Moederzorg, een kerstverhaal door Willem Vermeulen Kerstbijlage pag. 6 S5S5S5 Mel die kerstman had ik het an ders moeten aanpakken, dat is me door Nokkie (officiële naam: Nokkie Nok) wel zeer duidelijk aan mijn verstand gebracht. Ik heb het probleem onderschat. Ik dacht maar steeds: *"t Is een gril van de hond. dat hoort bij het moederschap, zo weinig mogelijk aandacht aan besteden'. Ik ben erg gemakkelijk in die dingen. Té gemakkelijk, zoals nu weer eens is gebleken. Eigenlijk was het ge woon dom van me. Als mij iets niet aanstaat probeer ik het óók naar mijn eigen voorkeur te ver anderen. en waarom zou een hond dat niet doen? Nu zie ik dat allemaal heel scherp, maar tij dens mijn schermutselingen met Nokkie drongen deze feitelijkhe den maar half of helemaal niet tot me door. Sinds enkele weken heeft mijn hond Nokkie jongeh. Vier stuks. Mooie hondjes, fraai van kleur- tekening en kerngezond. In een mand bij het raam van de voor kamer bestiert Nokkie haar ge zinnetje. Elke bezoeker die de pups van te dichtbij wil bewon deren stuit op Nokkies scherpe tanden, want ze mag dan de goedheid zelve zijn. wie haar kroost te na komt kan op harde actie rekenen. Mij" staat ze nog wel toe een hondje uit de mand te nemen en te knuffelen, maar gek lang moet ik zo iets niet doen: 't zijn haar pups en daar heb ook ik af te blijven. Het aanbreke.n van de kersttijd bracht met zich mee dat ik een kerstboom mijn huis binnenhaal de. De boom kwam naast Nok kies mand te staan. Mijn vrees dat ze dit niet zou pikken bleek on gegrond. Ze vond het best. ik plantte maar neer. Ik tuigde de boom op en ontstak de lichtjes. Ze keek er. liggend in haar mand. met grote ogen naar. Het geschit ter beviel haar uitstekend. Dat zeiden haar ogen tenminste. 'Gaaf. hé. net iets voor de kinde ren', las ik daarin. Ik voelde me opgelucht: het zou best gaan. die boom naast de hóndemand. De dag nadat ik de boom had opgetuigd begonnen de moeilijk heden. Het kerstmannetje dat in de boom hing liet los van zijn haakje en plofte in de mand. pre cies tussen de jonge honden. Nokkie. die even buiten de mand verkeerde, zag het gebeuren en vloog er grommend en blaffend op af. Ze rukte de kerstman bij haar kroost vandaan en ging hem te lijf. Met de grootste moeite lukte het me het versiersel uit haar kaken te bevrijden. Het werd me niet in dank afgenomen. 'Hier met 'm.' bevalen de hon deogen. 'ik zal 'm leren aan m'n kinderen te zitten. Ik bijt finaal z'n kop eraf. Ik suste. "Rustig nou maar. Nok. d'r is niks aan de hand". Dat vond de hond slap geklets. 'Niks aan de hand. niks aan de hand. zag je dan niet hoe ie zich op m'n kinderen stortte? Vooruit, geef op. Dat tuig kun je niet hard genoeg aanpakken'. Ik weigerde en hing de kerstffian, die slechts een paar krasjes aan zijn avontuur had overgehouden, terug in de boom. Nokkie liet ik kalm doorrazen. Het zou wel overgaan. Zo'n onnozele kerst man. waar maakte de hond zich druk om? Natuurlijk had ik dit tactischer aan moeten pakken^ Maar ik zei het al: ik ben te ge makkelijk. dat zit nu eenmaal in me. De hele verdere dag zanikte Nokkie over het geval door. Ze bleef rechtop in de mand zitten en verloor de boven haar benge lende kerstman geen seconde uit het oog. En steeds als ik in de buurt kwam schoot ze" me erover aan. Met geruststellende opmer kingen en aanmaningen op te houden met zeuren ontweek ik een gesprek. Aan het eind van de avond kon ik niet langer om een diepgaand onderhoud heen. Nokkie klom op de bank - ik zat naar het late Journaal te kijken - kroop half op mijn schoot en liet me zonder inleidende poespas weten: 'Die ploert in de boom moet weg'. Ik besloot het uit haar hoofd te praten. "Maar. Nok. hij doet niks. echt niet". De hond keek me honend aan. 'O. nee. en waarom kwam ie dan m'n mand binnenzeilen? Toch zeker niet om te buurten! Hij heeft het op m'n kinderen voorzien. Je kunt aan z'n kop zien dat-ie zo gemeen als rattenkruit is. Je moet 'm onmid dellijk weghalen'. IR vond het onzin, maar begreep dat er iets moest worden gedaan. Ik kende de hond goed genoeg om te weten dat ze met niks doen geen genoegen zou nemen. Ik stelde voor haar mand op een andere plaats in de kamer te zet ten. ver uit de buurt van de boom. Nokkie vond het een belachelijk plan. 'Wat helpt dat nou? Net of ie dan niet aan m'n kinderen zal zitten. Als ie niet in m'n mand kan vallen, loopt-ie er wel naar toe. Vertel mij wat over ploerten'. Ik werd een tikje kregelig. "Dan zet ik de bóóm wel ergens anders neer", opperde ik tamelijk onlo gisch. De hond zag meteen in dat een verhuizing van dé boom geen enkel verschil maakte. 'Dan kan ie nóg bij m'n mand komen. Die vent is niet achterlijk. Nee. je moet 'm uit de boom halen en z'n kop eraf slaan, zo, paf, met de vlakke hand. 