Met goed kuilvoer weinig sporen van
boterzuurbacteriën in de melk
KORTE WENKEN
C.A.R. Zevenbergen
De Dolocraft, een publiektrekker op Liempde
Veel sporen kost geld
Sporen afkomstig uit
kuilvoer
Noodenting varkens
tegen varkenspest in
Limburg
De kuil moet zo mogelijk op een droge plaats worden aangelegd.
voor een gelijkmatig droog pro-
dukt.
Het gras bij voorkeur niet bene
den 50% ds. inkuilen.
Als het gras niet voldoende droog
(35 - 45% ds) of ongelijkmatig
droog is, dan het gras opnemen
met een opraapdoseerwagen of
hakselaar. Hierdoor krijgt men
een betere menging, terwijl het
hakselen ook bijdraagt tot een.
betere conservering.
Van vochtig gras (beneden ca.
35% ds) is moeilijk een goed ge
slaagde kuil te maken. Het ge
bruik van een toevoegmiddel
(o.a. melasse, zout) is dan nodig.
Men moet zorgen voor voldoende
toevoegmiddel en een gelijkma
tige verdeling. Toch blijven bij de
huidige technieken van toevoe
gen dergelijke kuilen vaak ver
dacht.
Een goede verdeling is te verkrij
gen door bijvoorbeeld het zout
met een kunstmeststrooier over
het geschudde gras te strooien.
Melasse kan men het beste op de
wiers aanbrengen en het gras dan
Tijdens de op 9, 10 en 11 mei jl.
gehouden werktuigdagen in
Liempde werd door Themans-
Almelo het prototype van de ge
trokken DOLOCRAFT getoond.
Vele duizenden bezoekers heb
ben kennis kunnen maken met
een geheel nieuwe ontwikkeling,
welke door Ing. D.J.T. Oosten
brink van Themans-Almelo, in
samenwerking met Loonbedrijf
J. Brals in Echten-Fr en Mecha
nisatie- en Konstruktiebedrijf G.
Bronsink in Vaassen in gang is
gezet.
De DOLOCRAFT is een lucht
kussenvoertuig, welke o.a. ge
bruikt kan worden in de land- en
tuinbouw, met als bijzondere ei
genschap, dat het werktuig in op
geklapte stand, binnen de nor
men van de wet, getransporteerd
kan worden, terwijl in uitgeklapte
stand de werking van een vol
waardig luchtkussen wordt ver
kregen.
Het totaal gewicht leeg bedraagt
3000 kg, terwijl het gewicht vol
9500 kg bedraagt.
Via een kontainersysteem kan op
de DOLOCRAFT, die als werk
tuigendrager geleverd wordt, een
kalkstrooier, een giertank of een
kipperbak geplaatst worden, wel
ke onderling uitwisselbaar zijn.
Indien onder normale omstan
digheden gewerkt kan worden,
kan het luchtkussengedeelte snel
verwijderd worden en kan de
loonwerker op hetzelfde chassis
zijn giertank, kalkstrooier of kip
perbak plaatsen eventueel wat
zwaarder beladen.
Doel van het DOLOCRAFT-
projekt is om de loonwerker een
werktuig ter beschikking te laten
hebben, waarmee hij op het land
kan rijden onder omstandighe
den, waaronder een trekker met
aangekoppeld werktuig blijft ste
ken of diepe insporing en dus
struktuurschade geeft.
Corbel gemengd verspoten met 2
kg Maneb geeft hiertegen het be
ste resultaat.
IN HET RAS MARKSMAN
komt momenteel Septoria blad-
vlekkenziekte voor. Zolang het
vlagblad (laatste blad) nog niet
verschenen is (begin juni) heeft
een bestrijding hiertegen geen zin.
De bladvlekjes zijn langgerekt,
geel-grijs van kleur, met zwarte
puntjes.
INDIEN U EEN VERVAN
GEND gewas moet inzaaien,
maar er niet zeker van bent of nog
resten van bodemherbiciden aan
wezig zijn, kunt u de tuinkersproef
doen. Grond en zaad van de tuin
kers (kiemt snel en is gevoelig) in
een jampotje en u hebt na 2 a 3
dagen antwoord.
