Zeven goede melkveebedrijven
in EG vergeleken
Nederland in de middenmoot
Vergelijkingen
Gegevens bedrijven
P/t
P/ton
Enkele Europese landbouwbladen hebben een studie gemaakt van de
melkveehouderij in de EG. Ieder blad heeft uit zijn land een uitgebreid
rapport overlegd van de resultaten, zowel financieel als materieel, van
één goed melkveehouderijbedrijf. De Irish Farmers Journal nam onder
andere deel aan deze studie en haar journalist Con Hurley doet daarvan
het volgende verslag dat zo uitvoerig mogelijk is overgenomen. Van de
zeven bestudeerde landen bleek uit de cijfers van 1981 dat Ierland de
laagste melkprijs had. De krachtvoerprijzen in Ierland waren hetzelfde
als in Nederland, West-Duitsland en Denemarken. In deze landen was
de melkprijs echter 12 cent per liter melk hoger (15 pence per gallon).
De Nederlandse melkprijs lag gemiddeld op 66 cent.
In de tabellen 1 en 2 worden de ver
schillende tabellen vergeleken. De
hoge melkprijs in Italië werd veroor
zaakt door het feit dat de melk voor
de speciale Parmezaanse kaas ge
bruikt wordt. De melk- en kracht-
voerprijsverhouding is interessant.
De Schotse, Franse en Ierse boeren
konden beduidend minder kracht-
voer.-kopen voor één liter melk dan
hun kollega's in andere landen. Zo
konden de Italiaanse boeren bijna 2
kg krachtvoer kopen voor 1 kg melk.
De Schotse boer betaalde daarente
gen evenveel voor 1 kg krachtvoer als
voor 1 kg melk. De stikstofprijzen in
de landen waren nagenoeg gelijk.
Het is interessant om te zien dat de
prijzen van kalveren en drachtige
vaarzen eveneens niet veel verschil
den. Italië en Ierland skoorden bei
den het laagste met hun melkpro-
duktie en vetpercentage. Schotland
produceerde de grootste melkplas,
terwijl Nederland het hoogste vet
percentage had.
Het saldo opbrengst-voerkosten be
nadrukt het verschil tussen Ierland
en Frankrijk enerzijds en de rest van
Europa anderzijds. Echter bij het
onderzoek is voorbijgegaan aan de
omvang van vaste kosten van de be
drijven. De kosten liggen op een
hoog niveau in de landen buiten Ier
land. Zo is de nieuw-waarde van de
machines op een eenmansbedrijf in
Ierland ruim 100.000,— terwijl de
investeringen voor de huisvesting
van het vee op een kleine 1200,—
per koe komen (nieuwbouw). Voor
Nederland liggen deze bedragen op
respektievelijk 180.000 gulden en
bijna 4000 gulden.
Het niveau van de .vaste bedrijfsuit-
gaven arbeidskosten en vaste kosten
liggen het algemeen op het vas
teland hoger dan in Ierland. Het ge
volg hiervan is dat de Ierse boeren
een gelijke (of betere) netto-winst
per koe kunnen halen dan hun Eu
ropese kollega's. In 1981 was het
nettoresultaat op het Ierse bedrijf
1250 gulden per koe. Dit bedrag
werd ook in Nederland gehaald. In
Duitsland was dit 1170 gulden,
Frankrijk 1360 gulden. Het nettore
sultaat in Italië bedroeg 2140 gulden
per koe, maar hier moeten vier man
van onderhouden worden.
ITALIË. De Italiaanse boer bezit
22,7 hektare en pacht er ruim 100
hektare bij. De belangrijkste tak is de
melkveehouderij (85 HF-dieren).
Daarnaast worden ook druiven en
suikerbieten verbouwd. De boer
heeft drie meewerkende zoons in de
leeftijd variërend van 25-32 jaar, en
één vast landarbeider. Verder maakt
hij gebruik van tijdelijke arbeids
krachten tijdens de druivenoogst.
