►reieen cultuurg
rie gezichten
y
Geschiedenis
De Plant
Witlof
Hoofdtypen
(groeprassen)
Grond en
Grondbewerking
Kerstbijlagt'pag. 10
De cichoreiplant is onder deze
naam bij de huidige generatie vrij
wel onbekend. Als groente onder
de naam witlof is het wel algemeen
bekend. De cichoreiplant kent, al
naar de teeltwijze de volgende drie
bestemmingen:
1. Cichorei, waarvan de wortels
worden geteeld voor de bewer
king tot cichorei en peekoffie
(pee wortel) Dit als vervan
gingsmiddel van koffie.
2. Witlof, dat verbouwd wordt
voor het trekken van de beken
de witlofkroppen, dat als win
ter- en voorjaar groente bekend
is.
3. Groenlof een nog nieuwe
groente voor ons land, dat nog
maar weinig belangstelling ge
niet. De bladeren worden zowel
rauw als gekookt gegeten
evenals andijvie (lof loof).
Dit artikel gaat over de teelt van de
wortel en de bewerking tot cicho
rei/peekoffie, welk produkt gedu
rende een lange periode belangrijk
is geweest.
De teelt van cichorei kwam in het
etnd van de 18de eeuw in ons land
op gang. De eerste cichoreifabriek
verrees in 1773 te Groningen. Deze
teelt die in meerdere provincies
plaatsvond was gedurende de ge
hele vorige eeuw gekoncentreerd in
de provincie Friesland. In latere
tijd verplaatste zich dit naar het
Zuid-Westen van ons land. Hoe
wel dit gewas in vergelijking met
andere landbouwgewassen nooit
een groot areaal innam was deze
teelt plaatselijk wel van veel bete
kenis.
De cichorei heeft reeds lange tijd
de mens tot voedsel gediend. De
eerste schrijver die cichorei ver
meldt is de Griek Aristophanus
450 - 385 voor Christus). De in
het wild groeiende planten wer
den verzameld en als groente ge
nuttigd. De in het Romeinse leger
werkzame Griekse arts Dioscor-
dis (65 jaar na Christus) schrijft
geneeskundige werkingen aan
Cichorei toe.
verspreiding over Zuid-Europa
plaatsgehad. In de 17de eeuw
maakte West-Europa kennis met
de koffie. Het eerste koffiehuis te
Amsterdam dateert van 1666. De
prijs van de koffiebonen was
aanvankelijk hoog, zodat men al
spoedig naar een zo goed moge
lijk vervangingsmiddel uitzag. De
eerste, die als zodanig cichorei
noemt, is Alpino, hoogleraar in
de medicijnen en botaniek te Pa
dua in Italië. Reeds in 1592
maakte hij een vergelijk tussen
een aftreksel van cichorei en kof
fie. Verder zijn er aanwijzingen
dat omstreeks 1690 cichorei als
koffievervanger in Nederland
gebruikt werd. Sommigen menen
dat het hier om ongebrande» ci
chorei ging. In de Duitse litera
tuur wordt vermeld dat Timme
(1698-1772) te Arustadt de eerste
is geweest die cichorei roosterde.
Anderen beweren dat men de
oorsprong hiervan in Frankrijk of
België moet zoeken. De eerste die
in Friesland cichorei kweekte en
roosterde was ds. J.H. Nieuwold,
sedert 1770 predikant te Warga.
Nadat in 1781 de oorlog met En
geland uitbrak werd de koffiein-
voer erg moeilijk en de prijs ervan
enorm hoog. Dit werd nog erger
endivia) behoort ook tot deze
soort. Dein het wild voorkomen
de plant is overblijvend, de cul
tuurplant tweejarig. De wortel is
in het begin van de groei sterk
vertakt.met haarwortels; later in
het seizoen zwelt ze op tot een
dikke vlezige penwortel. Ver
bouwd voor de wortel is de teelt
éénjarig. In de bast- en schorslaag
van de wortel bevinden zich tal
rijke vaten met melksap. Deze
vaten bevatten koolhydraten
(voornamelijk inuline). Bij het
roosteren van de wortel wordt de
inuline omgezet in caramel.