RUNDVEEHOUDERIJ
BIJ HET WERKEN OP KUI
LEN moet een trekker altijd
voorzien zijn van een goedgekeur
de kante/beveiliging. Wist u dat
vanaf 19 juli 1983 alle trekkers
Voor onze melkveehouderij is het van
groot belang dat de Nederlandse kaas
zijn goede naam behoudt. Kaas is na
melijk ons belangrijkste zuivel-ex-
port-produkt. Een niet te onder
schatten gevaar voor de kwaliteit van
de kaas vormen de sporen van boter
zuurbacteriën in de melk. Deze spo
ren zijn afkomstig uit matig of slecht
geslaagde kuilen en kunnen leiden tot
de zeer ongewenste afwijking "laat
los" of "knijper" in de kaas. Om de
melk en dus ook de kaaskwaliteit in
dit opzicht te verbeteren moeten we
in de eerste plaats trachten het aantal
sporen in kuilvoer zo laag mogelijk te
houden. Met een goede winning en
bewaring van het kuilvoer is dit te
bereiken.
In 1982 is de zuivelindustrie begon
nen bij de uitbetaling van melk ook
rekening te houden met het aantal
sporen van boterzuurbacteriën in de
melk. Minder dan 1 spore per fnl. is.
goed, van 1-7 sporen is aan de hoge'
kant en meer dan ca. 7 sporen is te
hoog. In het laatste geval wordt 2
cent per liter melk ingehouden.
In de afgelopen stalperiode is geble
ken dat gemiddeld 5-10% van de be
drijven melk leverde, waarin teveel
sporen van boterzuurbacteriën
voorkwamen. In enkele gebieden
was dit percentage soms belangrijk
hoger. Deze bedrijven kregen een
korting van 2 cent per liter melk.
Daarnaast was van ongeveer 10%
van de bedrijven het aantal sporen in
de melk aan de hoge kant (1-7 sporen
per ml). Hierbij werd echter nog
geen korting op de melkprijs toege
past. Veel sporen in de melk kost de
veehouder dus geld, maar het vormt
ook een bedreiging voor onze kaas
export.
Op het in te kuilen gras (en ook an
dere produkten) zijn altijd wel een
aantal sporen van boterzuurbacte
riën aanwezig (o.a. door verontreini
ging met grond en mest). Bij een
matige en slechte conservering en/of
bewaring kunnen deze sporen ont
kiemen en kunnen de bacteriën zich
sterk vermeerderen. Deze bacteriën
kunnen na enige tijd weer overgaan
in sporen (rusttoestand). De sporen
uit het kuilvoer passeren ongehin
derd het maagdarmkanaal van de
koe, komen in de mest terecht en
kunnen dan tijdens het melken de
melk besmetten. De kans op be
smetting is duidelijk groter naarmate
het kuilvoer meer sporen bevat.
Door een goede hygiëne bij het mel
ken kan de besmetting van de melk
weliswaar sterk worden verminderd,
maar bij het voeren van kuilgras met
grote aantallen sporen kan een te
hoge besmetting van de melk niet
altijd worden voorkomen. Bij het
pasteuriseren van de melk worden
deze sporen niet gedood.
Waardoor veel sporen in
kuilvoer?
Hét onderzoek en de ervaringen van
de laatste jaren heeft duidelijk ge
maakt dat van de oorzaken van veel
sporen in kuilvoer de volgende het
het belangrijkst zijn.
a. Ongunstige conservering. Dit is
meestal het gevolg van het inkui
len van te vochtig gras of onge
lijkmatig voorgedroogd gras. In
zulke gevallen kunnen de boter
zuurbacteriën zich gemakkelijk
vermeerderen en sporen vormen.
Ook veel voordroogkuilen tussen
35-50% droge stof bevatten vaak
nog veel sporen. Goed voordro-
gen is dan ook erg belangrijk. De
homogeniteit van het kuilvoer
kan men verbeteren door het gras
tijdens de veldperiode regelmatig
en goed te schudden. Daarnaast
kan men het aantal sporen be
perken door het gras met een op
raapdoseerwagen of met een
20 mei 1983
hakselaar op te nemen. Vooral
hakselen heeft vanwege de inten
sieve menging een gunstige in
vloed op de gelijkmatigheid van
de kuil en daardoor op het aantal
sporen.
b. Slechte bewaring. Bij een onjuiste
afdekking van de kuil kan er
lucht bij het voer komen en dit
leidt dan tot broei, schimmel,
condenslagen en zelfs rotting.
Vooral in condenslagen- en op
plaatsen met rotting treedt vaak
een geweldige vermeerdering van
sporen op. Natte tussenlagen, die
kunnen ontstaan bij het op elkaar
of tegen elkaar kuilen van meer
dere partijen zijn in dit opzicht
ook gevaarlijk.
In principe kunnen daarom alle in
gekuilde produkten waarbij de con
servering en bewaring niet goed is
verlopen, veel sporen bevatten.
Hierop letten bij inkuilen
Om problemen met sporen in de
volgende stalperiode tot een mini
mum te beperken dient men de ko
mende tijd bij het inkuilen van gras
vooral aan de volgende punten te
denken.
