Inkomen landbouw in 1982/83 gelijkgebleven;
inkomen melkveehouderij steeg,
dat van akkerbouw daalde
LEI verwacht lagere inkomens
voor 1983/'84
Landbouw-Ekonomisch Bericht 1983:
Opbrengsten en kosten
Aardappelen kunnen voor kompensatie zorgen
Uiteenlopende
bedrijfsresultaten
Het totale inkomen van de Nederlandse akkerbouw en veehouderij is in 1982/1983 ongeveer gelijk gebleven
vergeleken met 1981/1982. Wel ging het ondernemersinkomen in '82/'83 iets omhoog van 42.500,- naar
45.000,- maar daar staat een inflatiepercentage tegenover waardoor de toename weer teniet wordt gedaan.
De groei van het inkomen kwam vooral voor rekening van de melkveehouderij. De inkomensontwikkeling in
de akkerbouw ging omlaag vooral doordat de prijzen van de aardappelen niet meevielen. Het inkomen in de
intensieve veehouderij laat voor het eerst, sinds vele jaren, een stagnatie zien, terwijl er in de pluimveehou
derij geld bij moest. Voor het met veel regenval begonnen jaar 1983/84 moet op een lager sektorinkomen
worden gerekend. In de glastuinbouw is het sektorinkomen in 1982 gedaald als gevolg van dalende op-
brengstprijzen en stijgende kosten. Dit meldt het Landbouw-Ekonomisch Instituut in zijn jaarlijkse over
zicht van de ekonomische ontwikkelingen in de land- en tuinbouw, het Landbouw-Ekonomisch Bericht.
In veehouderij en akkerbouw stegen
de prijzen van aangekochte produk-
tiemiddelen met 3% terwijl het ver
bruik ervan onveranderd bleef. Deze
kostenstijging werd gekompenseerd
door een verhoging van de op-
brengstwaarde met 2 a 21/2%, die
vooral werd veroorzaakt door een
groter produktievolume. De gemid
delde opbrengstprijs bleef gelijk. In
enkele sektoren, met name de pluim
veehouderij en de akkerbouw, waren
de prijzen zelfs lager.
De loonkosten, die als uitgangspunt
dienen bij de berekening van de be
loningsaanspraken voor arbeid, ga
ven een stijging te zien. Die werd
echter in evenwicht gehouden door
een daling van de rentekosten, zodat
de totale beloningsaanspraken voor
arbeid, grond en kapitaal gelijk
bleven. Omdat ook het totale inko
men gelijk' bleef, kwam er geen ve
randering in de kloof van 20% tussen
gerealiseerde beloning en belonings
aanspraken.
De opbrengstwaarde van de glas
tuinbouw was in 1982 naar schatting
3% hoger dan in 1981, geheel als ge
volg van een grotere produktiehoe-
veelheid. De opbrengstprijzen waren
ca. 5% lager, vooral door de lagere
groenteprijzen. De kost'en stegen,
voornamelijk door een meer dan
30% hogere gasprijs, met 8 a 9 pro
cent. Deze ontwikkelingen samen
leidden tot een duidelijke toename
vên het beloningstekort, dat in de
beide voorgaande jaren-nog ca. 15%
bedroeg.
(bijvoorbeeld: veevoeder, diensten
maar ook geldleningen). Deze ont
wikkelingen die samenhangen met
het streven om de produktiviteit te
verhogen en het inkomen op peil te
houden leiden tot een grotere (finan
ciële) kwetsbaarheid.
Kleine vermindering aantal
bedrijven
Het aantal land- en tuinbouwbedrij
ven was in mei 1982 ongeveer 2000
lager dan een jaar tevoren. Zowel
De veehouderij leverde in 1982/1983 betere resultaten op dan de akkerbouw. Overigens wordt voor de weidebedrijven voor
het nieuwe seizoen een daling verwacht.
absoluut als in procenten was dit de
kleinste daling van de afgelopen 10
jaar. Het totale aantal arbeidskrach
ten daalde van 1981 op 1982 even
eens minder dan voorheen, namelijk
met ongeveer 3000 ofwel 1 a 1,5%.
Het areaal landbouwgrond vertoon
de een daling van nog geen 5500
hektare. Dit was minder dan de helft
van het gemiddelde in voorgaande-
jaren.
Agrarisch handelssaldo verder
gestegen
Zowel de invoer als de uitvoer van
voor de Nederlandse agrarische sek-
tor relevante land- en tuinbouwpro-
dukten en voedingsmiddelen was in
1982 ongeveer 3,5% hoger dan in
1981. Bij de uitvoer, die in het tweede
halfjaar ongunstiger verliep dan in
het eerste halfjaar, namen zowel prijs
als hoeveelheid enigszins toe. Bij de
invoer ging een 6% groter volume
gepaard met een 2,5% lagere prijs.
Het positieve saldo van de agrarische
handelsbalans is gestegen van 14,7
tot 15,2 miljard gulden.
Aandeel ontwikkelingslanden in
agrarische export gedaald
In het Landbouw-Ekonomisch Be
richt wordt dit jaar ook aandacht
besteed aan enkele ontwikkelingen in
de wereldhandel in agrarische pro-
dukten in de afgelopen 10 a 12 jaar.
