Uitspraak R.v.S. sluiting melkveehouderijbedrijf
kan niet te overziene konsekwenties hebben!
Stelling
Hinderwet geweigerd op basis onjuiste argumenten
De recente uitspraak van de Raad van State waarin staat dat veehouder
D.M. Knibbe in het Walcherse dorpje Ritthem (bij Vlissingen) geen
hinderwetvergunning mag worden verleend voor zijn veehouderijbe
drijf, is in agrarisch Nederland,bij de inwoners van het dorp, bij het
gemeentebestuur van Vlissingen (waaronder Ritthem resorteert) en
niet het minst bij de veehouder zelf als een bom ingeslagen.
Verbazing, verontrusting maar voor
al gevoelens van verontwaardiging
overheersen bij alle betrokkenen:
waarom is de Raad van State in deze
zaak afgeweken van de normale ge
dragslijn dat aanvragen om de hin
derwetvergunning bij bestaande be
drijven altijd soepel worden beje
gend. Waarom hebben Haagse
"ambtelijke deskundigen" van het
ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en milieube
heer de positieve adviezen van zowel
de gemeente Vlissingen, als van hun
collega de regionaal milieu-inspek-
teur in Zeeland geregeerd? Waarom
hebben, de "ambtelijke deskundi
gen" en hun negatief advies aan de
Raad van State afstandstabel en ge
hanteerd "die zijn vastgesteld voor
intensieve veehouderijbedrijven ter
wijl het hier alleen ging om een tra
ditioneel veehouderijbedrijf met
jongvee en kalveren? Vragen die tot
nu toe nog steeds niet beantwoord
zijn. Maar de uitspraak betekent wel
dat veehouder Knibbe zijn bedrijf
binnen afzienbare tijd zal moeten
sluiten. Vandaag, vrijdag 18 maart is
er een "krijgsraad" belegd waar alle
direkt betrokkenen (Knibbe zelf, de
regionaal milieu-inspekteur, het
hoofd voorlichting van de ZLM, een
vertegenwoordiger van de Provin
ciale Direktie Bedrijfsontwikkeling
en de wethouder van Volksgezond
heid en milieu van Vlissingen), de
balans zullen opmaken in het besef
dat het hier om een zaak gaat met
zeer verstrekkende betekenis want
deze uitspraak betekent in feite dat
elders in het land honderden en wel
licht duizenden bedrijven met de
zelfde "argumenten" kunnen wor
den gesloten hetgeen niet alleen een
enorme kapitaalsvernietiging zou
betekenen en een niet onaanzienlijke
vergroting van de werkeloosheid
maar ook veel onvrede en sociale
onrust. En dat alles op basis van on
juiste adviezen en dubieuze argu
menten.
Argusogen
Maar terug naar het begin. Melk
veehouder Knibbe woont op een
pachtbedrijf, een halve km. buiten
het dorp aan de Zandweg nr. 40 in
Ritthem. Hij werkt hard en wil met
zijn tijd mee. Het bedrijf wordt te
klein en hij grijpt de kans van be-
drijfsvergroting en- vernieuwing aan
wanneer hij door vererving in het
bezit komt van een boerderij verder
op in het dorp aan dezelfde weg
Zandweg nr. 17. Hij bouwt en ver
bouwt dit objekt en vraagt voor het
uitoefenen van een melkveehouderij
een hinderwetvergunning aan voor
de bouw van een nieuwe ligboxen-
stal. Hiertegen komen veel bezwaren
van verscheidenen mensen uit het
dorp. Knibbe besluit dan in overleg
met de gemeente, de milieu-inspek-
tie en de voorlichting van de ZLM nu
geen ligboxenstal te bouwen. Hij
dient in plaats daarvan een aanvraag
in voor het houden van jongvee in de
bestaande stal, dit alles in overleg
met de hierboven genoemde perso
nen en instanties. Er wordt dan door
de gemeente Vlissingen een voorlo
pige hinderwetvergunning afgege
ven met extra zware eisen. De akti-
viteiten van Knibbe worden met ar
gusogen gadegeslagen door de heer
N. van Willigen die zich hier enige
jaren geleden-komend uit het westen
van het land-had gevestigd schuin
tegenover dit bedrijf. De hinderwet
procedure verloopt ondertussen naar
wens. Knibbe is bereid te voldoen
aan een aantal door gemeente en
milieuinspektie gestelde extra eisen
t.a.v. stankhinder e.d. Noch ge
meente noch de milieuinspektie zien
dan nog bezwaren om de voorlopige
hinderwetvergunning te verlenen en
Knibbe verkrijgt deze dan ook. Maar
alleen v. Willigen komt hiertegen in
verweer. Hij gaat in beroep met het
argument dat een naast het bedrijfs
gebouw staande woning (niet dat van
hemzelf) te dicht bij de schuur staat
en dat de bewoners daarvan dus
hinder ondervinden van stank, als
gevolg van opslag en transport van
mest. V. Willigen gaat door tot de
Hoge Raad. Zijn motieven zijn niet
geheel duidelijk. Wel is hij goed op
de hoogte, zo blijkt uit talrijke brie
ven en verweerschriften.
