65-jarige Landbouwhogeschool zet
deuren Tuinbouwplantenteelt en
Veehouderij voor ieder open
Tarweteelt komt zwaar
onder druk te staan
Nieuwe afzetmogelijkheden liggen
nog bij nieuwe en toekomstige
lidstaten.
Banden met maatschappij zullen nog meer worden aangehaald
T ransfer-funtionaris
Festiviteiten
Minister Braks bij Z.H.I.:
CCC Jongerendag in Bruinisse
Eerste BROG-kas
Landbouwschapsvoorzitter
Zuivelproduktie moet worden
gestabiliseerd
Premie op minder produktie
De bezuinigingen in het wetenschappelijk onderwijs zullen de Landbouwhogeschool in Wageningen in 4 jaar
tijds 80 formatieplaatsen kosten. Deze afvloeiing zal voor zover kan .worden overzien plaatsvinden zonder
gedwongen ontslagen. Het Kollege van Bestuur van de LH heeft besloten deze operatie - waarbij tot 1987
bijna 7 miljoen moet worden ingeleverd - vergezeld te doen gaan van een stuk vernieuwing waarvan het meest
in het oog springend is dat onderwijs en onderzoek zich meer en beter zullen richten op vragen en problemen
die uit en door de maatschappij zullen worden aangedragen. Bovendien zal de LH zich naar buiten toe
duidelijker opstellen omdat het onderzoek maatschappelijk gerechtvaardigd moet worden.
Dit vertelde het door de Hogeschoolraad gekozen lid van het Kollege van Bestuur van de LH, drs. M.K.
Koeman op een persconferentie die vrijdag 25 februari j.l. plaatsvond ter gelegenheid van de 65e verjaardag
van de Landbouwhogeschool die op woensdag 9 maart a.s. met een reeks manifestaties zal worden gevierd.
Statiefoto gemaakt ter gelegenheid van de opening van de Landbouwhogeschool
op 9 maart 1918. In het midden met lichte jas Prins Hendrik. Een geïllustreerd
blad uit die tijd De Prins" schreef onder deze foto: Deze gebeurtenis is van
groot belang voor de Geldersche stad en zal ongetwijfeld haar bloei doen toene
men. Achtereenvolgens werden redevoeringen gehouden door den burgemeester,
door den Comm. der Koningin, door Minister Posthuma die de hoogeschool
officieel opende en door den Rector-Magnificus Prof. Aberson die een historisch
overzicht gaf van de ontwikkeling van het landbouwonderwijs. Voor het stad
huis, op de trappen en het bordes de nieuwe hoogleraren der Landbouwhooge-
school, in het midden Z.K.H. Prins Hendrik, links van hem Minister Posthuma
(Landbouw); Minister Pleyte (Kolonieën); Baron van Voorst tot Voorst, voorz.
lste Kamer; mr. Fock, voorz. 2de Kamer; rechts van Z.K.H. de vertegenwoor
diger van H.M. de Koningin-Moeder, Minister Rambonet (Marine)
enJhr. v. Clitters, Comm. der Koningin in Gelderland en President-Curator der
Hoogeschool".
De belangrijkste is de diësviering op
die dag met o.m.een voordracht
van de rektor-magnificus die de toe
komst van het landbouwkundig on
derzoek zal schetsen, met de toeken
ning van drie eredoktoraten en met
de uitreiking van de persprijs voor
landbouw en ekologie.
De Landbouwhogeschool zal zich de
komende jaren ook niet afzijdig
kunnen en willen houden van de
"konkurrentiestrijd" om.de studen
ten waarvan het totale aanbod als
gevolg van vooral demografische
faktoren af zal nemen. De aktieve
werving van de a.s. studenten zal
vooral bestaan uit een verbetering
van de voorlichting over de Hoge
school zelf. over de studies en over de
mogelijkheden die de in Wagenin
gen afgestudeerden in de maat
schappij hebben. De reeds bestaande
suksesvolle dienst die de plaatsing
van afgestudeerden in het arbeids
proces bevordert zal nog wat meer
aksent krijgen.
De banden van de L.H. met de
maatschappij, vooral met het be
drijfsleven in de ruime zin des
woords, zullen worden versterkt door
twee reeds in dienst genomen zoge
naamde "T ransfer-functionarissen".
Zij zijn belast met het binnenhalen
van opdrachten voor onderzoek.
Daarbij is één functionaris speciaal
belast met de werving van onder
zoeksopdrachten tegen betaling voor
kapitaalkrachtige bedrijven terwijl
zijn kollega zich in het bijzonder zal
richten op de werving van research-
opdrachten ten behoeve van de
dikwijls jonge bedrijven die minder
of niet kapitaalkrachtig zijn. "Nfa de
drempel voor grote bedrijven die al
voor een belangrijk deel gesleten is.
zal ook die voor het kleinere bedrijf
moeten verdwijnen. Ook het onder
zoek dat rfiet in opdracht wordt ver
richt zal enigszins worden bijgebo
gen in die zin dat bij de inrichting
ervan nog meer bepalend zal worden
het besef dat de besteding van het
geld het waard moet zijn geweest",
aldus drs. Koeman.
