Goed jaar voor Coöp. Z.O.N.
"Ik deel de zorgen van onze boeren op dit moment. De situatie is
onzeker. Men ziet aankomen dat de financiering van het landbouwbe
leid beperkt is en dat er wat zal veranderen. Maar wat er precies zal
gebeuren is onzeker. Die onzekerheid is een gevolg van het gebrek aan
besluitvaardigheid in de Europese Gemeenschap. Vandaar mijn aan
dringen en mijn initiatieven om snel tot besluiten te komen. Vandaar
ook mijn opstelling die soms als wat pijnlijk wordt ervaren. Maar mijn
bedoeling is om de diskussie aan de gang te houden, ten einde tot
oplossingen te komen. En zonder pijn kan dat niet".
Aan het woord is ir. Gerrit Braks. Hij
zit achter het bureau in zijn werkka
mer van het ministerie van landbouw
en visserij. Het is woensdagmorgen,
14 december en eigenlijk is de be
windsman opgelucht, ondanks zijn
zorgen voor de agrariërs. De vorige
avond hebben hij en zijn kollega-
ministers van de andere EG-landen
in Brussel overeenstemming bereikt
over het gemeenschappelijk visserij
beleid. Braks noemt het een "licht
puntje" in een situatie dat de Ge
meenschap zo slecht funktioneert:
"Opeens blijkt een moeilijk politiek
probleem toch opgelost te kunnen
worden. Dat feit moetje niet onder
schatten, want visserijzaken liggen
zeer emotioneel. Nu dit is gelukt heb
ik hele goede hoop dat wij in het
voorjaar voor de landbouw ook tot
besluiten zullen komen. Ik heb lange
tijd gevreesd dat de slechte gang van
zaken in het visserijoverleg een ne
gatieve uitwerking zou hebben op de
landbouw".
Harde konfrontatie
In een nabeschouwing over het mis
lukken van de Europese top in At
hene zegt Braks dat door de opeen
stapeling van politieke tegenstellin
gen geen besluitvorming mogelijk is
geweest. Met name noemt hij de zeer
harde konfrontatie tussen noord en
zuid Europa. "Nu pas is duidelijk
geworden wat een aantal zuidelijke
landen bezielt. Zij menen dat de
Gemeenschap er eigenlijk uitslui
tend is voor inkomensoverdrachten".
Maar ook de tegenstellingen op an
dere punten waren zó groot, dat deze
niet eens meer in een slotverklaring
waren te vervatten. "Ik ben daar blij
mee, want daarmee is tenminste niet
verbloemd wat er opgelost moet
worden. Iedereen heeft nu wel het
gevoel dat het zo niet langer kan
doorgaan. Er moet nu echt iets ge
beuren. We zullen in Europa weer de
spelregels moeten hanteren zoals het
Verdrag van Rome die voorschrijft.
De Europese Kommissie zal weer
iets van de vroegere allure terug
moeten krijgen als onafhankelijk
politiek instituut, dat geen voorstel
len tolereert naast die van haarzelf'.
Dat er in Athene geen besluiten over
hervormingen van het gemeen
schappelijk landbouwbeleid zijn ge
nomen, wijt Braks aan het feit dat er
zoveel andere zaken aan vast werden
gekoppeld.
De suggestie van staatssekretaris
Bolkestein om eens serieus na te
denken, na het echec van Athene,
over een Europa van twee snelheden,
doet minister Braks af met de op
merking: Wij moeten het bestude
ren, maar we moeten er nooit toe
besluiten. Dat is niet de weg waar
langs je de problemen in de Europe
se Gemeenschap oplost. Als er ge
bieden zijn die achterblijven, dan is
het beter die via een budgettaire te
gemoetkoming te helpen.
