Q verzekeringen
Premies drastisch omhoog
Uitrit: verwarrend begrip
De Onderlinge Zuidelijke
Hagelverzekering verzekert dit
risiko zonder naheffing tegen een
premie op kostprijsbasis!
c'en hollanderlaan 10
IVI tel: 01100-24000
Hagelschade in landbouwgewassen
Nee, schrikt niet, de premies van onze eigen onderlinge verzekeringen
zijn en gaan niet omhoog. Door efficiënt te werken blijven onze premies
laag. Dat kan niet gezegd worden als we het hebben over de sociale
verzekeringspremies. Het jaar 1983 is nauwelijks begonnen of de zelf
standige ondernemers krijgen als cadeautje de premienota voor de
sociale A-wetten reeds in de brievenbus.
De maximaal te betalen premie voor
de volksverzekeringen is de laatste
vijf jaar gestegen van ƒ7.581.— in
1978 tot 1S.389.— in 1983. Voor
schrijver - maar in sterkere mate voor
de zelfstandige ondernemer - een
verontrustende ontwikkeling. Im
mers, een groot percentage van het
inkomen, wordt daarmede afge
roomd. Ook de belastingen blijven
stijgen. Daarbij komt dat de uitke
ringen ingevolge de Algemene Ou
derdomswet en Algemene Wedu
wen- en Wezenwet als basis-voorzie
ning bedoeld zijn. De uitkeringen
per 1 januari 1983 zijn voor gehuw
den en weduwen met kinderen
18.797,— per jaar en voor onge-
huwden en weduwen zonder kinde
ren 13.093,— per jaar. Vergelijkt
eens even de maximaal te betalen
premie ad. 16.389,- per jaar met
de uitkering voor gehuwden groot
18.797,— per jaar. Nou ja, dat is
het solidariteitsbeginsel. Met andere
woorden: we zorgen voor elkaar.
Algemene Arbeidsongeschiktheids
wet
De premie voor de wettelijke ar
beidsongeschiktheidsverzekering is
inmiddels ook maximaal ƒ3.027,—
Ook'de uitkeringen uit deze wet lig
gen op ongeveer 19.000,— per jaar.
Een aanvulling op deze basisvoor
ziening is vooral voor een jonge on
dernemer beslist noodzakelijk. U
dient zelf te bepalen, welke aanvul
ling op hetgeen de Overheid u biedt
nog nodig en wenselijk is. Een uitke
ring van 35.000,— per jaar is beslist
geen overdadige luxe. Het moet ech
ter wel betaald worden. Ook bij blij
vende invaliditeit moet men mini
maal aan die 35.000,— komen. Een
aanvulling van 16.000,- op het
wettelijke is dan noodzakelijk. Een
dertigjarige betaalt dan wel een pre
mie voor zijn vrijwillige aanvulling
van 2.806,— per jaar. Ook dat liegt
er niet om. Het netto inkomen wordt
ook daarmede zwaar belast.
voor de oudedagsvoorziening is dan
nog geen rekening gehouden. Ook
daarvoor zou minstens 300,— per
maand moeten worden uitgetrokken.
In de premie voor de ziektekosten
verzekering is nog een eigen risiko
van 1.000,— verwerkt om de pre
mie laag te houden. Natuurlijk is
bovengenoemd voorbeeld wat onge
nuanceerd opgesteld. Dat kan niet
anders. Het gaat bij schrijver om het
feit, dat het onzuiver inkomen zeer
zwaar wordt afgeroomd.
J. Cevaal
steeds meer de vraag hoe in de nabije
toekomst de premies nog kunnen
worden opgebracht. Het aantal pre
miebetalers daalt en het aantal uit
kering-genieters stijgt. Het is daarom
dat men zoekt naar een nieuwe fi-
nancieringsvorm via een ander ver
zekeringssysteem. Hier van uitgaan
de blijven we hopen dat de overheid
haar verplichtingen aan de premie-
De papieren eens tevoorschijn halen
Sombere geluiden
Inderdaad, hoge premies voor de
Volksverzekeringen en sombere ge
luiden voor de toekomst. De uitke
ringen groeiden in de loop der jaren
als de komkommers op het veld. De
premiestijgingen moesten volgen.
Het aantal bejaarden stijgt evenzeer.
