nieuws uit brussel Rome overgoten met Nederlandse tulpen Landbouwberaad nieuwe prijzen zit muurvast jan werts - brussel Braks zinspeelt op verlaging melkprijs Britse boeren zien EEG minder zitten Voor het eerst in 25 jaar zouden de prijsonderhandelingen kunnen uitdraaien op een prijsverlaging voor melk. ontwikkeling van de kosten de be sluitvorming over de prijzen niet meteen mogen beïnvloeden. Fijntjes herinneren de gezamenlijke Europe se boerenorganisaties er de ministers even aan, dat de Brusselse autoritei ten bij het voorspellen van de kosten van het landbouwbeleid in 1981 en De Landbouwministers uit de Europese Gemeenschap hebben deze week dagenlang getracht vooruitgang te boeken bij het vaststellen van nieuwe landbouwprijzen. Toen de ministers woensdagochtend in alle vroegte uiteen gingen, was voor de avond daarop weer een bijeenkomst aangekondigd. Intussen zou de Europese Commissie dan nieuwe voor stellen doen voor een compromis. Die zullen er op uitdraaien, dat de voor Nederland toch al magere voorgestelde verhogingen voor rund vlees, varkensvlees en suiker via afbraak van monetaire compensaties verder uitgekleed worden, zo was de verwachting in Luxemburg, verwachting in Luxemburg. Belangrijkste hindernis voor het sluiten van een prijsakkoord is de eis van de Fransen, gesteund door de Italianen, dat in West-Duitsland en ook Nederland de monetaire com-» pensaties verdergaand afgebroken worden dan nu is voorgesteld. Dit zou dan moeten uitdraaien op een verlaging van de melkprijs. Zoiets is in 25 jaar Europese samenwerking nog nooit gebeurd. De nieuwe Duitse minister van Landbouw, tevens voorzitter van de ministerraad, Ignaz Kiechle (Chris ten-Democraat) vocht deze week met alle macht tegen zulke plannen. Maar minister Braks kwam in .de wandelgangen met de verrassende mededeling, dat hij eventueel en desnoods wel met een prijsverlaging zou kunnen instemmen. Braks liet aldus zijn nieuwe collega Kiechle in de kou staan, want alleen ons land en de Bondsrepubliek worden nu be dreigd met prijsverlagingen, omdat in die twee landen grote positieve monetaire compensaties nog afge broken moeten worden. Volgens minister Braks moet Neder land zich in de Ministerraad gedurfd opstellen. Dit omdat wij zoveel be lang hebben bij een handhaving van het Europese landbouwbeleid zoals dat nu werkt. Bij het begin van de marathon had de Europese Com missie nogal alarmerende cijfers vrijgegeven. Daaruit blijkt dat de kosten van het landbouwbeleid bezig zijn uït de hand te lopen. Zouden die kosten op basis van de huidige prijs voorstellen in 1983 met ruwweg driekwart miljard gulden toenemen, nu zou dat uitdraaien op maximaal vijf miljard. Achtergrond is onder meer de steeds verder aanzwellende melkproduktie. Braks toonde zich onder de indruk van deze tegenval lende kostenontwikkeling op Euro pees niveau. Daarom gaf hij journa listen in de loop van de marathon te verstaan terwille van een toekomstig compromis en mits uiteraard ook West-Duitsland meedoet, een verla ging van de prijzen zelfs te zullen accepteren. Onze minister kan zich wat dat be treft ook rustig "gedurfd" opstellen. Vaststaat dat de Duitsers zich zullen blijven beroepen op afspraken die zijn gemaakt in 1979. Toen is bij de start van het Europees monetair stelsel (EMS) vastgesteld, dat landen met positieve monetaire compensa ties (export-subsidies) zoals Duits land en Nederland die nu hebben, deze in twee jaar moeten afbreken. Maar tegelijk is toen ook vastgelegd dat "deze afbraak niet mag leiden tot een daling van de prijzen in natio nale valuta". Bonn zal zich daaraan houden, zo is deze week in Luxem burg wel duidelijk geworden. Boerenorganisaties De vertegenwoordigers van de Eu ropese boeren en tuinders, verenigd in COPA, hadden maandag bij het begin van de marathon een ander half uur durende contact met de