Landbouwprijzen 1983/84 vastgesteld Landbouwschap opgelucht over akkoord EG- landbouwprijzen EG-Raad van Ministers (landbouw) De Raad van Ministers (landbouw) van de Europese Gemeenschappen heeft in de ochtend van 17 mei 1983 een akkoord bereikt over de prijzen voor het verkoopseizoen 1983-1984 en de daarmee in verband staande maatregelen. Wel heeft Italië nog niet definitief zijn instemming gegeven. Dit land zal nog heden uitsluitsel geven. Het is de bedoeling dat de beslissingen per 23 mei a.s. van kracht worden. De prijsaanpassingen in Europese Rekeneenheden (ECU) komen ge middeld neer op een verhoging met ruim 4%. Volgens ramingen van de Commissie zullen de konsumentenprijzen voor levensmiddelen in de EG met gemiddeld minder dan 2% stijgen. Dit leidt tot een verhoging van de kosten van levensonderhoud met ongeveer 03%. Voor Nederland zijn de gevolgen van de prijsbesluiten en de getroffen agrimonetaire maatregelen in gul dens als volgt: voor melk en zuivelprodukten beloopt de toename 1,5% -• (in ECU 2,3%); voor tarwe van minimum bak- kwaliteit 1,3% (in ECU 2,5%); voor suiker 2,3% (in ECU 4%); voor de meeste andere produkten bedraagt de verhoging circa 3,8% (in ECU 5,5%). Ons levensmiddelenpakket wordt over het hele jaar gerekend circa 0,9% duurder. De kosten voorgons levensonderhoud nemen hierdoor toe met circa 0,1%. De extra belasting van het EG-bud- get voor 1983 wordt geraamd op 435 min ECU. Voor 1984 wordt deze be lasting geschat op 810 min ECU. Agrimonetaire maatregelen Het Monetair Compenserende Be drag (MCB) van Nederland wordt afgebroken met 2,65%, met dien verstande dat deze vermindering voor melk en zuivelprodukten 1,85% bedraagt, en voor granen 2,25%. Te vens is afgesproken het resterende gedeelte van de afbraak (d.w.z. bij melk en zuivelprodukten 0,8% en bij granen 0,4%) met ingang van het prijsjaar '84-'85 alsnog te realiseren. De MCB's voor ons land worden met ingang van 23 mei a.s. dan wel het nieuwe verkoopseizoen: voor melk en zuivelprodukten 6,55%; voor granen 6,15%; alle overige produkten 5,75%. De afbraak van de Duitse MCB's is respektievelijk 3,2% (algemeen), 2,2% voor melk en zuivelprodukten en 2,7% voor granen. De resterende MCB's worden daarmee: +9,8% (algemeen), 10,8% voor melk en zuivelprodukten en 10,3% voor granen. Hiermede heeft Duitsland een 0,5% meer afgebroken dan ons land. De agri-monetaire maatregelen voor Frankrijk betekenen dat in het nieu we seizoen de volgende MCB's zul len gelden: 4,4% (algemeen), 3,4% voor melk en zuivelprodukten en 2,2% voor varkensvlees (wordt 0,0% per 1 november a.s.). De agrimonetaire maatregelen voor de overige landen houden in de vol gende afbraak van MCB's: Griekenland minus 6,1%; Ierland minus 2,3%; Italië minus 2,5%. Geen verandering is aangebracht in de groene koersen van het Britse pond, de Deense kroon en de Belgi sche en Luxemburgse franc. Voor ons land worden als gevolg van de agrimonetaire besluiten de vol gende groene koersen gehanteerd: voor melk en Zuivelprodukten: 1 ECU ƒ2,73327; voor granen: 1 ECU ƒ2,72149: voor de overige produkten: 1 ECU ƒ2,70981. Ook deze nieuwe koersen zullen gel den met ingang van 23 mei 1983 danwel vanaf het begin van het nieuwe verkoopseizoen. Speciale maatregelen voor Italië Ter stimulering-van de rundvlees- produktie is een extra bedrag van 60 min ECU uitgetrokken als startsub- 20 mei 1983 sidie voor een reeds bestaande ont wikkelingsregeling. Beoordeling minister Braks Minister Braks toonde zich verheugd over het feit dat de besluitvorming had plaatsgevonden. Een verder uit stel