Hoofdlijnen van het
bakterievuurbeleid in de
komende jaren vastgesteld
Onderhoud meidoorn wordt verplicht gesteld
beschermde gebieden
i.v.m. bacterievuur
Het bakterievuur heeft zich steeds meer over het gehele land verspreid en vormt in toenemende mate een
bedreiging voor de fruitteelt en de boomkwekerij. Ook de export van waardplanten ondervindt als gevolg van
deze verspreiding steeds meer belemmeringen.
De bestrijding, die vooral bestaat uit het wegnemen van aantasting in de omgeving van percelen, waarop deze
gewassen worden geteeld en op de percelen zelf, brengt steeds hogere kosten met zich mede voor overheid en
bedrijfsleven. Bovendien dreigt een deel van het meidoornbestand in ons land verloren te gaan.
In verband met beide punten behoeft het bakterievuurbeleid aanpassing^waarbij het uitgangspunt blijft, gelet
op de aan de Minister van Landbouw en Visserij toevertrouwde verantwoordelijkheden, dat de risiko's voor
de teelt van bakterievuurgevoelige gewassen aanvaardbaar zijn, de ecologische en landschappelijke waarde
van het buitengebied op peil blijft en de kosten van de bestrijding op een aanvaardbaar niveau worden
gehouden. Hieronder volgen de hoofdlijnen van het beleid voor de komende jaren. Waar dit nodig is, is enige
toelichting gegeven.
De wettelijke maatregelen
Tot nu toe werden slechts zones ron
dom boomkwekerijen en fruitbe-
drijven geïnspekteerd en vrijge
maakt van aangetaste planten, of de
len daarvan. Speciaal ten behoeve
van de boomkwekerij zullen be
schermde gebieden worden ge
vormd. Naast de aktiviteiten in de
beschermde gebieden en zones ron
dom fruitbedrijven zal de Planten-
ziektenkundige Dienst meer aan
dacht schenken aan het traceren en
opruimen van omvangrijke infektie-
haarden, die niet liggen in de te be
schermen gebieden of zones, maar
die naar het oordeel van de overheid
een reeël gevaar opleveren voor ver
spreiding van de ziekte naar ge
noemde objekten. In voorkomende
gevallen kunnen belanghebbenden
kontakt opnemen met het distrikts-
hóofd van de Plantenziektenkundige
Dienst.
Beschermde gebieden
Teneinde de risiko's voor de teelt van
bakterievuurwaardplanten op een
aanvaardbaar niveau te brengen en
bij export van plantmateriaal daar
van te kunnen voldoen aan interna
tionale eisen, wordt overgegaan tot
het instellen van beschermde gebie
den.
Dit zijn gebieden, waarbinnen de
bedrijfsmatige teelt van voor bakte
rievuur vatbare boomkwekerijge
wassen een extra bescherming wordt
geboden. De gebieden zijn globaal
weergegeven op bijgaande kaart. In
de in voorbereiding zijnde wettelijke
bepalingen zullen deze gebieden
nauwkeurig worden omschreven. In
deze gebieden zullen de volgende
bepalingen gelden:
- De bedrijfsmatige teelt van
waardplanten zal niet aan beper
kende bepalingen worden gebon
den met dien verstande, dat bij het
aantreffen van aantasting de
daarvoor voorgeschreven maatre
gelen moeten worden genomen.
Het bestaande teeltverbod voor
grootbladige Cotoneasters in het
teeltcentrum Boskoop zal echter
worden gehandhaafd.
- Buiten de bedrijfsmatige teelt
zullen aangetaste planten in hun
geheel moeten worden vernietigd.
Dit betekent, dat ook de stobben
zullen moeten worden verwijderd
of gedood, b.v. door het insmeren
met een worteldodend middel.
