Duitsland wil geen lagere graanprijs Buitenstaander Landbouwschap:Meningsverschillen groter dan minister Braks aangeeft Nederlandse inbreng Gemeenschappelijk landbouwbeleid Boer blijven Gesprek met W.Duitse Minister van Landbouw De Duitse Landbouwminister Ignaz Kiechle is het lang niet eens met de Nederlandse voorstellen om het Gemeenschappelijk landbouwbeleid bij te stellen. Vooral het terughoudende prijsbeleid wat minister Braks voorstelt, stuit bij hem op grote bezwaren. "Een prijsdaling bij de granen is voor mij onaanvaardbaar", zo zei de Duitse bewindsman eind vorige week tijdens een gesprek met enkele Nederlandse landbouw- journalisten. De voorgestelde toepassing van de medeverantwoordelijkheidsheffing blijkt voor onze oosterburen eveneens niet akseptabel. Kiechle stelt voor de melkproduktie af te stoppen door alle extra melk af te nemen tegen wereldmarktprijzen. Dat zou een halvering van de prijs voor die melk betekenen. Kiechle, die sinds dit voorjaar het Duitse departement van Landbouw beheert, bleek vorige week zeer goed op de hoogte te zijn van de plannen die Nederland aan de Europese Kommissie heeft doen toekomen. Onze regering geeft daarin een aan tal lijnen aan, langs welke de bijstel ling van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid zou moeten plaats vinden. Zo stelt men voor dat in en kele sektoren het prijsniveau gelei delijk aan het wereldmarkt-prijspeil moet gaan benaderen. Met name zou dit moeten gelden voor de granen. Minister Kiechle heeft hierover een uitgesproken mening: "Braks wil zelfs prijsdalingen niet uitsluiten. Dat kunnen wij niet aksepteren. De ze voorstellen zullen leiden tot be voordeling van de veredelingsland- bouw en ten laste komen van de graantelers. Als men zoiets zou doen, zal dat tot een forse produktieverho- ging van de veredelingslandbouw leiden, gevolgd door een heviger konkurrentie tussen de betrokken bedrijven". Ignaz Kiechle Op de vraag of hij helemaal geen prijsdaling kan aksepteren, ant- woorrdde de Duitse bewindsman: "Waarom? Is de graanprijs te hoog? In 1950 lag de prijs op ongeveer 42 D-mark, nu is dat 47 D-mark. Ik kan daar geen buitensporige prijsstijging in zien". Boeren niet verjagen De groeiende zuivelproduktie in de EG moet afgeremd worden, daarvan is ook Kiechle overtuigd. Het Ne derlandse voorstel om de mede-ve rantwoordelijkheidsheffing daar voor in te zetten valt bij hem echter niet in goede aarde. Vooral de eis van Braks dat geen differentiatie plaats mag vinden op grond van de be drijfsomvang of de bedrijfsvoering, wijst hij af. "Ik ben een tegenstander van een heffing op alle melk die voor iedereen gelijk is. Er zijn regionaal verdeeld zeer veel verschillende be- drijfsstrukturen. We kunnen het ons niet veroorloven een beleid te maken wat de boeren van hun bedrijf af jaagt. Integendeel, met 12 miljoen werklozen in de EG moeten we zor gen dat de 8 miljoen boeren een be staan op hun bedrijf kunnen blijven vinden", aldus Kiechle. Ook een ge differentieerde heffing stuit bij hem echter op bezwaren. Zijn voornaam ste probleem daarbij is, waar de grenzen gelegd moeten worden. Wereldmarktprijs Om toch de melkstroom in te dam men, deed Kiechle vorige week een heel ander voorstel: "Men zou moe ten trachten de groei van de produk- tie volledig af te stoppen. Niet door een extra heffing die weer meer geld in het laatje brengt. We zouden iedere veehouder die meer produ ceert, voor die extra melk de wereld marktprijs moeten betalen. Dat houdt in, de helft van de huidige prijs. Op de zuiveimarkt moet dringend wat gebeuren", aldus minister Kiechle, die verwacht dat binnenkort meer landen voorstellen bij de Kommissie zullen indienen. Jan van Liere De Nederlandse regering heeft aan het voorzitterschap en aan de Europese Kommissie de volgende gedachten als (voorlopige) inbreng meegedeeld. De Nederlandse regering is van opvatting dat, in het kader van de onderhandelingen zoals die voorzien zijn in de gemeenschappelijke verklaring van de Europese Raad te Stuttgart, bijstelling van het ge meenschappelijke landbouwbeleid zal dienen plaats te vinden langs de volgende lijnen. Het Landbouwschap vindt het niet juist dat minister Braks van Land bouw naar buiten toe de indruk wekt alsof er tussen