De bladeren vormen- een sterk
ontwikkeld rozet. De bladstand
van cichorei loopt uiteen van een
volkomen liggende, zoals bij de
paardebloem, tot een opgericht,
zoals men die bij suikerbieten
aantreft. Een groot nadeel van de
liggende bladstand is dat het loof
bij het rooien niet zo gemakkelijk
vast te pakken is in vergelijking
met een opgerichte bladstand. De
bladrand vertoont variatie. Deze
kunnen namelijk gaafrandig, ge
tand of gelobd zijn. De nerven
van de cichoreibladeren zijn wit,
wit met rode strepen of stippen of
geheel rood.
Het eerste jaar is de bladhoogte
omstreeks 25 cm. In een tweede
groeijaar, dit is voor zaadteelt,
wordt de bladrozet vervangen
door een sterk vertakte holle
bloemstengel die een hoogte be
reikt van ruim één meter. De
bladeren van de stengels zijn
kleiner dan de rozetbladeren en
nemen naar boven in grootte af.
De bloemhoofdjes zitten in
groepjes in de bladoksels van de
stengelbladeren. In ieder hoofdje
bevinden zich omstreeks 20
bloempjes. De bloemkleur is als
regel blauw; rode en witte bloe
men zijn zeer sporadisch. Als de
bloem zich opent zijn de meel
draden reeds rijp en hebben zij
hun stuifmeelkorrels losgelaten.
De stempels zijn later rijp, zodat
kruisbestuiving regel is. De
oogsttijd voor de zaadwinning is
veelal eind augustus.
De cichoreifabriek van Bokma - De boer in Leeuwarden waarin tot 1963
cichorei werd bereid.
witte langwerpige krop gevormd
was. Door de afwezigheid van
licht wordt geen bladgroen (chlo-
rophyl) gevormd en hebben deze
uitlopers een lichtgele kleur. Dit
was de ontdekking van de witlof
teelt. Het witlof (loof) was vroe
ger bekend onder de naam van
Brussels lof. Reeds aan het eind
van de vorige eeuw was witlof in
onder anderen de omgeving van
Brussel en Parijs al een belang
rijke groente. Daar het bladgroen
ontbreekt is de naam als groente
niet korrekt.
In ons land is de witlofteelt meer
bekend geworden gedurende de
Eerste Wereldoorlog. Belgische
vluchtelingen zorgden voor meer
bekendheid van dit gewas. Voor
al na 1950 is in ons land de pro-
duktie en konsumptie van witlof
sterk toegenomen. Momenteel
worden in ons land jaarlijks ruim
4.000 ha met cichoreiwortels
(pennen) geteeld voor het zoge
naamde trekken van witlof.
Ook bij de oude Egyptenaren was
de geneeskrachtige werking be
kend onder andere als middel
tegen maagkwalen, terwijl het
melksap tegen ooglijden werd
gebruikt.
In het kruidenboek van Mastiola
(1554) wordt cichorei ook ge
noemd als middel met een gal-
drijvende werking tegen leverlij
den.
In zijn in 1768 te Leeuwarden
verschenen woordenboek schrijft
J.A. de Clalmont over de cicho
reiplant, dat deze een verkoelen
de, zuiverende maag-, hart-, le
ver- en hoofdversterkende wer
king bezit. Bovendien was het te
gebruiken tegen hypochondrie
(toestand van zwaarmoedigheid)
en ziekten, die uit verstopte inge
wanden of bedorven gal en bloed
voortkomen.
Wat het gebruik in de genees
kunde betreft werd ook wel een
cichoreipreparaat tegen astma
gebruikt, terwijl het zogenaamde
bitterwater gold als laxeermiddel.
Reeds zeer lang heeft de cichorei
dus het leven van de mens ver
aangenaamd, doch toen nog niet
ter vervanging of besparing van
koffie.
