Suiker Unie heeft goed jaar achter de rug
Minister wil de
muskusrattenbestrijding
decentraliseren
Tijdelijke opleving varkensmarkt
Het jaar 1983 had voor de Suiker
Unie een gunstig verloop. Aldus
voorzitter drs. K.C. van Kempen in
zijn openingswoord bij de dinsdag 21
juni j.l. gehouden jaarvergadering.
De goede financiële resultaten van
boekjaar 1982 stemmen tot tevre
denheid voor Suiker Unie in totali
teit, en zijn tevens gunstig voor de
uitkeringsregeling bij bedrijfsbeëin
diging.
Leden die in 1983 het lidmaatschap
en het akkerbouwbedrijf beëindigen
kunnen rekening houden met een
gereserveerde, gemiddelde winst per
aandeel van 147.00 en dat betekent
een ruime meerprijs voor de aande
len, die lang in het bezit van de leden
zijn geweest.
Opbrengstwaarde boven het miljard
De heer Van Kempen memoreerde
dat de opbrengstwaarde van suiker
en de nevenprodukten voor het eerst
de grens van 1 miljard passeerden,
terwijl aan de bietenleveranciers als
premies en bietenbetalingen ruim
500 miljoen werd uitbetaald.
Op vergelijkbare basis steeg het ex
ploitatiesaldo van 13.6 naar 14.9
miljoen. De niet-uitgekeerde resul
taten van deelnemingen zijn daar
niet inbegrepen. Deze lieten ook een
forse stijging zien, waarbij speciaal
de zaadkwekerijen onder leiding van
Koninklijke Van der Have een be
langrijke bijdrage in de groei lever
den.
Het CSM aandelenpakket
Vrij uitvoerig gin gat heer Van
Kempen in op de transaktie met het
pakket CSM-aandelen. De waarde
hiervan school vooral in het strate
gisch belang. Indertijd was het van
veel betekenis voor de konkurrentie-
positie, doch het strategisch belang is
geleidelijk zo afgezwakt dat hand
having van het CSM-aandelenpak-
ket niet meer nodig werd geacht.
De verkoop van de aandelen lever
den een belastingvrije winst op van
enkele tientallen miljoenen guldens.
Zowel in het bestuur als in de leden
raad is de wens naar voren gekomen
een deel van deze winst aan de leden
ten goede te doen komen.
Het bestuur beraadt zich nog over de
wijze waarop een uitdeling zou kun
nen geschieden. Hierbij is met name
de vraag aan de orde of in de huidige
omstandigheden naast een uitkering
op aandelen ook een extra ledentoe
slag voor op aandelen geleverde bie
ten tot de mogelijkheden behoort.
Gunstige prijs voor nieuwe oogst
verwacht
Vervolgens maakte de heer Van
Kempen enkele opmerkingen over
de bijzondere omstandigheden van
de oogst van dit jaar en de te ver
wachten financiële gevolgen daar
van. Tegenover de stijging van de
bietenprijs doordat waarschijnlijk
slechts A-suiker zal worden gepro
duceerd, staat de druk op de uitbe-
talingskapaciteit, die gezien de rela
tief hoge vaste kosten van een kleine
oogst uitgaat. Zou dit in andere jaren
tot een verlaging van de ledentoeslag
leiden, zo zijn er in 1983 een aantal
positieve faktoren die naar verwach
ting het effekt van een kleine oogst
op de uitbetalingskapaciteit zullen
kompenseren. De overdracht van
30.000 ton C-suiker uit de kampagne
1982 naar het verkoopseizoen
1983/1984 leidt tot een waardestij
ging van deze voorraad die bij "pro
motie" tot B-suiker rond 15 mil
joen beloopt en bij promotie tot A-
suiker tot meer dan 30 miljoen kan
oplopen.
Ook overige eindvoorraden zijn
sinds het afsluiten van de balans -
hoewel veel minder spektakulair - in
waarde gestegen, waarbij met name
gedacht kan worden aan de prijsont
wikkeling van gedroogde pulp en
van de wereldmarktnoteringen voor
suiker, die onder invloed van de
oogstberichten uit Europa en elders
aanzienlijk zijn gestegen met gunsti
ge effekten op onze in voorraad
zijnde, niet overgedragen C-suiker.
De gunstige resultaten bij deelne
mingen in 1982 leiden tot hogere di
videnduitkeringen, terwijl wij verder
verwachten dat 1983 een nagekomen
bate zal kennen door de definitieve
verhoging van de voorraadaftrek
over 1982.