- Buiten boomkwekerijen en fruit
bedrijven zal een verbod worden
ingesteld om zeer vatbare soorten
te planten, te vervoeren of te be
waren. Tot deze soorten moeten
worden gerekend de grootbladige
Cotoneasters, met name de soor
ten salicifolius en wateren en de
kultivars daarvan, Stranvaesia en
enkele soorten meidoorns (Cra
taegus monogyna en Crataegus
laevigata (oxyacantha Hort.) niet
de kultivars). Het verbod zal in de
herfst van dit jaar worden inge
steld.
20 mei 1983
Vorig jaar werden in korte tijd veel bakterievuurhaarden opgeruimd
Het onderhoud van de meidoorn
zal eveneens met ingang van
herfst 1983 verplicht worden ge
steld. De wijze waarop dit zal
moeten worden uitgevoerd zal nog
nader worden bepaald.
Rondom de beschermde gebieden
wordt een zone van 300 meter
eveneens vrij van aantasting ge
houden. Deze zone wordt uitge
breid tot 500 meter in gevallen,
waarin de teelt van waardplanten
zich tegen de grens van het be
schermde gebied bevindt.
Op deze bepalingen zal, voor wat de
meidoorn betreft, een uitzondering
gelden in:
- gebieden waar de meidoorn een
landschappelijke rol speelt. Bin
nen de beschermde gebieden zijn
dit de volgende streken: Het
Mergelland, het Maasheggenge-
bied, de Poel bij Goes, de Kapel-
se Moer, de uiterwaarden van
Rijn, Waal en Maas, het Kromme
Rijngebied, langs de Wester-
woldse Aa in Groningen en en
kele stukjes bij Eelde en Haren;
- gebieden, die als beschermd na
tuurmonument zijn aangewezen
in het kader van de Natuurbe
schermingswet, alsmede gebie
den in eigendom of beheer van
natuurbeschermingsorganisaties
of Staatsbosbeheer en zgn. Na-
tuurschoonwetlandgoederen.
In deze gevallen gelden de volgende
regels:
- aangetaste meidoorns zullen niet
in hun geheel behoeven te wor
den vernietigd, maar slechts de
aangetaste delen;
- meidoorns zullen mogen worden
geplant ter instandhouding van
de beplanting;
- het onderhoud van de meidoorns
door gebruiksgerechtigden zal
worden gesubsidieerd door mid
del van een onderhoudsovereen-
komst in het kader van de Be
schikking onderhoudsovereen-
komsten landschapselementen
(BOL).
De beschermde gebieden zijn vet omlijnd
Boomkwekerij buiten de
beschermde gebieden
In beginsel zal een verbod worden
ingesteld voor de teelt van bakterie
vuurwaardplanten buiten de be
schermde gebieden.
Individuele ontheffing is (vooral de
eerste jaren) mogelijk onder bepaal
de voorwaarden. Deze voorwaarden
kunnen betrekking hebben op:
- de soort waardplanten
- de omvang van de teelt
- de mate waarin waardplanten in
de omgc oorkomen
- de mate van «utasting in de om
geving
Met het bedrijfsleven vindt overleg
plaats over de nadere invulling en
hantering van deze voorwaarden. In
de komende maanden zal hieraan
bekendheid worden gegeven. Vanaf
herfst 1983 zal de teelt van waard
planten buiten de beschermde ge
bieden alleen nog mogelijk zijn als
de teler beschikt over een ontheffing.
In de komende maanden zijn hier
over nadere mededelingen te ver
wachten van de Plantenziektenkufi-
dige Dienst. Zowel in 1983 als daar
na zaL rondom het perceel eenzelfde
zone vrij van aantasting worden ge
houden als in de afgelopen jaren het
geval is geweest. De stobben van
meidoorns zullen daar echter niet
worden gedood.
De fruitteelt
De fruitteler is verantwoordelijk voor
het nemen van bestrijdingsmaatrege
len op zijn eigen bedrijf. Voor zover
de fruitteelt binnen de beschermde
gebieden valt, zal deze dezelfde be
scherming genieten als de boomkwe
kerij.
