Voorjaarsgrondbewerking aardappelen op enkellucht en niet te intensief. KORTE WENKEIM C.A.R. Zevenbergen AKTIE ZUIDWEST Gebruik enkellucht Uit ervaringen en uit proeven blijkt, dat we door berijden van de grond in het voorjaar de grond slechter ma ken. De druk die een band uitoefent op de grond wordt bepaald door de bandenspanning. Met de normale landbouwbanden kunnen we niet zo laag komen met de spanning dat we geen schade meer doen aan de grond. Meestal wordt als norm voor een aanvaardbare bandenspanning in het voorjaar aangehouden 1,2 atm. Bij de moderne radiaalbanden van tegenwoordig kunnen we vaak al bij een enkellucht op of zelfs onder die van 1,2 atm. komen. Gebruik van enkellucht heeft als groot voordeel boven dubbellucht dat maar een smal in plaats van een breed spoor wordt vastgereden. Het spoor op zich is weliswaar wat dieper, maar bij de grondbewerking voor aardappelen is dat in het algemeen geen bezwaar. Alleen op erg losse grond kan de in- sporing van enkellucht te groot zijn. Bij een ondiepe grondbewerking (bieten, uien enz.) is elk spoor in we zen te diep. Daar is dubbellucht dan ook op zijn plaats. Maar normaal gesproken verdient bij de grondbe werking voor aardappelen enkel lucht de. voorkeur. Dan wordt zo weinig mogelijk grond bereden. Ge bruik van kooiwielen is ook een goed alternatief voor dubbellucht. Poten in onbereden grond Bij dit systeem wordt er voor gezorgd dat de sporen van de trekker voor de grondbewerking precies midden in de geulen tussen de aardappelruggen komen te liggen. Dit kan op twee manieren. De eerste is dat achter de aangedreven eg aanaarders worden bevestigd op 75 cm rij-afstand. De trekker (met spoorbreedte 150 cm) moet hierbij staan op niet te brede banden (maximaal 13.6 (12), en kellucht of dubbellucht op rijenaf- stand. Gebruik van aanaarders alleen pre cies achter de trekkerwielen kan, maar voor de vorming van gelijk AKKERBOUW IN VEEL WINTÉRTAR WE- PERCELEN kunt U uw on kruidherkenning goed toetsen. Er staan veel onkruiden en de meeste zijn zover ontwikkeld dat ze goed opvallen. Zeker op de vroeg ge zaaide en nog niet bespoten perce len, zult U het met alleen de z.g. kleurstoffen niet meer redden. Deze middelen bestrijden wel een groot aantal eenjarige tweezaad- lobbige onkruiden, maar deze mo gen niet groter zijn dan het kiem- plantstadium. HET GAAT EROM UIT DE VELE BESCHIKBARE midde len het juiste middel te gebruiken. Voor kamille kunt u het beste een kombinatie met Basagran of Fa- neron spuiten. Het beste middel tegen kleefkruid in kiemplantsta- dium is DNOC of Herbogil. Gro tere kleefkruid kunt U vroeg in het voorjaar bestrijden met DNOC MCPP of DM 68. Bij groeizaam warm weer is alleen MCPP ook goed te gebruiken. EREPRIJS GEEFT MET HET STEEDS afnemend gebruik van de z.g. kleurstoffen steeds meer problemen. Wanneer de ereprijs te groot is voor DNOC en Herbogil kunt U een goed resultaat berei ken met een ioxynil bevattend produkt. U moet hiermee wel tij dens zonnig warm weer spuiten. VEEHOUDERIJ JONGE DIEREN HEBBEN bij een goed fokbeleid de hoogste er felijke aanleg. Het insemineren van pinken met een goed verer vende fokstier, die tevens geschikt is voor pinken, geeft een snellere erfelijke vooruitgang, dan via de oudere dieren. De selektiemogelijkheden binnen de veestapel zijn afhankelijk van het vervaningspercentage en het al of niet aanhouden van kalveren uit le en 2e kalfsdieren HEEFT U NU DUIST in uw wintertarwe dan kunt U uit onderstaand overzicht een keuze maken. middel w.tarweduist wind- straat muur ka- kleef- ere- halm gras mille