Kortom: er dient steeds meer te
worden uitgekeerd. De premies die
wij samen in 1983 betalen worden
gebruikt voor de uitkeringen even
eens in 1983. Er is geen fondsvor
ming. Een briljant systeem, ware het
Uitgaande van een onzuiver inkomen van 65.000,— houdt men slechts
ongeveer twee keer het netto minimumloon over. Reken zelf maar mee. Bruto
onzuiver inkomen 65.000,—
af: premie Volksverzekeringen 16.389,
premie aanvullende Arbeidsong. verz. 2.806,-
premie ziektekostenverzekering 2.400,—
belasting volgens schijventarief 9.102,—
30.797,-
Blijft over
34.203-
"Geweldig", zegt de buitenwacht
"die verdient 65.000,—maar
men vergeet dat slechts 2.850,
per maand overblijft. Met premie
niet dat de aktieven tussen 15 en 65
jaar de premies niet zouden moeten
opbrengen. Dat wordt een te zware
belasting. Aktueel wordt daarom
Natuurlijk behoeven wij U, als regelmatige verkeersdeelnemer, niet te
vertellen, dat U, komend uit een uitrit, het overige verkeer voorrang
dient te verlenen. Art. 16 van het R.V.V., Iaat wat dat betreft niets aan
duidelijkheid te wensen over. Hierin wordt zelfs gesproken over "het
niet hinderen van het overige verkeer" en dat weegt nog zwaarder dan
geen voorrang verlenen. Er lijkt dan ook geen vuiltje aan de lucht te zijn
ware het niet dat de wetgever heeft verzuimd om duidelijk aan te geven
wat onder een uitrit dient te worden verstaan. Het gevolg hiervan is een
voortdurend geharrewar over de vraag of er in een bepaalde situatie wel
of niet sprake is van een uitrit en U zult begrijpen dat dit voor ons een
steeds terugkerende bron van ergernis is.
Wat is een uitrit?
Dit mogen wij gerust als de ham
vraag beschouwen, met daarbij de
opmerking dat we er voorlopig wel
niet in zullen slagen de ham ook
daadwerkelijk te bemachtigen. De
stedebouwkundige ontwikkelingen
van de laatste tientallen jaren heb
ben de verwarring alleen maar ver
groot. Woonerven, quasi-woonerven
of iets wat daar op lijkt hebben er
alleen maar voor gezorgd dat nu
vrijwel niemand meer weet waar hij
aan toe is. Zelfs kantongerecht-uit
spraken blijken onvoldoende duide
lijkheid en zekerheid te scheppen nu
deze vonnissen - nationaal bezien -
vaak geheel tegenstrijdig zijn. Uit de
uitspraken van de Hoge Raad valt te
distilleren dat er eigenlijk 2 kriteria
zijn waaraan het begrip "uitrit" dient
te voldoen. De eerste is dat er sprake
moet zijn van een beperkte bestem
ming, de tweede en ook de belang
rijkste eis is dat een uitrit slechts als
uitrit kan worden gekwalificeerd als
het er ook als uitrit uitziet. U voelt
zelf wel aan dat, afhankelijk van de
positie waarin men verkeert, aan één
en ander een verschillende uitleg kan
worden gegeven. Natuurlijk zijn er
wel een aantal voorbeelden te geven
H. Meeuwsen
betalers van nu ook in de toekomst
de uitkeringen kan waarborgen.
Kontinuïteit
Wat de kontinuïteit van de oude-
dags- en weduwenuitkeringen be
treft is schrijver niet zo erg somber
gesteld wel wat de hoogte van deze
uitkeringen betreft. De toevloed van
aanvragen in de maand december
1982 om koopsomposten te sluiten
zal daaraan niet vreemd zijn. Immers
het mesje sneed daarbij aan twee
kanten: nl. belasting besparen en een
aanvulling voor de oudedag opbou
wen. Mede ingegeven door de som
bere geluiden wat de AOW-uitke-
ringen voor de toekomst betreft, in
teresseerde het publiek zich ineens in
versterkte mate voor meer zekerheid
in de toekomst. Het bekende "ap
peltje voor de dorst" kwam ineens in
beeld. En misschien wel terecht. Een
uitkering boven de wettelijke zal no
dig zijn. De loontrekkenden hebben
veelal hun bedrijfspensioen, de zelf
standigen meestal niets. Daaraan
aandacht besteden zal noodzakelijk
zijn. Wij willen daarbij uw adviseur
zijn.
Cevaal
De Onderlinge Zuidelijke Hagelverzekering is er ook voor Uü
U bent verzekerd tegen allerlei risiko's: brand, storm, wettelijke aan
sprakelijkheid, ziektekosten etc. etc. Uw auto en traktor(en) zijn ver
zekerd. Maar hebt u er ook aan gedacht om het risiko van hagelschade
te dekken.
Wanneer u alle zorg hebt besteed
aan het zaaien en poten van uw ge
wassen, dan ligt vanaf dat moment
uw portemonnee buiten.
Dan bent u verder afhankelijk van
de weersomstandigheden.
Dan kijkt u vaak met zorg naar de
lucht, wanneer onweerskoppen de
dreiging van een bui aankondigen.
I Want een onweersbui gaat vaak ge
paard met hagel en hagelschade en
kan alle hoopvolle verwachtingen
dikwijls in één klap vernietigen.