Uit het voorgaande mag dan ook
worden afgeleid, dat naar verwach
ting over de bieten van 1983 een re
latief hoge bietenprijs kan worden
betaald, een en ander uiteraard onder
het voorbehoud dat zich verder geen
bijzondere omstandigheden meer
zullen voordoen.
Dit jaar zal de verwerkingscampagne waarschijnlijk pas eerste helft oktober van
start gaan.
Wereldmarkt
In de afgelopen maanden is de sui
kermarkt flink in beweging geko
men.
Tegenvallende opbrengsten in Cu
ba: droogte in Zuid-Afrika; slechte
weersomstandigheden in Europa
hebben bijgedragen tot een substan
tiële verhoging van de wereldmarkt
prijzen. Het statistisch bureau F.O.
Licht schat voor 1983/1984 een
wereldproduktie van 95 miljoen ton
bij een konsumptie van 96 miljoen
ton. Hierdoor zou de wereldvoor
raad, geschat op 36 miljoen ton, niet
meer toenemen, zelfs licht afnemen.
Gehoopt wordt dat de suikermarkt
thans over het dieptepunt heen is.
Laat begin nieuwe kampagne?
Door het uitzonderlijk ongunstige
voorjaarsweer ziet de situatie in ver
schillende delen van ons land er
somber uit. Er was gesproken van
een sterk verlate uitzaai, welke vaak
moest plaatsvinden onder extreem
moeilijke omstandigheden. Dat be
tekent dat met lage opbrengsten re
kening moet worden gehouden en
met hoge kosten. Bovendien zal een
deel van de voorgenomen uitzaai
niet zijü gerealiseerd. Met name op
een groot deel van de noordelijke
kleigronden is de situatie nog ernsti
ger dan elders.
Een inventarisatie in de afgelopen
week gaf als indruk, dat een uitzaai
van 115.000 - 120.000 hektaren in
plaats van de voorziene oppervlakte
van 126.000 - 128.000 hektaren in
Nederland waarschijnlijk is. De ver
schillen in opbrengst per hektare
zullen dit jaar groot zijn. Veel zal
daarbij afhangen van het weersver-
loop gedurende de rest van het
groeiseizoen. Nu al mogen wij aan
nemen, dat de kampagne later zal
beginnen dan in voorgaande jaren
hot geval was.
Gedacht wordt op dit moment aan
een kampagnebegin in bijvoorbeeld
de eerste of tweede week van okto
ber. Een dergelijk laat begin kan nog
enigermate de opbrengst per hektare
ten goede komen.
Ofschoon het in feite nog te vroeg is
om iets te zeggen over de te ver
wachten suikeropbrengst, zal vol
gens een eerste voorzichtige benade
ring het A-quotum (690.000 ton om
vattend) wellicht niet geheel gevuld
zal worden. Deze benadering stoelt
dan op de eerdergenoemde uitzaai
en op een gemiddelde hektare-op-
brengst van rond 40 ton en een wit-
suikerrendement van 14 procent.
Met nadruk stelde de heer Van
Kempen er op te rekenen dat het
oogstjaar 1983 niet zal meetellen bij
het vaststellen van de referentie voor
de toekomstige quotum verdeling,
omdat dit hoogst onrechtvaardige
konsequenties zou kunnen hebben.
Minister Smit-Kroes van Verkeer en Waterstaat vindt, dat de bestrij
ding van de muskusratten onder eerste verantwoordelijkheid van de
provincies moet geschieden. De provincies moeten onderling de af
stemming van het beleid regelen. Het rijk wil voor de bestrijding geld
beschikbaar stellen naar evenredigheid van de bovenprovinciale en
nationale belangen.
Dit schrijft de minister mede namens
haar ambtgenoot van Landbouw en
Visserij in een brief aan het Inter
provinciaal Overleg voor Waterbe
heer. In deze brief doet zij voorstel
len voor een nieuwe organisatie en
financie ingsstruktuur voor de mus
kusrattenbestrijding. Volgens deze
voorsteilen blijft het Rijk verant
woordelijk voor de eisen die aan de
bestrijding worden gesteld en voor'
de methoden en middelen bij de
bestrijding alsmede het onderzoek
daarnaar.
Tot nu toe komen de gelden die no
dig zijn voor de totale muskusrat
tenbestrijding in ons land groten
deels voor rekening van het ministe
rie van Verkeer en Waterstaat. Dit
jaar staat daarvoor 7,4 miljoen gul
den op de begroting. Thans is de
uitvoering van de bestrijding van
muskusratten opgedragen aan de
Direktie Faunabeheer van het mi
nisterie van Landbouw en Visserij.