Het stamland van koffie is Ethio
pië (Abessinië) en sinds onheug
lijke tijden wordt de uit bonen
bereide drank daar gedronken.
Vanuit Ethiopië heeft door de
Arabieren verbreiding plaatsge
vonden. Omstreeks 1550 werd
Constantinopel (thans Istanbul)
bereikt en van hieruit heeft de
Het rooien van cichoreiwortels voor de witlofteelt.
toen Nederland in 1795 onder
Franse heerschappij kwam. Er
werd daarom gezocht naar surro
gaten, die men onder anderen
vond in gebrande rogge en eikels.
Deze laatste waren bekend onder
de naam "Knap". Al gauw kwam
toen ook de cichorei, waarmee
men de koffie of gebrande surro
gaten aanlengde, veelvuldig in
gebruik.
Cichorei (Cichorium intybus L)
behoort tot de familie van de sa-
mengesteldbloemigen of Com
posieten. Andijvie (Cichorium
De afrij ping is wat onregelmatig.
Goed cichoreizaad, dat droog en.
luchtig bewaard wordt houdt 2 a
3 jaar voldoende kiemkracht.
Het kiempercentage neemt even
wel wat af. De beste resultaten
van de teelt worden verkregen als
het kiemkrachtpercentage boven
de 75 ligt.
In de vorige eeuw was er een
tuinman in Brussel die cichorei
wortels begroef om ze een tijdje te
bewaren. Toen hij deze later op-
groep bleek dat ze waren uitgelo
pen en dat aan elke wortel een
Kenbaar aan de vorm van de
wortels werden een aantal typen
cichorei onderscheiden, name
lijk:
Lange Flakkeese, Smouters,
Maagdenburgers en Palingkop
pen.
Binnen deze typen was nog een
variatie van rassen.
In vergelijking met de Smouters
hebben de Lange Flakkeese een
langere wortel, die onder de
grond op 'A van zijn lengte het
dikst is. Dit type werd hoofdza
kelijk op zavel- en zandgronden
verbouwd, waar het rooien min
der moeilijkheden geeft.
De Smouters hebben wigvormige
wortels die gelijk met het opper
vlak de grootste dikte hebben. De
bladstand is platliggend. De
Maagdenburgers hebben een
sterke bladontwikkeling. De
vorm van de wortel heeft gelijke
nis met de Flakkeese, maar is veel
dunner, waardoor de opbrengst
lager is.
De wortel van de Palingkoppen is
nog dunner dan van de Maag
denburgers en heeft een spitse
kop. De bladontwikkeling is ma
tig. Vanwege de minder goede
rooibaarheid was deze cichorei
alleen voor de zandgronden ge
schikt. De Palingkoppen munten
evenwel uit door hun hoog dro
gestofgehalte en prima kwaliteit.
Ten opzichte van de andere typen
liet de opbrengst te wensen over.
In 1947 toen in ons land nog 525
ha. cichorei werd geteeld voor de
peekoffie was de verdeling van
typen ongeveer als volgt:
Lange Flakkeese 31%
Smouters 68%
Maagdenburgers 1%
Palingkoppen sporadisch
De uiterlijke vorm van deze typen
is weergegeven op nevengeplaat-
ste tekening.
LANGE
FLAKKEESE
SMOUTER
MAAGDENBURGER
PALINGKOP
Cichorei groeit op alle grond
soorten, mits deze voldoende
ontwaterd, maar wel vochthou-
dend is. Hoge, droge zandgron
den zijn niet geschikt omdat het
gewas in droge perioden teveel
lijdt. In deze tijd zou dit in som
mige streken met kunstmatig be
regenen te ondervangen zijn.
Wegens het moeilijk rooien zijn
zware kleigronden voor deze teelt
minder geschikt. De cichorei stelt
geen hoge eisen aan de grond en
kan na alle gewassen met succes
worden verbouwd.
Voor een goede produktie ver
dient het aanbeveling om niet
vaker dan eens per vier jaar te
telen op hetzelfde perceel. Daar
de cichorei een gewas is met een
a