Samenwerking is voor
velen geen modewoord
maar een noodzaak
Onkruidbestrijding na de
opkomst van uien
Sexval voor erwtenteelt
Canadian Wheat Board beveelt graantelers
areaals inkrimping aan
Uitbreiding van
toelating Fusilade
In gezaaide uien kan vanaf een gewaslengte van 6 cm het onkruid met
diverse middelen worden bestreden. Voor toepassing op een ónkruid-
vrije grond komen in aanmerking propachloor, Alicep en chloor IPC.
Voor al deze middelen geldt dat voor het verkrijgen van een optimaal
resultaat de toepassing moet plaats vinden op een vochtige grond of als
direkt na het spuiten regen mag worden verwacht.
Van propachloor bedraagt de dose
ring voor het spuitpoeder 7 kg per ha
en die van de vloeibare formulerin
gen, afhankelijk van het gehalte aan
aktieve stof, 8 of 9 1 per ha. Wanneer
in de omgeving van het te behande
len perceel tulpen worden geteeld
dient ernstig rekening te worden ge
houden met het feit dat tulpen zeer
gevoelig zijn voor propachloor.
Van Alicep dient, afhankelijk van de
zwaarte van de grond, 3-4 kg per ha
te worden verspoten.
Voor chloor IPC geldt eveneens, af
hankelijk van de zwaarte van de
grond, een dosering van 4-6 1 per ha.
Dit middel kan ernstige schade ve
roorzaken aan o.a. bloeiende granen
en grassen, blauwmaanzaad en vlas.
Niet alleen het overwaaien van
sproeinevel kan'aanleiding zijn tot
schade maar ook de nog, gedurende
geruime tijd na het spuiten, optre
dende dampwerking kan hiervoor
verantwoordelijk zijn. Het gebruik
van chloor IPC wordt daarom ten
sterkste ontraden wanneer binnen
een afstand van 200 meter een ge
voelig gewas wordt geteeld.
Daar de voorwaarde "onkruidvrije
grond" geldt voor genoemde bo
demherbiciden en deze situatie
slechts sporadisch voorkomt zal een
toepassing zoals boven omschreven
tot de uitzonderingen behoren.
Een veel algemenere methode is het
gebruik van Lironion, een bodem
herbicide met kontaktwerking. Met
uitzondering van grassen en var
kensgras kunnen met dit middel
kleine (2-4 bladstadium), niet afge
harde onkruiden goed worden be
streden. De dosering bedraagt 5 kg
per ha.
Op groter en/of niet afgehard on
kruid is de werking van Lironion
onvoldoende. In die gevallen kan bij
een afgehard gewas toevoeging van
Onkruidbestrijdingsproef van de SNUiF
minerale olie het effekt van Lironion
aanzienlijk verbeteren. Van een goe
de afharding is dan sprake als er ge
durende een week geen neerslag is
gevallen en het overwegend zonnig
weer is geweest.
Ook met zwavelzuur kan, onder voor
dit middel vereiste omstandigheden,
een goede onkruiddoding worden
verkregen. Het gebruik van dit mid
del is als gevolg van het ontbreken
van geschikte spuitapparatuur van
weinig betekenis.
Als in uien met een lengte van 10-15
cm veel groot onkruid voorkomt kan
uitsluitend als noodmaatregel ge
bruik worden gemaakt van ioxynil
(Certrol en Actril). Eveneens als
noodmaatregel kan worden gewerkt
met een mengsel van 5 kg Ramrod
0,5 kg linuron per ha.
Het voldoende lange gewas (10 - 15
cm) dient bij aanwending van ioxynil
of genoemd mengsel goed afgehard
te zijn. Ook als aan deze voorwaarde
is voldaan is er nog een reële kans op
gewasbeschadiging. Een gewasbe
schadiging, vooral in dit stadium,
leidt meestal tot een verlating van het
gewas.
Uien gezaaid voor de regen
Tenslotte wordt opgemerkt dat op
percelen, waar door bepaalde om
standigheden geen vooropkomstbe-
spuiting is uitgevoerd, een wat gewij
zigd spuitschema zal moeten worden
toegepast. Gedacht kan bijvoorbeeld
worden om reeds bij een kleinere
gewaslengte dan 6 cm, b.v. 4 cm, op
niet afgehard onkruid een halve do
sering Lironion aan te wenden. Deze
bespuiting kan dan worden afgerond
bij een gewaslengte van 6 cm (echter
niet eerder dan een week na de eerste
bespuiting) met 2,5 - 5 kg Lironion.
