Wat kunnen de gevolgen zijn
van doorwas in aardappelen
Telers dragen zelf risiko van
wisselvallige uienmarkt
Harige aardappelen
Kollekterende handel belangrijkste afnemer
Aanvraagformulieren
afschot reewild
Voorraden boter en
melkpoeder in EEG
van recordomvang
Wereldgraan-
produktie
2% minder
Als gevolg van de hete, droge, julimaand is in veel percelen consump
tieaardappelen doorwas ontstaan. Ook in enkele pootgoedpercelen zijn
doorwasverschijnselen aangetroffen.
In dit artikeltje willen we proberen aan te geven wat we van deze
doorwaspercelen kunnen verwachten en welke maatregelen genomen
kunnen worden om de schade zoveel mogelijk te beperken.
Vormen van doorwas
De meeste gewassen zijn op het tijd
stip dat dit artikeltje wordt geschre
ven - 9 augustus - nog zo jong dat het
loofmaximum nog niet of nauwelijks
is bereikt. Mede als gevolg van de
doorwasinductie kan deze loofgroei
nog wel enige tijd aanhouden. On
dergronds uit de doorwas zich tot nu
toe hoofdzakelijk in de vorm van één
of meer kiemen op de nieuw ge
vormde knollen. Secundaire knollet
jes fig. 1) aan het einde van deze
kiemèn komen op de meeste perce
len nog niet of slechts in beperkte
mate voor.
Dergelijke secundaire knolletjes
worden vooral gevormd als na de
hitteperiode afkoeling optreedt en er
een flinke hoeveelheid regen valt.
Zijn er een week na afkoeling en re
gen nog geen secundaire knolletjes
gevormd, dan is de kans klein dat dit
alsnog gebeurt. In een dergelijk geval
zou de schade van.de doorwas dus
beperkt blijven. Als regel groeien de
secundaire knollen snel door al ze
eenmaal de grootte van een knikker
hebben. De groei van de primaire
knol houdt dan op. In geval van een
lichte doorwasinductie kan ook het
voorkomen dat de weinige secun
daire knolletjes nauwelijks of niet
uitgroeien. De primaire knol groeit
dan gewoon door. Uitsluitend kie
men aan de knollen vormen geen
probleem. Deze gaan er bij het rooi
en wel af. terwijl de knolkwaliteit
niet ongunstig wordt beïnvloed.
Lange kiemen aan knollen kunnen
soms uit de rug groeien en een nieuw
plantje geven. De ervaring heeft ge
leerd dat dergelijke plantjes meestal
klein blijven en geen ongunstige in
vloed hebben op de kwaliteit van de
knol waarin ze gegroeid zijn. Een
andere kwalitatief ongewenste vorm
van doorwas vormen de misvormde
knollen.
Doorwas en knolkwaliteit
Zoals bekend kan in doorwasperce
len glazigheid optreden. Glazigheid
treedt, op, als de zgn. secundaire
knollen zetmeel uit de eerstgevorm-
de. z.g.n. primaire knollen "wegzui
gen". Dit verschijnsel treedt vooral
op, als in een vitaal gewas de groei
plotseling wordt afgebroken door
b.v. doodspuiten of door ernstige
droogte. De nog relatief jonge se
cundaire knol groeit dan enige tijd
door ten koste van de primaire knol
(tabel 1). Glazige khollen zijn na
doorsnijden te herkennen aan het
min of meer doorzichtige, glazige
snijvlak. Als de primaire knol vrijwel
alle zetmeel heeft verloren, dan gaat
hij te gronde en ontstaat een z.g.n.
waterzak.
Fic. 1. Enkele vormen van doorwas bu aardappelen.
A. misvormingen: flesvormig, popperig;
BI. primaire knol;
B2. secundaire knol;
C. uitloop van sidlonen en spruiten.
dood te spuiten, vermijden dat de
periode tussen doodspuiten en rooi
en te lang wordt.
