Luxan. apotheker voor land- en tuinbouw
"Niet overdrijven!"
Gewasbescherming, veiligheid wordt belangrijker dan kwantiteit
Alles is verboden wat
niet uitdrukkelijk is
toegestaan
Geïntegreerde bestrijding
Als er één bedrijfstak is, die - bij wijze van spreken - werkt in de
porseleinkast van milieu dan is dat wel die van de gewasbeschermings
middelen. Immers, niet alleen het produktieproces zelf, maar ook het
gebruik van middelen moet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
gebeuren. Eén misstap kan een geweldig kabaal veroorzaken en het
vraagt veel inspanning en tijd om de scherven te lijmen. Terecht zijn er
zeer strenge wettelijke regels gesteld voor de produktie van gewasbe
schermingsmiddelen, evenals voor het gebruik ervan in land- en tuin
bouw.
"Boeren en tuinders zullen de ko
mende jaren nog meer te maken
krijgen met allerlei wettelijke rege
lingen voor het gebruik van gewas
beschermingsmiddelen. Dat is een
maatschappelijke ontwikkeling,
waarook wij als producent en leve
rancier heel goed rekening mee
moeten houden". Dat zegt ir. M.G.
Bastiaansen. algemeen-directeur van
Luxan te Eist in de Betuwe. Voluit
luidt de naam van deze onderneming
BV Chemische Farmaceutische In
dustrie 'Luxan'. Het is een honderd
procent dochter van Cebeco-Han-
delsraad. De produkten worden in
geheel Nederland via de coöperaties
aan de leden/afnemers verkocht,
terwijl de export, steeds belangrijker
vormen aanneemt.
Meer restricties
"De samenleving zal ons meer res
tricties, meer beperkingen, opleggen
vanuit milieu-overweging. Er is al
een ontwikkeling gaande waarbij
bepaalde middelen niet meer gedu
rende een heel jaar mogen worden
toegepast: bijvoorbeeld alleen in de
zomer vanwege een zeer lage afbraak
van het produkt in de winterperiode.
Je ziet ook, dat bepaalde chemische
produkten vervangen zijn of nog
worden door alternatieven die bio
logisch dezelfde of nagenoeg dezelf
de uitwerking hebben, doch minder
bezwaarlijk zijn voor milieu en vei
ligheid van mensen", aldus Bas
tiaansen.
Een positieve ontwikkeling noemt
hij het steeds meer gericht toepassen
van de middelen. "Het gaat er niet
meer om de laatste luis of het laatste
onkruid kapot te spuiten. Men vraagt
zich meer en meer af, waar de eco
nomische grens of schadedrempel
van bestrijding ligt. Hoeveel kost het
extra en noeveel levert het op. Dat
vereist grote vakkennis van boer en
tuinder. Aan de hand van technische
adviezen en nauwkeurige waarne
mingen in de praktijk zal hij zijn be
sluiten moeten nemen". Hij ver
wacht niet, dat over vijf of tien jaar
daarbij al op grote schaal gebruik zal
worden gemaakt van computers en
beeldscherminformatie op het agra
risch bedrijf. "Ook hierbij spelen
kosten een belangrijke rol. Ik denk,
dat wij nog geruime tijd onze infor
matie mondeling en vooral schrifte
lijk aan de gebruikers zullen doorge
ven", zegt Bastiaansen.
Hij meent, dat boeren en tuinders
eraan zullen moeten wennen, dat de
komende jaren bekende middelen
zullen worden vervangen. "Midde
len gaan en middelen komen", zo fi
losofeert hij. "Of de nieuwe gewas
beschermingsmiddelen altijd beter
zullen zijn, is nog maar de vraag,
maar wel zal er meer op veiligheid en
milieu worden gelet", is Bastiaansens
overtuiging. Hij noemt het bezwaar
lijk, dat de overheid nog steeds geen
vaste normen hierbij hanteert. Het
Landbouwschap zet zich daar voor
in. "Er wordt nu op meer factoren
gelet dan alleen de biologische wer
king. De nevenwerkingen die andere
factoren kunnen zó zwaar wegen, dat
het middel moet wijken". Als voor
beeld noemt hij de ontsmetting van
zaad- en pootgoed met kwik: "Het is
een geweldig effectief werkend en
goedkoop middel, maar het moest er
wel uit vanwege de verstrekkende
gevolgen voor het milieu bij langdu
rig gebruik en op grote schaal".