Het blijkt dat het volume van de
agrarische handel ongeveer even
sterk is toegenomen als dat van de
andere goederen, maar dat de prijzen
iets zijn achtergebleven. Het aandeel
van de Westerse geïndustrialiseerde
landen in de agrarische export is toe
genomen en hun aandeel in de agra
rische invoer is gedaald. De groep
ontwikkelingslanden gaf het tegen
overgestelde beeld te zien en het sal
do op hun agrarische handelsbalans
is dan ook verminderd.
Landbouw-Ekonomisch Instituut
Voor de weidebedrijven is in
1982/83 een hogere gemiddelde ar-
beidsopbrengst geraamd, die overi
gens in 1983/84 naar verwachting zal
worden gevolgd door een daling. De
akkerbouwbedrijven moesten in
1982/83 genoegen nemen met een
lagere arbeidsopbrengst, terwijl deze
op de gemengde bedrijven ongeveer
gelijk bleef. Dit laatste was het ge
volg van betere resultaten in de
melkveehouderij, licht verbeterde
uitkomsten in de varkenshouderij en
een sterke verslechtering in de
pluimveehouderij. Voor alle land
bouwbedrijven samen kwam het ge
raamde gemiddelde ondernemersin
komen - dit is de arbeidsopbrengst
plus de vergoeding voor het eigen
kapitaal - in 1982/83 ongeveer 5%
hoger uit dan in 1981/82. Gezien de
inflatie betekent dit geen reeële ver
betering.
In de glastuinbouw is voor alle drie
de bedrijfstypen - glasgroente-, snij
bloemen- en potplantenbedrijven -
in 1982 een daling van zowel de ar
beidsopbrengst als het inkomen ge
raamd. Vooral op de glasgroentebe
drijven was de teruggang sterk.
Op langere termijn bezien is de inko
mensmarge op de agrarische bedrij
ven geleidelijk smaller geworden, na
melijk van ruim 30% van de omzet
rond 1970 tot ruim 20% rond 1980.
Deze versmalling wordt onder meer
veroorzaakt doordat de prijzen van de
produkten achterblijven bij die van de
produktiemiddelen en doordat steeds
meer produktiemiddelen van buiten
het bedrijf worden aangetrokken
6
24 juni 1983
Uien: speculatief, maar een gokje
waard.
daan. Ook de arbeidsbezetting
neemt toe en mogelijk kan hieruit
worden afgeleid dat er meer bereid
heid komt om het bedrijf over te
gaan nemen. Overigens is er nog
steeds sprake van een toenemende
schaalvergroting in de Nederlandse
landbouw.
Jonge mensen
Het LEI gaat een onderzoek instellen
naar de mate waarin jonge mensen,
die buiten de landbouw momenteel
geen emplooi kunnen vinden, mee
werken op het ouderlijk bedrijf.
Daarop heeft het LEI thans geen en
kel zicht. Overigens is uit de gegevens
van de boekhoudingen van de boeren
die bij het LEI zijn aangesloten, tot
nu toe niet gebleken dat meer jonge
mensen op het eigen bedrijf blijven
werken. Maar het zou het LEI niet
verbazen als uit het onderzoek zou
blijken dat dit verschijnsel zich in
sterkere mate zou gaan voordoen.
De inkomensontwikkeling van de agrarische sektor kan in het jaar
1983/*84 aanmerkelijk ongunstiger worden dan van het voorbije
1982/,83. De opbrengstdaling door het slechte voorjaar en de hogere
kosten zullen noch in de melkveehouderij noch in de akkerbouw goed
gemaakt kunnen worden door hogere prijzen. Wel is kompensatie van
de geringere inkomsten goed mogelijk in gebieden waar aardappelen
worden verbouwd omdat de prijzen voor dit vrije produkt goed zouden
kunnen worden. Ook voor de varkenshouderij zijn de vooruitzichten
minder. Deze voorspellingen deed direkteur J. de Veer van het LEI op
een perskonferentie dinsdag 21 juni, ter gelegenheid van de aanbieding
van het Landbouw-Ekonomisch Bericht aan de pers.
politieke kwestie waarover in overleg
oplossingen moeten worden gevon
den.
Arbeid
Ten aanzien van de faktor arbeid
kan worden vastgesteld dat op het
agrarisch bedrijf meer jongeren werk
vinden. Wel neemt het totaal aantal
arbeidskrachten nog af maar minder
snel dan in prognoses van het minis
terie van landbouw eerder zijn ge-
Evenals vorig jaar kwam opnieuw de
overschottenproblematiek ter spra
ke. Volgens drs. J.H. Post, onder
wiens leiding het LEI wordt samen
gesteld bestaat de indruk dat de VS
meer doet aan het bestrijden van die
overschotten dan de EEG. Waar
men de VS rechtstreeks door middel
van o.m. het braak laten liggen van
grond de opbrengsten drukt, wordt
in de EEG een andere weg bewan
deld nl. die van verzwaring van de
medeverantwoordelijkheid en door
het drukken van de garantieprijs. Dit
laatste betekent dat konkreet nog
niet zoveel aan het drukken van de
opbrengsten wordt gedaan. Het is
volgens de heer Post mogelijk dat
hierover op termijn met de VS weer
konflikten zouden kunnen ontstaan.
Het kan niet van één kant komen.
"Overigens, zo voegde de heer J. de
Veer eraan toe, betreft het hier een
Voor sommige bedrijven kunnen de aardappelen dit jaar wellicht voor kompen
satie zorgen.