De kwaliteit van de secundaire
knollen zal ondereerder deze knollen
zijn ontstaan, des te hoger zal hun
onderwatergewicht worden. In het
algemeen is het onderwatergewicht
van secundaire knollen aan de lage
kant. Daarom en vanwege het feit
dat de primaire knollen een hoog
Tabel 1.
Verloop van het onderwatergewicht van de primaire knollen van doorwasket-
tingen, van een nog groeiend resp. van een doodgespoten gewas op hetzelfde
1/9
4/9
8/9
12/9
18/9
26/9
doodgespoten gewas
354
343
330
327
315
305
groeiend gewas
354
343
345
344
355
332
doodspuitdatum 1/9
Bij een natuurlijk, langzaam afster
vend gewas is de kans op het ont
staan van glazige knollen minder
groot. In dit verband is een goede
Phytophthora bestrijding erg be
langrijk, zodat men niet gedwongen
wordt om het gewas voortijdig dood
te spuiten.
Overigens zal van een natuurlijke
afsterving dit jaar waarschijnlijk lang
niet overal sprake zijn op het mo
ment dat men wil doodspuiten om te
kunnen gaan rooien. Vanwege het
late poottijdstip en in veel gevallen
tevens vanwege de doorwasinductie
zullen de meeste gewassen lang
groen blijven.
Als men om tijdig te kunnen rooien,
een nog fris groen gewas moet
doodspuiten, kan men door snel b.v.
10 dagen na het doodspuiten te
rooien het ontstaan van glazigheid
beperken. Dit zal als regel wel in
houden dat er meer rooibeschadi-
ging optreedt, o.m. in de vorm van
ontvellingen. Men zal in dit geval uit
twee kwaden de beste moeten kie
zen. Het verdient ons inziens aanbe
veling om een dergelijke beslissing in
overleg met debetrokken afzetorga
nisatie te nemen.
Verder kan men, door de totale op
pervlakte aardappelen in gedeelten
gehalte aan reducerende suikers be
vatten, is een doorwaspartij in het
algemeen slechts matig geschikt voor
de verwerking tot chips en frites.
Doorwas in pootaardappelen
Ook in een aantal pootgoedpercelen
is doorwas geconstateerd, zij het ge
lukkig in het algemeen slechts in ge
ringe mate. Door de meeste pootaar
dappelen nog volledig groen zijn als
ze worden doodgespoten, bestaat ook
hier de kans op het ontstaan van meer
of minder glazige knollen. Heeft dit
gevolgen voor de nateelt van deze
knollen? Uit onderzoek van mej.
Krijthe in 1957/1958 is gebleken dat
bij een goede bewaring nauwelijks of
geen nadelige effecten zijn te ver
wachten. Alleen volkomen glazige of
voze knollen waren wat zwakker dan
normale knollen. Na een warme be
waring en 2 of 3x afkiemen gaven de
ze glazige knollen geen kiem meer.
Deze resultaten zijn door praktijk
waarnemingen in 1958 bevestigd. Uit
pootgoed met licht- en matig glazige
knollen zijn toen normale gewassen
gegroeid. Wel zal een doorwaspartij
wat onregelmatiger kiemen. Met na
me de secundaire knollen zullen een
langere kiemrust hebben dan de
overige knollen.
Ir C.D. van Loon, PAGV
Het overgrote deel van de Nederlandse produktie van zaaiuien vindt
zijn weg naar de - overwegend buitenlandse - konsument via de koliek-
terende handel. De prijsrisiko's, veroorzaakt door het wisselvallige
karakter van de exportmarkten, worden merendeels door de telers zelf
gedragen. Een kwart van de afzet af-boerderij is kontraktueel vastge
legd en voor slechts een vijfdedeel van de totale produktie geldt een
prijsgarantie. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerd rapport van het
Landbouw-Ekonomisch Instituut.
Voor coloradokevers, bladluizen
en andere insekten, die de aardap
pelplant schade berokkenen, ziet
de toekomst er niet zo goed uit.