"Op zich heb ik geen probleem met
deze ontwikkeling", zegt Bastiaan
sen, "maar wij moeten in Nederland
niet veel harder willen lopen dan het
buitenland. Het mag niet zo zijn, dat
9 december 1983
Ir. M.G. Bastiaanse
boeren en tuinders in Frankrijk en
Duitsland bepaalde middelen wel
mogen gebruiken en wij niet. Daar
door kunnen nadelige concurrentie-
verschillen ontstaan".
In dat verband wijst Bastiaansen op
de beperking en voor bepaalde teelten
zelfs verbod van methylbromide als
grondontsmettingsmiddel in de glas
tuinbouw. "Ik betreur deze gang van
zaken voor onze tuinders. Methyl
bromide is een geweldig goed wer
kend middel, dat in het buitenland
nog vrijwel mag worden gebruikt. Ik
geloof, dat wij hierin te hard zijn
aangepakt. Er zijn beslist mogelijk
heden om met veel lagere doseringen
- tot een derde - en met behulp van
speciaal dikke afdekfolie methylbro
mide op een veilige manier te gebrui
ken"
Over de grenzen
Bastiaansen noemt het een boeren-
en tuindersbelang, dat de wetgeving
voor toelating en toepassing van ge
wasbeschermingsmiddelen in de EG
wordt geharmoniseerd. In Copa en
Cogeca (de Europese organisaties
van boeren en hun coöperaties)
wordt daar hard aan gewerkt. Zeker
ook door Nederland. Bij een vrije
concurrentie in de EG moeten, de
middelen voor vrijwel gelijke prijzen
kunnen worden gekocht. Trouwens,
multi-nationale ondernemingen
(Europese meer dan de Amerikaan
se) houden daar steeds meer reke
ning mee. Zij beschouwen de Euro
pese markt, wat de gewasbescher
mingsmiddelen betreft, steeds meer
als een eenheid. Zij werden daar wel
toe gedwongen, want er is vrij ver
keer van deze middelen in de EG. De
aanbieder van een produkt hoeft
daarom niet te proberen de prijs in
Nederland bijvoorbeeld twee keer zo
hoog te stellen dan in een buurland
wat in het verleden wel eens voor
kwam. Mits het produkt in ons land
wettelijk is toegelaten, kan het vrij
worden geïmporteerd door middel
van parallel-import. Dit recht is
vastgelegd in uitspraken van het Eu
ropese hof van jusitie.
In eigen hand
Luxan is in 1950 opgericht. De afge
lopen 33 jaren is het bedrijf over
bergen en door diepe dalen gegaan.
Voor de land- en tuinbouw heeft het
bedrijf grote verdiensten. In 1974 en
1976 raakte Luxan in problemen
door een tweetal branden die grote
onrust veroorzaakten, vooral in de
naaste omgeving. Er werd toen zeer
negatief over het bedrijf geschreven.
Onder druk van die omstandigheden
werd besloten om het bedrijf te mo
derniseren en veiliger te maken. Er
werd een investeringsplan opgesteld
met een totaalbedrag van bijna 30
miljoen gulden. Daarvan' werd
twaalf miljoen gulden uitgetrokken
voor investeringen in het kader van
veiligheid en milieu. Het grootste
deel van de investeringen is inmid
dels voltooid. En het resultaat mag
gezien worden! Binnen de EG be
hoort Luxan nu tot de modernste
bedrijven in zijn soort. Daar is alle
winst van de afgelopen jaren in
geïnvesteerd. Cebeco-Handelsraad
De Luxan-vestiging in Eist beschikt over een eigen' waterzuiveringsinstallatie
waarin de Maalderijvan 32 m hoog zich weerspiegelt.
