Onkruidbestrijding vóór
zaaien en poten (2)
Moeilijke situatie
Akkerbouw in Noord-Brabant
Bestrijding ziekten
in uien
Vrije invoer
veevoedergrondstoffen dient
gehandhaafd te blijven
Tramatookin 1 liter
Opbrengstdepressie van 15 a 30%
Nederlandse Mengvoederfabrikan ten
Mengvoederproduktie
nauwelijks gestegen
Enkele weken geleden werd onder hetzelfde kopje een mededeling
geplaatst over de mogelijkheid om tegen zaadonkruid op onbewerkt
land. Round-up in te zetten. Er is hiermee ook in onze omgeving
ervaring opgedaan.
worden toegepast.
korte tijd die er mom
loopt tussen zaaien e
zal dit beperkt blijven
dagen na het zaaien,
plantje dat geraakt w
Ter aanvulling daarom het volgen
de:
- De toepassing van 2 a 3 ltr
Round-up is gericht op de thans
sterk ontwikkelde zaadonkruiden
zoals muur, kleefkruid, kamille
enz. In de meeste gevallen zal 2 V2
ltr. voldoende zijn, alleen bij
- aanwezigheid van bijv. veel var
kensgras is 3 ltr. op z'n plaats.
Het middel wordt snel door de
plant getransporteerd, 24 uur is
slechts nodig om tot zelfs in de
wortel door te dringen. Binnen 2 a
3 dagen kan (dus) een grondbe
werking plaatsvinden.
- Het effekt van Round-up is na
enkele dagen nog amper zicpj-
De toelating van Tramat als on
kruidbestrijdingsmiddel voor suiker
bieten is begin dit jaar veranderd.
Vroeger mocht Tramat alleen ge
spoten worden als toevoeging aan
Betanal in een laat stadium van het
bietengewas in een dosering van 2,5
liter per ha. Sinds de verandering van
de toelating mag Tramat ook ge
bruikt worden in een vroeger sta
dium van het bietengewas en wel in
de kombinatie 3,5 liter Betanal 1,5
liter Tramat.
In de praktijk blijkt nu een grote be
hoefte te bestaan aan een kleinere
verpakking. Daarom brengt Sche
ring Nederland B.V. sinds 9 mei
naast de 5 liter verpakking ook een 1
liter verpakking.
10
baar. Het feit dat na de genoemde
2 3 dagen aan het onkruid nog
weinig te zien is mag echter géén
reden zijn om een behandeling te
herhalen of een grondbewerking
uit te stellen.
- In een later stadium treedt groei-
remming op en de plant, met na
me de wortel, wordt bros.
Wat de toepassing betreft:
- Altijd l ltr. Round-up op IOO ltr.
water
- Niet toepassen als er binnen 6 uur
kans op regen bestaat. Ook niet
na een nachtvorst of als nacht
vorst wordt verwacht.
- Round-up kan ook na het zaaien
Aan het Jaarverslag van de Vereni
ging van Nederlandse Mengvoeder
fabrikanten ontlenen wij dat in
1981/82 de mengvoederproduktie in
Nederland met slechts 0,8% is geste
gen, waarbij is opgemerkt dat de
produktie van rundveevoeders nau
welijks veranderde, die van varkens
voeders konstant bleef en de lichte
toename vrijwel geheel is toe te
schrijven aan een grotere produktie
van pluimveevoeders.
Het aantal mengvoederbedrijven
daalde met 8% of 41 tot 450. In
ïezien de
;nteel ver-
1 opkomst
tot enkele
Elk kiem-
i>rdt is ten
dode opgeschreven. Wacht dan
niet tot het laatste onkruid zich na
de grondbewerking weer naar
boven gewerkt heeft.
N.B.: Bovenstaande heeft betrekking
op de bestrijding van zaadonkrui
den. Waar wortelonkruiden (kweek,
klein hoefblad, veenwortel) bestre
den moeten worden, dient men gro
tere hoeveelheden middel en langere
wachttijden aan te houden om vol
doende effekt te mogen verwachten.
Bij toepassing tussen zaaien en op
komst geldt uiteraard het bezwaar
van een langere wachttijd niet.
Namens de konsulentschappen
"""in Zuidwest-Nederland,
De specialist gewasbescherming,
P. Verhage.
1975/76 werden nog 619 mengvoe
derfabrieken geteld.
De produktie, die in die periode sterk
gestegen is, vindt meer en meer
plaats in grotere eenheden.
Wel daalde in 1981/82 het aantal
bedrijven met een jaarproduktie van
100.000 ton en meer met drie, terwijl
de kategorie van 50.000 tot 100.000
ton met drie toenam. De verminde
ring van het aantal bedrijven in
1981/82 is toe te schrijven aan het
dalende aantal bedrijven met een
jaarproduktie van minder dan 10.000
ton.
