w Veel werk Boerenbrood 5» Kruike bier genmakers nemen, en dan had den ze meteen een patronésse: Sinte Katharina. die verdorie ook nog de patronesse is der naai stertjes, gevierd op 25 november. Bovendien: ook de pottenbak kers. plus de pijl- en boogmakers hebben Sinte Katharina als pa tronesse. Dus dat zou een feeste worden van comme-ca! Kon het nog schoner? In Damme zouden ze heel de wereld eens op hun duim laten draaien! Ziet ze daar samen! Pijl- en boogmakers op een grote karre meegevoerd wor den over de Markt, samen met de schone naaistertjes (tot uit Brugge toe kwamen die elk jaar), en dan nog de pottenbakkers, "die gèren een pot pakten óók", dat was be kend. en de wagenmakers zouden hun oude liederen zingen, tot die van Sint-Elooi toe - welke trou wens (toen en nu) voor een goed deel drinkliederen waren. En dat zou nu allemaal zo gewéést zijn. als er op diè 25e no vember niet iets speciaals ge beurd wad. Je moet weten: het was toen een schrikkelijk slechte tijd, voor en in 1860. Héél oude mensen kunnen daar nü nog over vertellen, "van horen zeggen van hun grootvader of overgroot vader" uit de tijd dat de aardap pelen vortten in de natte grond, dat de roest in het graan zat, dat de wilde keuntjes "de plage" hadden, en enfin, alles wat maar slecht kon zijn. Maar in diè barre maand no- vènTber toen de stielmannen hun armoedige felste wilden vieren, kwam er juist een gróót werk af te maken bij de rijke boer De- fraeye, wiens schuur afgebrand was en die moest vóór de eigen lijke strenge winter inviel, na 30 november (want de mensen zeg gen nog altijd: "Sint-Andries brengt de vries", en Sint-Andries dat is 30 november, of Slacht maand), herbouwd zijn. Dus dat wilde zeggen: rap een véél werk voor de houtzagers en de timmerlieden die nog be schikten over oud, droog, hard hout. anders hadden ze die schuur nooit gereed gekregen. HKK Foto van Damme vóór de restauratie van het stadhuis rond 1893, gemaakt door Watteyne uit Brugge. In het midden het stadhuis, links er naast Hoogstaathet huis waar in 1464 Karei de Stoute trouwde met de Engelse prinses Margaretha van York! Links de toen zeer vervallen toren van de O.L. Vrouwekerk van Damme, waaronder Jacob van Maerlant begraven ligt. Nu was boer Defraeye niet alleen rijk. hij was ook een brave zacht moedige mens, die goéde arbeid met zuiver zilver beloonde, met goud zelfs als het moest. AI de goede stielmannen, van Damme tot Brugge en tot Mun- nekereeede toe kwamen op dat werk af, en in grote ploegen wrochtten zij van 's morgens tot dat het donker was. Daarna aten zij brood met spek in de grote keuken bij de boer - verlangend uitziend naar het einde van de arbeid: want Defraeye had be loofd, de mannen op een extra feestmaal te trakteren, als vóór Kerstdag (Kerstmis) de schuur voor 't gebruik gereed was. Natuurlijk hadden zij, de hout zagers enzovoort, die al voorbije 25e november van Sinte Kathari na wat vergeten, al hadden zij wèl vO'i "-■"a*.-, v tT V - - - *5*-v-Y A Y' Antieke huizen, 15e eeuw, op de Markt van Damme, waar in Damme's bloeitijd de wijnkopers woonden,, omdat Damme de stapelplaats was van de uit Frankrijk ingevoerde Bordèauxwijnen. gesmuld van het enorm grote boerenbrood dat bazinne De fraeye hen mee naar huis gegeven had, maar wat zou er nog te vie ren vallen, nu Katrientje voorbij was? Toen mijn grootvader dat gezeid had, keek hij naar mij, met een aparte glimlach, die betekende, dat hij de oplossing wist. Hij schonk nog een glas wijn en ver volgde: - Als het werk vóór Kerstdag klaar is, mannen, zei Defraeye, dan zullen wij een aparte feeste vieren, met van het beste vlees uit de kuipe van de slacht van november! - en met brood, drank en wafels dat je in geen drie weken meer moet eten! Dat was nu wat overdreven, maar tóch: het grote werk was gereed, precies op Kersavend, zoals ze in het land van Damme de Kerst avond noemen. Ja, en boer De fraeye riep de mannen bijeen in zijn keuken. - Hürt (hoort), zei hij, en ziét! Zij zagen dat het was beginnen sneeuwen, fijne