'Onweer in het dorre hout.... Zo blijft het altijd moeilijk... Op weg naar de computer? Een vroeg voorjaar zit er niet meer in! Caldon in aardappelen Rapport 15 - 30 ha bedrijven Wanneer U dit leest zijn de Paasda gen weer voorbij en is het wellicht nog te nat om voorjaarswerk te doen. Het wordt nu een laat voorjaar. We begonnen vroeg met kunstmest strooien, en in die paar dagen dat het land droog was, is er ook van alles wat gezaaid. Toen namen velen een af wachtende houding aan; het was zo vroeg en de weerberichten waren slechter dan uitkwam. Achteraf had den we toen wel wat meer kunnen doen, maar of dat dan de goede be slissing geweest zou zijn, betwijfel ik. Nu. na al die regen de plassen op het gezaaide land staan, is dat ook niet alles. Zo blijft het altijd moeilijk te weten wanneer je het goed doet. Je zou meer betrouwbare weerberich ten moeten hebben voor één maand lang en dan zeker op het punt van neerslag. Maar wonende aan de rand van Oceaan en Noordzee zal dat wel een wens .zijn die niet in vervulling gaat. Dus toch maar weer wachten tot het echt droog is en dat tijdstip komt elk jaar. We kunnen nu de vrouwen langere tijd met de schoon maak karweitjes helpen. Waarom ook niet. want omgekeerd vragen wij ook wel eens hun hulp als wij het druk hebben. (Schrijver van de ru briek "Rond de Schelde" mag wel wat voorzichtiger zijn met zijn ver halen over koppespinnen. Daarmee trapte hij de boerinnen wel een beetje op de tenen. En dat kunnen we ons in 1983 niet meer veroorlo ven). De kortere groeiperiode zal wel la gere opbrengsten met zich mee brengen. Voor de prijsvorming zou dat misschien goed kunnen zijn. In 1982 zijn er in alle sektoren veel ki- tg lo's geteeld waar nu geld op toege-Ép legd moet worden. Straks wordt het weer lange dagen jÉ werken. En dan sta je altijd weerÉj versteld in hoe korte tijd, alles, dank ff? zij de moderne werkmethoden kan gebeuren. En met hoe weinig men sen. Mensen die dan ook veel uren willen maken. Van de heer Den Uijl horen we dat we in de landbouw te veel uren wer ken en dat meer mensen minder uren zouden moeten maken. Een erg mooie theorie, zeker in deze tijd met de grote werkeloosheid, maar in de praktijk niet te verwezenlijken.,Dat er nog steeds boerengezinsbedrijven bestaan (veel zijn er al verdwenen) is te danken aan het veel uren maken. Die worden dan per uur wel slecht beloond, maar per jaar is het genoeg om aan de gang te blijven. Ze hebben zich van CAO medewerkers moeten ontdoen en redden het nu nog als ze willen samenwerken. Als er voor de nog aanwezige CAO- krachten arbeidstijdverkorting moet komen, dan betekent dat meer over uren maken in de drukke weken. De kosten per gewerkt uur zullen hoger worden en dan zullen er eerder ont slagen vallen, dan dal er meer men sen aan het werk komen. En dat zal in alle kleine ondernemingen wel zo uitpakken. In de nieuwsmedia heeft men weer meer belangstelling voor midden- en kleinbedrijf. Als dat zo is komt dat door de extra rek die deze bedrijven hebben. En die extra rek is veel uren maken, hard werken en weinig overhead kosten. Ongeveer de helft van de werkgelegenheid hoort bij en rondom de kleine on dernemingen. Overheid en politieke partijen stimuleer dan toch die sterke punten van die ondernemingen en maak ze het niet steeds moeilijker aan de gang te blijven. Door bezuinigingen van de overheid staat ook het landbouwkundig on derzoek op de tocht. De overheid wil er minder aan gaan betalen en daar door zou het duurder worden voor het bedrijfsleven of er zou een stuk onderzoekwerk verdwijnen. Een moeilijke keus, want zouden wij het over nemen, dan is dat weer een las tenverzwaring. Doen we het niet dan profiteren we minder van de onder zoeksresultaten en lopen de omrin gende