Nieuw laboratorium in Veldhoven bewaakt kwaliteit melk uit Zuid-Nederland l leid. Kernprobleem is volgens hem, dat geen van beide bereid is de landbouwpolitiek inzet te maken van internationaal beraad. Zoals men dat met het ekonomisch beleid (Oeso te Parijs) en de defentie (Navo) wel heeft gedaan. Nadat de Europese Gemeenschap was opgericht en het gemeenschap pelijk landbouwbeleid vorm kreeg, bleek dat de VS hier massa's graan kwijt kon. Later kwam daar nog bij dat West-Europa (met name via Rotterdam) enorme vrachten, soja, maisgluten en andere graanvervan- gende grondstoffen voor veevoeder en margarine-industrie afneemt. Toch begint er in de loop van de ja ren zestig in de Verenigde Staten verzet te groeien tegen de daar on bekende exportsubsidies waarmee de Europese Gemeenschap haar overschotten goedkoop op verre markten afzet. Na werkelijk jarenlang touwtrekken in het GATT (organisatie in Genève die toeziet op de internationale han del) is men het eindelijk in 1979 eens geworden. De clausule waarop de grote, landbouw-exporterende lan den van de wereld elkaar dan vinden komt er op neer dat 'geen regering export-subsidies mag verlenen, die er in resulteren dat daarmee ander mans afzetmarkten worden afge snoept. Met andere woorden: Verbo den is het om als EG overtollige roomboter gesubsidieerd (dus extra goedkoop) af te zetten in een land waar tot dantoe bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland die boter leverde. Zo duidelijk als wij het hier neerschrij ven is het in het GATT echter nooit geformuleerd. Men mag niet meer dan "een redelijk aandeel van de \yereldexport" veroveren. Het is echter niet vastgelegd wat nu precies een redelijk deel, dan wel een tradi tionele markt is. Was dat de situatie van tien jaar ge leden? Of die van 1979? Daarover bestaat in het GATT te Genève de grootste onduidelijkheid. Sedert enkele jaren zien de Ameri kanen in deze afspraak een handvat om alsmaar te schoppen tegen de export-restituties (subsidies) die de EG legt op een deel van haar expor ten van zuivelprodukten, granen en andere produkten van het agrarisch bedrijf. Washington staat onder enorme druk van een klagende agrarische bevolking. Terwijl bij voorbeeld de Hollandse agrarische export floreert, is de Amerikaanse ingezakt. Van 43 miljard dollar twee jaar geleden naar 35 miljard in 1983. (Eén dollar is drie gulden). De dure dollar is in belangrijke mate debet aan die tegenvallende Ameri kaanse export. Na het graanembargo (leveringsverbod) van president Carter tegenover de Sovjet-Unie, wegens de inval in Afganistan, steeg de Amerikaanse graanvoorraad met honderdmiljoen ton. Intussen is ech ter onze Europese graanexport se dert 1979 verdubbeld. Dat zet ginds kwaad bloed. Strafmaatregelen Butler: "In 1974 was de EG nog een belangrijke importeur van zuivel produkten, rundvlees en suiker. In 1981 is de zelfde EG 's werelds grootste exporteur geworden van zuivelprodukten, nummer twee in de wereld-suikerhandel en bovendien exporteur van rundvlees". Volgens de Amerikanen is dat allemaal mo gelijk via EG-expbrtsubsidies. Die stellen de boeren meer in staat om met overheidshulp hun overtollige produkten tegen (lage) wereld marktprijzen elders aan te bieden. In de loop van 1983 zijn er in Brussel en Washington zes keer op ministerieel niveau of net daaronder besprekin gen geweest om tot een compromis te komen. Zegslieden op het Ameri kaanse ministerie van Landbouw in Washington vertellen ons dat dit al lemaal niets heeft opgeleverd. In Brussel signaleert men "meer begrip aan beide kanten voor de gerezen meningsverschillen". Nu diploma tiek overleg dus onvoldoende funk- tioneert willen de Amerikanen in Genève de genoemde GATT-clau- sule opnieuw ter diskussie stellen. De subsidie-afspraken zouden duide lijker geformuleerd, zeg maar rustig verscherpt, moeten worden. Wat willen de Amerikanen precies? 23 december 1983 John Block, minister van Landbouw van de VS. "Gedisciplineerde, internationale agrarische handel", was een in Was hington veel gehoorde wens. "De EG moet niet langer proberen op onze markten in te breken". Daarbij schermt men dan in Washington met berekeningen die er op neer komen, dat de EG voor negen miljard dollar aan andermans markten zou hebben ingepikt. Het zou gaan om veertien miljoen ton graan en afgeleide pro dukten, plus twee tot drie miljoen ton veehouderij-produkten. Tweederde daarvan zou anders door Ameri kaanse boeren zijn geleverd. Die lij den nu daardoor een inkomensver lies van twee tot drie miljard dollar, waarvan de Amerikaanse overheid dan weer de helft zou moeten dra gen. Als er niets verandert zou de EG in het buitenland in 1987 voor acht