Geleerden van de Cornell Univer
siteit in Ithaca zijn er namelijk in
geslaagd bestaande aardappelras
sen te kruisen met een enkele jaren
geleden in Bolivia ontdekte harige
aardappelsoort.
De op de bladeren en stengels
aanwezige haren bevatten zeer
kleine blaasjes, die bij aanraking
een stroperige substantie afschei
den. Op de aardappelplant beluste
insekten worden door die substan-
Kollekterende handel belangrijkste
afnemer
De Nederlandse produktie van jaar
lijks circa 500.000 ton zaaiuien vindt
grotendeels plaats in het Zuidweste
lijk akkerbouwgebied, de IJssel-
meerpolders en Noord-Holland. In
totaal waren er in 1981/82 ongeveer
4370 land- en tuinbouwbedrijven bij
betrokken. Van hen verkocht meer
dan driekwart zijn produktie geheel
of gedeeltelijk aan de kollekterende
handel, die daarmee circa 90% van
de afzet af-boerderij voor zijn reke
ning nam. Van de resterende 10%
vindt een groot deel zijn bestemming
via de tuinbouwveilingen. De han
delaren zijn voornamelijk partiku-
liere bedrijven. Koöperatieve afzet-
verenigingen spelen een minder be
langrijke ról. Een groot deel van de
nationale produktie van uien wordt
opgekocht door in het Zuidwesten
gevestigde handelaren.
De telers leverden de zaaiuien gro
tendeels ongesorteerd af. Het tarre
ren en sorteren gebeurde bij de
groothandel en de veilingen. De uit
betaling aan de telers ging voor meer
dan 80% op basis van het netto-pro-
duktgewicht óf, meer verfijnd, naar
maatsortering 'en kwaliteitsindeling.
De rest werd uitbetaald op basis van
bruto-produktgewicht of tegen een
prijs per perceel uien. Laatstge
noemde uitbetalingswijzen werden
in het Zuidwesten meer toegepast
dan in de andere regio's.
Telers dragen prijsrisiko
De prijzen voor zaaiuien worden be
paald op de exportmarkten, waar
veranderingen in het konkurrerend
aanbod en ondoorzichtigheid van de
markt zorgep voor een onrustig en
niet te voorspellen prijsbeeld. De
daaruit voortvloeiende prijsrisiko's
komen voor een zeer groot deel voor
rekening van de telers. Ongeveer
80% van de afzet af-boerderij wordt
verkocht tegen een dagprijsnotering
of op basis van een middenprijssys-
teem waarbij de telers een gemid
delde prijs krijgen voor de uien die
zij hebben ingebracht in een "pool".
Voor ruim 20% geldt een prijsgaran
tie vastgelegd in een teeltkontrakt of
overeengekomen bij verkoop te vel
de.
De natuurlijke omstandigheden zijn
in Nederland minder geschikt voor de
produktie van kwalitatief hoogwaar
dige zaaiuien. Een aangepast assor
timent is daarom essentieel. Opmer
kelijk is het dat driekwart van het
werd ingenomen door vijf rassen en
selekties die hoge produktiviteit pa
ren aan grote huidvastheid. Dit laat
ste aspekt is vooral van belang voor
bestendigheid tegen verwerkingshan
delingen en langdurige bewaring. In
1981/82 was de bewaarkapaciteit op
land- en tuinbouwbedrijven voldoen
de voor de helft van de geproduceerde
zaaiuien.
De Direktie Faunabeheer van het
ministerie van landbouw en visserij
maakt bekend, dat (voorzover deze
nog niet aan belanghebbenden zijn
toegezonden) aanvraagformulieren
ter verkrijging van een vergunning
tot afschot van reegeiten/reegeitkal
veren in de periode januari-maart en
voor reebokken in de periode mei-
september 1984 kunnen worden
aangevraagd bij de Direktie Fauna
beheer. Postbus 20401. 2500 EK 's-
Gravenhage.
De fdrmulieren moeten - nauwkeu
rig ingevuld - vóór 30 september
1983-aan genoemd adres worden ge
retourneerd.