Buiten de beschermde gebieden zul
len zones van 500 meter rondom
fruitpercelen vrij van aantasting wor
den gehouden. Alle aangetaste strui
ken zullen hier in hun geheel worden
vernietigd. Ook de stobben van mei
doorns zullen worden gedood, tenzij
het beplantingen betreft, in gebieden,
waarin de meidoorn een landschaps-
bepalende rol speelt of welke als na
tuurgebied wordt beheerd.
De uitvoering van de wettelijke
maatregelen
De uitvoering van de op de Planten-
ziektenwet gebaseerde maatregelen
is opgedragen aan de Plantenziek
tenkundige Dienst. In een aantal ge
vallen, zullen de maatregelen, die in
meidoorn tegen bakterievuur moe
ten worden genomen, worden be
paald in overleg met de regionale
kontaktambtenaren van het Staats
bosbeheer.
Inplanten en eventueel vervangen van
zeer vatbare waardplanten buiten de
beschermde gebieden
Buiten de beschermde gebieden zal
een zeer terughoudend inplantbeleid
worden gevoerd ten aanzien van zeer
vatbare waardplanten. Waar derge
lijke beplantingen als gevolg van de
bakterievuurbestrijding verdwijnen,
zal zo veel mogelijk worden gesti
muleerd dat deze door andere plan-
tesoorten worden vervangen.
Om een en ander te realiseren zal:
- het Staatsbosbeheer bij de uit
werking en de opstelling van
landschapsplannen (b.v. in ruil-
verkavelingsverband) bij de aan
plant van meidoorns grote terug
houdendheid in acht nemen en
die aanplant in het gehele land
beperken tot gebieden, die als
natuurgebied worden beheerd of
waarin de meidoorn bepalend en
onvervangbaar is voor het land
schap;
voor'aan geen subsidie meer
warden gegeven bij uitvoering
van de: Beschikking kavelruil:
Herinrichtings wet Oost-Gronin-
gen en Gronings-Drentsche
Veenkoloniën; Rekonstruktiewet
Midden-Delfland; Beschikking
rekonstruktie oude glastuin
bouwgebieden; Beschikking kas-
bijdragen 1983; Beschikking
landschapsverzorgingsbijdragen:
Beschikking bijdragen herbe
plantingen; Besluit bijdragen be
bossingen; Planningsprocedure
openlucht rekreatie; indien voor
bakterievuur vatbare soorten
worden aangeplant, tenzij het
meidoorn betreft in gebieden die
als natuurgebied worden beheerd
of waarin deze soort bepalend en
onvervangbaar is voor het land
schap.
- voorlichting worden gegeven -
met name door het Konsulent-
schap voor Stedelijk Groen en
door het Staatsbosbeheer - aan
instanties die aanplantbeslissin-
gen nemen over een terughou
dend aanplantbeleid en de ver
vanging van bakterievuurwaard
planten door andere soorten zo
wel in partikulier en openbaar
groen als in landschappelijke be
plantingen en beplantingen langs
rijkswegen e.d.
Regionaal overleg
De HID Bedrijfsontwikkeling en het
Provinciaal Hoofd van het Staats
bosbeheer hebben gezamenlijk een
initiërende en koördinerende ak in
het overleg op regionaal niveau. In dit
overleg zal in het bijzonder worden
gesproken over de uitvoering van
maatregelen in de betreffende regio
buiten de beschermde gebieden en
buiten de zones rondom fruitbedrij
ven en rondom boomkwekerijen met
ontheffing. Tevens bestaat de moge
lijkheid op grond van het regionale
overleg voorstellen te doen met be
trekking tot uitbreiding van de wet
telijke regelingen, indien bij dit over
leg blijkt, dat deze uitbreiding in be
langrijke mate door betrokkenen
wordt ondersteund. In dit regionale
overleg zullen alle groeperingen en
organisaties zijn vertegenwoordigd
die op enigerlei wijze bij de bakterie
vuurbestrijding zijn betrokken.
Plantenziektenkundige Dienst
Wageningen
15