Schimmelziekten
Te velde kan een uiengewas worden
geïnfekteerd door schimmels die
loofziekten veroorzaken. Daarnaast
kan infektie optreden door Botrytis
aclada, de zogenaamde koprot-
sch'immel. Aantasting door deze
schimmel had in het verleden regel
matig enorme bewaarverliezen tot
gevolg. Tegenwoordig wordt deze
schimmel afdoende bestreden mid
dels een zaadbehandeling met een
systemisch fungicide.
Schimmels die tijdens de groeiperio
de moeten woeden bestreden zijn
dan ook uitsluitend die schimmels
die ziekte van het loof veroorzaken.
Onder de, doorgaans in Nederland,
heersende klimatologische omstan
digheden kunnen de volgende loof
ziekten optreden:
valse meeldauw (Peronospora des
tructor), papiervlekkenziekte (Phy-
tophozen porri), purpervlekkenziek-
te (Alternarie porri) en bladvlekken-
ziekte (Botrytis squamosa).
Valse meeldauw
Deze loofziekte komt de laatste jaren
vrijwel niet meer voor, terwijl in het
verleden dit de meest voorkomende
loofziekte was. Aantasting kan wor
den voorkomen door het preventief
toepassen van zineb of maneb of
kombinaties van beide middelen.
Bladvlekkenziekte
Dit is een, vooral de laatste jaren ge
vreesde en veelvuldig gesignaleerde,
loofziekte. Deze, voor het eerst in
1939 in Nederland gesignaleerde
schimmel, veroorzaakte in 1963 een
schadelijke aantasting in uien, die
beperkt bleef tot een klein gebied in
het Zuid-Westen van ons land. In de
daarop volgende tweetallen jaren
verbreidde de schimmel zich echter
over het gehele land.
Met middelen op basis van zineb, die
worden gebruikt voor de bestrijding
van valse meeldauw, werd geen ef
fekt verkregen tegen de bladvlek
kenziekte. Kombinaties van maneb
en zineb boden daarentegen wel enig
perspektief. Natte weersomstandig
heden en/of een welige loofontwik-
keling bleken gunstige voorwaarden
te zijn voor de ontwikkeling van de
schimmel. In dergelijke situaties is de
bestrijding met maneb/zineb kom
binaties ontoereikend. Uit onder
zoek is komen vast te staan dat toe
voeging van systemische fungiciden
de werking van maneb/zineb aan
zienlijk verbeteren. Het probleem bij
deze methode is het bepalen van het
juiste tijdstip van de toevoeging, die
is gebonden aan een maximum van 2
maal per seizoen.
Verder onderzoek leverde een aantal
middelen op die in een doorspuit-
schema kunnen worden toegepast.
Momenteel zijn voor de bestrijding
van bladvlekkenziekte de volgende
middelen beschikbaar:
voor toepassing in een doorspuit-
schema: Daconil 2787, Daconil 500,
Ronilan vloeibaar, Daconil M, Ro-
nilan M en Rovral vloeibaar.
Als toe te voegen middelen aan ma
neb/zineb of mancozeb: Ronilan,
Rovral, Rovral vloeibaar en Sumis-
clex.
Eveneens als toevoeging, echter met
een maximum van 2 maal, systemi
sche fungiciden.
Advies:
In eerstejaars plantuien, picklers en
zilveruien, gewassen met doorgaans
een dicht loofpakket verdienen de
middelen Daconil 2787, Daconil 500
of Rovral vloeibaar de voorkeur.
De voorbehoedende bespuitingen
dienen tijdig aan te vangen en weke
lijks te worden herhaald.
In zaaï-uien en tweedejaars plan-
tuien gaat de voorkeur uit naar een
doorspuitschema met Daconil M of
Ronilan M. Een intensief gebruik
van Daconil 2787, Daconil 500 en
Rovral vloeibaar vergroot de kans op
een lang groen blijven van het gewas
met als gevolg een ongewenste latere
afrijping van het gewas.
Wanneer, om welke reden dan ook,
wordt gekozen voor de methode
waarbij wordt uitgegaan van ma
neb/zineb of mancozeb met zonodig
toevoegingen van dc daarvoor in
aanmerking komende middelen,
dient dit beperkt te blijven tot het
gebruik in zaai-uien en tweedejaars
plantuien.
(Nieuwsbrief SNUiF)
20 mei 1983
Met betrekking tot de extreem
natte omstandigheden van bodem
en weer volgt hier een beschrijving
van de situatie in de landbouw.
Wintergewassen zoals wintertar
we, gras voor zaadwinning, karwij
en koolzaad vertonen momenteel
in het algemeen een goede stand en
ontwikkeling.
Ongekende stagnatie bij de voor-
jaarsinzaai
De lezer dient er rekening mee te
houden dat de situatie van gebied
tot gebied wat de weersgesteld
heid betreft, wel enigermate ver
schillend is geweest. Tot en met
woensdag 16 maart j.l. waren de
omstandigheden van grond en
weer geschikt om het land zaai-
klaar te leggen en in te zaaien.
