Kommissie Waterbeheersing en
Ontzilting uniek in ons land
r
weidegebied
laaggelegen
akkerbouw
A dorp
fruitteelt
weidegebied
laaggelegen
vert. schaal 1300
hor. schaal 1:5000
Fig. 29. Schema van de ontwikkeling van een zoetwaterzak in geaccidenteerd poldergebied. In de loop der jaren
w crdt het zoute bodemwater verdrongen door regenwater, dat via de ondergrond wordt afgevoerd naar lager
gelegen gebieden. Het gevolg hiervan is het ontstaan van een zoetwaterzak, die in bepaalde gevallen kan
worden dienstbaar gemaakt aan land- en tuinbouw.
Putten
Voor de aanleg van zo'n put
wordt eerst een diep gat (tot wel
20 meter, afhankelijk van de
diepte van de zoetwaterbei) ge
boord met een diameter van 30
cm. Daarin komt een buis die
voorzien is van duizenden gaatjes
waardoprheen het water vanuit
de buis onder druk de grond ron
dom kan binnendringen. De
ruimte tussen de wand van het
boorgat en de buis wordt opge
vuld met filtergrind.
Op enige afstand van de drie in-
jektieputten worden acht putten
geplaatst die in het groeiseizoen
zullen worden gebruikt om water
aan de bodem te onttrekken". Het
is de bedoeling dat de fruittelers
dit water ook gewoon gebruiken
bij de teelt. Daarbij zullen hoe
veelheden water aan de bodem
worden onttrokken die vereist
zijn voor een optimale teelt.
Metingen
Het spreekt vanzelf dat de on
derzoekers nauwkeurig willen
weten wat er met de waterhuis
houding diep in de grond gaat
gebeuren tijdens de duur van de
proef. Daartoe zullen in het on
derzoeksgebied ook peilputten
worden geplaatst waarin de
grondwaterstand op verschillen
de diepten kan worden gemeten
tijdens injectie en onttrekking.
Nauwkeurig zal ook bij elke in-
jektieput steeds worden gemeten
hoe groot de waterbel ter plaatse
is zodat ook kan worden bere
kend in welke mate de waterbel
in de proefperiode is vergroot of
"ingekrompen".
Uiteraard zullen met behulp van
watermeters ook de m3 worden
bijgehouden die in het groeisei
zoen door de fruittelers zullen
worden onttrokken voor berege
ning of bevloeiing.
Tenslotte zullen elektro-magneti-
sche sonderingen en zogenaamde
"zoutwachters" een beeld moeten
geven van de veranderingen in de
zoet/zoutgrens van het grondwa
ter tijdens de duur van de proef.
Witte vlek
De heer van der Weerd, die be
paald optimistisch is over de uit
komsten van de proef, is van me
ning dat deze nieuwe methode
van waterbeheersing, want dat is
het in feite, ook elders in Zeeland
mits de bodemopbouw zich hier
toe leent, kan worden toegepast,
waar men met een tekort of zelfs
geheel zonder zoet water zit.
Daarvoor dient wel eerst een
aantal modelberekeningen te
worden uitgevoerd waaruit zal
moeten blijken waar waterinjek-
tie mogelijk en gewenst is en waar
niet. Van der Weerd: "Hier stui
ten we op een nog zo goed als
witte vlek op de kaart want de
plaatsen waar in Zeeland zoet
water in de bodem aanwezig is
zijn nog zeer onvoldoende be
kend. Èen eerste indikatie daaro
ver kan de kwaliteit van het water
in de open waterlopen geven en
daarom is het nodig dat er naast
de proef in Kapelle een intensie
ve bemonstering over heel Zee
land plaatsvindt van de open wa
terlopen. Met de resultaten van
dat onderzoek kunnen we dan
ook de fruittelers en boeren van
dienst zijn want we krijgen nogal
eens uit de praktijk de vraag of er
in hun gebied zoet water in de
grond zit en of het verantwoord is
daar een onderzoek naar te laten
instellen.
We kunnen daar dan meteen een
antwoord op geven en de boer
hoeft geen valse verwachtingen te
hebben en onnodige investerin
gen te doen.
Belangstelling
Van diverse zijden is al veel be
langstelling voor de proef ge
toond. Ook de Waterleiding
Maatschappij is geïnteresseerd en
zelfs belanghebbend want de
zoetwatervoorraad onder de kreek-
brug bij Kapelle fungeert als nood-
De Kommissie Waterbeheersing
en.Ontzilting in Zeeland is de eni
ge in zijn soort in Nederland. Deze
kommissie is in 1949 ontstaan op
initiatief van de drie Zeeuwse
Landbouworganisaties. Het be
stuur wordt gevormd door verte
genwoordigers van de drie Zeeuw
se Landbouworganisaties, van
enige overheidsinstellingen als de
Provinciale Dienst Bedrijfsont
wikkeling voor de Landbouw, de
Landinrichtingsdienst, van Pro
vinciale- en Rijkswaterstaat, van
de Waterschappen en van het In
stituut voor Kuituurtechniek en
Waterhuishouding. Voorzitter is
het G.S.-lid de heer J. de Voogd.
De kommissie houdt zich op be-
leidsnivo in principe bezig met alle
zaken rond de zoet- en zoutwater
situatie in Zeeland die samenhan
gen met infrastrukturele werken
zoals het aanleggen van dammen,
wegen, viadukten e.d.