landen vlug voor op ons. Ge zien ons groot export pakket moeten we eerder voorop dan achterop lo pen. Verstandig zal dus wel zijn de zaak niet af te breken, maar door te gaan. Dat zal dan wel meerdere gul dens per ha gaan kosten. Wie die dan heeft, - een vaktechnische organisa tie -, - een standsorganisatie -of het Landbouwschap, doet er minder toe, als iedere boer er maar aan betaalt. Dat zou nog het eenvoudigst te rea liseren zijn via het Landbouwschap en die mogelijkheid zal zeker goed onderzocht moeten worden. Via het Landbouwschap is het landelijk ook beter te overzien. Wat doen instituten - proefstations - proefboerderijen - en proeftuinen?? Wellicht is al dat werk meer te stroomlijnen en dubbelwerk te voor komen. Misschien kan het wat min der kosten dan nu, zonder dat er te weinig gedaan wordt nu en in de toe komst. De vlasteelt lijkt zich dit jaar iets uit te gaan breiden. Op de foto is een boer bez. met het zaaien van vlas. 'g Wanneer we onze gedachten laten gaan over de inhoud van onze bijdra ge uit de praktijk van de laatste op THOLEN en ST. PHILIPSLAND dan valt er eigenlijk weinig of beter gezegd geen nieuws te melden. Want dat de weersomstandigheden van dien aard zijn geweest, en dat momenteel nog zijn, dat er in de praktijk nauwe lijks iets behoorlijks uitvoerbaar was. Dat valt wel tegen, een maand gele den zag alles er zo hoopvol uit. het leek een vroeg voorjaar te worden, maar je ziet maar weer hoe gauw het kan veranderen! Een vroeg voorjaar zit er niet meer in. een laat voorjaar lijkt veel meer voor de hand te lig gen. Het zal straks weer niet meevallen om voldoende geduld op te brengen om niet te vroeg te beginnen op de akkers die thans toch ook veel neer slag moeten verwerken en waarvan de structuur zeker minder goed zal zijn dan een maand geleden. Startklaar De werktuigen en de tractoren staan startklaar dus is er tijd vrij nog eens over andere zaken na te denken, b.v. over het deelnemen aan de bedrijfs economische boekhouding van on ze accountantsunie. Van Tholen en St. Philipsland doen er een aantal bedrijven mee. Op de algemene Kring vergadering werd gevraagd of de beschikbare gegevens 8 in een groep onder leiding van een deskundige van het boekhoudbu- reau en onze CAR voorlichter be sproken konden worden. Op de be treffende vergadering werd daarop positief gereageerd zodat we hopen dat ons daarover spoedig nadere be richten bereiken! Het bespreken in een bedrijfsecono mische werkgroep lijkt ons even zin vol als het formeren van teelttechni- sche studieclubjes! Overigens werken deze heel goed in oqs gebied, voor diverse akker bouwgewassen heeft men dergelijke groepjes geformeerd zoals tarwe, aardappelen, graszaad en uien. Ook van conservenerwten worden de gegevens van opbrengsten e.d. uit gewisseld! Gelukkig werkt dit goed, op die ma nier kan onze bedrijfsvoorlichter erg efficiënt voorlichting bedrijven. Zo doende zal het dan ook mogelijk zijn om de bezuinigingen die ook de landbouwvoorlichting treffen, naar bëhoren op te vangen. Papierwinkel Als er 1% per jaar op de landbouw voorlichting bezuinigd moet worden, dan zijn wij wel benieuwd waar die bezuinigingen aangebracht zullen worden. Naar onze mening mag die bezuiniging zeker de mensen in het veld niet treffen, zij immers zullen de Buiten is het op het moment dat ik dit stukje schrijf nat, koud en guur weer; binnen is het gelukkig behaaglijk. Het is voor mij als uw praktijkschrij ver van SCHOL'WEN-DUIVE- LAND niet moeilijk iets te vertellen over de stand van de werkzaamheden, aangezien er nog weinig is gedaan. Iedereen mocht willen dat hij het bietezaad nog in de zak had gehad. De percelen bieten die reeds voor de regenperiode zijn gezaaid zien er al- lebehalve rooskleurig uit. We