Zo mogelijk alleen maaien bij
goede weersvooruitzichten en
niet te veel tegelijk maaien.
Het gras direct na het maaien
goed schudden en dit bij droog
weer elke dag herhalen. Zorg
Staatssekretaris A. Ploeg (landbouw
en visserij) heeft in overleg met het
bedrijfsleven besloten vanaf 19 mei
1983 ook in Limburg noodentingen
te laten uitvoeren tegen varkenspest.
De grenzen van het gebied waarbin
nen geënt gaat worden, lopen als
volgt: de grens met Noord-Brabant
vanaf de- Belgische grens via de
spoorlijn Helmond-Venlo-Kalden-
kirchen - de Duitse grens - de IJs-
straat - Stationsstraat - Louwers-
straat - Rijksweg 272 - Marktstraat -
de provinciale weg Susteren, Roos
teren, Maaseik - de Belgische grens
tot aan de grens met Noord-Brabant.
AKKERBOUW
VOOR DE BESTRIJDING
VAN BOTRYTIS in erwten is
Ronilan toegestaan. Voor konser-
venerwten geldt een dosering van
1,5 kg per ha en voor droog te
oogsten erwten 1 kg per ha. Het
tijdstip van de behandeling is
wanneer de eerste bloemblaadjes
vallen. Bij droog te oogsten erwten
kan een tweede bespuiting nodig
zijn, ongeveer 10 dagen na de eer
ste behandeling.
IN TEGENSTELLING tot vorig
jaar hebben we dit jaar te maken
met een vroege aantasting van
meeldauw. Vooral de rassen Oka
pi en Citadel zijn vaak flink bezet,
maar ook in Arminda komt reeds
meeldauw voor. Kontroleer uw
wintertarwe regelmatig en voor
kom dat de plant wit ziet van de
schimmelpluis.
EEN GOEDE NORM voor de
aanvang van meeldauwbestrijding
is wanneer het derde blad van
boven voor 10 a 15% met schim
melpluis is bedekt. Bayleton of
met een opraapdoseerwagen of
hakselaar opnemen.
Bij het inkuilen is een korte veld
periode altijd belangrijk. Ook bij
ongunstig weer dient het gras niet
langer dan 5 a 6 dagen op het veld
te liggen; De beslissing om bij een
lager ds-gehalte in te kuilen en
een toevoegmiddel te gebruiken
dient men daarom tijdig te ne
men.
- Een afwijkende (vochtige) partij
gras moet men apart inkuilen.
Men heeft dan de mogelijkheid
om zo'n partij aan jongvee of
droogstaande koeien op te voe
ren.
- De kuil op een droge plaats aan
leggen. zodat er geen water in de
kuil kan komen.
- Het gras snel inkuilen (één dag)
en direct luchtdicht afdekken. De
kuil mag niet opwarmen. Dit
geldt vooral ook voor het bijvul
len van kuilen of silo's.
- Zorg voor een goede afdekking,
zoals één laag plastic en volledig
bedekt met grond of 2 (goede)
plastic-folies (met KOMO-keur-
merk) over elkaar.
- Tijdens de bewaring de afdek
king controleren (plastic altijd
strak houden en beschadigingen
direct repareren).
Een goede winning en bewaring van
kuilvoer is van grote betekenis voor
de melkveehouderij. De verliezen
aan ruwvoer zijn dan beperkt en men
bespaart op krachtvoer. Met goed
kuilvoer behoeft men geen proble
men te hebben met sporen in de
melk. Extra aandacht voor het win
nen van goed kuilvoer is daarom be
slist de moeite waard. U dient er u
zelf, maar ook de zuivelindustrie en
daarmee de gehele melkveehouderij
mee.
met een dergelijke beveiliging uit
gerust moeten zijn?Laat niets aan
het toeval over en denk maar aan
het kalf in de put.
DE GROEI VAN JONGE KA L-
VEREN kan door tal van faktoren
geremd worden. Een kwalijke
zaak is een parasitaire aantasting.
Laat de kalveren dan ook niet
eerder buiten dan wanneer het
eerste etgroen beschikbaar is en ze
minstens 3 maanden oud zijn.
Omweiden om de 14 dagen strekt
tot aanbeveling.
OM VOOR DE STALPERIO
DE '83/ '84 over voldoende struk-
tuurhoudend ruwvoer te beschik
ken, moet gestreefd worden naar
een hoog maaipercentage tijdens
het weideseizoen. Het mogelijke
tekort aan voordrooggras moet op
een of andere manier aangevuld
worden. Een voederwinningsplan
geeft hierin een goed inzicht.
11