hiervan zou naar zijn mening tot grote problemen binnen de Ge meenschap hebben geleid. Hij achtte het pakket in zijn totaliteit niet on bevredigend. Enerzijds omdat de voorgestelde maatregelen volgens de Europese Commissie geen extra budgettaire gevolgen zullen hebben gezien de "winst" die behaald is door de vertraagde invoering en de extra MCB-aanpassing. Anderzijds omdat hij verwacht dat de Nederlandse agrariërs (gezien de lage rentestand, het lage inflatiepeil en de te ver wachten produktiviteitsstijging) er qua gezinsinkomen niet op achteruit zullen gaan. Zuivel Het melkprijsjaar 1983-1984 zal aanvangen op 23 mei 1983. De richtprijs voor melk en de interven tieprijzen voor boter en mager melkpoeder zijn als volgt vastge steld: waarbij het de lidstaten is toegestaan dit bedrag met maximaal 25 ECU 67,72) per zoogkoe uit eigen mid delen aan te vullen. De geboortepre mie voor kalveren in Italië, Ierland, Noord-Ierland en Griekenland is vastgesteld op 32 ECU 86,71) per kalf. De variabele slachtpremie die van toepassing is in het Verenigd Koninkrijk wordt ongewijzigd ge handhaafd. De Raad heeft voorts besloten de parallelle prijsnotering (zowel per 100 kg levend als geslacht) nog een jaar voort te zetten. Het gemeen schappelijk indelingsschema voor runderkarkassen zal nog niet com munautair worden toegepast. Varkensvlees De basisprijs voor varkens wordt met ingang van 1 november a.s. verhoogd tot 205,38 ECU 556,54) per 100 kg. Voor de berekening van het MCB voor varkensvlees wordt per 1 au gustus 1983 70,2% van de basisprijs genomen (was 78%). Schapevlees De referentieprijs voor schapevlees wordt per regio vastgesteld. Voor ons land wordt die prijs verhoogd met 6,1% tot 422,96 ECU 1146,14) per 100 kg. De basisprijs wordt met 3,75% verhoogd tot 432,36 ECU (ƒ1171,61) per 100 kg geslacht ge wicht. Granen Tevens heeft de Raad kennis geno men van het voornemen van de Commissie om 2 k 3 min ton graan uit interventievoorraden beschik baar te stellen voor verwerking in diervoeder en met name voor var- Opgelucht over het eindelijk bereiken van een akkoord en niet onte vreden over het resultaat ervan voor de nederlandse boeren. Dit zegt het Landbouwschap in een eerste reaktie op de besluitvorming over de EG-landbouwprijzen voor het seizoen 1983/1984. De EG-raad van Landbouwministers schaarde zich dinsdagmorgen 17 mei j.l. in Brussel achter een kompromisvoorstel van de Europese Kommissie (het dage lijks bestuur van de Gemeenschap), zij het dat Italië zijn goedkeuring onder voorbehoud heeft gegeven. Voor de Nederlandse boer valt de prijsaanpassing overigens lager uit dan de gemiddelde EG-prijsverho- ging van ongeveer 4 procent. H ij zal het moeten doen met een verhoging voor de zuivel van 1.5 procent, de tarwe van 1.3 procent, voor suiker 2.3 procent, terwijl de verhoging voor de meeste andere produkten ongeveer 3.8 procent bedraagt. Het Land bouwschap verwacht dat de boeren in ons land met deze prijsverhoging hun kostenstijgingen niet helemaal zullen kunnen opvangen. De prijsverhoging voor de ongeveer acht miljoen Europese boeren wordt nu ruim anderhalve maand te laat doorgevoerd. Dit uitstel is vooral veroorzaakt door monetaire perike len: de munten van sommige lidsta ten (zoals bijvoorbeeld Duitsland en Nederland) zijn aanzienlijk sterker dan die van andere. De besluitvor ming over de EG-landbouwprijzen heeft hierdoor ten onrechte onder zeer grote druk gestaap. Deze ont wikkeling heeft tot gevolg dat het systeem van monetair kompenseren- de bedragen (heffingen en restituties van de EG om de