Frans prestige
Na het mislukte Griekse avontuur
verwacht Braks dat de Fransen, die
het komende halljaar de voorzitters
hamer van de EG in handen hebben,
de zaken voortvarend zullen aan
pakken: Wat de Landbouwraad be
treft hebben wij te maken met de erg
aktieve minister Rocard, die ook be
reid is naar anderen te luisteren. Hij
zal er een prestigezaak van maken,
om juist op Europees niveau iets tot
stand te brengen. "Zeker nu wij in
een echte impasse zitten heb ik be
paald geen negatieve verwachtingen
van het Franse voorzitterschap. Na
tuurlijk zullen zij wel eens proberen
23 december 1983
mag gebeuren als deze alleen maar
bedoeld is om de toenemende struk-
turele overschotten te financieren.
Voor nieuw beleid en voor de toe
treding van Spanje en Portugal tot de
EG zal doorbreking van het l pro-
cent-btw-plafond wel mogelijk moe
ten zijn. Wij hebben nooit gesproken
over absolute plafonnering van de
G.J.M.Braks
hier en daar hun zin door te drijven,
maar daar zitten wij dan zelfbij".
Braks heeft twee jaar geleden de
Landbouwraad geleid, waarbij hij de
prijs-onderhandelingen tot een suk-
sesvol einde wist te brengen. Hij kan
het weten, als hij zegt dat de moge
lijkheden van het voorzitterschap niet
overschat moeten worden: Als men te
sterk een nationaal aksent erin wil
leggen, kan men zijn rol duidelijk
overspelen. Dat is de Grieken het af
gelopen halfjaar overkomen. Hun
politieke visie op Europa werkte be
lemmerend om objektief als voorzit
ter te kunnen opereren.
Financiële discipline
De afgelopen zomer kwam de rege
ring in Den Haag vrij verrassend met
een memorandum op de proppen,
waarin verregaande ideeën werden
ontvouwd over bezuinigingen op het
gemeenschappelijk landbouwbeleid.
De landbouworganisaties hier te
lande steigerden. Braks nu: Onze in
valshoek is geweest, dat de groei - let
wel de groei - van de landbouwuit
gaven een bedreiging vormen voor
het funktioneren van de Gemeen
schap.
De laatste jaren is die groei zó snel
gegaan, dat het plafond van de eigen
financiële middelen in zicht kwam.
Wij vinden het niet te verdedigen dat
het beschikbare geld in toenemende
mate gebruikt wordt voor het finan
cieren van strukturele overschotten.
Dat is zeker het geval in een periode
waarin je allerwege maatschappe
lijke bezuinigingen doorvoert die
nogal hard aankomen, zeker voor de
lagere inkomens. Financiering van
strukturele landbouwoverschotten
doet verspillend aan. Als regering
hebben wij toen gezegd dat uitbrei
ding van de financiële middelen van
de EG (een hogere btw-afdracht
door de lidstaten aan Brussel) niet
landbouwuitgaven, maar wel over
een financiële discipline. Meer kan
het niet zijn. Maar uiteraard houdt
dat een bijstelling van het huidige
landbouwbeleid in. Anders kun je
niet aan de financiële discipline vol
doen. Dat is nog steeds ons stand
punt.
Braks is het eens met de visie dat de
kosten van toetreding van Spanje en
Portugal tot de EG niet gefinancierd
kunnen worden met gelden die vrij
komen uit bezuinigingen op het be-
taande gemeenschappelijk land
bouwbeleid.
Niet mijn lievelingskeus
Na uitvoerig de noodzaak geschetst
te hebben om te komen tot een be
heersing van de melkproduktie zegt
Braks: Het voorstel van de Europese
Kommissie van een superheffing is
het minst slechte van alle middelen.
"Ik herhaal nog eens dat de super
heffing niet mijn lievelingskeus is.
Maar mits uniform toegepast in de
EG, met zo weinig mogelijk uitzon
deringen, weckt de superheffing het
meest rechtvaardig. De besluitvor
ming daarover is op het ogenblik in
volle omvang aan de gang. En ik denk
dat het zeer voorbarig is om nu al op
te merken dat er niet veel van terecht
komt", zegt de minister.
