Naebie un eihen taele! Naebie un eihen taele? Wat moet er gebeuren? Un Zeawse Rienk Nog een enkel voorbeeld moge dit aantonen. Wij kiezen als lemma het woord "allemaal". Dat zal in de on derscheiden Zeeuwse randdialecten verschillend worden uitgesproken. Er is zelfs aanzienlijk verschil tussen Walcheren en Zuid-Beveland! Maar als wij dat woord in het Algemeen Zeeuws (AZ) vastleggen in de spel ling: aolemaele? Dan is er ruimte voor de uitspraak volgens de regio. En ook dat is geheel natuurlijk en vanzelfsprekend. Dacht u dat in het ABN de uitspraak van een Fries, een Groninger of een Brabander gelijk was aan de onze? U weet wel beter. Zo zal er ook in het AZ (Algemeen Zeeuws) verschil in uitspraak zijn tussen de man uit Goerree en die van Walcheren, tussen de man van Flip- land en die van West-Zeeuwsch- Vlaanderen. De Ver. v. Dialecten- onderzoek mag zich daarin nog eeuwenlang verdiepen. De Zeeuwse Taal gaat intussen haar eigen weg. Welke organisatorische maatregelen wij ook nemen, vooraf moet vast staan dat wij in het Zeeuws (net zoals in vele andere talen) een middel hebben tot het uitdrukken van onze diepste gevoelens, onze overtuiging (politiek, godsdienstig ethisch en vult u maar verder in) onze emoties, onze drijfveren en onze normen. Die uit drukkingsvorm moet ons boven het ABN gaan anders moeten wij er niet aan beginnen! Maar zien wij wat ons daarin ten dienste staat, dan pakken wij de daarin geboden kansen tot benadering van onze naaste, onze medemens, tot uitdrukking van onze diepste gevoelens en emoties: Meugen aolle kostlijke diengen oons toevallen, o Ere oonze God! En maek 'n vast fundament onder aolles dat amme doeë aldus Kousemaker in de Zeeuwse vertaling van Psalm 90 waarmee hij het hart van ons Zeeuwse volk wist te raken. Laat, lezer, lezeres, zulke poëzie op u Onder deze titel schreef R.W. Geldof in het Z.L.M.-blad van 7-1-1983 een uitvoerig artikel, waarin hij ervoor pleitte dat er een Algemene schrifte lijke Zeeuwse taal van de grond zou komen, welke zijn oorsprong zou moeten vinden in het Zuidbeveland- se dialect, aangevuld met de streek talen uit de andere delen van Zee land en van Goeree-Overflakkee. Deze formatie werd gekozen omdat de heer J. Kousemaker literatuur in het Zuidbevelands (of was het Alge meen Zeeuws?) heeft geschreven en ook omdat die regio centraal ligt. Dialecten zijn streektalen die vele generaties mondeling zijn overge dragen. Binnen het Zeeuwse en Zuidhollandse onderscheiden we elf streektalen en binnen die elf bevin den zich nog veel lokale en sociale gradaties. Waarschijnlijk door het insulaire karakter van het deltage bied hebben de dialecten een taai leven geleid. Door de mobiliteit ver vlakten de streektalen enigszins, maar ook de invloed van de school, radio en vooral de televisie hielpen daaraan mee. De invloed van het A.B.N. is groot en lijkt steeds groter te worden. Dat is een natuurlijke ontwikkeling, want het A.B.N. begon in de 17e-eeuw (al bestond die naam toen nog niet) al een aanval op de dialecten. Sociaal-ekonomisch gaven toen Amsterdam en omgeving (Hol land) de toon aan en de andere pro vincies richtten zich daarnaar. Dat gebeurde zowel in het mondeling als in het schriftelijk taalverkeer. Grote invloed hadden de Statenvertaling, de wetgeving en de correspondentie met Den Haag. De heer Geldof voorziet nu een analoge ontwikkeling in Zeeland, maar de natuurlijke ontwikkeling in de voorgaande eeuwen door het A.B.N. afgelegd, is toch moeilijk te vergelijken met de ontwikkeling die inwerken. U voelt dan precies het zelfde wat wij voelen (en wat Bra bantse lezers voelen als zij in hun taal benaderd worden) en wel dit: hier wordt tot ons gesproken in onze ei gen taal, de sprake die wij thuis heb ben geleerd en die wij nog elke dag gebruiken en die ook onze kinderen leren en gebruiken. Dat is de taal van ons volk! Terug naar de werkelijkheid van elke dag, na deze poëtische uitweiding! Om te beginnen zullen wij de zaak moeten organiseren. Wilt u mee bouwen aan de toekomst van het AZ, het Algemeen Zeeuws? Meldt u dan bij mij. Wij zullen een vereniging oprichten die het AZ grondvest, uit draagt en begrijpelijk maakt voor allen in het Zeeuwse taalgebied. Aan tegenwerping en verdenkmakingen zal het bepaald niet ontbreken. Maar als wij doorgaan met het op schrift stellen van onze beginselen en van de resultaten daarvan zullen wij, nog in deze