gevolgen van de en revaluaties voor de agrarische sektor op te vangen) erg ingewikkeld is geworden. Het Landbouwschap meent dat dit zowel voor de handel in de'gemeenschap als voor de toe komstige besluitvorming opnieuw belemmerend kan werken. Gezien de huidige situatie op de markten voor een aantal produkten noemt het Landbouwschap het onvermijdelijk dat een duidelijke keuze is gemaakt voor een voorzich tig prijsbeleid. De handel in agrarische produkten binnen de gemeenschap kan nu weer ongestoord worden voortgezet. Voor de sterk op de export aangewezen agrarische sektor acht het Land bouwschap een voortzetting van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van levensbelang. Het levensmiddelenpakket wordt over het gehele jaar gerekend 0.9 procent duurder. De kosten van le vensonderhoud zullen slechts met 0,1 procent omhoog gaan, aldus het Landbouwschap. richtprijs melk interventieprijs boter interventieprijs mager melkpoeder Verhoging in ECU/100 kg /100 kg 1,5 27,43 74,97 1,5 357,86 978,13 1,5 149,64 409,01 De medeverantwoordelijkheidshef fing wordt gehandhaafd op het hui dige niveau van 2% van de richtprijs met de bestaande uitzonderingen. Wederom zal in het melkprijsjaar 1983-1984 een bedrag van 120 mil joen ECU beschikbaar worden ge steld voor steun aan kleine melkvee houders dat door de lidstaten moet worden verdeeld op basis van door de Commissie vastgestelde objektie- ve kriteria. Nederland ontvangt op grond van de verdeelsleutel 8 min ECU, dit is ca. 22 min. De garantiedrempel voor 1983, die als berekeningsgrondslag zal dienen voor de opstelling van de prijsvoor stellen voor het melkprijsjaar 1984- 1985, is vastgesteld op het niveau van de in 1981 geleverde hoeveelheid melk verhoogd met 1%, dit is ruim 97 min. ton. Het aktieve veredelingsverkeer in de botersektor blijft ook in het nieuwe melkprijsjaar mogelijk. De maxima le konsumentensubsidie voor de af zet van boter wordt verhoogd van 45 ECU/100 kg tot 51 ECU/100 kg. De Commissie zal een voorstel indienen bij de Raad om 50.000 ton magere melkpoeder uit communautaire in terventievoorraden over te brengen naar Italië voor voederdoeleinden. Tenslotte heeft de Raad de Com missie verzocht om op korte termijn met een rapport te komen omtrent de verschillende methoden voor de aanpak van de steeds stijgende melkproduktie in de Gemeenschap. Rundvlees De oriëntatie- en interventieprijs worden beide met 3,75% verhoogd tot resp. 207,09 ECU (ƒ561,17) en 186,38 ECU 505,05) per 100 kg le vend gewicht. De zoogkoeienpremie is vastgesteld op 15 ECU 40,63) per zoogkoe, kens- en pluimveevoeders; voorts van het voornemen van de Commis sie de diskussie over de kwaliteits normen voor de export voort te zet ten en een besluit hierover niet vóór het verkoopseizoen 1984-1985 van toepassing te laten worden. ren bedraagt de verhoging 3,5%. Voor Nederland betekent dit dat van deze verhogingen nog 1,7% moet worden afgetrokken. De referentieprijsperiode voor au bergines zal met ingang van het sei zoen 1984-1985 worden vervroegd en ingaan per 1 april 1984. Over de voorstellen met betrekking tot de verwerkte produkten van groenten en fruit zal de Raad vóór 31 juli a.s. een beslissing nemen. De afbraak van de penetratiepremie voor citroenen wordt nog één seizoen uitgesteld, bijgevolg zal de relatie tussen de basisprijs, de referentie- prijs en penetratiepremie dezelf de blijven: verhoging ECU/ton gld/ton (in gld) Interventieprijs zachte tarwe, gerst, mais, rogge durumtarwe Richtprijs zachte tarwe gerst, mais, rogge durumtarwe Referentieprijs baktarwe