KNLC kommentaar
Redelijk compromis
Z.L.M.-manifestatie
1938 -1983
over geld
en goed
Een goede buur is beter
dan een verre vriend
V
De onroerend-goedbelasting
Grepen uit de Z.L.M. verleden
oor de
Ie I luis
isvrouw
Vrijstelling
Wij verwachten U graag op de
Z.L.M.-Manifestatie Kruiningen
1983 op 23. 24 en 25 juni a.s.
Ierse boeren
verhinderen import
Nederlandse
aardappelen
Een spreekwoord dat veel waarde inhoudt.
Wij worden nogal eens gevraagd, wat er nu wel mag en niet mag op de
gemeenschappelijke grens.
Ons antwoord hierop is dan altijd: bespreek het eens met uw buurman
vooral wanneer hij of zij kan verwachten er schade of hinder van te
ondervinden en probeer in onderling overleg tot een oplossing te ko
men.
Lukt dit niet dan bestaat er een burenrecht geregeld in het Burgerlijk
Wetboek.
Heggen
Heggen mogen op grond van art. 713
BW niet worden geplant binnen een
afstand van vijf palmen van de
scheidslijn van 2 erven. Een palm is
10 cm: 5 x 10 cm dus 50 cm. Onder
een heg wordt in de praktijk verstaan
laag opschietende bomen. In 1951
deed de Rechtbank in Middelburg
een uitspraak dat t.b.v. boomgaar
den een windscherm van elzen op
een afstand van 60 cm van de
grens van de buurman mocht staan.
De Rechtbank vond dat het bewijs
geleverd kon worden dat op Zuid-
Beveland het gebruik was elzen op
60 cm van de grens te planten. De
tegenpartij wilde bewijzen dat elzen
hoog opschietende bomen waren.
Dit lukte hem dus niet.
Hoe is het met hoog opschietende
bomen?
Deze dienen op een minimum af
stand van 2 meter van de schei-
dingsgrens te worden geplaatst. Tot
hoogopschietende bomen behoren
o.a. populieren.
Overhangende takken
Ook hier is ons advies: "Praat met
elkaar". De buurman hoeft namelijk
niet te dulden dat takken van zijn
buurman overhangen over zijn per
ceel. De eigenaar van de boom, bo
men kan worden genoodzaakt om
die takken af te kappen. Indien hij
weigert dit te doen, mag de buurman
dit doen. In het B.W. staat dat hij
daarbij de grond van zijn buurman
niet mag betreden.
Doorschietende wortels
Hier geldt hetzelfde als bij overhan
gende takken.
Hoogte van de bomen c.q. de heg op
de grens
Over de hoogte van een boom c.q.
heg konden we sLechts één uitspraak
vinden, namelijk dat de hoogte van
de heg bepaald wordt door het
plaatselijke gebruik.
Afrastering
Het komt nog wel eens voor dat naast
grasland bouwland ligt en of bouw
land naast boomgaard. Er worden
dan precies op de scheiding palen
met afrastering geplaatst. Iedereen
weet dat dit vooral voor de bewer
king van het bouwlandperceel met
machines moeilijkheden op kan le
veren, denk eens aan ploegen, eggen
e.d. Indien men ons vraagt: "Mogen
die palen precies op de scheidingslijn
geplaatst worden?" Dan moet ons
antwoord zijn: "Ja, dat mag". Of het
verstandig is? Dan is ons antwoord:
"Nee, dat is het niet". Als men elkaar
toch wil pesten dan weet ik nog een
kaartspelletje dat ook zo heet en
waar je met elkaar plezier aan kunt
beleven.
J. Markusse
Met de toch nog onverwachte vast
stelling van de landbouwprijzen
1983/84 is ongetwijfeld een ernstige
krisissituatie voorkomen. Immers,
met verkiezingen in Engeland en Ita
lië voor de deur en toenemende han-
delsverstorende akties in vooral
Frankrijk, waren we bij een nieuw
uitstel zonder twijfel voor een gevaar
lijke impasse komen te staan. Daarin
dreigden tendensen naar re-nationali
satie de overhand te krijgen. Dat zou
zeker voor de Nederlandse land- en
tuinbouw rampzalige gevolgen heb
ben, afhankelijk als we zijn van export
naar met name de andere EG-lidsta-
ten. In die zin is er dan ook zeker
sprake van opluchting dat de land
bouwministers te elfder ure tot een
besluit zijn gekomen.