eeuw, dezelfde erkenning, waardering en goenoegdoening ont: vangen als het Fries. Waarom? Omdat wij dat zo graag willen? Omdat wij als ideaal zien, dat iedere Zeeuwse plaatsnaam twee talig wordt aangeduid? Van Smer- diek (Sint Maartensdijk) tot Wa- schaffel (Westkapelle) en van Me- neerse (Middelharnis) tot Bresjens (Breskens)? Och, het is niet zo be langrijk, dat de plaatsnaamborden in ons gewest tweetalig worden, al moet dat zeer beslist! Belangrijker is, dat de taal van het volk, vooral ook die der agrariërs, blijft leven en zich ontplooit. Of de Zaewse taele de moaiste is van aollemaele kan op goede gronden betwijfeld worden. Maar voor ons is zij de mooiste, om de volstrekt subjectieve reden dat wij in die taal leerden praten en zingen. Omdat die taal waard is bewaard te worden en niet onder te gaan in de vervlakkende maalstroom onzer da gen. Omdat wij in die taal dingen kunnen zeggen die wij niet in het ABN of het Hollands kunnen zeg gen. Omdat die taal ons leven is. Zeaws. de heer Geldof voorstaat met het Zuidbevelands. Zuid-Beveland is toch niet het toonaangevend gebied op bestuurlijk en administratief ge bied in zuidwest Nederland? Er bestaat een zeker verband tussen spreek- en schrijftaal. Soms schrijft de spreektaal voor wat er geschreven moet worden, maar het gebeurt ook andersom. Zinnen als "Hunnie heb ben het gedaan", worden in de spreektaal geaccepteerd, maar in de schrijftaal niet. Mogelijk worden de ze vormen in de toekomst toch in de schrijftaal aanvaard. Talen zowel A.B.N. als dialect, zijn levende zaken die steeds in ontwikkeling zijn. Of de ontwikkeling van Zuidbeve lands naar Algemeen Zeeuws pro blemen zal geven? Ja en Nee. Als iedere dialectspreker, uitgezonderd In onze hCfidige samenleving is geen enkel doel bereikbaar zonder pas sende organisatie. Daarom willen wij oprichten n Zeawse Rienk. Rienk omdat het woord bond of vereniging geen Zeeuws equivalent oplevert. Een ring of rienk dus. Daarin willen wij hen verenigen die a. een Zeeuws dialect beheersen (het spreken en het kunnen lezen) en b. hen die in de streektaal willen publiceren, onver schillig of dat nu letterkunde is of een bepaald betoog. Aanvankelijk zal deze "Zeawse Rienk" af te rekenen hebben met alle verdachtmakingen en beschuldigin gen die elk creatief object begeleidt in onze dagen. Maar als zij bijeen brengt wat zich wil inzetten voor de Zeeuwse taal en wanneer zij de dis cipline opbrengt om naar elkaar te luisteren, heeft zij de toekomst. Want vroeg of laat zal ook in Zeeland het inzicht baan breken, datje absoluut niet kunt doorgaan met het instand houden van tien randdialecten in een taalgebied van pak weg 3-400.000 mensen. Dat daarin de randdialecten De voorzitter van de Zeeuwse Vereniging voor Dialectonder zoek ir. M.A. Geuze verzocht ons namens hêt bestuur van genoemde vereniging het volgend ingekomen stuk van de hand van een der be stuursleden op te nemen. Het is een reaktie op de artikelen van de auteur van "Naebie un eihen tae le?" de heer R.W. Geldof. de Zuidbevelander, een flinke slok water in de dialectwijn doet, is dit probleem oplosbaar. We moeten, volgens Geldof, niet te chauvinis tisch reageren. Dat de heer Kouse maker een Zuidbevelander is, is in .dit geval niet van belang. Als ik alleen al naar de titel van dit artikel kijk, komen er toch al vlug enige problemen om de hoek kijken, want dat Zuidbevelandse "naebie" gebruikt iemand uit Axel niet, die zegt "bienao" en het woordje "tae le", spreekt men in westelijk Zeeuws-Vlaanderen uit als "(aole". Trouwens alle woorden met een open middenklinker aa in het A.B.N. gedragen zich ten zuiden van dit centraal deel van Zeeland anders dan in Zuid-Beveland. Duidelijk blijkt dat uit het kaartje nr. 1 van het Woordenboek der Zeeuwse dialec ten, dat de heer Geldof gemakshalve maar niet in zijn openingsartikel pu bliceerde, omdat daardoor het hele betoog op losse schroeven zou kor men te staan. Volgens de heer Gel dof zouden allé woorden met een open middenklinker aa, dat zowel in open als gesloten lettergrepen, ver gelijk: haven en haan, in het hele deltagebied zich moeten richten naar de Zuidbevelandse uitspraak en schrijfwijze. En dat zijn nogal wat woorden! Ook voor de gesloten middenklinker geldt hetzelfde ver haal. En wat te denken van een aantal trefzekere spreekwoorden en gezeg den die ingevoerd moeten worden gedoemd zijn steeds weer terrein prijs