brok- stukjes, en wat hij" wilde zeggen? Gaat naar huis, maar komt dan wéér, en brengt het wijf mee, want déze kloeke, schone arbeid moeten wij samen vieren. Met een haaste repten de mannen zich naar hun armoedige woning en met de rapte keerden wij terug naar Defraeye's hof, met het wijf er bij. En.... met enkele zwervers mannen, verklééd, die (uit barre armoe) voor de Drie Koningen speelden, gelijk men dat 't eiken jare deed, en nü soms nog doet, al zijn het in Brugge meestal maar kleine jongers, die nog eens aan mijn deur komen in de Kersttijd, tegenwoordig in 1983 nog al thans. Ik moet eigenlijk niet apart'ver- melden. dat de mannen en vrou wen. die bij Defraéye's hadden gewrocht, diè avond van sneeuw en winterse koude smulden, en lachten. En samen met de Drie Koningen die zich met een kanne warm gesuikerd bier koesterden bij het vuur, zongen de houtza gers van Damme: - DE HER DERS KOMEN HIER. ZIJ BRENGEN HOUT EN VIER (VUUR). EN DAAR KOMT EEN BOERINNE, DIE BRENGT EEN KRUIKE BIER" - en wat het oude liedje méér zegt. Gelijk het gezongen werd, zo ge beurde het ook. De bazinne bracht een kruike bier, en daar achter nog een flassche "Fran sen" (Franse brandewijn) die zij proefden als ware het van den besten Bourgognewijn (die zij van eigen nog nooit gedronken hadden). De maarte (dienstbode) kwam met een mande met noten, en de dochter van de boer langde een enorme schotel vol droge worst waar de houtzagers en alle andere werkers in beten zoals de boer zelve, zó gulzig dat Defraeye zich verslikte! - Och, en daar zou nu misschien niets meer aan toe te voegen zijn, maar mijn grootvader was een man die alle dingen graag goed deed. Omdat de wijn óp was, nam hij een geslepen karaf en schonk zich een ferme dreupel genever in (waar ik alleen maar eens mocht aan rièken, maar ik kreeg wel een flink stuk boterletter, die hij kort voordien van zijn kinderen (mijn tante en mijn vader) gekregen had, en dan eindigde hij zijn waar gebeurd verhaal aldus: - Voor de meeste mannen, de houtzagers in het bijzonder, was diè avond de schoonste Kersavend die zij ooit meegemaakt hadden, dat is zeker. Bazinne Defraeye vertelde over de Geboorte in de Stal van Beth lehem, en de boer sprak over de armoe van het volk en over de arbeid die de kloeke werkers van Damme en omgeving geleverd hadden, waarna zij luisterden naar de héél oude liederen die de Drie Koningen nog zongen. Tot... de zwarte Koning rechtstond, en vroeg, of hij wat mocht voorstel len. Defraeye knikte, trekkend aan zijn grote stenen pijp. En de zwarte koning zei: - Baas en ba zinne, vrienden en vriendinnen al te gare: - wij hebben het als houtzagers altijd moeten stellen zonder aparte patroon, maar nu dacht ik ineens aan het verhaal van de geboorte van Christus, uit de Bijbel, en wéét ge wel dat er in héél de Bijbel, peins ik toch. maar één keer sprake is van zagen? Allen keken de zwarte koning nieuwsgierig aan. - Ja, zei die, er is in héél den bijbelboekwaarlijk maar één keer sprake van zagen! Namelijk, waar gezeid wordt over de Drie Koningen: - De Reysende Coninghen uyt Verre Landen ZA - GEN EEN STERRE AAN DEN HEMEL! Allen die het verstaan hadden, schoten in een lach, maar boer Defraeye zei ernstig: - 'Waar of niét waar, dat van dat "zagenis toch een goed gedacht. Ik stel voor dat wij als drie patroons van de Houtzagers van Damme en van heel Vlaanderen voortaan DE DRIE KONINGEN NEMEN. En zo komt het, dat 6 januari van ieder jaar, op Drie Koningen dag, de houtzagers (berdzagers) hun drié patroons vieren! Tot in lengte van dagen, hoopte mijn grootvader, en hoop ik ook. A l wordt alle goede, dikke hout nu niet meer met de hand, maar met de modernste machines tot zware, goed-riekende planken (berden) gezaagd. (Brugge, 27 november 1983) De oude schepenzaal in het Damse stadhuis, die tot kort voor 1865 nog dienst heeft gedaan als... herberg! Op de gevel aan de Markt stond toen op de witte muur geschilderd: "IN HET STADHUIS VERCOOPT MEN DRANK: ESTAMINET"

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 25