Aanvraagformulieren, welke na die
datum worden ontvangen kunnen
niet. dan wel met grote vertraging
worden behandeld.
De vergunninghouder wordt erop
geattendeerd dat na afloop van de nu
geldende termijn t/m 30 september
1983 waarbinnen het afschot dient te
geschieden, de bij de vergunning
verstrekte ongebruikte wildmerken
binnen 7 dagen aangetekend moeten
worden teruggezonden aan de Di
rektie Faunabeheer.
tie gevangen en verhinderd hun
vraatzucht bot te vieren.
De kruisingsproeven zijn reeds ver
gevorderd, maar de harige aardap
pelplant is nog niet helemaal zover
ontwikkeld dat ze wat betreft op
brengst en voedingswaarde van de
knollen kan konkurreren met bes
taande rassen. Volgens de geleer
den is het echter een kwestie van
tijd, voordat het harige aardappel
ras als kuituurgewas zijn intrede
kan doen. Het gebruik van insek-
ticiden in een aardappelveld zal
dan belangrijk kunnen verminde-
(Telegraaf)
BRUSSEL De voorraden boter en
magere melkpoeder in de Europese
economische gemeenschap groeien
in onverminderd tempo aan. Blijkens
gegevens van de Europese Commissie
omvatte de botervoorraad op donder
dag 11 augustus de recordhoeveel-
heid van 766.970 ton en was de voor
raad magere-melkpoeder 1,01 mil
joen ton groot. In de afgelopen twee
weken is aan de boterberg 20.000 ton
toegevoegd en aan de voorraad melk
poeder 30.000 ton.
Uit de cijfers van de commissie blijkt
dat zich in Nederland op 11 augustus
98.637 ton boter in openbare opslag
bevond en 57.878 ton in particuliere
opslag, de totale voorraad was dus
156.515 ton. De voorraad magere
melkpoeder kwam uit op 47.234 ton.
In de openbare opslag in de hele
EEG lag 579.605 en de particuliere
opslag 187.365 ton boter. Het eind
van de overschotten is nog lang niet
in zicht, want de produktie neemt
voortdurend toe, de consumptie
wordt kleiner en de uitvoer is zo klein
als hij in jaren niet is geweest.
Volgens ramingen van de F.A.O. zal
de wereldproduktie van granen in
1983 zich bewegen tussen de 1600 ep
1710 miljoen ton, inbegrepen onge
pelde rijst (paddy). Op basis van de
ramingen medio juli zou, rekening
houdende met normale weersom
standigheden, de produktie 1667 mil
joen ton kunnen bedragen, dat is 2%
minder dan vorig jaar.
De wereldtarweproduktie is ge
raamd op 487 miljoen ton, ongeveer
een gelijke hoeveelheid als vorig
jaar. Een daling met 10 miljoen ton
van de produktie in de Verenigde
Staten zal gekompenseerd kunnen
worden door hogere produktie el
ders.
Vooral door het Amerikaanse
P.I.K.-programma zal de wereldpro
duktie van voergranen rond 755
miljoen.ton bedragen of 45 miljoen
ton of 6% minder dan in 1982. Hoe
wel de produktie van tarwe en voer
granen in de belangrijkste export
landen ongeveer 75 miljoen ton bij
vorig jaar zal achterblijven zijn de
overgangsvoorraden zodanig dat aan
alle verplichtingen kan worden vol
daan, zowel wat de binnenlandse
vraag als de export betreft. Boven
dien zullen de overgangsvoorraden
aan het einde van het seizoen vol
doende zijn. Het wereld graanver-
bruik is geraamd op 1540 miljoen ton
of 2,5% hoger dan vorig jaar.
De overgangsvoorraden worden op
grond daarvan geraamd op 20% van
het voor 1984/85 geraamde wereld-
verbruik. 'De tarwevoorraden zullen
nog iets toenemen, doch de voorra
den voergranen zullen iets afnemen,
vergeleken met de voorraden aan het
einde van het voorgaande seizoen.
vdW.
19 augustus 1983
5