kruid prijs Dosanex x 1) Dicuran Xl) Isoproturon Xl) - - Tolkan S X Arelon Combi X Graminon plus X Belgran X 1) niet in alle rassen goed matig slecht Consulentschappen voor de akker bouw en de rundveehouderij in Zuidwest Nederland Serie Aardappelen nr. 9 Nu de dagen weer flink beginnen te lengen, komt ook het tijdstip van het poten van aardappelen naderbij. Dus wordt het zo langzamerhand toch wel tijd voor een bezinning over de bijbehorende grondbewerking. De grote lijn van de uitvoering hiervan kan nu al bepaald worden. De details kunnen pas bepaald worden op het perceel zelf als U gaat beginnen. Vooral bij zware grond komt nogal eens de opmerking: is het eigenlijk wel nodig óm de grond in het voor jaar te bewerken? Uit proeven is naar boven gekomen, dat die grondbe werking in het algemeen niet zo no dig is voor de opbrengst, maar wel voor de rooibaarheid van het gewas. Poten in de ploegsneden leidt vaak tot een onregelmatige pootdiepte. Bij het rooien geeft dit dan problemen. Als de grond zonder grondbewer king al vlak ligt. dan speelt dit pro bleem minder. Maar grond die vlak, dus gesloten ligt, droogt in het voor jaar moeilijker op dan grond die wat open ligt. Voor veruit de meeste per celen zal grondbewerking voor het poten uit dan ook een goede zaak zijn. Daarover gaat de rest van dit artikel. Kluiten: wel of niet? Het doel van de voorjaarsbewerking is het maken van een voldoende ver kruimeld pootbed, dat regelmatig diep is losgemaakt. Uitgangspunt is natuurlijk dat de grond goed is. Bij het beoordelen van de verkrui meling is het goed om onderscheid te maken tussen droge kluiten van de bovenlaag en kluiten die bestaan uit taaie grond. Die droge kluiten ver weren gemakkelijk en geven dan in het algemeen ook weinig problemen. Dit is duidelijk anders met stukken taaie grond. Dit worden de kluiten die bij de oogst veel problemen ge ven. Rooibeschadiging kost veel geld! Grond die droog genoeg is, verkrui melt gemakkelijk en heeft geen in tensieve bewerking nodig. Als we taaie grond in het pootbed hebben is de grond nog niet droog genoeg of we bewerken hem té diep. Er zijn echter percelen die bijna nooit hele maal goed worden. Als U taaie grond bewerkt, is het goed om te bedenken dat een taaje kluit des te valser wordt naarmate ze meer gekneed wordt. Dat kneden kan gebeuren door de grondbewerking en door het berij den van de grond. Kneden bij de grondbewerking gebeurt als de grond intensief bewerkt wordt. In tensief bewerken kan door de grond meerdere keren te bewerken. Het kan echter met een aangedreven werktuig al in één bewerking gebeu ren. Een hoge tandsnelheid en een lage rijsnelheid zorgen hiervoor. Als de grond niet goed is, krijgt U hem ook door intensief bewerken niet goed. De taaie brokken grond wor den alleen maar meer gekneed en verdicht. Op lichte grond is het vaak niet zo zeer een probleem om de grond fijn genoeg te krijgen, maar soms is het te fijn worden van deze grond juist een probleem. Fijne grond slaat erg gauw dicht. Fijne grond kan bij de oogst onder vochtige omstandighe den problemen opleveren vanwege teveel aanhangen van deze grond aan de machine en de knollen. De diepte van grondbewerken wordt meestal bepaald door de toestand van de grond. Een losse laag van een centimeter of zes is voldoende om de poter te kunnen bedekken. Meer dan 10 cm losse grond is echter ook weer niet nodig voor de groei van het ge was. Het maken hiervan kost wel. vermogen (brandstof!) en de kans op het bewerken van minder geschikte grond stijgt aanmerkelijk. Het werktuig en zijn resultaat