De houtzagers van Damme
zoeken een patroon
Een wintervertelling uit Vlaanderen door Emiel Buysse
•Nrfl'Nfc* KcrstbijlagC pag. 4
Mijn grootvader heeft mij dit
verhaal verteld, op de dag dat hij
75 jaar werd, dat was in 1925. op
een zondagnamiddag. Want dan
kwam ik altijd bij hem, om bij de
kachel te zitten in zijn herberg
waar het "station" was van de
stoomtram, in de Sluisse Kapel-
lestraat. maar zondags bleef de
zware eikehouten deur van 't ou
de huis dicht, behalve voor mij.
Dan vertelde hij wat glimla
chend, bij 't gezellig grommende
vuur - en wij dronken een teug
van zijn "goe' roo' wyn", goéde
rode Bordeaux - die hij jaren
daarvoor had laten smokkelen uit
België via Sint Anna ter Muiden.
Ik mag dat nü wel zeggen, het is
toch al héél lang verjaard!
Behalve van die gesmokkelde
wijn was het niet minder belang
rijk, dat de verhalen die hij er bij
opdiste altijd "echt en waar" ge
beurd waren. Ik geloofde dat, en
ik geloof het nóg. Ook dit vertel
sel over de houtzagers van Dam
me die rond 1860 nóg geen "pa
troon" hadden. Ik bedoel daar
niet mee: een werkgever, zoals ze
dat nu noemen, een baas!, maar
een schutspatroon! Alle am
bachtslieden in oud-Vlaanderen
hadden een patroon, vaak nog. Ik
schrijf dit einde november en
derhalve denk ik aan de muzi
kanten die op 22 november
"hun" Sint-Cecilia vierden, aan
de jagers die 3 november St. Hu-
bertus gevierd hebben, aan St.
Leonard: patroon der kuipers
(zijn die er nog?) en ach... al die
patroons ként men nu meestal
niet meer, of vièrt men toch niet
meer. Nog altijd wei, een beetje
later: op 1 dec. Sint-Elooi (Eli-
gius) die o.a. de patroon is der
Smeden, en die waarlijk in onze
streken gepredikt heeft, niet
waar? Daar bestaat een hele lite
ratuur over, en liedjes dat er rond
Sint-Elooi zijn, of waren! Wijlen
de folkloriste uit Brugge, Magda
Cafmeyer, heeft tientallen van
die liedjes en gebruiken rond St.
Elooi opgetekend. "Looi" werd
bij ons stevig gevierd, omdat men
op die dag de rekening van smid
en wagenmaker ging betalen,
'k Heb dat een jaar of 35 geleden
nog gezien, in Brugge! Dan was
het feest in een grote smederij
nabij de Ezelpoort, en na de be
taling der rekening schonk de
smid voor al zijn klanten, maar
vooral voor zijn "werkvolk"
(maar dat mag je niet meer zeg-
Stadhuis van Damme, voltooid 1465-'66, maar jaren nadien was het ge
bouw nog zwaar met schulden belast, zodat de Staten van Vlaanderen
tenslotte de afbetaling dan maar voor hun rekening namen, vooral voor wat
de leverantie van eikehout en beeldhouwwerk betrof. Zo zag het stadhuis er
uit na een restauratie van rond 1860.
Panorama van Damme in de sneeuw, in 1938. De rijke Zwinstad uit de 14e
en 15e eeuw was in de 17e en 18e eeuw nog slechts een arm, vervallen dorp,
met rond T630 niet meer dan een goede 300 inwoners, waarvan de helft
bedelde terwijl de jonge vrouwen bij tientallen hun "loon" verdienden als
"soldatenlieven" bij het Spaans of Frans garnizoen.
gen: dat zijn nu de "werkne
mers", niet?), ferme dreupels, en
's avonds waren er wafels of koe-
kestuiten (krentebrood) met
daarbij van de allerbeste "kaffie,
die an de mage plakt", zeggen de
ouderwetse mensen soms nog!
Nu enfin ja, ik heb het hier over
een andere patroon, of over wel
drie patroons, voor de mannen
van één stiel (ambacht) waarover
mijn grootvader vertelde. Want
het waren de houtzagers of
"bèrdzagers" van Damme en
omstreken die dus vóór 1850 géén
patroon hadden! "Een bèrd, zei
grootvader, dat is een dikke
plank, gezaagd uit een schone
boomstam, niet met de machine
toen nog, maar met een lange
soepele trekzaag, "bediend" door
twee mensen, soms door vier. Dat
was werken, dat was méér: dat
was sloven en slameurenvoor
weinig loon.
- Ik wil niet zeggen, zei groot
vader, dat ze niet naar een schutsZ
patroon gezocht hadden, maar
zoeken is 't ene en vinden is 't
andere...
Éérst hadden de houtzagers uit
Damme, en er waren er véél,
meegevierd met de timmerlieden,
die natuurlijk Sint-Jozef als pa
troon hebben (NOG!), omdat die
zélf timmerman was; en St. Jozef:
dat is 19 maart. Doch het bleef bij
één feestmaal van timmerlieden
én houtzagers, omdat het eindig
de in vechterijen, omwille van de
kosten van den drank.
Daarna namen de houtzagers
kontakt op met de schrijnwerkers,
ja-ja, allemaal goed en wel, doch
de schrijnwerkers van Brugge, die
zulk een fijn, kunstzinnig werk
leverden, weigerden, op een paar
na, mee te feesten met die luizi-
gaards van berdzagers, met hun
ouderwetse broeken en hun ver
sleten blauwe kielen aan, en fini!,
het was gedaan met de samen
werking van de houtzagers en de
schrijnwerkers, die Sint-Mat-
theus als patroon hebben, in no
vember.
Gelukkig ontdekten de houtza
gers-van Damme dan: de Heilige
Livinus, die óók patroon is van de
timmerlieden, maar meer voor
het grove werk. Lang heeft ook
die samenwerking niet geduurd,
zei grootvader lachend, en hij
nam een ferme slok wijn, waar hij
lang op knabbelde alvorens de
kostelijke drank door te slikken.
- Weet je: de hoofdman der
berdzagers stond op het punt van
vechten met Pier Verkest van de
timmermans, toen ze ontdekten'
dat ze nogeens kwaad van mal
kander gesproken hadden om een
oud lief - dat nu al lang groot
moeder was. ja. maar ze waren
het nóg niet vergeten!
Ze zouden dan maar apart vieren,
een béétje, de berdzagers en de
timmerlieden, en ze gingen op
zoek naar een andere heilige,
droef gestemd, omdat zij nu nog
zonder échte patroon zaten, de
houtzagers. En weet je wie ze
vonden? zei grootvader, en hij
wees naar buiten, waar in de
halfduistere straat een zware wa
gen voorbij reed. Ze ontdekten,
dat wagenmakers en berdzagers
verwant zijn, en ze zagen dat hun
"aanstaande patroon" eigenlijk
veel méér was dan een patroon!
Ziet eens hier: ze zouden de wa-
De houten kap van het dak is een waar kunstwerk van eikehout, door
Brugse en Damse "berdzagers" als bouwmateriaal gereed gemaakt. De
balksleutels zijn voorzien van een weelde van houtsnijwerk, bijbelse en
wereldse taferelen voorstellend.