KNLC kommentaar
Voorstellen nieuwe Pacht
normen voor Landbouwschap
onaanvaardbaar
Deregulering
over geld
en goed
Grondbank wordt opgeheven
Boereninkomen
moet omhoog
Premieregeling
zoogkoeienbestand
In het vorige artikel hebben we gezien
dat er in het lie leerjaar nog een ge
deeltelijke leerplicht is van tenminste
2 dagen per week.
Een uitzondering wordt gemaakt in
dien de leerplichtige deelneemt in een
leerlingstelsel.
Wat is dat, het leerlingwezen?
Het leerlingwezen is een vakoplei
ding voor jongeren van 16 tot 27 jaar.
De opleiding bestaat uit een prak
tisch gedeelte op een leerbedrijf (dat
kan ook het ouderlijk bedrijf zijn) en
een theoretisch gedeelte op een vak
school.
In ons werkgebied zijn dat voor de
land- en tuinbouw de scholen in Ka-
pelle, Etten-Leur, Gorinchem,
Schijndel, Breda, Vught en Eindho
ven. De keuze van de school hangt af
van de richting. Zo is voor de akker
bouw de school in Kapelle de enige
mogelijkheid.
De duur van de opleiding hangt af
van de gekozen richting. Voor de
akkerbouw duurt het 2 jaar. In die
twee jaar gaat men 1 dag per week
naar school. Voor de overige 4 dagen
moet een leerovereenkomst gesloten
worden met de werkgever op het
leerbedrijf (patroon). Het werk
wordt begeleid door een konsulent.
De patroon moet de leerling gele
genheid geven zijn leerprogramma
op bedrijf en school uit te voeren. De
leerling moet een werkboek bijhou
den.
Meestal is ook een' bezoek aan een
praktijkschool in de opleiding opge
nomen. De kosten van de opleiding
varieren, afhankelijk van de richting
die gekozen wordt.
Toegelaten kunnen worden jongeren
van 16 tot 26 jaar met een lagere be
roepsopleiding of een M.A.V.O.-op
leiding. De opleiding wordt afgeslo
ten met een examen voor het diplo
ma vakbekwaamheid.
Subsidieregeling
Om deze opleidingen te stimuleren
bestaat er een subsidieregeling, nl. de
Bijdrageregeling Vakopleiding
Jeugdigen. Voor het schooljaar 1983
- 1984 zal deze regeling uitgevoerd
worden door de betrokken vakscho
len. De regeling geldt ook voor de
land- en tuinbouw. Als in het kader
van het leerlingstelsel de zoon of
dochter op het eigen ouderlijk be
drijf komt werken kan er ook gebruik
van gemaakt worden. Natuurlijk ook
als u een andere deelnemer in dienst
neemt. De voorwaarden zijn o.a. dat
er naast de leerovereenkomst een
arbeidsovereenkomst afgesloten
wordt voor minimaal 15 uren per
week. Voor het leerlingstelsel akker
bouw dus voor 4 dagen. Verder moet
het minimum jeugdloon uitbetaald
worden over de gewerkte uren. De
regeling geldt alleen voor jeugdigen
die jonger zijn dan 23 jaar bij de
aanvang van de opleiding. De hoogte
van de subsidie is momenteel nog
niet bekend, maar zal ongeveer lig
gen tussen 3.000,en 4.000,— per
leerjaar. Waarschijnlijk zal er nog
een toeslag gegeven worden bjj het
opleiden van meisjes voor traditio
neel mannelijke beroepen.
Verder nog een toeslag indien er
sprake is van gemeenschappelijke
opleidingsaktiviteiten. Daarbij valt
te denken aan een samenwerkings-
kombinatie die samen iemand oplei
den. Hoe de regeling er voor de land
en tuinbouw er precies uit zal gaan
zien is nog niet bekend. Informeert u
eind juni maar eens bij de betrokken
vakscholen.
Houdt u bij de keuze of de subsidie
aangevraagd gaat worden rekening
met de kinderbijslag. Doordat de
jongere inkomen krijgt kan de kin
derbijslag wel eens minder worden.
Informeer daarom vooraf bij uw
voorlicht(st)er of boekhouder.