Geleide of geïntegreerde bestrijding
houdt in, dat er alleen dan tot het
gebruik van bijvoorbeeld een insek-
ticide wordt overgegaan, wanneer
bepaalde aantallen schadelijke in-
sekten en/of aangerichte schade zijn
waargenomen. Bij de geïntegreerde
bedtrijding tracht men bovendie ge
bruik te maken van alle factoren, die
de schade kunnen beperken: Biolo
gische middelen (sluipwespen in
kassen), lokstoffen die insekten mis
leiden, en dergelijke. Hierdoor kan
in bepaalde gevallen het gebruik van
chemische middelen worden be
perkt. Deze methoden vergen veel
tijd en vooral vakkennis. Maar ze
kunnen goede resultaten geven, bij
een zo gering mogelijk gebruik van
chemische middelen.
Ir. Bastiaansen van Luxan denkt, dat
de ontwikkeling naar een meer geïn
tegreerde bestrijding wel zal door
zetten. Men moet er evenwel geen
overdreven verwachtingen van heb
ben. Boer en tuinder geven voorkeur
aan een stuk eenvoud: Het middel
moet niet te duur zijn en makkelijk
toe te passen, waarbij vaak een breed
werkingsgebied en lange werkings
duur door boer en tuinder op hoge
prijs wordt gesteld, maar de omstan
digheden kunnen dwingen meer de
richting van geïntegreerde bestrij
ding in te slaan. De hele aanpak er
van staat nog in de kinderschoenen.
Aldus de mening van ir. M.G. Bas
tiaansen.
Streng beleid
De overheid hanteert voor de toela
ting én voor de toepassing van ge
wasbeschermingsmiddelen een strikt
beleid Nederland heeft op dit gebied
een wetgeving die tot de strengste ter
wereld behoort. In principe is alles
verboden wat niet uitdrukkelijk is
toegestaan. Dat geldt voor produk
tie. vervoer, handel en gebruik. Bij
de beoordeling van de toelaatbaar
heid van gewasbeschermingsmidde
len hanteert de overheid de volgende
criteria: deugdelijkheid, veiligheid
voor mens en dier en mogelijke
schadelijke gevolgen voor het milieu.
Veiligheid
Gewasbeschermingsmiddelen zijn
door de overheid ingedeeld in drie
klassen. Twee ervan hebben een ge
vaarsymbool: het doodshoofd voor
giftige middelen en het Andreaskruis
voor schadelijke middelen.
Er is veel misverstand omtrent de
giftigheid van gewasbeschermings
middelen. Lang niet alle middelen
zijn even giftig. Van de plm. 450 op
grond van de Bestrijdingsmiddelen
wet voor de landbouw in Nederland
toegelaten stoffen draagt 75 procent
geen gevaarsymbool! Van de overige
middelen heeft 15 procent het An
dreaskruis en 10 procent het doods
hoofd als gevaarsymbool.. Veel mid
delen zijn niet giftiger dan stoffen
waarmee we vrijwel dagelijks om
gaan, zoals zout, benzine en mosterd,
(overgenomen uit Nefyto-folder).
13
heeft er zich voor garant verklaard,
omdat daarmee een direct boeren-
en tuindersbelang is gemoeid. Bas
tiaansen benadrukt, dat het voort
bestaan van Luxan van belang is
voor de Nederlandse boer en tuin
der. "Wij zijn onafhankelijk van in
ternationaal werkende bedrijven,
waardoor wij invloed op de prijsstel
ling in Nederland kunnen hebben.
Bovendien zien wij het als onze taak
altijd ieder gewenst produkt te kun
nen leveren aan boer en tuinder in
het binnenland. Zodra er nood is,
denk bijvoorbeeld aan de Phytoph-
thoradruk in 1981 en de emelten-
plaag dit jaar, dan kijken wij niet naar
kosten, dan wordt er 's nachts door
gewerkt en moeten exportopdrach
ten maar even wachten".
Bij de opslag van de middelen wordt in de eerste plaats aan veiligheid gedacht.
De vaten zijn zodanig opgeslagen dat mocht er een lek in komen het spuitmiddel
toch opgevangen wordt zodat het milieu gevrijwaard blijft van verontreinigingen.