Hoge kosten op akkerbouwbedrijf moeten goedgemaakt door hóge geldelijke opbrengsten" Konsulent ir. L.Th.J.M. de Wit: Bezichtiging proefboerderij "Rusthoeve" in 1983 99 Het gebruik van de kultuurgrond Van de totale oppervlakte kultuurgrond in Zeeland (126.000 ha) wordt ruim 8% (104.500 ha) beteeld met akkerbouwgewassen, uien en vollegrondsgroentegewassen. Zeeland mag dus zonder meer als een akker- bouwprovincie worden aangemerkt. Het Zeeuwse bouwplan, het totaal van de "akkerbouwgewassen, uien en volleveldsgroentegewassen, omvat meer dan elders in Nederland naast aardappelen, granen en suikerbieten een grote verscheidenheid aan andere gewassen. Van het totale graszaadareaal in Nederland ligt bijvoor beeld 32% in Zeeland. Wanneer we het graszaadareaal in het zuidwestelijk kleigebied bekijken omvat dit zelfs 57% van het Nederlandse areaal. De peulvruchten, die vanouds in Zeeland met name in Zeeuws- Vlaanderen worden geteeld, genieten de laatste tijd weer duidelijk meer belangstelling dan enkele jaren terug. Een voor het Zuidwesten zeer belangrijk gewas dat zeker moet worden genoemd is uien. Van de Nederlandse uien wordt qua oppervlakte 34% geteeld in Zeeland, in het Zuidwesten in totaal 53%. Vruchtwisselingsaspekten (ziekten) De spreiding in gewassen geeft de mogelijkheid voor een gezond bouwplan zonder veel vruchtwisse- lingsziekten. Het zal echter voor de bietetelers duidelijk zijn dat we moeilijk om de bietemoeheid heen kunnen. De besmetting komt alge meen voor. Menige teler, in het ver leden soms door hoge bieteprijzen aangemoedigd om het areaal suiker bieten uit te breiden, is inmiddels overgestapt op een ruimere vrucht wisseling. Anderen zijn (nog) niet zo ver maar houden, door het laten ne men van grondmonsters ten behoeve van het bietecysteaaltjesonderzoek, nauwkeurig de vinger aan de pols. Meer grondonderzoek is echter wel gewenst, of zou iedereen weten hoe zwaar de besmetting is op de peulen waar nu bieten staan? Wanneer op basis van de uitslag van het grondonderzoek een grondont- smetting wordt uitgevoerd moet dit wel zo goed mogelijk gebeuren. In enkele publikaties van de voorlich tingsdiensten van zowel overheid als bedrijfsleven werd en wordt gewezen op de noodzaak om de uitvoering van de ontsmetting zo goed mogelijk te laten verlopen: Hoe dat kan in si tuaties met en in situaties zonder groenbemesting in de graanstoppel wordt toegelicht in de stand 20 van het CAR in hal C. Belangrijk is dat er een goed samenspel is tussen de bie teteler, die kan zorgen voor een goe de voorbereiding, en de loonwerker, die kan zorgen voor de juiste uitvoe ring van de werkzaamheden. Alleen door dit samenspel is een goed re sultaat te verwachten van deze toch niet zo goedkope oplossing. Hoge kosten, dus hoge opbrengsten Wanneer we de kosten gemaakt op een gemiddeld akkerbouwbedrijf in Zeeland om gaan rekenen voor het totale Zeeuwse akkerbouwgebeuren dan blijkt dat daarin ieder jaar veel geld omgaat. Voor de aanschaf van werktuigen wordt jaarlijks ongeveer 50 miljoen uitgegeven, voor be mesting 44 miljoen. Voor zaaizaad en pootgoed bedragen de jaarlijkse uitgaven 37,5 miljoen terwijl aan gewasbeschermingsmiddelen 34 miljoen wordt besteed. Samen vor men ze een belangrijk gedeelte van de totale bedrijfskosten waartoe ook het werk van derden (o.a. loonwerk), de grondlasten, het onderhoud van gebouwen en werktuigen, enz. beho ren. Tegenover hoge kosten moeten hoge geldelijke opbrengsten staan om het hoofd boven water te houden. Iets wat in 1983 zowel letterlijk als fi guurlijk niet eenvoudig blijkt te zijn. Toch is een dergelijke opmerking daarom niet minder zwaar. We wor den alleen nu wel erg hard met de feitelijke waarheid geconfronteerd. Hoge opbrengst Hoe