J. van Wijck
Het Landbouwschap gaat niet akkoord met de onlangs door staatsse-
kretaris Ploeg van Landbouw voorgestelde verhoging van de pacht
normen. Het schap is bereid een verhoging van de basispacht te ak-
septeren van 12 procent voor de rivierkleigebieden en van 8 procent
voor de overige grondsoorten. Dat is aanzienlijk minder dan de 15
procent voor alle gronden die de staatssekretaris heeft voorgesteld.
Het Landbouwschap is het evenmin
eens met de toeslagen en aftrekken
voor ontsluiting, waterhuishouding
en verkaveling die de staatssekretaris
wil toepassen. Deze komen neer op
een verhoging met circa 25 procent.
Het Landbouwschap vindt dat de
toeslagen en aftrekken voor de zee
kleigronden geen wijziging behoeven.
Voor de overige gronden kunnen de
toeslagen en aftrekken voor ontslui
ting met 5,— per hektare en die
voor de waterhuishouding en verka
veling met 10,— per hektare wor
den verhoogd, zo heeft het Land
bouwschap aan de staatssekretaris
geschreven.
Tenslotte gaan ook de voorstellen
van de bewindsman inzake de ver
hoging van de normen voor de be
drijfsgebouwen het Landbouwschap
te ver. De staatssekretaris gaat uit
van een verhoging met 17 procent
voor de gebouwen op akkerbouwbe
drijven en met 20 procent voor die op
veehouderij- en gemengde bedrij
ven. Het Landbouwschap stelt voor
de pachtnormen voor de bedrijfsge
bouwen op akkerbouwbedrijven met
10 procent en die voor veehouderij
en gemengde bedrijven met 15 pro
cent te verhogen.
Het Landbouwschap heeft hierbij in
aanmerking genomen dat het aan
deel van de eigenaarslasten in de
maximum pachtwaarden voor be
drijfsgebouwen op veehouderijbe
drijven hoger is dan op akkerbouw
bedrijven. Dit mede als gevolg van
de inrichting van stallen e.d. De
pachtprijsvaststelling van agrarische
woningen dient naar het voorstel van
het Landboowschap ongewijzigd te
blijven.
Het Landbouwschap heeft zich op
het standpunt gesteld dat het ex
treem natte voorjaar geen reden is
om niet tot verhoging van de pacht
normen over te gaan. De aanpassing
van de pachtnorm houdt in belang
rijke mate verband met de reeds in
17 juni 1 983
het verleden plaatsgevonden stijging
van de eigenaarslasten. Verder heb
ben van het weer niet alleen pacht
bedrijven maar ook eigenaarsbedrij-
ven te lijden. Tenslotte bevat de
pachtwet een bepaling dat de pachter
aanspraak kan maken op verminde
ring van de pachtprijs, als de op
brengst van het bedrijf aanzienlijk
minder is dan bij het aangaan van de
pachtovereenkomst te verwachten
was.
Het Landbouwschap vraagt voorts de
minister een studie te verrichten over
de mogelijkheid dat de verpachter de
stijging van de waterschapslasten of
een deel hiervan direkt mag doorbe
rekenen aan de pachter. De stijging
van deze lasten varieert sterk in de
praktijk. Bij doorberekening van de
gemiddelde stijging in de pachtnor
men kan met deze verschillen geen
rekening worden gehouden.
In aansluiting op het regeerakkoord
hebben de ministers van Economische
Zaken en Volkshuisvesting, Ruimte
lijke Ordening en Milieubeheer een
concept-aktieprogramma deregule
ring Ruimtelijke Ordening en Mi
lieubeheer aan een reeks organisaties,
waaronder het Landbouwschap, ter
becommentariëring voorgelegd.
Het is de bedoeling dat het definitieve
aktieprogramma nog voor het zomer
reces aan het parlement zal worden
aangeboden. Dat richt zich op een
drietal hoofdonderwerpen:
vergunningenproblematiek;
bestaande regelwetgeving;
regelwetgeving die nog in voorberei
ding is.
Belangrijk is dat de aandacht zich
vooral koncentreert op wettelijke
voorschriften voor het bedrijfsleven en
dat uitgegaan wordt van de belang
rijkste knelpunten die in de praktijk
gesignaleerd zijn. Ook wordt gekeken
of de doelstelling van een achttal ont
werpen van wet niet op een voor het
bedrijfsleven minder nadelige wijze
bereikt kunnen worden. (Het gaat
ondermeer om de wetsontwerpen Mi
lieu -effectrapportage, Mi lieu ge voor
lijke stoffen, Bodembescherming,
Wijziging Wet op de Ruimtelijke Or
dening en dergelijke.) Terecht overi-
Iedere dag is via radio, televisie en
dagblad te vernemen dat de sociale
zekerheid onbetaalbaar is geworden.