Gemiddelde melkproduktie per koe
is 4680 liter melk met 3,55 procent
vet. Er wordt veel krachtvoer ge
voerd namelijk 2150 kg per dier per
jaar. Dit kost de boer 1364 gulden
per dier per jaar. De melkprijs is erg
hoog 1,29 gulden per liter. Het saldo
opbrengst minus voerkosten is 4673
gulden. Zelfs al zou de melkprijs 90
cent per liter bedragen dan zou het
saldo opbrengst minus voerkosten
nog 2831 per koe bedragen. De
koeien die melk produceren voor
Parmezaanse kaas kunnen niet ge
voerd worden met ingekuild gras.
Het rantsoen bestaat dus voorname
lijk uit vers gras, hooi, luzerne, ge-
hakselde verse mais en krachtvoer.
NEDERLAND. Op het Nederlandse
bedrijf worden 79 Holstein koeien
gemolken op ruim 32 hektare. Het
bedrijf ligt in Oost-Nederland. De
gemiddelde opbrengst per koe is
5900 liter melk met 4,36 procent vet.
Elke koe wordt gevoerd met 2030 kg
ksachtvoer per jaar. Dit kost de boer
914 gulden per koe. De melk wordt
verkocht tegen een prijs van 66 cent
per liter. Het saldo opbrengstvoer
kosten is dan 2985 gulden. Het be
drijf is een goed geleid Nederlands
eenmansbedrijf met een klein ge
deelte losse arbeid. Het maaipercen-
tage is 90 procent. Het gewonnen
ruwvoer bevat veel droge stof. De
melkkoeien worden 's nachts opge-
stald en bijgevoerd. Het grootsté ge
deelte van het bedrijf is grasland.
Daarnaast is er 4,5 hektare snijmais.
De snijmais heeft een opbrengst van
15.000 kg ds per hektare. Het gezins
inkomen op dit bedrijf bedraagt
99.960 gulden, dit is 1265 gulden per
koe.
WEST-DUITSLAND. Het Duitse
bedrijf heeft een oppervlakte van
ruim 30 hektare waarvan een deel
West-Duitsland - Zwarte Woud
gehuurd is. Er wordt 10 hektare mais
verbouwd, de rest is grasland. Er
wordt rantsoenbeweiding toegepast
en het inkuilen wordt door de loon
werker verzorgd. De melkproduktie
per koe is 5811 liter melk met 4 pro
cent vet, elke koe krijgt 1524 kg
krachtvoer per jaar. Met een melk
prijs van 64 cent per liter en een
krachtvoerprijs van 49 cent per kg
wordt het saldo opbrengst minus
voerkosten 2999 gulden per koe. Het
bedrijf wordt geleid door de eigenaar
en een stagiaire. De nettowinst van
het bedrijf was bijna 75000 gulden,
dit is meer dan tweemaal het gemid
delde van de Duitse bedrijven.
DENEMARKEN. Het bedrijf in
Denemarken is 49 hektare groot en
ligt aan de oostkust van Jutland. Er is
20 hektare grasland dat of ingekuild
wordt of wordt gebruikt voor zo-
merstalvoedering. De kudde blijft
het gehele jaar door binnen. Er is 13
hektare voederbieten, de overige 16
hektare wordt gebruikt om voeder
gewassen te verbouwen. De 104
koeien zijn gehuisvest in een ligbox-
enstal die momenteel 2500 gulden
per koe zou kosten bij nieuwbouw.
Denemarken - Jutland
De gemiddelde melkgift is 6084 liter
melk met 4,04 procent vet-. Er wordt
jaarlijks 1321 kg krachtvoer per dier
gevoerd.
SCHOTLAND. Het Schotse bedrijf
is 157 hektare groot waarvan 55
I hektare gebruikt wordt om een vee
stapel van 100 koeien te weiden. De
produktie per koe bedraagt 7119 liter
melk met 3,84 procent vet. Oor
spronkelijk bestond de veestapel uit
Ayrhire koeien. De veestapel be
staat nu voor 80 procent uit zwart
bonte dieren. FH- en HF-stieren
werden gekruist met de oorspronke
lijke Ayrshire dieren. De kracht
voergift is hoog namelijk ruim 2100
kg per dier per jaar. Het krachtvoer
wordt in de tweemaal tien visgraat-
melkstal verstrekt met behulp van
krachtvoerautomaten. De dieren met
topprodukties krijgen extra kracht
voer met een speci&ie voerautomaat
buiten de melkstal. De koeien zijn
gehuisvest in een ligboxenstal met
gemechaniseerde ruwvoerverstrek-
king.