wordt in het algemeen een hoge geldelijke opbrengst bereikt? Dat is enerzijds afhankelijk van de kg-op- brengst en anderzijds van de prijs. Soms wordt de prijs sterk bepaald door het spel van vraag en aanbod. In het algemeen wordt de prijs echter sterk bepaald door de kwaliteit van het produkt, zeker wanneer dit op de vrije markt via export moet worden verkocht. In het seizoen 1982/'83 is via de kijk- en praatbijeenkomsten over aardappelen nog eens extra ge wezen op een aantal punten rond de teelt, de kwaliteit, en de bewaring. Een goede bewaring is een van de dingen waarmee een aardappelteler de kwaliteit van het goed geoogste produkt in stand kan houden. Een aantal aspekten van de bewaarme thoden en de nieuwe mogelijkheden in de sektor van de meet- en regel- apparatuur zijn toen niet of nauwe lijks aan de orde gesteld om louter uitvoeringstechnische zaken. Tijdens de Z.L.M.-Manifestatie zal hieraan in de stand van het CAR aandacht worden besteed. De geldelijke opbrengst van uien, een zoals gezegd voor het Zuidwes ten belangrijk gewas, zal in de toe komst duidelijker dan voorheen worden bepaald door de kwaliteit nu hiervoor een nieuwe regeling is ge maakt. Het is zaak voor de Zeeuwse en Zuidwestelijke uienteler om re kening te houden met de mogelijk heden om een kwalitatief hoogwaar dig produkt te leveren. Het inspelen op de oogstmethode met een korte veldperiode is daarvan een belang rijk onderdeel. Het gebruik van de computer De computer gaat in de landbouw op steeds meer terreinen een rol mee spelen. Het betreden van een nieuw terrein gaat vaak geleidelijk maar is soms zeer opvallend. Meestal blijft het gebruik van de computer op de achtergrond zoals bij het opstellen van adviezen naar aanleiding van het grondonderzoek. In een aantal ge vallen is de akkerbouwer aktief be trokken bij het gehele gebeuren en komt het gebruik van de computer op de voorgrond. Met twee van der gelijke systemen in de akkerbouw kan de bezoeker van de Z.L.M.-ma- nifestatie nader kennis maken. Dat is in de eerste plaats het begelei dingssysteem voor de bestrijding van ziekten en plagen in wintertarwe be kend onder de naam Epipré. Velen kennen dit systeem reeds omdat ze er een of meer jaren als deelnemer bij betrokken zijn geweest. Tijdens de manifestatie is te zien op welke wijze de gegevens worden ingevoerd en welk advies, dat daarop is gebaseerd, aan de teler wordt gegeven. In de tweede plaats is er te zien op welke wijze grote bedrijfsaanpassin- gen en hun gevolgen voor het bedrijf worden doorgerekend met behulp van een aantal modellen. Op dit moment zijn er 3 modellen beschikbaar: Ak kerbouw I, Akkerbouw II en Volle- grondsgroenten I. Het gaat hierbij om bedrijfsekonomische adviserin gen waarvan via een video-beeld en toelichting door de makers van de modellen (medewerkers van het PAGV) een indruk kan worden ver kregen. Voorlichting na de vaktechnische or ganisaties De vaktechnische organisaties be staande uit de Verenigingen voor Be drijfsvoorlichting en de Studieclubs nemen een belangrijke plaats in bij het geven van voorlichting aan de landbouwers in Zeeland. Zij worden in de gelegenheid gesteld om voor stellen voor onderzoek te doen en kunnen op die wijze mede bepalen welk onderzoek er zal worden uitge voerd op hun proefboerderijen. De resultaten die uit dat onderzoek ir. L. Th.J. M. de Wit worden verkregen, worden via de jaarverslagen van de proefboerde rijen verspreid onder de leden van deze organisaties. Daarnaast ont vangen de leden regelmatig brochu res en vlugschriften. In gespreks- en studiegroepen van deze vaktechni sche organisaties wordt ingegaan op het complex van teeltmaatregelen en worden onderlinge ervaringen uitge wisseld. Via deze groepen kunnen de resultaten van nieuwe teeltmaatre gelen „uitstralen naar alle bedrijven. Wij hopen dat dit ook in de toekomst kan blijven doorgaan. Velen zullen hun steentje bijdragen om de bezoekers van de Z.L.M.