De lustrum-festiviteiten die vrijwel
alle voor een ieder gratis toeganke
lijk zullen zijn, vinden plaats van
vrijdag 4 maart tot en met zaterdag
12 maart. Naast een aantal films die
agrarische aspekten - waaronder ook
ontwikkelingsprojecten - tot onder
werp zal hebben, zijn er twee open
dagen. Op zaterdag 5 maart houdt de
vakgroep tuinbouwplantenteelt,
Haagsteeg 3 zijn kassen open voor
het publiek onder het motto "Geur
en kleur". Getoond wordt een spe
ciale kollektie "geurende planten",
een unieke verzameling wilde bego
nia's en een kas met meer dan hon
derd soorten kalanchoë-vetplanten.
Voorts zal men een indruk kunnen
krijgen van mikroklimaatregeling en
vermeerdering van planten in rea
geerbuizen. De andere Open Dag
vindt plaats in het Zodiac-gebouw
aan de Marijkeweg 40. Hier presen
teren de veeteeltkundige en dier
kundige vakgroepen zich door mid
del van demonstraties in laboratoria
en met film en video. Er zijn stalletjes
met snacks van eigen produkten en
er is een expositie van vissen en klei
ne dieren. Verder is er 's middags om
13.30 uur een paardenshow: vier-
spanrijden, een rondrit voor kinde
ren in een paardenwagen en de ver
toning van een film over paarden.
J. Wierenga.
60 Agrarische jongeren waren 22 febr. bijeen om zich te oriënteren
omtrent de afzet van onze tarwe.
Inleidingen van de heren H.C. van der Maas, D. Mooyaart en Dr. B.
Belderok, respectievelijk als vertolkers van de telers, handel en ver
werkers, vormden de aanzet om een discussie rond een aantal stellingen.
Conclusies daarvan waren dat men de tarweteelt graag wilde behouden.
Dat men de bereidheid toonde om de verbouw van beter bakkende
tarwes in de toekomst serieus te overwegen. En dat men de noodzaak
inzag om de overproduktie van tarwe terug te dringen door een zeker
areaal in te ruilen voor de teelt van met name erwten.
H.C. v.d. Maas
Producent
Van der Maas beet de spits af. Hij
stelde dat de tarweprijs de voor
naamste veroorzaker geweest is in de
voorbije jaren van het achterblijven
van de landbouwinkomens.
Daarbij schetste hij de EEG prijs
voorstellen voor 1983 waarbij de
tarweprijs verhoging voor Nederland
uit zou komen op 0.2%.
Ook voor de komende jaren moet
rekening gehouden worden met
"verhogingen" die praktisch nihil
zullen zijn. Binnen de EEG is beslo
ten tot een systeem van zelffinancie
ring van het exportoverschot door de
producenten en het ziet er niet naar
uit dat de produktie zal dalen.
Bovendien is de EEG politiek erop
gericht om de minimumbakkwaliteit
naar de voertarweprijs te brengen.
Aan de EEG normen voor de ge
middelde bakkwaliteit kunnen zij in
Nederland door de rassen die wij ter
beschikking hebben en door o.ns kli
maat, niet voldoen. Al met al een
pessimistische toekomstverwachting.
Voldoende reden dus om uit te zien
naar een alternatief gewas.
Saldovergelijking toonde aan dat de
groene erwt een heel goede vervan
ger voor tarwe kan zijn.
Aantal
Volgens dhr. Mooyaart is de tarwe-
handel op dit ogenblik een weinig
interessante handel die voornamelijk
bepaald wordt door valutawijzigin
gen en daarmede samenhangende
koers voor of nadelen.
Oogst 1982 vormt daarvan een illus
tratie. De Nederlandse tarwe van
oogst 1982 leverde, bij uitzondering,
een kwaliteit, vergelijkbaar met de
franse tarwe. Toch kiest de meel-
industrie in hoofdzaak voor partijen
uit andere EEG landen.
Van de 900.000 ton tarwe die in
Nederland in 1982 geproduceerd
werd is reeds 250.000 ton ter in
terventie aangeboden en daarvoor is
nog geen bestemming gevonden.
De meelindustrie is goed voor
250.000 ton. Export beloopt
200.000 ton en de veevoederindustrie
neemt 300.000 ton af.
Juist in de veevoedersector zou een
veel hogere afzet gevonden kunnen
worden, ware het niet dat hier tapio
ca, maïsgluten en soja een enorme
plaats ingenomen hadden.
Gepleit werd dan ook voor het in
voeren van een denaturatiepremie.