Minister Smit-Kroes vindt, dat de
provincies en de waterschappen een
grotere bijdrage moeten leveren aan
de bestrijding. Zij vindt het redelijk
dat de provincies en de waterschap
pen in de voor muskusratten kwets
bare gebieden twee-derde van de
kosten dragen en het rijk de rest.
Provincies en waterschappen hebben
immers voor het grootste deel de
kwetsbare waterkeringen in beheer.
Het is dus voor hen van het grootste
belang, schade hieraan zoveel mo
gelijk tegen te gaan.
In de weinig kwetsbare gebieden,
dient evenals in de grensgebieden
aanzienlijk meer bestrijdingskapaci:
teit te worden ingezet dan uit een
oogpunt van regionaal belang nodig
is.
In die gebieden vindt immers de
doorstroming van de muskusratten
plaats naar de kwetsbare waterrijke
gebieden. De minder kwetsbare ge
bieden vallen ruwweg samen met de
hoge gronden die bij afwezigheid
van waterkeringen niet aan over
stroming onderhevig zouden zijn.
Om het de provincies in die gebieden
mogelijk te maken om de uit een
landelijk oogpunt gewenste bestrij
ding uit te voeren, stelt de minister
voor de kosten van de bestrijding
daar vrijwel geheel voor rekening
van haar departement te nemen.
De kosten per muskusrattenvanger
bedragen 60.000,tot 70.000,- per
jaar. Er opereren thans in het hele
land ruim 200 vangers in vast of tij
delijk dienstverband en ca. 250 zoge
naamde premievangers.
Dit jaar allemaal A suiker?
24 juni 1983
Produktschap voor vee en vlees
Bij de bespreking van de marktsitua
tie heeft de secretaris van het Pro
duktschap voor Vee en Vlees drs.
S.B.M. Jongerius erop gewezen dat
de lichte opleving van de varkens-
markt slechts tijdelijk zal zijn. In de
openbare bestuursvergadering van dit
schap wees hij erop dat deze opleving
vooral verband houdt met het gerin
gere aanbod (tijdelijk) van slacht-
varkens uit de Gelderse Vallei.
Het aanbod is daardoor wat kleiner
en de oplopende markt in Duitsland
(daardoor?) gaf aanleiding tot wat
hogere prijzen die de slachterijen be
reid (gedwongen) zijn te betalen.
Het tijdelijke van deze opleving
plaatste Jongerius vooral tegen de
achtergrond van de grote hoeveelhe
den varkensvlees die in de Gemeen
schap zijn opgeslagen in het kader
van de particuliere opslagregeling. In
de discussies over de marktsituatie
werd dit grote kwantum weer gere
lativeerd. Immers, hoe groot het
kwantum dan ook moge zijn, het is
toch maar 0.5% tot 1% van de totale
varkensvlees produktie in de Ge
meenschap. Als we ons kwaad ma
ken, aldus Louis de Wijze, etefi we
dit in een week gemakkelijk op.
Sinds Pinksteren daalden in Neder
land de prijzen van de onderdelen,
doch deze week trokken de prijzen
weer iets aan. Het biggenaanbod is
wat ruimer. Prijzen zijn tamelijk sta
biel op een niveau van rond ƒ116 per
stuk.
Slachtrundermarkt
De slachtrundermarkt was oplo
pend, doch in de week tot 26 mei
liepen de prijzen, afgaande op de
EUROP-noteringen toch weer iets
terug, voor stieren zowel als voor
koeien. In mei was de aanvoer op de
grote veemarkten 2% kleiner dan in
vorig jaar. Dat betekent dat er in mei.
ondanks het slechte weer, geen gro
tere uitstoot heeft plaats gevonden.
In de Gemeenschap wordt wekelijks
meer dan 10.000 ton door de inter
ventiebureau^ overgenomen. Het is
een situatie die opnieuw tot grote
bezorgdheid leidde. Dat bij een krap
voorziene markt er nog steeds zo
grote hoeveelheden ingeleverd wor
den, die later tegen een weggeëfprijs
geloosd moeten worden. Voor nuka's
liepen de prijzen bij lager aanbod.
De markt voor vette kalveren is vrij
stabiel, met licht oplopende prijzen
voor karkassen en achterspannen.
Wolvee
Voor wolvee en vooral voor slacht-
lammeren liepen in mei de prijzen
wat op, doch door een wat moeilijker
exportsituatie was er weer een licht
afbrokkelen van de prijzen sprake tot
rond 11,— voor lammeren.
15