Rond de jaarwisseling
vanuit de Z.L.M. gezien
zuidelijke landbouw maatschappij
100 jaar K.N.L.C.
m m VRIJDAG 23 DECEMBER 1983
I land- en
i tuinbouwblad
Zullen de ontwikkelingen in de Land- en Tuinbouw in 1984 als een koude douche
over ons heen komen of zullen net als op bovenstaande foto positieve zaken de
schaduwplekken naar de achtergrond drukken? Voor een deel ligt dat bij en aan
onszelf Laten we het nieuwe jaar daarom toch vooral niet beginnen met doem
denken maar aan de gebeurtenis met Kérst bijna 2000 jaar geleden de energie
ontlenen om er vol goede moed weer tegenaan te gaan; een nieuw jaar tegemoet!
In het jachtig bestaan, waar wij in de land- en tuin
bouw evenmin aan ontkomen, gaan wij misschien
wel te gemakkelijk voorbij aan de problemen om
ons heen. Dichtbij en ver weg.
Honger en geweld waar grote delen van de wereld
onder gebukt gaan. Alhoewel niet vergelijkbaar
met de ellende waarin men daar leeft zitten ook in
ons land veel gezinnen diep in de zorgen. Zorgen
doordat het probleem van de werkloosheid voor
velen uitzichtloos is.
Hierdoor nemen de sociale spanningen toe die een
stempel drukken op onze samenleving. Zeker de
jeugdwerkloosheid is daarbij een apart probleem.
De reakties komen vooral tot uiting in de grotere
steden. Aktiegroepen proberen aandacht te trekken
voor de problemen van onze samenleving. Akties
zijn te rechtvaardigen maar dikwijls stijgen ze niet
uit boven de problemen waarom het gaat. Worden
de verhoudingen verstoord, ook voor degene die
niets met deze problemen van doen hebben.
Het is goed de dagen rond kerstmis ons over deze
problemen te bezinnen. Als land- en tuinbouw
hebben wij een bijzonder jaar achter de rug wat in
de herinneringen levend zal blijven. De problemen
van dit voorjaar met gemiddeld toch goede be
drijfsresultaten voor de land- en tuinbouw in ons
werkgebied. Wij zijn daar dankbaar voor. Zeker
wanneer wij de resultaten horen van veel kollega's
in andere delen van het land.
Dat wordt met cijfers bevestigd in de prognose die
het L.E.I. vorige week bekend heeft gemaakt.
In een gesprek wat het dagelijks bestuur van de
Z.L.M. heeft gehad met de heer Zachariasse van
het L.E.I. is de specifieke positie van de akkerbouw
in het zuidwesten aan de orde geweest.
Uit de cijfers komt duidelijk het belang van de vrije
produkten naar voren. Daardoor is de gemiddelde
bedrijfsgrootte nog vrij laag gebleven in ons werk
gebied. Daar is de laatste jaren veel over geschre
ven en gezegd. Naar het oordeel van sommigen te
veel. Misschien hebben zij gelijk. Veel bedrijven
doe je tekort wanneer op basis van het aantal hek-
tares gesproken wordt over kleine bedrijven.
Kleinere bedrijven kunnen door verandering in de
bedrijfsvoering of intensivering snel uitgroeien tot
grotere bedrijven gerekend in omzet en arbeids
aanbod die genormeerd worden in S.B.E.
Het L.E.I. berekent alleen maar gemiddelden. In
het gemiddelde zitten ondernemers als topscorer.
Maar ook voor de gemiddelde ondernemer zijn er
mogelijkheden. Men moet dan wel bereid zijn ver
der te kijken dan het eigen bedrijf. Praten met an
deren, lezingen bijwonen, kursussen volgen. De
landbouwvoorlichting en de landbouworganisaties
proberen daar zoveel mogelijk richting aan te ge
ven. De vraag moet wel vanuit de praktijk zelf ko
men. De ervaring heeft geleerd dat zoveel mogelijk
vanuit de bestaande situatie gewerkt moet worden
waaruit nieuwe ideeën ontwikkeld kunnen worden.
Dat geldt voor alle bedrijven, zowel groot als klein.
Opvallend is het inkomen buiten het bedrijf, wat uit
de L.E.I.-cijfers naar voren komt. Blijkbaar zijn er
toch nog mogelijkheden hier en daar wat ekstra's
bij te verdienen. Een duidelijk voorbeeld daarvan is
het kamperen bij de boer. Voor verschillende be
drijven is dat een belangrijke neveninkomst ge
worden.
In elk geval is de winter een gunstige tijd om na te
denken over de toekomst van het eigen bedrijf.
Voor velen is dat des te belangrijker nu bij de jon
geren weer meer belangstelling bestaat om in de
landbouw te werken. Zo staan wij weer voor een
nieuw jaar, 1984, met ook voor de land- en tuin
bouw veel vraagtekens en zorgen waar ik in dit
laatste artikel niet op heb willen ingaan.
1984 Betekent voor het Koninklijk Nederlands
Landbouw Comité de viering van het 100-jarig
bestaan. Wij zullen daar vanuit de Z.L.M. ook be
langstelling voor tonen. Het is belangrijk dat wij,
samen met de andere algemene provinciale land
bouworganisaties een federatie vormen in het
K.N.L.C. Misschien zijn wij daar wel eens wat te
vrijblijvend in. Met de viering van het 100-jarig
bestaan kunnen wij ons bezinnen over deze vrij
blijvendheid dan wel gebondenheid.
Wij wensen u allen vanuit de Z.L.M. goede feest
dagen en een voorspoedig en gezegend 1 984 toe.
Doeleman