Met een premie van 7,50 tot
ƒ10,— 100 kg., zou er een ruimte
voor 200.000 ton gecreërd kunnen
worden door verdringing van maïs
gluten.
Dat kost weliswaar geld, maar dat
kost interventie evengoed en dan is
er nog géén bestemming.
Verwerkers
Dhr. Belderok was ervan overtuigd
dat het mogelijk moest zijn om zeker
100.000 ton extra in de meelindustrie
af te kunnen zetten als de Neder
landse boer maar bereid zou zijn om
beter bakkende tarwes te telen. Dat
betekent in de praktijk een daarop
afgestemde rassenkeuze, gecombi
neerd met hoge stikstof giften om het
eiwitgehalte zo hoog mogelijk te
krijgen.
Als de Nederlandse boer erin slaagt
een zelfde kwaliteit aan te bieden in
grote uniforme partijen als zijn zui
delijke collega's dan wil de meel
industrie best meer kopen.
Er was echter grote twijfel of wij die
concurrentie aan zouden kunnen en
met name ook omdat men zich af
vroeg of die extra inspanning finan
cieel vruchten af zou werpen.
Dan liever extra inspanning om de
teelttechniek van erwten te verbete
ren, en op die wijze te produceren
voor een niet verzadigde markt.
J. Akkerman
De Rekonstruktiekommissie "Het
Ven" (bij Venlo) heeft de staatsse-
kretaris van Landbouw, <^e heer A.
Ploeg, bereid gevonden de kas van
de heer G. Munten, gelegen aan de
Nieuwe Rijnstraat in Venlo officieel
in gebruik te stellen.
De heer Munten is de eerste tuinder,
die in het kader van de Beschikking
Rekonstruktie Oude Glastuinbouw
gebieden (BROG) van het Ministerie
van Landbouw en Visserij een nieu
we kas heeft gebouwd.
Minister Braks, wees er in een rede
die hij hield ter gelegenheid van de
36e jaarvergadering van de Stichting
voor Nederlandse Handel en Indus
trie (Z.H.I.) 24 februari j.l. op dat de
binnenlandse markt de komende ja
ren, bijeen voortdurende daling van
de koopkracht, een verdere daling van
de binnenlandse consumptie zal laten
zien. Deze inkrimping van de totale
markt zou voor de Nederlandse pro
ducenten een extra aansporing moe
ten zijn om te trachten het import
aandeel terug te dringen, zonder dat
hierbij gebruik gemaakt wordt van
protectionistische maatregelen.
Kansen op dit terugdringen zijn ze
ker aanwezig, gezien het feit dat de
consument nu de voorkeur geeft aan
wat minder luxe - en daardoor
goedkopere - voedingsmiddelen.
"En onze kracht ligt juist in de ver
vaardiging van produkten van goede
en constante kwaliteit in grote hoe
veelheden tegen concurrerende prij
zen", aldus de bewindsman.
Voor de nabije toekomst verwacht
hij voor onze belangrijkste export
markt, de EG, nauwelijks enige ver
ruiming. Bovendien lijkt ons markt
aandeel op een aantal markten onder
druk te komen. Kostenbeheersing,
aanbod van produkten van constante
kwaliteit en actief inspelen op groei
segmenten en onbenutte afzetmoge
lijkheden zullen de voornaamste
mogelijkheden tot handhaving en
uitbreiding van ons marktaandeel
zijn. Nieuwe afzetmogelijkheden
zijn nog te vinden in. de laatst toege
treden en toekomstige lidstaten.
Een goede aanpassing van verpak
king en produkt aan de eisen van de
markt, zowel in technisch als in com
mercieel opzicht, is van doorslagge
vende betekenis voor het inspelen op
al die mogelijkheden. Voor een markt
als de Verenigde Staten van Noord-
Amerika, die eveneens grote kansen
biedt, geldt dit zeer zeker. Een actieve
marktbewerking is voor al deze
markten echter een eerste vereiste.
"Het is hoog tijd om te gaan nadenken over mogelijkhe
den om de groei van de melkproduktie aan banden te
leggen. Zoals het nu gaat loopt het uit de hand. Als we
niets doen zal Brussel gedwongen worden het probleem
met harde maatregelen uit de wereld te helpen." Aldus
voorzitter Jaap van der Veen van het Landbouwschap
dinsdag in Eist op een studiedag over de rundveehouderij.
Van der Veen voorspelde dat de komende discussie zich
zal toespitsen op een "premie op minder en boete op
méér". Als mogelijke oplossing ziet het Landbouwschap
het financieel aantrekkelijk maken van vrijwillige pro-
duktievermindering, in combinatie met een actief afzet-
beleid voor zuivelvoorraden. Tot dit laatste rekent Van
der Veen ook het verwerken van magere melkpoeder in
veevoer, het zogenaamde varkensplan.
8