En het is ook geen wonder als men de
bedragen hoort die ermee gemoeid
zijn. Bij de invoering van de Alg. Bij
standswet in 1965 werden de uitgaven
per jaar begroot op 400 miljoen gul
den. Maar in 1981 werd via deze wet
7300 miljoen gulden uitgegeven.
De A.W.B.Z. werd in 1968 ingevoerd
en de jaarlijkse uitgaven werden toen
geraamd op 700 miljoen gulden ter
wijl de uitgaven in 1981 waren op
gelopen tot 7500 miljoen gulden. Bij
de W.A.O. ingevoerd in 1967 werd in
dat jaar 230 miljoen gulden uitgege
ven met het resultaat dat in 1981
8900 miljoen gulden moest worden
uitgekeerd. Ook de W.W.V. uitke
ringen zijn opgelopen van 110 mil
joen gulden in 1972 tot 11000 mil
joen gulden in 1982.
De kosten van de gezondheidszorg
bedragen heden alleen al 32000 mil
joen gulden.
Dat het zo niet kan doorgaan be
grijpt iedereen maar wie, waar en
hoe moet worden ingeleverd daar zal
men het niet snel over eens worden.
Dagelijks worden wij gekonfron-
teerd met aangekondigde bezuini
gingen.
Ziekenfonds: eigen bijdrage van
2,50 per uitgeschreven recept.
A.W.B.Z.: eigen bijdrage verhoogd
tot max. 1.350,— per maand.
Minimum jeugdloon: zullen moge
lijk worden gekort met 10%.
R.W.W.: werkloze schoolverlaters
van 16- en 17 jaar krijgen geen uit
kering meer.
W.W.V.werkloze jongeren beneden
23 jaar krijgen geen uitkering meer
ingevolge deze wet, maar via
R.W.W. (lagere uitkering).
A.K.W. afschaffing recht op kinder
bijslag voor de kinderen die het
huishouden mede verzorgen.
Huursubsidie: Inkomen van man/
vrouw/partner en inwonende kinde
ren worden bij elkaar geteld ter be
paling van de hoogte huursubsidie,
enzovoorts.
De eerste stappen zijn gezet, maar er
zullen nog vele moeten volgen willen
we het mooie bouwsel van zekerheid
overeind houden.
A. Michaël
De Grondbank wordt opgehe
ven. Minister Braks (landbouw)
heeft dat donderdagmorgen
meegedeeld tijdens een monde
ling overleg met leden van de
landbouw-commissie uit de
tweede kamer. Onderwerp van
gesprek waren de bezuinigingen
tot een bedrag van 132 miljoen
gulden op landbouw. Minister
Braks liet blijken verdere bezui
nigingen niet uit te sluiten. Het
hanteren van de zogenoemde
'kaas-schaafmethode' - het hier
en daar bijeenschrapen van be-
zuinigingsgelden noemde hij niet
voldoende. Bij volgende bezuini
gingen zal, zo meent hij, gedacht
moeten worden aan het afstoten
van taken. In dit verband noemde
hij de opheffing van de grond
bank. In het overleg werd verder
van gedachten gewisseld over de
toekenning van werkgelegen
heidsgelden (tot een bedrag van
175 miljoen gulden) voor de sec
toren bosbouw, landinrichting,
natuurbehoud en openluchtre
creatie. De verdeling van het to
taal-bedrag staat nog niet defini
tief vast, zo deelde minister Braks
mee. Een van de belangrijkste
criteria voor de toekenning van
de werkgelegenheidsgelden is de
snelheid van uitvoering van het
project. Ook de regionale verde
ling wordt daarbij in acht geno
men, zo werd meegedeeld.
Ondernemers die zich hebben ge
specialiseerd in de produktie van
kwaliteitsrunderen, kunnen van 15
juni tot en met 30 september 1983
wederom een premie aanvragen op
grond van de EG-premieregeling
aanhouden zoogkoeienbestand. De
premie bedraagt dit verkoopseizoen
41,— per zoogkoe.
Aanvragen kunnen worden inge
diend bij de Districtsbureauhouder
(DBH) van de Stichting tot Uitvoe
ring van Landbouwmaatregelen, op
een daarvoor bestemd formulier dat
ter plekke verkrijgbaar is.