miljard dollar produkten leve ren, die voorheen door de VS aan gevoerd mochten worden. Europese diplomaten in Washington stellen daartegenover dat Amerika in 1970 veertig procent van z'n agrarische produktie exporteerde en nu meer dan zestig procent. "Hebben ze dan het recht om nog méér te claimen?" Recente voorstellen van Brussel om de invoer van graanvervangers (soja, maisgluten) en oliën en vetten met heffingen of restrikties te gaan tem poriseren zijn in Washington uiter aard pijnlijk tegen 't toch al zere been gekomen. Men dreigt nu met reeksen sankties tegenover onze Eu ropese uitvoer van met name bier, wijn, kaas, auto's en andere artike len. Tot zover de Amerikaanse le zing. Nederlandse visie Vervolgens de andere kant van het verhaal. Wij leggen ons oor te luiste ren bij de Nederlandse landbouw- attaché, dus de officiële vertegen woordiger van minister Braks in de VS, de heer Johan Tripplaar. Hij volgt de gang van zaken ginds al meer dan dertig jaar. Schetst hoe de Amerikanen zelf in het verleden hun landbouw hebben beschermd. In 1933 kwam de landbouwwetgeving als remedie tegen de ekonomische krisis van de grond. Uitgangspunt is, Een veehouderijbedrijf in de VS. Let op het bord rechts aan de boom. dat de boer en de tuinder moeten kunnen produceren tegen de (vaak lagere) prijzen op de wereldmarkt. Er is een bodemprijs en een streef- prijs. Uiteindelijk resulteren die voor de belangrijke produkten, zoals tar we, mais, oliezaden, katoen, vaak in steun van de overheid voor de pro ducenten die het anders met die wereldmarkt-prijs niét redden. Re- kordoogsten in voorgaande jaren hadden de prijzen gedrukt. De over heid moet nu meer bijpassen. Zij reageert daarop met een verder uit kleden van het landbouwbeleid. Men gaat er in Washington vanuit datje via lagere opbrengstprijzen, na enkele pijnlijke jaren, de agrarische bevolking vanzelf leert te produce ren voor de wereldmarkt, danwel de afzet te verminderen. Zulke maatre gelen wekken uiteraard verzet op en dan is de EG een befaamde zonde bok. In 1935 is in de Verenigde Staten een regeling ingevoerd, waarbij voor alle beschermde landbouwprodukten een heffing of quota-stelsel tot stand kwam. Na de Tweede Wereldoorlog was Amerika internationaal op permachtig. In 1955 heeft men in Genève een waiver verkregen, waar door de Amerikaanse landbouw fei telijk sedertdien uitgezonderd is van naleving van de bepalingen van het GATT. Zo is de Amerikaanse markt nu deels gesloten voor ondermeer rundvlees, zuivelprodukten, grond- noten, suiker. "Als er dus één land is waar ze zelf de landbouw protectio nistisch beschermen, dan is het hier wel," aldus Tripplaar. Een derde punt is de handelsver houding EG-VS. "Wij kunnen voor 7,5 miljard gulden (1982) aan vee houderij produkten, voedingsmidde len, kaas, vruchten, wijn, tabak en dergelijke in Amerika kwijt. Zij ver kochten ons als EG vorig jaar echter voor 25 miljard gulden aan agrari sche artikelen. Amerika is dé grote grondstoffen-leverancier voor de Westeuropese veevoedervoedings industrie en dat vinden wij ook pri ma." Aldus de heer Tripplaar. "Het zijn hier nu eenmaal buitenge woon efficiënte producenten van mais, tarwe, oliezaden, enzovoort. Hoewel de VS die grondstoffen vrij van enige heffing in Europa kwijt kan, mogen wij van onze kant niet vrij kaas leveren. Wij zijn als Euro peanen dan ook ontevreden over het verschijnsel zoals hierboven ge schetst. Waarbij dus voor reeksen landbouwprodukten quota en hef fingen gelden, zodat de Amerikanen hun markten aldus mooi hebben af geschermd. Volgend jaar zijn er in de VS weer verkiezingen. Het gaat de boerenbe volking zoals gezegd slecht. Je mag dus wel verwachten dat men weer flink tegen de Europese Gemeen schap gaat ageren. Stof om herrie te maken is er genoeg. De heffing op oliën en vetten; de limitering van de invoer van graanvervangers. Ameri ka vreest hiervan negatieve afzetmo gelijkheden. Bovendien is destijds voor oliën en vetten in het GATT een nulheffing afgesproken. Zou Europa eenzijdig bovenstaande maatregelen toch nemen, dan slaat Washington zeker terug, zo wordt ons in Was hington door zegslieden voorspeld. De heer Tripplaar wijst er ons op, dat Nederland ook tegen die vetten-hef- fing is. Hij verwacht dat Amerikaan se strafmaatregelen vooral landen zullen treffen, die momenteel zo'n belasting op margarine in Brussel bepleiten. Dus bijvoorbeeld Frank rijk en Italië, die in de VS veel wijn afzetten. Tegen Nederland kan Washington ook niet zomaar aan schoppen. Na Japan zijn wij immers op agra risch terrein de grootste klant ter wereld van de VS. (Voornamelijk veevoeder-grondstoffen en met na me soja). Goede afloop Hoe het