Hopelijk kunnen nu de onderlinge
handelsstromen, met name wat
Frankrijk betreft, weer een ongestoord
verloop hebben. Overigens blijven na
tuurlijk de Franse akties tegen het
zogenaamde subsidiëren via de mone
taire compenserende bedragen van
West-Duitsland en Nederland onte
recht. In feite probeert men in Frank-
Voor de Plattelandsvrouwen en
het Huishoud- en Nijverheidson
derwijs is op de komende
Z.L.M.-manifestatie 1983 weer
de nodige expositieruimte gere
serveerd. Kennis kan worden ge
maakt met diverse zaken waar
mee de Bond van Plattelands
vrouwen aktief is. Zaken als
emancipatie en de niet te onder
schatten rol van de vrouw op het
bedrijf zullen de nodige aandacht
krijgen. Uiteraard zal in de stands
van het onderwijs de aandacht
worden gericht op de vele moge
lijkheden die afgestudeerden
hebben in het maatschappelijk
leven en er is informatie over de
opleidingen zelf uiteraard.
Ook op de Z.L.M.-expositie in
1938 waren de Plattelandsvrou
wen en het Huishoudonderwijs
aanwezig. Zij vormden toen sa
men één stand. Een bladzijde uit
het programmaboekje van toen
herinnert eraan.
LANDBOUW HUISHOUD-ONDERWIJS.
VEREENIGING v. OUD LEERLINGEN BIJ HET H. H. O.
BOND VAN BOERINNEN EN ANDERE
PLATTELANDSVROUWEN.
De Commissie voor deze Afdeeling bestaat uit
Mej. J. KÖME, te Goes, Voorzitster.
Mej. J. R. VAN AS, te Kruiningen.
Mevr. E. KLOETv. d. WERFF, te Wolphaartsdijk.
Mevr. VAN DIJKE-KRIJGER, te Nisse.
Mej. M. DE JONGE, te Kapelle.
Ir. W. KAKEBEEKE. te Goes, Secretaris.
Inzendingen:
Woon-Keuken
met aparte Kookhoek, Eet- en Woonhoek
en Kinder-Speelhoek.
Afgetimmerde Zolder-Slaapkamer.
Groote kinderen met veel praats.
Eischen een eigen slaapplaats.
Eenvoudige Waschgelegenheid.
Zindelijkheid op het lichaam, bevordert de gezond
heid.
Veili^keicI voor olies.
Kinderkleeding Laat de kleeding van uw kind
Toch vooral eenvoudig en
Zeer doelmatig zijn.
Los en gemakkelijk zittend.
Maak onderscheid in
Winter-, Regen- en
Zomerkleeding.
Op de Tentoonstelling is gelegenheid tot het koopen van deze klceding.
Voor verdere gegevens wende men zich tot de Commissie.
De gemeentewet geeft in artikel 272 de gemeenten de bevoegdheid een
aantal met name genoemde belastingen te heffen. Een van deze belas
tingen is die terzake van onroerend goed.
In het volgende artikel van de gemeentewet wordt deze belasting nader
uiteengezet.
Daarbij komt al direkt een belang
rijke vrijstelling aan de orde n.l. de
uitzondering van de heffing voor ten
behoeve van de land- of bosbouw
bedrijfsmatig geëxploiteerde kul-
tuurgrond. Het begrip landbouw
wordt daarbij opgevat overeenkom
stig artikel 1 van de Pachtwet. Voor
agrarisch Nederland is deze vrijstel
ling erg belangrijk, al gaan er stem
men op om dit te veranderen. Een
wetsontwerp tot wijziging is echter
nog niet ingediend.
Belast is dus al het onroerend goed
met uitzondering van de landbouw-
kultuurgrond. In de praktijk komt dit
neer op een taxatie van de woon- en
bedrijfsgebouwen van het land
bouwbedrijf. De vraag die dan gelijk
boven komt is of het erf en de erf-
verharding nu tot de gebouwen of tot
de landbouwgrond moeten worden
gerekend. Evenzo met op het erf
aanwezige installaties zoals veevoer-
silo, sleufsilo en dergelijke.
In de gemeentelijke belastingveror
deningen zal het begrip onroerend
goed veelal worden omschreven als:
- een gebouwd eigendom met ge
bouwde en ongebouwde aanho-
righeden,
- een ongebouwd eigendom.
Op grond van het aanhorigheidsbe-
grip zal verdedigd kunnen worden
dat het erf en alles wat daarop is
aangebracht dienstbaar is aan het
gebouwde eigendom ergo woning of
bedrijfsgebouwen. De waarde van
het erf e.d. behoort daardoor te wor
den opgenomen bij de waarde van de
gebouwen. Ook via een andere weg
is deze konklusie te trekken. Vrijge
steld is n.l. de bedrijfsmatig geëx
ploiteerde landbouwkultuurgrond,
zijnde grond waarop gewassen wor
den geteeld.
Omdat op de ondergrond van de be
drijfsgebouwen en het erf geen ge
wassen worden geteeld, is de be
staande vrijstelling hierop niet van
toepassing.
Een bijzondere vrijstelling is van
kracht voor de tuinbouwkassen.