Gewezen op de vele uitzonderingen
die er in Athene zijn geclaimd, on
derbouwt hij zijn mening met:
"Maar wij hebben nog geen enkele
uitzondering toegestaan, ook nog
niet voor Ierland waar het probleem
te maken heeft met de totale ont
wikkeling van het land. In Athene
kwam duidelijk de absurditeit van
alle geclaimde uitzonderingen naar
voren".
Het zuivelplan van KNLC-voorzitter
Luteijn acht minister Braks niet zo'n
bruikbaar alternatief. Het idee van
Luteijn is om de groei van de melk
produktie af te remmen door een
verhoogde heffing niet uitsluitend op
het méérgeproduceerde te laten
drukken, maar op de totale melk
produktie van een bedrijf. Bedrijven
die hun produktie stabiliseren zou
den met de huidige heffing belast
moeten blijven, terwijl bedrijven die
de produktie inkrimpen met bij
voorbeeld één procent, vrijgesteld
zouden moeten worden van heffing.
De kritiek van Braks op het plan van
Luteijn spitst zich toe op het feit dat
bedrijven die hun produktie fors uit
breiden veel minder "gepakt" wor
den dan bedrijven die slechts een
heel klein beetje uitbreiden. "Een
prettig onderdeel" "van het plan
noemt de minister de vrijstelling
voor degenen die de produktie ver
minderen.
Wat de superheffing betreft, is Braks
van mening dat voor ruilverkave-
lingsgebieden een speciale regeling
getroffen moet worden. "Wij ontko
men er trouwens ook niet aan dat er
oplossingen gevonden zullen moeten
worden voor degenen die reeds
geïnvesteerd hebben op basis van de
zakelijke toezeggingen. Ik denk dat
wij daar ook juridisch niet onderuit
komen. Daarbij mogen we degenen
die zonder subsidies hebben geïn
vesteerd niet diskrimineren. Het is
nog een groot probleem om dit te
regelen".
In de laatst gehouden Raadsverga
dering heeft Braks, samen met de
Westduitse minister Kiechle "zich
heel hard opgesteld" om binnen de
EG alle subsidies op uitbreidingsin
vesteringen op te schorten.
Graanprijs, hoeksteen van
kritiek
"Het is waar dat graan de basis is van
het gemeenschappelijk landbouwbe
leid. Dat beleid in zijn doelstellingen
aantasten kan een bedreiging vormen
voor de rest. Maar aan de andere kant
moeten wij vaststellen dat de relatief
hoge graanprijzen in de Gemeen
schap de hoeksteen vormen van de
kritiek op de EG", zegt Braks. Hij
wijst er op dat daarom reeds vorig
jaar is besioten in de Raad van land
bouwministers een terughoudend
prijsbeleid te voeren. "Die afspraak
moet nagekomen worden", zegt hij
vastberaden.
En meteen daar achteraan: "De.
volksmond zegt al gauw dat dit een
toenadering is tot de wereldmarkt
prijs. Ik hoop dat dit misverstand nu
voorgoed de wereld uit is, want zo'n
beleid zou a-sociaal zijn. Het gaat om
een toenadering tot prijsniveau's in
grote produktiegebieden, elders in
de wereld".
Tot de "graanlobby" in ons land zegt
Braks dat men door zijn overdreven
eisen moet oppassen het funktione
ren van het totale beleid in het ge
ding te brengen. Daarmee zou de
graansektor zich zelf raken.
"Om de spanning in de Gemeenschap
wat te doen afnemen, vind ik ook dat
er een zekere stabilisatie van de in
voer van graansubstituten mag wor
den nagestreefd. Deze nemen onmis
kenbaar een mogelijk afzetgebied
voor de granen in. Daardoor is de
veehouderijsektor indirekt medever
antwoordelijk voor de kosten van
graanbeleid. Een zekere belasting van
de veehouderijsektor ten behoeve van
de graansektor is dus best verdedig
baar", meent Braks.
Kritisch gevolgd
"Het is mij niet ontgaan dat ik in
Nederland op dit moment "kritisch
gevolgd wordt", zegt de minister,
wanneer de Begroting en zijn Me
morie van Toelichting ter sprake ko
men. "Maar wat de meerjaren be
groting van mijn ministerie betreft,
heb ik nauwelijks kritiek gehoord".