nieuwe voorzitter minister Ignaz Kiechle. Het COPA kwam vervol gens met een verklaring waarin staat, dat pessimistische prognoses over de 22 april 1983 in 1982 de plank ook ver missloegen. Die kosten bleken later immers ge weldig mee te vallen. Tenaanzien van de forse negen procent reële op slag van de inkomens, die de Euro pese agrariërs in 1982 realiseerden, heeft COPA als commentaar dat de agrarische bevolking in West-Eu ropa in 1982 nog altijd 19 procent minder koopkracht heeft dan tien jaar eerder. Terwijl de gemiddelde werknemer er sindsdien zestien pro cent op vooruit is gegaan. Bij de onderhandeling van deze week trasseerden wij maar liefst vijf knelpunten die een compromis be moeilijken. Er is nu al jaren een ge meenschappelijk landbouwbeleid. Jan Werts maar de prijzen voor de producenten worden steeds minder uniform. De verhogingen, zoals de Europese Commissie die nu voorstelt, variëren van één procent voor de Duitsers via anderhalf procent gemiddeld voor de Nederlandse boeren en tuinders. Maar zelfs die waaier kan de fel uiteenlopende verschillen in inflatie (kostentoename) van twintig procent in Griekenland via achttien procent in Italië naar vier procent in Neder land en de Bondsrepubliek niet dek ken. Voor een land als Ierland bij voorbeeld stelt Brussel ruim vijf procent voor, terwijl de inflatie daar in de buurt van zeventien procent ligt. Zo'n land kan met de huidige voorstellen dus niet uit de voeten. Ook de ministers uit de zuidelijke landen, met name Italië en Grieken land, maar ook Frankrijk en België ten aanzien van de melk, vragen nog steeds om een ruimere prijsverho ging dan de Brusselse autoriteiten hebben voorgesteld. Om de agrariërs te compenseren voor monetair verlies, dan wel een extra winst voortvloeiend uit de de valuatie van hun munt meteen af te romen, zijn destijds monetair compenserende bedragen ingesteld. Die leggen nu bijvoorbeeld een pre mie op de export van agrarische produkten uit de landen met sterke munten (met name West-Duitsland en Nederland). Terwijl tegelijk de landen met een zwakke munt (Frankrijk, Italië, Griekenland, Bel gië), hun export met een heffing be last zien. Het geheel zit gecompli ceerd in elkaar. Resultaat is dat de heffing op de Franse export van ruim acht procent, en daar tegenover de subsidie van dertien procent die op de Duitse uitvoer ligt, er toe leidt dat de Franse boeren en tuinders het ge voel hebben dat zij in de concurren tiestrijd met hun buren op een achterstand van ruim twintig procent (13 8) zijn gezet. Daarom eisen de ministers uit Parijs en Rome nu, dat West-Duitsland en Nederland een groter deel van hun exportpremies opbreken. Een voorbeeld leert hoe zo'n verla ging van de monetaire compensaties voor Nederland zou uitpakken. De Europese autoriteiten stellen voor om de melkprijs qua Europese ga rantie met 5,5 procent te verhogen. Of dat er weer een zuiveloverschot groeit, moet de veehouder daarvan echter meteen 3,1 procent inleveren. Vervolgens wordt in Nederland 2,3 procent aan monetaire compensaties afgebroken. Resteert aldus voor onze veehouderij een prijsverhoging van ééntiende procent. Voor de graante- ler komt dit uit op 0,7 ofwel zeven tiende procent. Zodra minister Braks akkoord gaat met enige verdergaan de afbraak van monetaire compen saties, dan zou hij zich als "boeren- minister" onmogelijk maken. Dit zou immers betekenen dat de toch al buitengewoon magere prijsverho ging omslaat in een verlaging. Vierde obstakel voor een akkoord is de reeks verlangens van de Italiaanse en de Griekse minister, deels ook van de Fransen. In die landen moeten de boeren en tuinders tien tot twintig procent inflatie verwerken. Hun be drijfskosten nemen dus geweldig snel toe. De Europese verhogingen blij ven daarbij achter. Bovendien ge nieten de zuidelijke agrariërs niet de bescherming van de