De regeling, die in 1980 voor het
eerst is toegepast, heeft tot doel het
inkomen van de betreffende onder
nemers op een redelijk peil te hou
den.
gens merken beide ministers op dat
niet alleen vereenvoudigen van de re
gelwetgeving der Rijksoverheid nood
zakelijk is, maar ook de lagere over
heden zich in dit kader kritisch dienen
te bezinnen.
Voor de land- en tuinbouw kan het nu
in gang gezette proces van deregule
ring van uitermate groot belang zijn.
Het gaat daarbij om de gevolgen van
vaak zeer gedetailleerde en voor een
leek onleesbare bestemmingsplannen,
bouwvoorschriften, aanlegvergunnin
gen en het welstandstoezicht en niet in
de laatste plaats om het funktioneren
van de hinderwet geving. Wie overi
gens het bijna 150 pagina's tellende
koncept-aktieprogramma doorneemt,
zal al gauw tot de konklusie komen
dat het nog wel enige tijd zal vergen
voor dereguleringseffekten werkelijk
goed merkbaar worden. Het gaat im
mers om een zeer ingewikkelde ope
ratie, waarbij in feite heel wat heilige
huisjes binnen een regelend volkje als
we nu eenmaal zijn, zullen moeten
worden afgebroken. Daarbij zal voor
al veel doorzettingsvermogen en
standvastigheid van de betrokken mi
nisters gevraagd worden. We zouden
overigens al een heel eind op de goede
weg zijn indien een ieder die bezig is
met het op een of andere manier uit
voeren of begeleiden van onze gehele
regelwetgeving, zich regelmatig zou
afvragen wat het nut van betrokken
regels, dan wel voorschriften nu wer
kelijk is. Het is ook zeker nodig dat er
daarnaast een wat realistischer belan
genafweging gaat plaatsvinden, zodat
bijvoorbeeld agrarische bedrijven niet
zo maar door later tot standgekomen
nabije woonbebouwing in de proble
men kunnen worden gebracht. Of dat
volstrekt overbodige en onnodig kos
tenverhogende voorwaarden worden
gesteld (zoals in het kader van wel
standstoezicht of bij geluidsoverlast
regelmatig het geval is). Al met al ho
pen we dat dit nu in gang gezette de
reguleringsproces in elk geval zal lei
den tot een samenleving, waarin ook
de agrarische ondernemer wat minder
in een keurslijf val veelal niet-passen-
de regels en voorschriften wordt ge
drongen. Het partikulier initiatief
moet weer meer kansen krijgen.
Luteijn
Het europees parlement vindt dat het
inkomen van landbouwers omhoog
moet. Dit omdat hun inkomen meer
dan dat van andere werknemers wordt
getroffen door inflatie. Een rapport
van de europese commissie uit 1982
waarin wordt gezegd dat een hoger
inflatiepercentage dan het gemiddel
de niet is samengegaan met een min
der dan gemiddelde groei van het
landbouwinkomen, werd woensdag in
Straatsburg door de europarlementa
riërs als onjuist van de hand gewezen.
Zij stellen voor landbouwbedrijven
minder kwetsbaar te maken door
rentesubsidies om kosten van lenin
gen en investeringen te verlagen, be
lastingvermindering aan ernstig door
inflatie getroffen regio's en een bij
drage uit het europees oriëntatie- en
garantiefonds voor de landbouw in
kosten van vervoer, opslag, veevoe
der en bodemverbetering. Christen
democraten stelden dat wel gepraat
kan worden over een gemiddelde in
komensstijging voor boeren van 8,6
procent maar dit betekent 24 procent
stijging in Denemarken en 0,5 pro
cent stijging in Ierland. Bovendien,
zo betoogden Franse socialisten,
mag het boereninkomen in 1982 met
gemiddeld 16 procent gestegen zijn,
van 1974 tot 1981 is het gemiddeld
met 30 procent gedaald. De europese
commissie verantwoordelijk voor
landbouw, de Deen Poul Dalsager,
wees de konklusies van het parle
ment van de hand. Hij noemde het
inflatiepercentage een van de vele
invloeden op het boereninkomen.
Het dagelijks bestuur van de EG.
heeft volgens hem ook nooit beweerd
dat inflatie geen invloed uit zal oefe
nen. -