Braks wijst er op dat hij kans heeft
gezien de voorgestelde bezuinigin
gen op zijn ministerie met enkele
tientallen miljoenen guldens te ver
minderen.
"Dan laat ik het publiek oordelen of
dat niks is", zegt hij. De lastenver
lichting voor zelfstandigen noemt hij
een zeer wezenlijk deel van -het be
leid, evenals de reduktie van de ven
nootschapsbelasting, dat is voor de
voedings- en genotmiddelensektor.
Dat tegenover deze lastenverlichting
een hogere bijdrage van het agra
risch bedrijfsleven wordt gevraagd in
keuringskosten, onderzoek en voor
lichting noemt Braks een afweging
die het bedrijfsleven zelf moet ma
ken. Met onderzoek en voorlichting
wordt beoogd het produktieproces
zodanig efficiënt te maken dat dit
uiteindelijk tot een hoger inkomen
leidt.
Op onze vraag ten slotte of de som
bere LEI-prognose over de inko
mensontwikkeling in de veehouderij
en enkele akkerbouwgebieden voor
de minister aanleiding is het wat
kalmer aan te doen met het overhe
velen van lasten naar het bedrijfs
leven zegt hij: "Het gaat in de LEI-
cijfers nog slechts om prognoses. De
effekten van het gunstige najaar en
van een aantal goede markten zijn
nog niet in de prognose verwerkt. Ik
ga er van uit dat het uiteindelijke
beeld in zijn algemeenheid gunstiger
zal zijn dan nu uit de prognose blijkt.
Maar dat neemt niet weg dat in een
aantal regio's en sektoren op dit mo
ment ernstige problemen bestaan. Er
is evenwel bepaald geen sprake van
een katastrofale situatie. En wat de
zorgen omtrent het toekomstig land
bouwbeleid betreft, ik zei het al: Die
deel ik".
Bartelc A. Bokma
In de Raad van Toezicht werden
de herkiesbare heren J. Hoogen-
doorn uit Helenaveen en A.G.
van de Nieuwengiessen uit Bladel
herkozen. Ook werd de huidige
voorzitter van het bestuur herko-
Begin december heeft de Coöperatie
Zuid-Oost Nederland haar jaarver
gadering gehouden. Na opening door
voorzitter G. van Veldhuizen en
voorlezing der notulen door W.
Wiersma (sekretaris) werd door de
direkteur dhr. D. Kommer een uitge
breide toelichting gegeven op de
jaarstukken, de balans en verlies- en
winstrekening.
De belangrijkste feiten op de verga
dering en in dat boekjaar waren:
- Het is wederom een goed jaar
geweest voor de Z.O.N. - omzet
stijging en een positief resultaat.
De gerealiseerde winst a
130.000,- werd deels op de le
denrekening oijgeschreven en
deels gereserveerd. Dit volgens
het voorstel van het bestuur en de
Raad van Toezicht.
- Wisseling van bestuursleden: de
heren Chr. Roosenboom uit
Deurne cn L.A. van Wijk uit
Bergeyk kwamen in de plaats van
de niet-herkiesbare heren H.J.
Gerritsen uit Asten en A.J. Blok
uit Altweert.
- Een zeer belangrijke beslissing is
in 1983 door de leden genomen
n.l. de bouw van een komplete
nieuwe mengvoederfabriek vlak
naast de huidige gebouwen.
Hiermee is een investering ge
moeid van 13 miljoen gulden. De
enorme omzetstijging (in de laat
ste 7 jaren 100%.) is aan dit besluit
uiteraard niet vreemd.
Mede door deze omzetstijging, maar
ook door strenge kostenbewaking én
een team van zeer gemotiveerd per
soneel draait dit bedrijf zeer goed, dit
ondanks de alom heersende recessie.
Het is daar in Eindhoven eèn ge-
ZON-de zaak. Zoals gebruikelijk
was na de vergadering nog een ge
zellig samenzijn lot in de kleine
uurtjes.
^11