noordelijke veehouderij en de akkerbouw. De Italiaanse bewindsman dreigde deze week zijn collega's te overvallen met een verlanglijst met maar liefst 28 punten. De Griekse collega had ook zo'n programma op zak. Het zal dus nog wel even wat moeite kosten om die ministers tot een akkoord te be wegen. Vijfde probleem is ten slotte het aantreden van de nieuwe Duitse landbouwminister Ignaz Kiechle. Die Beierse Christen-Democraat heeft zich ingegraven voor een forse drie procent verhoging van de prij zen, wat hij inmiddels overigens al heeft verlaagd tot twee procent. De Europese autoriteiten staan Bonn echter minder dan één procent voor. Zij wijzen erop dat de begroting niet meer toelaat. De woning van de Nederlandse ambassadeur in Rome is dezer weken een onafzienbare bloe menzee, en tegelijkertijd hebben in de stad Rome zelf niet minder dan zeventig duizend Neder landse tulpen een heel ongewoon beeld aan de stad verleend. Het gaat om een experiment, maar de Romeinse wethouder die over bloemen, planten en parken re geert (en er zijn heel wat parken in Rome!) heeft nu al verklaard dat de zaak volgend jaar zal wor den herhaald. Rome heeft zestig duizend tul penbollen gekocht, via de Bloembollenraad en het Bloe menbureau Nederland, en de Nederlanders hebben daar nog eens tienduizend bollen als ca deau aan toegevoegd. Nu zijn zeventig duizend bloe men nog niet de zes miljoen van de Keukenhof, maar je ziet ze in de grijze (al zijn het ook mooie) straten van Rome wel degelijk staan. Rood en geel, de stads kleuren van. Rome, overheersen het beeld van pleinen en straten.. Intussen leggen de Italianen een opvallende eerbied aan de dag voor de tulpen, waarover ze let terlijk bijna struikelen. Toch wordt er bijna niet geplukt en geknipt. Ook in het Zuidwesten van ons land vindt de bloembollenteelt plaats. Met hun opvallende diepe kleuren geven deze tulpen een zeer levendig accent aan het landschap. Ir. Tjeerd Kaastra, Landbouwat- taché bij de Nederlandse ambas sade in Rome, hield bij de "Tul penpresentatie" in de kleurige ambassadeurstuin een redevoe ring voor Italiaanse journalisten en andere genodigden. Daarin kwamen heel wat tulpenfeiten boven water. Belangrijk vonden wij deze twee: De Nederlanders besteden per hoofd van de be volking gemiddeld voor 130 gul den per jaar aan planten en bloe men, het hoogste bedrag in Eu ropa. Voorts: De geschiedenis van de tulp is een ingewikkelde, maar de kroon op het werk is wel degelijk gezet door de Nederlan ders. Sinds het EEG-referendum in 1975 is de aanhang van Britse boeren voor de Gemeenschap te ruggelopen. Toen zei 92% van de boeren "ja" tegen Europa en 7% "nee" (de overige 1% kan zich niet meer herinneren te hebben gestemd). Wij hebben dezelfde groep ge vraagd, de stemmers van 1975, hoe zij zouden stemmen na 10 jaar EEG en gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het percentage "ja" stemmers is gedaald van 92 tot 78%, de "nee" stemmers na men toe van 7 tot 15% en 7% was er niet zeker van. In de diverse sectoren was de steun voor de Gemeenschap in 1975 met bijna 92% vrijwel gelijk. Maar in 1982 was de steun van de melkvee houders het meest gedaald tot 72%. De steun van rundveehou ders en aardappelenproducenten 'was met 76% en de varkenshou ders met 77% iets groter. Met 80% zijn de graanproducenten de grootste aanhangers van de EEG. De boeren met grote bedrijven zijn thans de grootste voorstan ders van het EEG-lidmaatschap. Degenen die in 1975 voorstander van het Britse EEG lidmaatschap waren en in 1982 niet, gaven daarvoor de volgende redenen aan: - volgens 22% "kost de EEG te veel". - 20% zag geen voordeel in het lidmaatschap* - 17% vindt dat andere lidstaten geen eerlijk spel spelen; en - volgens 13% zijn er teveel rege lingen en is er te veel bureaucra tie.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 5