Het onderzoek zelf wordt uitge
voerd door een team dat bestaat uit
een vanuit het I.C.W. te Wage-
ningen in Zeeland gedetacheerd
hoofd van de afdeling "Water
huishouding Deltagebied van het
I. C. W.de heer B. van der Weerd
en enige medewerkers van de Pro
vinciale Dienst voor de Bedrijf
sontwikkeling. Voor het nu op
handen zijnde 3-jarig onderzoek
naar de mogelijkheden van zoet
watervoorziening van agrarische
bedrijven in Kapelle zal een ekstra
tijdelijke kracht van H.B.O.-nivo
moeten worden aangetrokken.
reservoir voor de watervoorzie
ning.
De provincie en de diverse over
heidsdiensten geven hun maxima
le medewerking. Zodoende heeft
van der Weerd er alle hoop op dat
dit najaar reeds met de proef kan
worden begonnen. Technisch ge
zien is alles reeds voorbereid. Hij
kan uiteraard niet de zekerheid
geven dat het lukt, maar mocht de
proef slagen, en hij heeft daar veel
vertrouwen in, dan kan ze van
grote betekenis worden voor de
zoetwatervoorziening ten behoeve
van de landbouw in grote delen
van ons land. "Elke mogelijkheid"
zo meent het hoofd van het on
derzoeksteam, "om de zoetwater
voorziening voor deze sektor te
verbeteren, moet worden benut".
J. Wierenga
Onttrekking uit dunne zoetwaterlagen
zoet grondwater
s
zout grondwater
Fig. A. Verzilting van een bron door te diep geplaatst filter of te grote
onttrekking.
f
zoet grondwater
zout grondwater
Fig. B. Situatie bij dezelfde onttrekking als in fig. A, maar nu verdeeld over 4
gekoppelde bronnen.
Tabel 1. De in 1976 beregende en bevloeide oppervlakte open grond
Beregend
Bevloeid
akkerbouw
gras
tuinbouw totaal
ikkerbouw gras
tuinbouw totaal
totaal
ha
ha.
ha
ha
ha ha
ha
ha
beregend
bevloeid
ha
Nederland
42162
151444
27754
221324
100
104 32603
2594
36301
257625
100
Groningen
750
3402
95
4247
1.9
21 347
-
368
4615
1.8
Friesland
3215
13724
167
17106
7,7
71 7685
4
7760
24866
9.7
Drenthe
868
2366
34
3265
1,5
292 2888
5
3185
6453
2.5
Overijssel
736
14810
164
15710
7.1
34 6298
14
6346
22056
8.6
Gelderland
2935
36600
4329
43864
19,8
71 5593
1483
7147
51011
19,8
Utrecht
348
7841
880
9069
4.1
18 1408
347
1773
10842
4.2
Noord-Holland
6461
19920
8727
35108
15,9
34 1756
199
1989
37097
14,4
Zuid-Holland
4429
10895
3908
19232
8.7
7 4463
128
4598
23830
9,2
Zeeland
32
64
34
130
0,06
20 29
155
204
334
0,1
Noord-Brabant
7269
27159
5386
39814
18
229 1099
156
1484
41298
16,0
Limburg
5095
8322
2729
16146
7.2
192 698
97
987
17133
6,7
IJsselmeer
polders
9988
6341
1301
17630
8
115 339
6
460
18090
7,5
Opp. cultuurgrond
Beregende en
bevloeide oppervlakte
in 1976
in ha.
in ha.
Groningen
178470
4615
2,6
Friesland
233157
24866
10,7
Drente
172937
6453
3,7
Overijssel
212033
22056
10,4
Gelderland
263516
51011
19,4
Utrecht
70384
10842
15,4
Noord Holland
148084
37097
25,1
Zuid Holland
160433
23830
14,9
Zeeland
128016
334
0,3
Noord-Brabant
283615
41298
14,6
Limburg
115139
17133
14,9
IJsselmeerpolders
93893
18090
19,2
Nederland
2059747
257625
12,5
Gegevens ontleend aan het Centraal Bureau voor de Statistiek en I.C.W.
Verdeling in procenten van de behandelde oppervlakte naar herkomst van het gebruikte water
Beregening
Bevloeiing
oppervlakte
grond
leiding- oppervlakte
grond
leiding
water
water
water water
water
water
Nederland
68,6
31,4
0,1
95,3
4,5
0,2
Groningen
95,9
4,1
0,1
100,0
-
Friesland
98,2
1,8
0,1
99,7
0,3
Drente
68,6
31,3
0,1
95,0
4.9
0,1
Overijssel
56,1
43,8
0,1
99,6
0.4
Gelderland
53,3
46,6
0,1
90,3
9,6
0,1
Utrecht
85,2
14,7
0,1
91,4
8,6
Noord-Holland
97,2
2,7
0,1
93,8
6,2
Zuid-Holland
98,9
1,1
0,1
99,9
0,1
Zeeland
54,4
36,7
8.9
60,2
7,1
32,7
Noord-Brabant
36,2
63,6
0,1
78,8
19,8
1.4
Limburg
25,7
74,2
0,1
85,4
14.6
IJsselmeerpolders
95,8
4,2
0,1
100,0