-ma- nifestatie kennis te laten maken met de ontwikkelingen op het terrein van de akkerbouw. Het is aan de bezoeker er datgene van mee te nemen wat in zijn bedrijfssituatie past om er in de periode na de manifestatie zijn voor deel mee te doen. De konsulent, ir. L.ThJ.M. de Wit Ondanks de grote regenval en sterke stagnatie in de werkzaam heden kunnen wij U een volledig programma aanbieden, zij het dat de zaai- en pootdata sterk wisse len. Enkele proeven zijn mislukt door vogelschade zodat goed op tijd gezaaide erwten en graan weer overgezaaid moesten worden on danks alle moeite van plaatsing van afweerapparatuur voor dui ven/fazanten e.d. Als proefobjekt zijn geplaatst: I een knalapparaat II een knalapparaat z.g. "Raz- zo" die bij iedere knal een plastik flap (moet een roofvo gel voorstellen) langs een paal naar boven schiet, welke dan weer langzaam naar beneden glijdt (is bij veel wind erg kwetsbaar) III een vogelverschrikker geba seerd op geluidsignalen z.g. "Horifon" Onze konklusie is dat het ene ap paraat wat meer effekt heeft dan het andere, maar na enkele dagen neemt het effekt sterk af maar is nog altijd beter dan niets doen. De dure apparatuur lijkt niet beter dan de goedkope apparatuur. Een ondersteuning van deze apparaten door jagers lijkt beslist noodza kelijk om de produkten onge- gestoord te laten groeien. Naast bovengenoemde kunt u verder nog kennis nemen van proeven in de gewassen: Wintertarwe - rassenproeven (3x) - fusarium-/blad- en aarziek- tenbestrijding - teeltsystemenproef (zaai zaad /stikstof) - tripsbestrijding - effekt van grondontsmetting voor suikerbieten in 1982 op nateelt tarwe in 1983. Wintergerst rassen; meeldauw en netvlek- kenziektebestrijding. Zomergerst - rassen; effekt trekkersporen (enkellucht/dubbel- lucht/kooiwielen) op groei en opbrengst. Graszaad (veldbeemd, rood- zwenk en Engels raai) - stikstof; verjonging tweede jaars; bevordering van uit- stoeling; groeiregulatoren; ef fekt bestrijdingsmiddelen op de opbrengst. Erwten - rassen; effekt stikstof; zaai- zaadhoeveelheden gezaaid met precisie- en nokkenrad- zaaimachine; schimmel- en voetziektebestrijdingsproe- ven; effekt met mangaanbe- strijding. Vlas - rassen (lx oude oogstmetho de; 1 x Franse oogstmethode) - moderne oogstmethoden (vergelijking maaidorsen op land en maaidorsen van ge trokken bolletjes in de schuur). Teunisbloem - onkruidbestrijding Bruine bonen - relatie stikstof-/zaaizaadhoe- veelheden De proefboerderij "De Rusthoeve" waar de heer Ebbens de bezoekers met meestal een kopje koffie verwelkomt. Knolselderij invloed stikstofhoeveelhe- den/tijdstippen op opbrengst en bewaring Uien - zaaizaadhoeveelheden (ge woon en pillenzaad), on kruidbestrijding Snijmais - effekt van schoffelen/frezen op opbrengst Aardappelen - rassen; planttijden; stikstof deling; grondbewerking ex tensief/intensief; smalle en brede ruggenopbouw; ver schillen tussen rugopbouw met kappen (4 merken) en aanaarders (1 merk); groei verloop. Suikerbieten - onkruidbestrijding (waarbij zo mogelijk bestrijding door middel van afbranden); voor komen van verslemping. Van deze proeven ligt op de proefboerderij waar u uw bezoek kunt aanmelden bij de bedrijfs leider A.G. Ebbens, telefonisch te bereiken op 01199 - 363 (b.o.e. 253). Tevens is er een expositie omtrent aardappelbewaring/mechanisa tie. Tot ziens op de proefboerderij "Rusthoeve", Noordlangeweg42, Colijnsplaat. De bedrijfsleider, A.G. Ebbens. 17 juni 1983 manifestatiebijlage 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 31