Jarenlang kan het goed gaan en gaat
dit risiko aan onze boerderij voorbij,
totdat we een flinke hagelbui krijgen.
Wees verstandig en zorg, dat u wat
dat betreft rustig kunt slapen. Voor
een gering premiebedrag neemt de
1 Onderlinge dit risiko van u over.
Een voorbeeld: Voor granen be
draagt de premie 20 cent per 100,
verzekerd bedrag, voor aardappelen
30 cent, voor suikerbieten 50 cent etc.
De O.Z.H. biedt u dankzij het poolen
met andere Onderlingen en herver
zekering een volledige dekking tegen
het risiko van hagelschade. De grote
geografische spreiding van het risiko
Fluit
De O.Z.H. is met zes andere onder
linge hagelverzekeringen lid van de
Coöperatieve Hagelschade Finan-
cierings Maatschappij (de Hafimij).
Daar alle bij de Hafimij aangesloten
maatschappijen onderlingen zijn,
wordt geen ander belang gediend
dan dat van de bij de Onderlingen
verzekerde landbouwers. De leden
van de Onderlinge bepalen zelf de
financiële bedrijfsvoering.
De door de O.Z.H. gehanteerde
franchise-regeling houdt in, dat bij
schaden van 5% of hoger de volledige
schade wordt uitgekeerd. Kleine
schaden van minder dan 5% worden
niet uitgekeerd.
van gevallen waarin men er vanuit
kan gaan dat. er sprake is van een
uitrit. Dit zal zeker zo zijn indien de
volgende kenmerken aanwezig zijn:
een doorlopend trottoir langs de
gewone weg;
alleen een verlaagde trottoirband
of inritbanden;
de trottoirverharding en de uit
ritverharding van gelijke kleur
en liefst ook van dezelfde struk-
tuur zijn.
Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog
een aantal wel duidelijke gevallen.
Zo zal er niemand moeite mee heb
ben de uitrit van een boerderij, een
alleenstaande garage of partikuliere
woning of van een benzine-station
is daarbij een belangrijke faktor.
Het begrip Onderlinge houdt in, dat
geen winst wordt beoogd en dat niet
meer premie wordt betaald, dan voor
het uitkeren van hagelschade, voor
het voeren van administratie en voor
het vormen van een redelijke reserve
nodig is.
Bij een gunstig resultaat wordt het
volgende jaar een reduktie op de
premie verleend. Deze redukties be
droegen over 1978 25%, over 1979
35%, over 1980 40%, over 1981 30%
en over 1982 20%.
De O.Z.H. werd in 1966 opgericht uit
een fusie van drie Onderlingen en
telt momenteel ruim 500 deelnemers
met een verzekerd kapitaal van ruim
negentig miljoen gulden.
De Ö.Z.H. biedt u:
premies op kostprijsbasis
snelle schade-afwikkeling
volledige financiële zekerheid
door:
een grote geografische risiko-
spreiding
een goede herverzekering
een sterk reservefonds
medezeggenschap in het finan
cieel beleid
een gunstige franchise-regeling.
Al met al reden genoeg om eens
nader met de O.Z.H. kennis te ma
ken. U kunt bij ons de volledige pre
mietarieven van de O.Z.H. met een
aanmeldingsformulier bestellen, tel.
01100-24000. Fluit
als zodanig te kwalificeren. Al met al
'blijft er echter een grote behoefte aan
duidelijkheid op dit terrein.
Welke oplossing?
Vanzelfsprekend is er van diverse
kanten reeds lang aangedrongen op
een oplossing en zijn er ook sugge
sties aangedragen. Zo zou er bijv. in
art. 16 R.V.V. o.a. opgenomen kun
nen worden dat ook onder uitritten
worden begrepen, dié uitwegen die
niet terstond als uitrit kenbaar zijn,
maar waar op de hoek van de uitweg
een paal van 1 meter hoogte is ge
plaatst voorzien van een rode reflek-
terende band. Op deze wijze zou elke
gemeente zelf zijn uitritten kunnen
opsporen en markeren. Voorlopig
zullen we echter met de huidige si
tuatie moeten leven. Voorzichtig rij
den is derhalve op zijn plaats. Laat
voor alle zekerheid in twijfelgeval
len de doorgang voor de tegenpartij
maar vrij. Voorkomen is immers al
tijd nog beter dan genezen. Mocht u
bij een schadegeval betrokken raken
waarbij twijfel is of er van een uitrit
gesproken kan worden, probeert U
dan enkele foto's van de wegsituatie
te maken en stuurt U deze dan mee
met Uw schade-aangifte (of achter
af). Wij kunnen ons dan in elk geval
een oordeel vormen over de plaatse
lijke situatie en bij de afwikkeling
van de schade een beter gefundeerd
standpunt innemen.
H. Meeuwsen