gemiddelde kwaliteit minimum kwaliteit 184,58 502,33 1,7 312,08 849,32 3,3 261,41 711,42 3 238,17 648,18 3 355,42 967,27 3,5 215,29 585,91 1,7 203,62 554,15 1,2 Zetmeel De produktierestitutie voor zetmeel wordt verhoogd naar 31,25 ECU 85,05) per ton zetmeel, een verho ging van 3% in guldens. De even- wichtspremie wordt wederom vast gesteld op 18,7 ECU 50,89) per ton zetmeel. De minimumaardappelprijs voor zetmeelaardappelen wordt ver hoogd met 2,74% in guldens. Suiker De prijzen in de suikersektor zijn verhoogd met 2,3%. De basisprijs voor suikerbieten wordt 40,89 ECU/ton 110,80). De interventie prijs voor witte suiker wordt 53,47 ECU/100 kg (ƒ144,89). De drem- pelprijs voor melasse wordt ver hoogd tot 6,90 ECU/100 kg (4,2%). Groenten en fruit De basis- en aankoopprijzen voor bloemkool, aubergines, abrikozen, perziken, tafeldruiven, citroenen en sinaasappelen worden verhoogd met 6,5%. Voor tomaten appelen en pe- Zaaizaden De steunbedragen in de sektor zaai zaad worden voor de seizoenen 1984-1985 en 1985-1986 met gemid deld 10% (in ECU's) verhoogd. Hierbij moet er rekening mee wor den gehouden dat voor 1984-1985 een koers van 2,75563 geldt en voor 1985-1986 van 2,70981. Voor zaaizaad van erwten en bonen wordt geen steunbedrag vastgesteld. Met ingang van het seizoen 1983- 1984 zijn enkele (10) nieuwe soorten toegevoegd aan de lijst van voor steun in aanmerking komende ras sen. Oliehoudende zaden De richtprijs en de interventieprijs worden uitgedrukt in ECU/ton, voor kool- en raapzaad, verhoogd met 4% tot resp. 482,20 en 438,00; rekening houdend met de omrekeningskoers bedraagt de verhoging in gld/ton resp. 1306,67 en 1186,90, wat een verhoging met ruim 2,2% betekent ten opzichte van 1982-1983-prijzen. Voor zomerbloemzaad worden de richtprijs en de interventieprijs uit gedrukt in ECU/ton, verhoogd met 6% tot resp. 577,10 en 527,14; reke ning houdend met de omrekenings koers bedraagt de verhoging in gld/ton resp. 1563,56 en 1428,45, wat een verhoging met ruim 4,2% bete kent. Wanneer de produktie uitkomt boven een garantiedrempel van 2,29 min ton zullen de richtprijs en de in terventieprijs voor kool- en raapzaad in het verkoopseizoen 1984-1985 met 1% per 50.000 ton overschrijding (max. 5%) worden verminderd. Ter stimulering van de produktie zal het steunbedrag dat betaald wordt bij verwerking van kool- en raapzaad en zonnebloempitten ook worden uitbetaald bij rechtstreeks gebruik door de veevoederindustrie. Erwten, tuin- en veldbonen De minimuprijs en de streefprijs worden met 6,5% opgetrokken tot resp. 291,90 en 334,40 ECU/ton. De steundrempelprijs wordt met 8,7% verhoogd tot 517,60 ECU/ton. Rekening houdend met de omreke ningskoers bedraagt de verhoging in guldens/ton voor de minimumprijs en de streefprijs resp. 790,99 en 906,16, wat een verhoging van ruim 4,7% betekent. De verhoging van de steundrempel prijs bedraagt ruim 6,9% en komt uit op 1402,60 gld/ton. Ter vermijding van handelsverleg ging wordt voor deze sektor de mo gelijkheid geopend om een systeem van differentiële bedragen bij de uitbetaling van de steun bij verwer king toe te passen. Gedroogde voedergewassen De streefprijs en de forfaitaire steunbedragen voor gedroogde voe dergewassen worden met 6% ver hoogd tot resp. 178,94 en 8,49 ECU/ton. Het forfaitaire steunbe drag voor gedroogde aardappelen is evenwel verhoogd tot 15,78 ECU/ton. Rekening houdende met omrekeningskoers worden deze be dragen in guldens/ton verhoogd met ruim 4,2% tot resp. 484,89, 23,01 en 42,76.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 5