moe ten er het beste maar weer van ho pen. Er wordt momenteel erg veel pootgoed op de landbouwbedrijven afgeleverd. Gezond uitgangsmate riaal is de basis voor een gezonde teelt. Om na te gaan of u gezond pootgoed hebt gekregen is het zaak om direct bij afleveren de partij te controleren. Als u het niet vertrouwt dan kunt u nog tijdig maatregelen nemen. Om nu toch weer niet te lang uit te wijden ever de stand van de werkzaamheden wil ik het hierbij la ten en teruggaan naar de kop van dit artikeltje. De computers hebben zich reeds een grote plaats in ons werkmilieu weten te veroveren. We zien ze algemeen gebruikt in o.a. de industrie, de dienstverlenende sektor en ook in de landbouw. Wat dat laatste betreft kunnen we denken aan het gebruik van computers als besturingsorgaan voor meet- en regelapparatuur in de tuinbouw (de kassen) en voor het opslaan van gegevens in de rund veehouderij. Ook in de akkerbouw zien we steeds meer computers ver schijnen; echter nog niet zo zeer op de individuele bedrijven. In de ak kerbouw kennen we de computer reeds bij de verwerking van gegevens van bedrijfseconomische aard. ar- beidsbegrotingen en de gegevens van studiegroepen. In het algemeen kunnen we het werken met compu ters aanmerken als snel en precies. Wat er echter overblijft van deze veelgeprezen voordelen van het re-, kenen met behulp van computers wordt bepaald door de kwaliteit van het noodzakelijke extra hulpmiddel; de gebruikte programmatuur (d.w.z. het programma dat verantwoordelijk is voor de wijze van berekening). En die kwaliteit is nu juist nauwelijks of niet te bepalen en te garanderen. In een wetenschappelijke verhandeling van een medewerker van de Rijksu niversiteit te Utrecht staat geschre ven dat het in de computerwereld algemeen bekend is dat er ook in al gemeen toegepaste standaardpro gramma's fouten zitten. Er wordt zelfs gesteld dat de praktische ont wikkeling van computerprogram ma's ver achtergebleven is bij de technische ontwikkelingen op appa ratuur gebied. Met dit verhaal wil ik u echt niet bang maken en het gebruik van computers afwijzen. Wel wil ik erop wijzen dat berekeningen uitgevoerd met behulp van de computer niet zomaar moeten worden overgenomen, maar eerst terdege moeten worden nagezien of ze voor het gestelde doel bruikbaar zijn. Het spelen met computers is leuk, het gebruik van computers kan zinvol zijn, maar laten we de compu ter gebruiken als hulpmiddel (b.v. bij de besluitvorming). We moeten er echter voor waken dat we geen slaaf van onze computer worden. voorlichtingsboodschap bij de boer moeten brengen. Wellicht is er op de "papierwinkel" nog wel het een en ander te vinden. Alle regelingen en voorschriften zijn ondertussen zo in gewikkeld geworden, dat zelfs een goed ontwikkelde boer er zoetjesaan geen weg meer mee kan! Caldon is een belangrijke aanwinst voor de bestrijding van onkruiden in aardappelen, die op zanden dal gronden worden geteeld en op klei gronden waar geen bodemherbicide wordt gebruikt. De contactwerking is te vergelijkèn met 8-10 liter per ha dinoseb in olie. De dosering van Caldon is slechts 3-4 liter per ha. Een lage dosering bete kent, dat weinig opslagruimte, bij voorbeeld in de schuur en bij tran sport nodig is. De verpakking is een goed hanteerbaar blik van 5 liter. Caldon kan het beste vlak vóór op komst van de aardappelen worden toegepast, echter niet later dan nadat ca. 10% van de consumptie-aardap pelplanten zijn doorgekomen. Belangrijk is. dat Caldon op droog onkruid wordt gespoten, het liefst bij "donker" weer met een hoge lucht vochtigheid en niet bij al te hoge temperaturen. Onweer in het dorre hout, maakt de winter nat en koudis een oud gezeg de, waar een dot waarheid in schuilt. Afgelopen winter is het