hem en het Land bouwschap nauwelijks meningsverschillen bestaan over de door het kabinet voorgestelde bezuinigingen op het Europese landbouwbeleid. Het bestuur van het Landbouwschap heeft op 6 juli duidelijk aangege ven, dat een aantal onderdelen van de Nederlandse bezuinigingsvoor stellen voor de georganiseerde landbouw onaanvaardbaar zijn. Algemene beginselen De algemene beginselen die aan het gemeenschappelijke landbouwbe leid ten grondslag liggen, konform de uitgangspunten van artikel 39 van het EEG-verdrag, dienen behouden te blijven. Prijsbeleid Er zal voortaan een zeer terughou dend prijsbeleid gevoerd dienen te worden. Dit zal in een aantal sekto ren tot uitdrukking dienen te komen in een prijsniveau dat geleidelijk over de jaren een toenadering zoekt naar het wereldmarktprijspeil, met name in de granensektor. Een terug houdend prijsbeleid zou niet mogen uitsluiten dat in lidstaten bij bepaal de jaarlijkse prijsvaststellingen, een negatieve prijsaanpassing plaats vindt. MCB's Zowel de positieve als de negatieve mcb's zullen geleidelijk dienen te verdwijnen. De (geleidelijke) af braak ervan zal bij voorkeur plaats dienen te vinden bij de jaarlijkse prijsvaststelling. Medeverantwoordelijkheidsheffing Het instrument van de medeverant woordelijkheid zal op een breder terrein moeten worden gehanteerd ter beperking van overschotsituaties. Bij toepassing van dit beleidsinstru ment ter beperking van overschotsi tuaties dient geen differentiatie c.q. diskriminatie plaats te vinden op grond van omvang van bedrijven of specifieke wijze van bedrijfsvoering. Kwantitatieve beperking van de ga rantie - De kwantitatieve beperking van de garantie lijkt een noodzakelijk in strument om een gezond en zoveel mogelijk marktkonform landbouw beleid te kunnen voeren. Beheersbaarheid van landbouwga- rantie-uitgaven; budgettaire discipli ne De Gemeenschap zou de norm die nen te aanvaarden zoals deze ter diskussie heeft gestaan bij gelegen heid van de Europese Raad van no vember 1981 in Londen, waarover een grote mate van overeenstem ming bestond. Deze schrijft voor dat de landbouwgarantie-uitgaven, over een bepaalde referentieperiode, in mindere mate dienen te stijgen dan de autonome groei van de eigen middelen der Gemeenschap. Zowel de Europese Kommissie als de Eu ropese Raad streven er naar de groei van de landbouwuitgaven achter te doen blijven bij de groei van de eigen middelen. Tijdens de Europese Raad van november 1981 is daarover uit voerig van gedachten gewisseld, als ook een tekst daarover opgesteld. Om aan dat voornemen uitvoering te kunnen geven, zou die formule een juridisch bindend karakter moeten hebben. De Europese Kommissie, die verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van de landbouw markt en derhalve ook voor de uit gaven terzake van het beleid, dient deze formule te respekteren. De Europese Kommissie zal - naar aan te nemen valt - de verantwoor delijkheid voor de respektering daarvan slechts willen en kunnen dragen, als zij zodanig greep heeft op het beheer dat zij ook daadwerkelijk binnen de begroting kan blijven. Hoewel de Kommissie over ruime bevoegdheden beschikt, moet wor den vastgesteld dat bepaalde auto matismen in het marktordenende beleid niet verenigbaar zijn te achten met haar verantwoordelijkheid. Zo zal de automatische interventie van bepaalde produkten (bijv. magere melkpoeder niet kunnen passen in een te beheersen uitgavenbeleid. Zo'n automatisme zal plaats moeten Dat geldt met name voor de rigou reuze vermindering van de land bouwprijzen, vooral voor granen, die het kabinet wil. Als dit onderdeel door de Europese ministerraden wordt overgenomen, zal dat ernstige gevolgen hebben voor de inkomens en de werkgelegenheid in de Euro pese land- en tuinbouw. Het Land bouwschap is het wel eens met de regering dat er een oplossing moet komen voor de te snel stijgende kos ten van het Europese landbouwbe leid. De voorgestelde "afslanking" van het interventiesysteem biedt daarvoor zeker mogelijkheden. Het Landbouwschap vindt wel dat hier bij behalve rundvlees, graan en ma gere melkpoeder ook andere over- schotprodukten moeten worden be trokken. Wijn, oliën en vetten, tabak en tomatenpuree dienen eveneens deel uit te maken van het