeerd uitpakt. Op 10 december 1983 heeft de PJGN zich over deze problemen gebogen in zijn najaarsvergadering. Voorzitter Hans Spieker kon een 34 aanwezigen welkom heten, waaron der de voorzitters van de KPJ en de CPJ. Hij kon de vergadering meede len dat de PJGN verhuisd was van het KNLC-kantoor naar het nieuwe onderkomen van de federatie van plattelandsjongerenorganisaties in Utrecht. Alles was soepel verlopen op een paar dingen na bijvoorbeeld de aantekeningen voor het verslag van de vorige Algemene Vergade ring waren bij de verhuizing zoekge raakt! In de vakature van het dagelijks bestuur - ontstaan door het vertrek vari Andries Vos - werd Jan Pieter Popken uit het Drentse Smilde ver kozen. Verder werden een aantal le den voor het Landelijk Bestuur her kozen of verkozen. Geheel nieuw in het Landelijk Bestuur kwamen Derk ten Berge (JAD) en Lou de Winter (AJZH). Om de dreigende bezuinigingen op te vangen heeft de vergadering over verschillende mogelijkheden gespro ken. Hoewel vele aanwezigen nau wer zouden willen samenwerken met de CPJ en KPJ, was men van mening dat zich hierbij wel enige praktische problemen zullen voordoen. Andere mogelijkheden zijn meer samenwer king tussen de PJG-provincies. Ver der is er gesproken over het invoeren van een hogere kontributie voor agrarische leden. Die zien tenslotte het meeste terug van hun geld via belangenbehartiging door het NAJK en zij krijgen BINDER en Rotonde gratis thuis gestuurd. Bovendien kost het agrarisch werk meer dan het al gemeen werk. Sommigen zagen lie ver abonnementsgeld ingevoerd voor BINDER. Besluiten moeten op de jaarvergadering, voorjaar 1984, worden genomen. Aan het slot van de vergadering werd afscheid genomen van Joke Woper- eis, administratief medewerkster en Will van Roessel, algemeen sekreta- ris van de PJGN. Zij treden in dienst van de Federatie. We zullen ze bei den niet uit het oog verliezen, want wie de PJGN belt krijgt Joke aan de telefoon en Will blijft ons adviseren op subsidieterrein. Jan Pieter Popken Bashri Cil, Budhy en Taufig Le- maire, Mario Montero Mo Feben Solomon-Intas, Ahmet en HQ Mustafa Saglam, Giang Truong, Vi-Tri Truong en Manelic Vives. Namen zijn dit met een verre echo waarbinnen exotische klaroenen, gong en snarentuig meeklinken. Deze mooie namen, die ondanks al hun muziek struikelend over de hollandse tong gaan, behoren aan kinderen, jongeren, die met succes de internationale schakelklas van de scholengemeenschap "De Leeuwtjes" in Terneuzen hebben doorlopen. Dit betekent dat deze kinderen, die vanuit verscheidene groeperingen der mensheid hier samen kwamen, zich een nieuwe taal hebben eigen gemaakt, de Nederlandse taal, zodat ze zich onder ons kunnen vestigen, met ons kunnen communiceren. Com municatie is ontmoeting èn sa menspraak. Wat een vensters openen zich voor ons, wat een vergezichten. Een re genboog van cultuur en beschaving overspant een samenleving die zulk een verscheidenheid aan kin deren in zich opneemt. En omdat deze kinderen zich de mogelijkheid tot ontmoeting en samenspraak hebben eigen gemaakt, kunnen zij hun rijkdom met ons delen, en wij kunnen wat wij aan moois herber gen, delen met hen. Wellicht leren wij iets van hun taal verstaan. Niet slechts van de taal van hun woor den, maar juist ook van de taal van hun samenzijn, van hun denken en voelen, van hun vieren en verwon deren, van hun zin-aan-het-leven- geven. Zij drukken dit uit in hun woorden die we niet verstaan, maar ook in de woorden die wij hen ge leerd hebben en die we wel ver staan. Zij drukken dit tevens uit in hun muziek, in hun dans, in hun feesten, in hun poezie. Deze kin deren met de mooie namen zijn de tolk geworden van velen. Elk van hen is een schakel die ons verbindt met een andere wereld, de hunne, waar zij even trots op mogen zijn als wij. op de onze., De muziek die door hun namen ruist klinkt als de muziek van kerstmis, van vrede en van goede wil. POTTEKIJKER 23 december 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 4