Bij deze laatste bespuiting kan als het
gewas goed is afgehard zopodig mi
nerale olie worden toegevoegd.
Tweedejaars plantuien
Als kort na het planten een bodem
herbicide is toegepast kan in dit ge
was een né opkomst bespuiting wor
den uitgevoerd met propachloor,
Alicep of chloor IPC. De middelen
moeten evenals bij zaai-uien worden
aangewend op een onkruidvrije
grond.
Bij aanwezigheid van klein onkruid
kan in tweedejaars plantuien, naast
Lironion, ook van Bladex gebruik
worden gemaakt. Als gevolg van een
toepassing van Bladex kan met name
op lichte grond gewasbeschadiging
ontstaan. De dosering van Bladex
bedraagt 1 kg per ha.
(Nieuwsbrief SNUiF)
Reeds geruime tijd geleden is Cebe-
co Zuidwest op de markt gekomen
met een sexval als hulpmiddel voor
een nauwkeuriger bestrijding van de
erwtenpeulboorder.
De SEXVAL EP vangt -volwassen
mannelijke vlinders van de erwten
peulboorder op een kleverige Iijm-
strip. De vlinders worden hierheen
gelokt door een lokstof (kunstmatige
sexgeur) van de vrouwelijke exem
plaren. Deze lokstof is aangebracht
in een klein bolletje dat in de val
wordt gelegd of aan een draadje ge
hangen. De val is gemaakt van
kunststof materiaal en kan, mits
goed bewaard, vele jaren dienst
doen.
De lijmplankjes dienen soms enige
malen per seizoen te worden ver
vangen. De lokstofbolletjes, a 7,50
per stuk, zullen veelal één heel sei
zoen meegaan.
Met behulp van de val kan men
vaststellen of er veel of weinig vlin
ders zijn en dus of er veel of weinig
eitjes worden afgezet en wanneer dat
gebeurt. Als dat bekend is, weten we
ook ongeveer het tijdstip waarop de
larven uit de eieren komen en zich in
de erwtenpeul zullen boren. Dit is
belangrijk om te weten, omdat be
strijding alleen mogelijk is in de pe
riode tussen het uitkomen van de
larve en het indringen hiervan in de
erwtenpeul. Een te vroege of een te
late bespuiting, met een slecht resul
taat als gevolg, kan dus worden
voorkomen.
Vangt u geen vlinders in de vallen, of
minder dan 5 per week, dan zal er
geen of slechts een geringe aantas
ting volgen en is te overwegen om een
bespuiting achterwege te laten. Dat
betekent een besparing op werk en
middelen!
Uit voorlopige ervaringen is geble
ken, dat bij een vangst van 5 of meer
vlinders per dag, ongeveer 10 dagen
later een bespuiting moet worden
toegepast.
(Informatie Cebeco-Zuidwest)
De Canadian Wheat Board heeft er
bij de graantelers in Canada op aan
gedrongen hun arealen zomertarwe
en zomergerst in te krimpen, teneinde
het wereldgraanoverschot te helpen
verlagen.
Senator Hazen Argue, de minister die
de Canadian Wheat Board in zijn
portefeuille heeft, heeft alle graanex-
porteurs inmiddels aangeraden het
zelfde te doen.
"Als de producenten in alle exporte
rende landén hun areaal inkrimpen
en produktie verlagen, zal dit leiden
tot een belangrijke verbetering van
de wereldgraansituatie", aldus Ar--
gue.
Hij prees de Verenigde Staten voor
het ogenschijnlijke succes van haar
oogstreduktieprogramma's. Maar hij
waarschuwde dat "Canada zich zor
gen blijft maken over de invloed van
exportsubsidies zoals die door de
EEG en meer recentelijk door de VS
worden toegepast".
Volgens Argue zijn er geen aanwij
zingen dat andere grote exporteurs -
de EEG, Australië en Argentinië -
hun produktie dit jaar zullen verla
gen. Hij drong er bij de Canadese
boeren op aan hun Amerikaanse
kollega's te volgen en dit voorjaar
hun areaal in te krimpen. Argue leg
de er echter de nadruk op dat dit
geheel vrijwillig is en geen enkele
relatie heeft met het in 1970 fel be
kritiseerde oogstreduktieprogram-
ma.
Hij stelde de boeren voor hun areaal
zomertarwe en haver met ongeveer
5% in te krimpen, hun gerstareaal
met 15% en 22% minder vlas in te
zaaien. Het hierdoor vrijkomende
bouwland zou vervolgens moeten
worden bestemd voor de teelt van
raapzaad, waarnaar momenteel - zo
wel in Canada als daarbuiten - grote
vraag bestaat.