Hoewel deze opstallen in feite tot de
belaste sfeer behoren is in het besluit
onroerend-goedbelasting opgeno
men dat de gebouwde eigendommen
voor zover de ondergrond daarvan
bestaat uit de ten behoeve van de
land- of bosbouw bedrijfsmatig
geëxploiteerde kultuurgrond, onder
de vrijstelling kunnen vallen. Deze
zogenaamde kassenvrijstelling geldt
alleen indien op de ondergrond ge
teeld wordt. Wanneer er in de kas in
bakken op stellingen wordt geteeld,
is de vrijstelling niet van toepassing.
Voor de waardebepaling van de be
drijfsgebouwen kan het van belang
zijn of de omliggende en bij de boer
derij behorende kultuurgrond als to
taliteit worden bezien, waardoor de
gebouwen hun feitelijke funktie kun
nen vervullen, danwel geheel los van
het bedrijfsgebeuren moeten worden
gewaardeerd. De Hoge Raad is van
oordeel dat geen enkele omstandig
heid mag worden uitgesloten, het
geen betekent dat de waarde van de
opstallen moet worden bepaald als
van een lopend bedrijf.
Veerbeek
rijk op het buitenland te verhalen dat
men niet zelf de zaken in orde heeft
wat inflatie en muntwaarde betreft.
Binnen de Franse landbouw heeft hier
en daar de ontwikkeling gestagneerd.
Wat nu de konkrete inhoud van de
besluiten betreft is er in wezen behalve
wat schaafwerk hier en daar, niet veel
meer veranderd in vergelijking met het
compromis dat de commissie eerder op
tafel heeft gelegd. Het meest positief
springt, gezien de huidige overschot-
situatie ongetwijfeld de melkveehou
derij er nog uit. Gelukkig is er geen
verdere differentiatie gekomen, geen
verhoging van de heffing. Weliswaar
is er sprake van een schamele netto
prijsaanpassing, maar gekombineerd
met de wat hogere mcb-afbraak in
West-Duitsland lijkt de Nederlandse
zuivel toch ongeveer quitte te kunnen
spelen.
In de akkerbouw zijn de prijzen iets
hoger uitgevallen dan oorspronkelijk
werd voorgesteld, maar het resultaat
blijft vooral voor de granen mijns in
ziens onvoldoende. Zeker als we dit
vergelijken in verhouding tot bijvoor
beeld de zuivel. Wel is het een goede
zaak dat de erwten en bonen met een
redelijk percentage zijn verhoogd.
Hoewel we dus nu weten waar we aan
toe zijn, zal zonder twijfel de diskussie
over aanpassingen in het beleid de
komende tijd worden voortgezet. Deze
besluiten geven daarbij in elk geval
geen nieuwe aangrijpingspunten om af
te dwalen van de nog altijd juiste cen
trale uitgangspunten van het Europees
landbouwbeleid.
Overigens is het volstrekt duidelijk dat
de reële inkomensvorming bij boer en
tuinder dit jaar meer dan ooit door een
paar andere faktoren, zoals het weer,
de werkelijke prijsvorming op de
markten en de gezondheid van planten
en vooral dieren, bepaald zullen wor
den. Vooral de aanhoudende regen
dreigt voor veel bedrijfsgenoten in ak
kerbouw en volle grondstuinbouw,
maar ook in toenemende mate in de
rundveehouderij een zeer forse scha
depost op te leveren. Mogelijk dat
door het slechte weer in grote delen
van Europa er een positief effekt op de
prijzen ontstaat. Maar om daarvan in
het komende jaar te kunnen profiteren
moet men eerst wat hebben kunnen
produceren natuurlijk.
Luteijn
Boze Ierse boeren hebben in de nacht
van dinsdag op woensdag in de haven
van Dundalk een lading Nederlandse
aardappelen onbruikbaar gemaakt.
Politiebewaking kon niet voorkomen,
dat enkele honderden boeren de ka
pitein van boord zetten, een deel van
de lading in het water gooiden en de
rest onbruikbaar trachtten te maken
door die te bespuiten met dieselolie.
De lading ter waarde van twee ton
was vorige week vanuit Hansweert
verscheept.
De lading van 750 ton bintje-kon-
sumptieaardappelen was afkomstig
van aardappelhandel Meijer in
Kruiningen. Volgens direkteur Mei
jer was het de eerste partij van deze
omvang van zijn bedrijf naar Ierland
van dit jaar. De Nederlandse kon-
sumptie-aardappel is in Ierland on
geveer zestig procent duurder dan de
aardappel van eigen bodem, maar de
Ierse huisvrouw geeft niettemin de
voorkeur aan Bintje omdat die beter
is van kwaliteit. Zeker aan het einde
van het Ierse aardappelseizoen, als
de kwaliteit van de aardappelen toch
al minder wordt, zijn er voor ons
land export-kansen.
20 mei 1983