te geven. Dat het kultuurgoed van deze randdialecten alleen veilig is in het Algemeen Zeeuws AZ). Dat in deze taal wij allen uit Zeeland el kaar kunnen verstaan, als wij dat willen. Dat het in die taal mogelijk is werkelijk literatuur te bedrijven, d.w.z. verhalen, romans, verhande lingen en betogen, maar ook poëzie, toneel en wat niet al te publiceren. Binnen het streven van en naar deze taal zullen er variaties zijn. Er zullen mensen zijn, die (net als in Friesland) tweetalige naamborden voor de ge meenten eisen, van Smerdiek (Sint Maartensdijk) tot Waschaffel (West kapelle) en van Bresjes (Breskens) tot Meneerse (Middelharnis). Waaruit u wederom kunt afleiden dat het hui dige woordenboek maar een fractie bevat van wat er aan Zeeuws leeft. Er zullen mensen zijn, die het AZ zien als een proefneming, als studie-ob ject (hoe ontwikkelt zich een moder ne taal tegen de verdrukking in?) en als propagandaobject. Het kan alle maal. Maar het kan alleen als u en ik zich daarvoor inzetten, d.w.z. als in iedere plaats mensen zich verenigen f uit andere dialecten naar Zuid-Be veland omdat ze in deze laatste regio niet bestaan? Moeten die dan ook aangepast worden? Als de Zuidbe velander ze dan niet begrijpt, hoe kunnen ze dan gebruikt worden? Dat geldt ook voor het invoeren van allerlei zinsstrukturen, vervoegingen en verbuigingen. Bovendien is de wisselwerking tussen de spreek- en de schrijftaal niet aanwezig, zodat we hier met een unicum in de taalwe tenschap van doen hebben. Dialect is een gesproken volkstaal. De Zeeuwse Vereniging voor Dia lectonderzoek bestudeert deze dia lecten en legt deze talen vast in hun natuurlijke omgeving. Een schrifte lijke notatie van een streektaal is een niet eenvoudige zaak. Ruim vijftig jaar is de vereniging aan deze be schrijvende grammatica bezig. Het Algemeen Zeeuws benadert het verschijnsel dialect heel anders: die komt met een voorschrijvende grammatica waarin dwingende schrijfregels worden opgesteld. Dat is een benadering van dialecten die niet de onze is. Gelukkig zet de heer Geldof zelf een vraagteken achter zijn titel. Ook de ondertiteling is niet overtuigend ge steld: "Algemeen Zeeuws, bestaat dat?" Het antwoord is duidelijk: "Nee". met als doel het verzorgen van deze taal ter hand te nemen. De subsidie kraan zal wel dicht blijven, want op veel steun van bovenaf behoeven wij echt niet te rekenen. De tegenstand zal geweldig zijn. Maar gaandeweg zal het inzicht baan breken, dat deze taal nodig en onafwendbaar is. Vanuit het onderwijs reken ik op grote steun. Onze leraren en onder wijzers weten namelijk hoe de taal functioneert, ontstaat en zich ont wikkelt. Heel veel onderwijzers heb ben belangstelling voor het plaatse lijke of streekdialect en laten hun kinderen zich daarin uiten. Maar geen enkele van de tien randdialec ten in het Zeeuws taalgebied heeft een vastomlijnde uitspraak, spelling, grammatika of ook maar enige lite ratuur. Daarom is alle werk op dit gebied onzeker, zwevend, willekeu rig. Een Algemeen Zeeuws met een duidelijk omlijnde grammatika. een steeds aangepast wordende woor denschat en een zuivere spelling zal de onderwijsmensen aanspreken. Zij kunnen er iets mee doen! In die taal zal ook veel meer literatuur ontstaan dan thans in de randdialecten ver schijnt. Logisch, omdat Algemeen Zeeuws zich richt tot de mensen uit het hele taalgebied. Ten slotte nug de vraag, wat dit alles betekent voor de niet-Zeeuwse ge bieden. Ja. die zijn er, ook in Zee land. Op Tholen wordt in een enkele buurtschap Brabants gesproken. Oostelijk Zeeqwsch-Vlaanderen kent in het zuiden een Vlaams en niet-Zëeuws gebied. Net zoals het Fries van 1983 niet geheel Friesland meer omvat. Voor de niet-Zeeuwse dialecten zullen wij net zo goed eer bied opbrengen als voor het Neder lands. Ieder imperialisme is ons vreemd. Het gaat er slechts om. oud kultuurgoed voor ondergang te be waren. Als dit lukt zal het inspire rend werken op andere taalgebieden. Net zoals in Zeeland het Zeeuws al leen toekomst heeft als het gebundeld en op één noemer wordt gebracht, zo zullen andere bundels streektalen hun bestaan kunnen verzekeren door soortgelijke ontwikkelingen. Van daar dan ook dat dit onderwerp zelfs van betekenis is voor de Brabanders die dit mede hebben willen lezen! gesloten middenklinker a (bal) Rinus Willemsen Adj.-sekretaris 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 15