De direkteur van de Canada Grains
Council, Arthur Wilson, heeft op de
jaarvergadering van deze organisatie
verklaard niet te geloven in een ople
ving van de wereldgraanprijzen, tenzij
een groot producerend land zal wor
den gekonfronteerd met een misluk
king van de oogst.
(Globe and Mail)
De toelating van het onkruidbestrij
dingsmiddel FUSILADE is aanzien
lijk uitgebreid. Naast de bestaande
toelating in de akkerbouwgewassen
aardappelen, bieten graszaadteelt
van roodzwenk en hardzwenk is het
gebruik ervan nu ook toegestaan in
karwij en koolzaad, in de teelt van
krokussen, narcissen, irissen en gla
diolen, in de teelt van boomkweke
rijgewassen, in plantsoenbeplantin
gen en op akkerranden.
Met een goed opgezette samenwerking is geld te verdienen op alle landbouwbedrijven. Velen beseffen dit en
wekten samen. De kosten verlagen of beperken op een bedrijf is, indien mogelijk, noodzakelijk. De arbeids
organisatie verbeteren en de aanwezige arbeid zo goed mogelijk benutten eveneens. In bijgaand artikel
hebben wij trachten uiteen te zetten op basis van welke afspraken 3 samenwerkende boeren voor gezamen
lijke rekening een aardappelrooier in bedrijf hebben genomen. Voorts is een drietal mogelijkheden van
verrekening van de kosten weergegeven.
Opzet
Jan. Piet en Klaas hebben een akkerbouwbedrijf van resp. 28, 40 en 52 ha. De gemiddelde oppervlakte aardappelen
die zij verbouwden was gemiddeld lA van de bedrijfsoppervlakte. Vijf jaar geleden beslóten ze op basis van deze
oppervlakte gezamenlijk een aardappelrooier te kopen en gezamenlijk al hun aardappelen te rooien en af te voeren.
De investering bedroeg 45.000,—
Afspraken
De gemaakte afspraken werden in een overeenkomst vastgelegd. Voor de rooier zou ieder hetzelfde bedrag per ha
gerooide aardappelen betalen. Er zou een jaarlijkse verrekening plaatsvinden van manuren volgens het C.A.O.-loon
en van de trekkeruren en wagenkosten volgens de verrekenprijzen bij onderling gebruik van werktuigen. Ditzelfde zou
gebeuren voor de trekker die vóór de rooimachine stond.
Hoe werden de aanschafkosten verdeeld?
In de rooier nam ieder een aandeel naar de te verwachten te rooien oppervlakte
Jan 7/30 x 45.000,-
Piet 10/30 x 45.000.-
Klaas 13/30 x 45.000-
Hoe werden de vaste kosten berekend?
10.500,-
15.000.-
19.500,-
Aanschafkosten
verwachte restwaarde
ƒ45.000,-
12.000.-
af te schrijven in 5 jaar
gemiddelde rente
ƒ33.000,-
ƒ45.000.- ƒ12.000,- 2x8,3%
6.600,— per jaar
ƒ2.400.— per jaar
totale vaste kosten begroot
Dit betekent bij het geplande rooien van 30 ha per jaar 300,— per ha
Hoe werden.de variabele kosten berekend?
Onderhoud begroot op 3,5% van aanschaffingswaarde
Verzekering All Risk
Stalling
9.000,—per jaar
1.550,-
250,-
300-
totaal variabele kosten
De totale geraamde kosten waren dus 370,— per ha per jaar.
bij geplande 30 ha
ƒ2.100-
70,— per ha
Wat bleek na 5 jaar?
Na 5 jaar werd de rooier ingeruild. De restwaarde bleek 22.000.— te zijn in plaats van de begrote 12.000,— Een
meevaller. De onderhoudskosten bleken over dezelfde periode 3.000,- hoger te zijn geweest dan geraamd. Er was
minder gerooid dan de geplande 150 ha, nl. slechts 135 ha verdeeld als volgt: Jan 32 ha, Piet 50 ha en Klaas 53 ha.
Wat waren de werkelijk gemaakte kosten?
Afschrijving ƒ23.000,—
rente 5 x 2.400 12.000,—
totale vaste kosten
Onderhoud was in 5 jaar
Stalling in 5 jaar
Verzekering
ƒ35.000,-
10.750-
1.500-
1.250,-
135 gerooide ha is 260,— per ha
totaal variabele kosten
13.500,-
135 gerooide ha is 100,— per ha
de totale kosten waren
360,— per ha
10
Vrijdag 6 mei 1983