Zomertarwe en zomergerst, die
bijvoorkeur vroeg gezaaid dienen
te worden, waren voor 17 maart
grotendeels uitgezaaid. Voor de
uitzaai van suikerbieten en ande
re gewassen en het poten van
aardappelen was het toen nog vrij
vroeg.
In de periode van 17 maart tot
"heden" (13 mei), is er (met uit
zondering van het tijdsbestek 15
tot 20 april en "9-10 mei", waarin
plaatselijk al naar gelang de om
standigheden meer of minder kon
worden gezaaid) wegens niet af
latende regen en af en toe plens
buien geen gelegenheid geweest
om het land te bewerken en onder
zaad te brengen. Dit betekent nu
een stagnatie in de voorjaars
werkzaamheden op het bouw
land van 57 dagen of anders ge
zegd 8. weken.
De huidige situatie
De voornoemde stagnatie van 8
weken stilliggen der voorjaars
werkzaamheden houdt in:
1. Het onkruid is wel blijven
groeien en dit maakt de niet
ingezaaide percelen pleksge-
wijze min of meer groen.
2. Verschillende percelen, die dit
voorjaar onder zaad zijn ge
bracht. zijn dichtgeslempt met
hier en daar piasvorming.
3. De voorjaarsgewassen, die
nog niet gezaaid konden wor
den, hebben in vergelijking
met voorgaande jaren een
kortere groeiperiode van
meerdere weken; verder zijn
de bodemomstandigheden
slecht voor het verkrijgen van
een goed zaaibed.
De blik vooruit
De kortere groeiperiode van de
nog uit te zaaien voorjaarsgewas-
sen beinvloedt de uiteindelijke
kg-öpbrengst ongunstig. De on
gunstige invloed op de uiteinde
lijke kg-opbrengst zal bij suiker
bieten relatief groter zijn dan bij
snijmais, die bij voorkeur in de
laatste 10 dagen van april wordt
gezaaid.
Er van uitgaande dat suikerbie
ten, uien, konservenerwten,
aardappelen, snijmais e.d. in mei
gezaaid kunnen worden, dan is
het verstandig dit toch nog te
doen. Al naar gelang het gewas
moet men dan wel rekening hou
den met een globale kg-op-
brengstdepressie van 15 a 30%.
Resumé
Tracht bij het onder zaad bren
gen de struktuurschade? zoveel
mogelijk te beperken. Raadpleeg
zonodig de bedrijfsvoorlichter bij
de onkruidbestrijding.
Ir. J.A.H. Haenen
De V.N.M.F. (De vereniging van grote partikuliere mengvoederfabri-
kanten) wijst in haar jaarverslag over 1982 "Brusselse" maatregelen ter
beperking van de invoer van grondstoffen voor de veevoeding met klem
van de hand. Zulke maatregelen verhogen de kostprijs van de intensieve
veehouderij tegenstelling tot andere sektoren in de landbouw - niet of
nauwelijks enige steun uit de Gemeenschapskas ontvangt.
Macro-ekonomisch gezien is het bovendien een slechte zaak als de
E.E.G. zich afsluit voor de invoer van (hier onvoldoende aanwezige)
relatief goedkope grondstoffen.
In het jaarverslag wordt ook melding
gemaakt van de bijzonder slechte si
tuatie waarin de pluimveesektor
verkeert. Ondanks deze slechte si
tuatie, die de sektor in 1982 honder
den miljoenen guldens kostte, is bij
het Nederlandse Parlement een
wetsvoorstel inzake het houden van
legkippen in behandeling. Dit wets
voorstel - eenmaal verheven tot wet -
zou ertoe leiden dat ruim twee-derde
v^n het huidige aantal legbatterijen
zou moeten worden vernietigd en
welomdat de hoogte ervan enkele
centimeters tekort zou schieten. De
Vereniging verwerpt deze wet!
Een tweede stuk mogelijk nationale
wetgeving dat in het jaarverslag
wordt verworpen betreft de eventue
le totstandkoming van een vesti
gingswet in de landbouw. Voorstan
ders zien in zo'n wet een mogelijk
heid tot regulering van bepaalde als
ongewenst aangemerkte produktie-
uitbreidingen te komen in bijvoor
beeld de varkenshouderij.
Het middel van een vestigingswet
tast echter de vrije ondernemingsge
wijze produktie aan, werkt belem
merend op verdere ontplooiingskan
sen van de sektor en is bovendien
konkurrentievervalsend binnen de
eigen sektor.
Ook voor het gewas uien geldt als voorwaarde, voor een OPTIMALE
opbrengst en een GOEDE kwaliteit van het produkt, een ongestoorde
groei.
Het oogmerk van de ziektenbestrijding dient dan ook te zijn groei
stoornissen, als gevolg van aantastingen door schimmels en/of insek-
ten, te voorkomen of tot een minimum te beperken.