heel dikwijls veel nat en koud geweest. Laat in het jaar hebben we na het vallen van het blad nog een paar keer zwaar onweer gehad en zo zien we weer, dat we zulke oude gezegden gerust serieus kunnen nemen. Op 1 april hebben we weer onweer gehad en met daarbij een ge weldige hoeveelheid regen. Ook hier van is een gezegde bekend, namelijk: Onweer in het bottend hout, maakt 't voorjaar dor en koud" Juist daarvoor zijn we nu zo erg bang. Na een hele lange periode van regen lopen we nu de kans, dat we bij fel drogend weer een harde korst op het land krijgen. De jonge bieteplantjes, het vlas en de erwten kunnen het er dan wel eens moeilijk mee krijgen. Een maand geleden is er veel kunst mest gestrooid en is er al vlas, erwten, zomertarwe en bieten gezaaid. De grond viel goed en de struktuur was beter dan dat we verwacht hadden. Nadien heeft het dikwijls en soms veel geregend. Wat heeft die regen voor kwaad gedaan is een vraag die men nogal eens hoort. Verlies van kali, fosfaat en stikstof via de drains wordt algemeen verwacht. Toch geloven we daar niet zo direkt in. Kleigronden hebben een goed vasthoudend vermo gen en als die nog wat humus bevatten, dan zullen bovengenoemde verliezen best meevallen. Een boer lijdt nu een maal het meest door het lijden dat hij vreest, maar dat moet hij niet te veel gaan overdrijven. Het kweekgras en het klein hoefblad zijn weer hier en daar op de akkers te vinden. Ook kamille doet het vooral goed op de wintertarwe waar na het zaaien geen bodemherbicide is toege past. Soms komt kamille ook wel voor op percelen waar wel een bodemher bicide direkt na het zaaien is toegepast en dan gaan we toch wel twijfelen aan de omstandigheden waaronder dat is uitgevoerd. Versleten spuitplaatjes doen meer kwaad dan wij denken. Wanneer we de polders zo eens door rijden, dan zien we nogal wat manke menten aan de wintertarwe. De vele regen heeft zijn sporen achtergelaten in het slik. Al die kale plekjes bij el kaar kosten heel wat planten en ook opbrengst. Kost wat t kost, wintertarwe moeter tegenwoordig in en dat deden we vroeger niet. Vroeger besloten we op de extra lichte percelen zomergranen te zaaien en dat lukte ook veel beter; tevens sneuvelden er dan bij het zaai- klaar maken van het land op zulke grond ook zeer vele zaadonkruiden en dan begonnen we op een schone lei. Verder hadden we toen bij een inten siever bouwplan ook veel meer keus om vroeg en goed wintertarwe te zaai en. In de bespreking van het "Rapport van de 15 - 30 ha bedrijven" zit nog steeds iets beweging. Wat wil je, want als alle uitgenodigden komen, dan heb je een kathedraal nodig om de mensen te bergen. We moeten ook niet verge ten, dat de wat grotere bedrijven met een meewerkende zoon ook door twee gedeeld moeten worden. In de vijfti ger- en zestiger jaren is er ten platte- lande een geweldige uittocht geweest van de diverse ambachten. Waar zijn ze gebleven en waar zijn ze naar toe? Niemand heeft zich daarover verwon derd, want dat loste zich schijnbaar vanzelf op. Met de kleine landbouw bedrijven is het misschien net zo, want ook zij zoeken wel naar hun eigen op lossing. Schijnbaar hebben ze daar geen grote vergaderingen voor nodig, want dat is wel gebleken uit de zeer schrale opkomst. De schapen blijken weer wel de grootste uieneters van dit seizoen te zijn. Ook de lammetjes krijgen via de moedermelk de smaak van de uien te pakken. Vreemd is, dat men geen enkel schaap met de tranen in zijn ogen ziet. Ongetwijfeld kunnen zij er beter tegen dan wij. Uiensoep is en blijft een heerlijke lekkernij, maar de prijs loopt niet parellel met het produkt waarvan het gemaakt is. Zo is het in de landbouw en zo zal het wel blijven ook.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 8