Ernstige aard
De Hoge Raad vraagt het ministerie
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer om ad
vies. Twee ambtenaren uit Leid-
schendam komen ter plaatse pols
hoogte nemen. Knibbe is over dat
bezoek bijzonder slecht te spreken.
De heer Knibbe tussen de melkkoeien.
Gedragslijn doorbroken
Inmiddels bemoeit iedereen zich zo
lijkt het, met de zaak. Bij het Land
bouwschap is ir. J. Gerritsen van de
afdeling Hinderwetten druk met de
zaak bezig. Ook daar is men ge
schrokken. Het is opmerkelijk, aldus
de reaktie van Gerritsen, dat de
Raad v. State hiermee voorbij gaat
aan enige van essentieel belang zijn-
sanering of verplaatsing en de ge
meente wil zich sterk maken om ook
Provincie en Rijk daarin bij te laten
dragen. Het bedrijf van Knibbe werd
niet op de lijst gezet van milieu hin
derlijke bedrijven hetgeen voor 1
november vorig jaar had moeten ge
beuren. Dit omdat men van mening
was dat dit bedrijf niet milieuhin
derlijk was. "Maar zulke gevallen als
Knibbe zijn er bij ons meer en dat
kusse betreurt het, merkt hij nog op,
dat door gerechtelijke uitspraken als
in het geval Knibbe, er op basis van
onjuiste argumenten enorm veel so
ciaal leed wordt berokkend en veel
kapitaal wordt vernietigd. Markusse
maakt deel uit van de eerder ge
noemde "krijgsraad" die vandaag
bijeen komt.
Komplexe materie
De Minister van Landbouw heeft
zich tot dusver, althans naar buiten
toe, over "de affaire Knibbe" niet
laten horen. Wel wordt er momen
teel op dit geval ernstig gestudeerd,
zo leerde ons een telefoontje met de
heer mr. B. Verwaijen van de Direk
tie Juridische Zaken van dit Minis
terie. Ook de beide betrokken mi
nisters Braks en Winsemius hebben
over deze affaire al kontakt met el
kaar gehad." Er wordt niet stil geze
ten en vandaag(dinsdag j.l.) wordt er
weer over vergaderd, door vertegen
woordigers van beide ministeries.
"Een komplexe materie en we zijn er
nog niet uit", aldus Verwaijen.
Circulaire
Overigens werkt een landelijke
werkgroep van beide ministeries al
enige jaren aan een circulaire waarin
de voorwaarden moeten worden
vermeld waaraan een traditionele
veehouderijbedrijf moet voldoen wil
Links de oude schuur van de boerderij Zandweg 17 met rechts het huis dat te
dicht zou staan bij de nieuwe schuur die achter het huis staat dus niet zichtbaar
is. Dit is niet het huis waar de heer v, Willigen woont.
Het bedrijf aan de Zandweg 17 dat door vererving in het bezit kwam van de
familie Knibbe. Links de pasgebouwde schuur, midden de oude schuur en rechts
het pas opgeknapte woonhuis. Het bedrijf staat aan de andere zijde aan de
Zandweg er tegenover, aan de andere kant woont de heer v. Willigen.
"Ze waren al anderhalf uur bij van
Willigen geweest en staken toen bij
mij de neus nog even binnen de deur.
Ik had de indruk dat ze nog nooit
geen koeien hadden gezien althans
niet van dichtbij. Ze vonden dat het
stonk. Wel het is maar wat noem'je
stinken. Koeien ruiken nu eenmaal,
daar is niets aan te doen en op het
platteland accepteert iedereen dat.
Achteraf omschreven de heren
waarvan de een bij het bezoek geen
woord heeft gezegd, die mengeling
van geuren op een veehouderijbe
drijf in hun advies aan de Raad van
State als "niet te vermijden stank
overlast van ernstige aard...".
Verbijsterend
Toen moest de zaak voorkomen.
Knibbe toog naar de hoorzitting met
als pleitbezorgers de ambtenaar van
milieu in Vlissingen ing. A. Matze en
het hoofd van de Sociaal-economi
sche voorlichting van de ZLM ing. J.
Markusse. Knibbe: "Fantastisch
zoals die twee op zeer korrekte wijze
en met vlijmscherpe argumenten
mijn zaak verdedigd hebben". Vol
vertrouwen toog het drietal na afloop
dan ook naar huis. Het kon niet an
ders of de milieu-inspekteur in Zee
land en de gemeente Vlissingen
moesten in het gelijk worden gesteld:
de vergunning zou alsnog terecht zijn
verleend. Maar het pakte anders uit.