pakket. Verder ziet het Landbouwschap net als de regering bezuinigingsmoge lijkheden in het efficiënter toepassen van de marktordeningen, zoals voor rundvlees en mager melkpoeder. Inkomen Het Landbouwschap is het falikant óneens met de voorstellen van de re gering over aanpassing van de Euro- maken voor afgewogen kommissie maatregelen. te nemen in het kader van de Beheerskomitéprocedure. Een en ander impliceert dat de Kommissie meeF beleidsbevoegdhe den in het direkte marktbeheer dient te krijgen. De Europese Kommissie kan daartoe voorstellen doen, de Raad kan haar ook uitnodigen daar toe voorstellen te doen. De Nederlandse delegatie behoudt zich voor in een later stadium aan vullingen en/of preciseringen voor te leggen. Zij spreekt het vertrouwen uit dat van meet af aan de Kommissie bij het uitwerken van haar konkrete voorstellen terzake een en ander daarin zal verwerken en dat het voorzitterschap zulks zal willen be vorderen. pese graanprijzen aan die van de wereldmarkt. Een opeenstapeling van maatregelen die tot prijsverla ging leiden -produktiedrempels, me- deveranwoordelijkheidsheffingen en een voorzichtig prijsbeleid- zijn vol gens het Landbouwschap niet in overeenstemming met de doelstel lingen van het landbouwbeleid. Het Landbouwschap is van mening dat er alleen sprake kan zijn van zeer geleidelijke koerwjjzigingen. Verho ging van de financiële middelen van de EG blijft noodzakelijk. Dit laatste is ook van belang om nieuwe Euro pese initiatieven mogelijk te maken. Het feit, dat de Nederlandse regering uitbreiding van de eigen middelen afhankelijk heeft gemaakt van be zuinigingen op het landbouwbeleid acht het Landbouwschap verwerpe lijk. Ik heb de nota Boer blijven" van het Nederlands Agrarisch Jonge ren Kon takt niet gelezen, dus ei genlijk heb ik niet het recht er iets over te schrijven. Toch doe ik het wel, omdat de reakties er omheen mij opgevallen zijn. A Is ik goed ben ingelicht, is de nota het produkt van een intensieve en langjarige diskussie in de kring van de landbouwjongeren, die bij het schrijven bepaald niet over één nacht ijs zijn gegaan. De nota was echter nog niet ver schenen of de Schoutens, de Br ak sen en de Luteijns stonden klaar met hun kommentaar. Ze noem den de nota een verdienstelijk werkstuk, hadden veel waardering voor de doorwrochte opzet en ver volgens luidde het "maar, maar, maar. Formule Het Landbouwschap heeft verder grote moeite met het voorstel van de regering om in een juridische for mule vast te leggen, dat de EG- landbouwuitgaven niet sneller mo gen groeien dan de eigen middelen. De voor de landbouw beschikbare fondsen zouden op deze wijze af hankelijk worden gemaakt van allerlei min of meer toevallige ont wikkelingen buiten de agrarische sektor en op de wereldmarkt. Wel gelukkig is het Landbouwschap met het feit, dat de regering zich uit spreekt tegen produktiequota en tegen medeverantwoordelijkheids heffingen die alleen moderne be drijven treffen. Net als de regering is het Landbouwschap bereid te praten over het instellen van een heffing op groei van de produktie. Naar het oordeel van het Landbouwschap moet deze echter gekoppeld worden aan een premie op vrijwillige pro- duktievermindering. Het Land bouwschap is het ook eens met het voorstel van de regering om de mcb's geleidelijk te laten verdwijnen in re latie met de jaarlijkse aanpassing van de landbouwprijzen. Het streven om via een beleid ge richt op de middenbedrijven zoveel mogelijk mensen in de landbouw aan het werk te houden werd niet reeël genoemd, zou volgens hen in Brussel geen genade kunnen vin den en zou ook onnodig zijn omdat de uittocht uit de landbouw inmid dels gehalveerd is. Hoe kunnen dit soort, wat zure opmerkingen van landbouwvoor- mannen verklaard worden? Beho ren zij zelf misschien tot de kop groep van ondernemers, die de be perkende maatregelen vrezen, welke het N.A.J.K. voorstaat? Of heeft het iets te maken met het feit dat een al te positieve reaktie van hun kant uitgelegd zou kunnen worden als een openlijke schuld bekentenis dat zij het jarenlang bij het verkeerde eind hebben gehad? Eén troost is er voor hen: land bouwjongeren worden vanzelf ou der. Buitenstaander 4 29 juli 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 4