nu afloopt met de frikties tussen de overigens zo bevriende westelijke partners op agrarisch ge bied? Dat zal niemand weten. Land bouwraad Tripplaar zegt dat we ze ker geen subsidie-wedloop of ander konflikt mogen beginnen. "Laten wij als verstandige mensen blijven pra ten". Butler, in het genoemde vooraan staande Amerikaanse vakblad, houdt het op "voortdurende span ningen met af en toe oplaaiende vijandigheden". Persoonlijk denken wij ten slotte dat de bezuinigingen en de produktie-remmen die komende jaren bij het Europees landbouwbe leid aangelegd zullen worden, er ook toe bijdragen de spanningen inter nationaal te verminderen. In Zuid-Nederland wordt de laatste 10 jaren veel melk gewon nen met goede gehaltes en van uitstekende kwaliteit. Een verbe terde voedingstechniek en een goed fokgericht beleid heeft een duidelijke verhoging van gehaltes bewerkstelligd. De technieken die momenteel worden toegepast bij de melk- winning hebben ertoe bijgedra gen dat de melk beter is dan ooit tevoren. De voortdurende zorg voor de kwaliteit van de melk blijkt ook uit de strenge kontrole die hierop wordt uitgeoefend. Dankzij o.a. de totale overschakeling van de melkbus naar de melktank wordt in Zuid-Nederland 12 procent meer eerste-klas melk geleverd door de veehouders. Dat de melk van vandaag kwali tatief veel beter is mag blijken uit de resultaten van ons onderzoek. 88 procent van de melk die nu van de boerderij in Zuid-Neder land komt is van eerste-klas kwa liteit tegen 64 procent in de jaren 60. ment en ten behoeve van de prijs die de boer voor zijn melk ont vangt, wordt sinds kort de melk van èlle veehouders in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg op het laboratorium in Veldhoven gekontroleerd. Vet- en eiwitge halte worden bepaald omdat dit belangrijke elementen zijn bij het samenstellen van de melkprijs voor de boer. Maar daarnaast wordt een lange reeks andere onderzoeken uitge voerd die te maken hebben met de hygiëne van de melk. De melk van elke boerderij wordt 24 keer per jaar onderzocht op kiemgetal (aantal bakteriën), 26 keer per jaar op de aanwezigheid van bakteriegroeiremmende stoffen (bijvoorbeeld afkomstig van me dicijnen voor het vee), 13 keer op celgetal (mikroskopische weef- seldelen die verraden of een koe aan uierontsteking lijdt) eveneens 13 keer op reinheid (dus heel simpel of er geen zandkorrels, sprietjes gras en deeltjes mest in voorkomen), twee keer op ther- moresistente bakteriën en tijdens de winterperiode vier keer op boterzuurbakteriën (in verband met het kuilvoer dat dan wordt gebruikt), twee keer op oxidatie middelen, twee keer op de zuur- tegraad van het vet en twee keer op het vriespunt van de melk. Ligt dit laatste te hoog dan zit er teveel water in de melk. Alle kwaliteitsmonsters worden on derzocht op antibiotika. Op basis van de resultaten van de proeven wordt de geleverde melk uitbetaald naar kwaliteit. Bij af wijkingen wordt een korting in gehouden per periode van 14 da gen op grond van het behaalde aantal punten en wel over de to tale hoeveelheid melk die in de desbetreffende periode is gele verd. Deze korting bedraagt 1,— per 100 kg melk per punt. Automatisering Op het nieuwe laboratorium in Veldhoven zijn momenteel 34 personen werkzaam. De verbou- wingskosten bedroegen ruim 1,5 miljoen. De totale investerings kosten voor apparatuur bedragen 1 miljoen gulden. In de komende twee jaar zal noé eens voor 1 miljoen worden geïn vesteerd in nieuwe onderzoek- apparatuur t.b.v. de melkpro- duktiekontrole. Voor het onder zoek in Veldhoven wordt verfijn de, deels elektronische appara tuur gebruikt. Hierbij is het mo gelijk, onvoorstelbaar kleine hoeveelheden van bepaalde stof fen in de melk aan te tonen. Eén van de vele verbazingwek kende veranderingen die de landbouw de laatste tien jaar te zien geeft is de automatisering, mechanisering en elektronisering van de kwaliteitsbewaking en het bepalen van de chemische sa menstelling van de melk. Boven dien is dezë nieuwe apparatuur milieu-vriendelijk: het infrarood systeem, gebruikt voor de chemi sche samensteling van de melk, behoeft geen chemicaliën. Door gebruik te maken van dit systeem kan jaarlijks op ons la boratorium van 1,3 miljoen melkmonsters in totaal ruim 100.000 liter melk worden afge voerd als veevoer. In feite is de automatisering op ons laboratorium en bij de R.M.O.'s nog volop bezig. Nieuwe apparatuur met nieuwe onder- zoek-methoden dienen zich aan. Apparatuur die nog nauwkeuriger onderzoekresultaten zal opleve ren en die een volledig geautoma tiseerde vastlegging en verwer king van deze resultaten mogelijk zal maken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 13