De uitspraak van de Raad van State
is als K.B. even onherroepelijk als
verbijsterend; het bedrijf aan de
Zandweg nr. 17 moet sluiten!!!
de positieve adviezen van de ge
meente, de buurt op één na (van
Willigen) en van de regionaal-in-
spekteur van milieuhygiëne in Zee
land. Hij zou zich het afwijzend be
sluit nog voör kunnen stellen bij
nieuwbouw maar bij bestaande
bouw zoals in dit geval wordt een
jaren lang gehanteerde gedragslijn
duidelijk doorbroken, zo meent hij.
Bovendien vindt hij dat de afstands
tabel die in het Koninklijk Besluit is
gehanteerd niet gemaakt is voor tra
ditionele rundveebedrijven maar
voor intensieve veehouderijbedrij
ven. Hoe het nu verder moet is ook
bij het Landbouwschap vooralsnog
een open vraag. De zaak is in studie.
Sympathie
Ing. A. Matze van de afdeling milieu
van de gemeente Vlissingen stelt dat
de gemeente Vlissingen het Konink
lijk Besluit uit zal moeten voeren en
dat ook doet. Maar er is misschien
nog plaats voor enige rek in de tijd.
Bekeken zou dan kunnen worden of
het mogelijk is het bedrijf met subsi
die te saneren.(Saneringsregeling
milieuhinderlijke bedrijven)of het
verderop neer te zetten. In principe,
zo zegt hij, wil de gemeente alle ren
dabele bedrijven overeind houden,
ook de kleine, en daartoe behoort
ook het bedrijf van Knibbe. Boven
dien heeft Knibbe de sympathie van
zowel het college van B. en W. als
van de raad. Het gemeentebestuur is
dan ook in principe bereid de Wal
cherse veehouder te subsidiëren bij
zou eventueel het enige argument
kunnen zijn om hier dan financieel
niet of zeer bescheiden aan bij te
dragen."
Onjuiste adviezen
Het hoofd van de Sociaal Econo
mische Voorlichting van de ZLM
van welke standsorganisatie de heer
Knibbe lid is, de heer J. Markusse is
van het begin bij de affaire betrok
ken geweest. Hij is er vast van over
tuigd dat de Raad van State een be
slissing heeft genomen op basis van
enige onjuiste adviezen. De belang
rijkste daarvan is wel de hantering
van de afstandstabel die alleen geldt
voor htensieve bedrijven en niet
voor traditionele veehouderijbedrij
ven. Uitermate vreemd vindt hij het
dat positieve adviezen van gemeente
en inspekteur in de wind zijn gesla
gen. Adviezen die gegeven werden
nadat Knibbe nota bene een aantal
extra eisen bij de hinderwetsvergun
ning had ingewilligd o.m. ten aan
zien van het uitrijden van gier uit de
gierkelder bij een bepaalde wind
richting e.d. De regionaal inspek
teur van milieuhygiëne is door zijn
collega's van het Ministerie voor jo
ker gezet, terwijl wij en de gemeente
ervan overtuigd zijn dat de inspek
teur de zaak zeer zorgvuldig heeft
afgewogen. "Het is niet te hopen dat
bij eventuele burenruzies de hinder
wet een rol zal kunnen spelen. Om
dat te voorkomen moet er aldus het
hoofd van de SEV op dit terrein snel
meer duidelijkheid komen. "Mar-
het een hinderwetvergunning kun
nen krijgen. Daarvan kunnen een
aantal standaardvoorwaarden een
onderdeel zijn. De vertegenwoordi
gers van het ministerie van Volks
huisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer kunnen het over de
richtlijnen nog steeds niet eens wor
den met hun werkgroepgenoten van
het ministerie van Landbouw. Het
Landbouwschap is bij dit overleg tot
dusver nog niet betrokken geweest.
Ir. Gerritsen hoopt dat dit spoedig
zal gebeuren. Hoe eerder hoe beter.
Hij vindt het een vreemde zaak dat in
de affaire Knibbe al wordt vooruit
gelopen op deze eerder genoemde
door de Minister van Landbouw in
1980 toegezegde circulaire.
J. Wierenga
Avro's Televizier besteedt a.s. zater
dag aandacht aan "de affaire Knib
be".
Om te bereiken dat de slagvaardig
heid en de efficiency van bestuur
zowel op Rijks-, Provinciaal als Ge
meentelijk niveau aanzienlijk wor
den verbeterd, zouden de verant
woordelijke bestuurders zich minder
moeten laten leiden door de vaak
tegenstrijdige of onduidelijke me
ningen van deskundigen, en meer de
simpele recht-toe recht-aan wijshe
den en gewoonten van de bevolking
van het platteland tot voorbeeld
moeten nemen.
Ir. C.P. Veerman
13