FRANKRIJK. De Franse boer
woont in één van Frankrijks beste
melkveegebieden, Normandië. Het
56 hektare grote bedrijf wordt geleid
door een vader met zijn zoon en één
vaste werknemer. De veestapel van
50 koeien wordt momenteel uitge
breid naar 60 dieren. Alle vaarskal
veren worden aangehouden terwijl
de stierkalveren op een leeftijd van
acht dagen worden verkocht. De
melkgift bedroeg in 1981 5552 liter
met 3,5 procent vet. De veestapel is
voornamelijk opgebouwd uit krui-
singsdieren (HF X FH). De stal voor
de koeien is gebouwd in 1980. De
koeien en vaarzen worden op een
roostervloer gehouden. Er wordt ge
molken in een zesstands visgraat-
melkstal. Het gebouw kostte ruim
100.000 gulden dit is meer dan 1700
gulden per koe. Desondanks zijn de-
ze kosten lager dan normaal, omdat
het meeste werk door eige arbeid is
gedaan. Indien het werk door een
aannemer verricht zou zijn, zou het
250.000 gulden gekost hebben, ofwel
5700 gulden per koe. Al het voer
wordt op eigen bedrijf verbouwd.
Van de totale oppervlakte wordt 10,5
hektare gebruikt voor de verbouw
van granen, één hektare bieten en 13
hektare mais, de rest van de opper
vlakte is grasland. Het grootste deel
van de grondbewerkingsmachines is
in eigendom of gezamenlijk bezit
met andere boeren. De hoge melk
produktie wordt veroorzaakt door de
kruisingsdieren HF X FH, de hoge
krachtvoergift en een goed manage
ment.
IERLAND. De Ierse boer in het on
derzoek is een sprekend voorbeeld
van een moderne boer die zich richt
op het verhogen van de melkpro
duktie en een hogere veebezetting.
Hij heeft 70 melkkoeien plus jongvee
op 33 hektare. Het is een eenmans
bedrijf hoofdzakelijk gebaseerd op
gras en kuilvoer en een lage kracht
voer aankoop. De gemiddelde melk
produktie in 1981 4222 liter melk per
koe. Het saldo opbrengst minus
voerkosten van 1899 gulden lag ver
beneden de andere bedrijven in het
onderzoek (Frankrijk uitgezonderd).
Zeven goede bedrijven in EG vergeleken
TABEL 1
Italië
Nederland
W.-Duitsland
Denemarken
Schotland
Frankrijk
Ierland
veestapel
kunstmest-
melk:
kalver-
drachtige
(aantal
prijs 25% N
krachtvoer
prijs
vaarzen prijs
koeien)
f/ton
prijsverhouding
Ned.
85
351
1.91
79
380
1.45
368
1964
64
397
1.33
357
2249
104
1.26
343
1856
100
1.00
50
333
0.98
286
2535
71
386
0.93
214
2053
TABEL II
produktie
melk-
krachtvoergift krachtvoer
vet%
dier per jaar
ton
Italië
4680
3,55
1,29
2,15
632
Nederland
5900
4,36
0,66
2,03
450
W.-Duitsland
5811
4,00
0,64
1,52
492
Denemarken
6084
4,04
0,63
1,32
492
Schotland
7119
3,86
0,65
2,13
632
Frankrijk
5552
0,53
1,66
534
Ierland
4222
3,5
0,46
0,72
488
per koe
4675
2985
2999
3177
3284
2035
1899
Gebruikte omrekeningsgetallen: 1 f 3,57
1 gallon - 4,54 liter
1 acre 0,4047 hectare
1 pound - 0,4536Jcg
1 ton - 1016 kg
1 pence - 3 cent
29 juli 1983
15