't Is een werk van niks'. Ik wees haar voorstel krachtig van de hand. Nokkie wilde het ook wel anders doen. 'Haal 'm er dan alleen uit en geef'm aan mij. Dan zal ik 'm wel aan z'n eind helpen'. Ook dat wees ik van de hand, nog krach tiger. De kerstman bleef in de boom en ze moest niet zo kinder achtig wezen. Verdikkeme, het was maar een prullerig stuk ver siersel, zo onschuldig als wat. Wat zat ze toch te zemelen? Maar goed, om haar tegemoet te komen zou ik de kerstman aan de andere zijde van de boom hangen, dan kon ie in ieder geval niet meer tussen haarjongen vallen. "En nu mars naar je mand en slapen!". De hond keek me strak aan. 'Is dat je laatste woord?' Het was mijn laatste woord: ik had er niets aan toe te voegen. De hond draaide zich hooghartig van me af. sprong op de grond en liep naar haar mand. Ik stond op en verhing het kerstmannetje. In de mand lag Nokkie me'te midden van haar ronddartelend kroost duister aan te loeren. Ik voelde dat ze me een gigantische slappe ling vond. Ik negeerde haar en ging naar bed. Toen ik de vol gende morgen de trap af kwam liep Nokkie in de gang met een puppy in haar mond. Ik hield haar onmiddellijk staande en vroeg waar dat heenging. Ze keek fel-verwijtend naar me op. 'Als jij niet optreedt moet ik zelf maat regelen nemen. Ik breng m'n kinderen in veiligheid voordat die ploert ginds m'n hele gezin uitroeit. Want zo eentje is het 'r. geen hond is veilig voor 'm. Ik ken dat soort*. Ik joeg haar terug naar de mand. Ook weer zo on tactisch als wat, ik snap achteraf niet hoe ik zo knullig te werk ben kunnen gaan. Nokkie keerde op haar schreden terug, vol verach ting. Ik liep met haar mee naar de mand. Drie puppies lagen er nog in: ze was dus net met het sjou wen begonnen toen ik haar be trapte. De rest van de ochtend kwam Nokkie af en toe bij me om het geval nog eens duidelijk uit te leggen. Ik trok met niets van haar aan en liet haar in haar eigen vet gaar koken: ik schaam me bijna het te vertellen. Na ettelijke ver geefse missies begon de hond tegen me te grommen, en als ik maar even in de buurt van de mand kwam maakte ze zich op om me aan te vliegen, 's Avonds kwam het ultimatum dat ik had kunnen verwachten. Nokkie stel de zich voor me op en liet me weten: 'Als jij niks doet, doe ik wat'. Ik lachte haar niet in haar gezicht uit. maar mijn grijns zat er dicht tegenaan. "En wat zou jij dan willen doen?" vroeg ik spottend. Daar liet ze zich niet over uit. ik moest maar afwachten. Toen had ik uiteraard moeten optreden, want Nokkie verkoopt nooit smoesjes, dat wist ik maar al te goed. In plaats van de kerstman uit de boom te nemen en te ont hoofden zei ik nonchalant: "Nou, dan wacht ik wel weer af' Wéér vroeg ze me of dit mijn laatste woord was en wéér had ik er niets aan toe te voegen. Ze kroop in haar mand. Ik doofde de lampen en zocht mijn bed op. De volgende morgen liep ik, ner gens aan denkend, de kamer in en stuitte op een enorme chaos. De kerstboom lag plat op de grond en de vloerbedekking was be zaaid met ballen, bellen en bol len. Slierten sneeuw kronkelden door de hele kamer en verscheide ne lampjes waren kapot. Ik brulde met een woedende stem: "Nok kie!" en was met drie sprongen bij de mand. Op en tussen de krioelende pups lagen stukken kerstman, hier een partje baard, daar een partje rode kleding. Niet alleen zijn hoofd, maar alles was van de kerstman af; zelfs voor een ploert een triest einde. Nokkie lag me ongehoord minachtend gade te slaan. 'Daar heb je hem ook. hoor. Als het werk is "gedaan, komt meneer weer 's kijken. Held'. Ik wilde tegen de hond uitvaren: was dat beest helemaal gek? Juist op dat ogenblik gaf één van de jonge hondjes een hartverscheu rend aandoenlijk blafje prijs, een soort smartelijke piep. Het schoot als een pijl door mijn hart. Me teen deelde Nokkie een gerust stellende lik uit: stil maar. moe der is bij je. Plotseling besefte ik hoe lomp ik me tegenover de hond had gedragen. Ik had de gerechtvaardigde zorgen van een moeder om de veiligheid van haar kinderen als aanstellerij af gedaan. Een onredelijke wijze van optreden, die zo snel moge lijk rechtgezet moest worden, wilde ik er niet voorgoed bij de hond uitliggen. Met een onhan dige aai over haar hoofd bood ik Nokkie mijn excuses aan. De re actie van de hond was tekenend voor haar voortreffelijke karak ter. Ze gaf me niet de knauw die ik dik verdiende, maar likte, als blijk van vergeving, zo verrukke lijk teder mijn hand, dat ik even de neiging voelde tussen de hondjes in de mand te kruipen en hartverscheurend - aandoenlijk te blaffen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 26