Beoordeling van het pootbed móet ge"beuren aan de hand van het gehele pootbed. Het beeld dat een werktuig in de bovenlaag in het pootbed toont na de bewerking kan geheel verte kend zijn. Een schudeg bijvoorbeeld laat de grond bij de bewerking waar hij is: de droge grond blijft bovenop en de vochtiger grond onderin. Een rotorkopeg daarentegen mengt de droge 'en de vochtige grond veel meer door het hele pootbed heen. Een grond verkruimelaar <loet het weer anders: die brengt de vochtige grond van beneden naar de bovenkant van het pootbed. Het resultaat van de bewerking door deze werktuigen kan dan aan de oppervlakte volkomen verschillend lijken, terwijl het heel goed precies gelijk kan zijn. Houdt hier rekening mee, beoordeel het ge hele pootbed goed en niet alleen het bovenste laagje vanuit de trekkerka- bine. Uit vergelijking van verschillende werktuigen in 1981 en 1982 op de proefboerderijen in het Zuid-Westen bleek, dat met alle gebruikte werk tuigen een goed pootbed gemaakt kon worden. Er is gewacht met be werken tot de grond goed was. Maar als de grond niet goed is, is hij met geen enkel werktuig goed te maken. Als gekozen moet worden voor een werktuig zullen bij een rotorkopeg of schudeg de toepassingsmogelijkhe den in het najaar een pluspunt zijn, maar daar staat bij de grondverkrui- Ook door een intensieve bewerking wordt natte grond niet droog. veelheid losse grond te kunnen ver werken moet vaak een extra strip boven de voretrekker worden beves tigd. De grondbewerkingstrekker moet over de ploegsneden heen toch recht rijden. Dit is niet eenvoudig, met name met enkellucht. Met dub bellucht op rijenafstand rijdt de trekker bijzonder stabiel. De werk- breedte van het grondbewerkings werktuig en de pootmachine moeten bij elkaar passen. •Nog minder berijden van de grond vindt plaats wanneer de pootmachi ne aan het grondbewerkingswerktuig wordt vastgekoppeld. Er moet bij deze kombinatie een vrij zware trek ker worden gebruikt. Deze moet op dubbellucht op rijenafstand staan. Kombinatie van grondbewerken en poten geeft een lagere pootcapaci- teit, maar ook het aantal manuren en trekuren per ha daalt. Voordelen van deze twee genoemde systemen zijn, dat het gewas komt te groeien in onbereden grond en dat er geen losse grond verloren gaat. Te lers die hiermee ervaring hebben, noemen verder als voordeel een be tere rooibaarheid, waardoor men minder tarra heeft bij de oogst. Ook met een niet-aangedreven werktuig kan een goed resultaat bereikt worden. meiaar of eventueel een zaaibed- kombinatie tegenover de grote capa citeit. Zo heeft elk werktuig zijn voor en tegen. Het is misschien goed om in gedachten te houden, dat op de moeilijkste percelen vaak de oude getrouwe kromtandeg nog steeds een uitstekend werktuig blijkt te zijn. vormige ruggen is het beter om elke 75 cm een aanaarder te bevestigen. Dit kunnen heel goed de aanaarders en paralellogrammen van de rijen- frees zijn. De pootmachine moet dan poten in ruggen. Om de grote hoe- Samenvatting Bij de voorjaarsgrondbewerking voor aardappelen verdient gebruik van en kellucht de voorkeur. Opgepast moet worden voor kneden van de grond door veel berijden of door een intensieve bewerking. Natte grond laat zich niet dwingen en grond die goed is, ver kruimelt gemakkelijk. Een intensieve bewerking kneedt de grond of maakt ze te fijn. Het poten in onbereden grond is, mits goed uitgevoerd, een systeem dat voor veel bedrijven aan trekkelijke aspecten in zich heeft. J. Pollema C.A. Barendrecht. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 11