Naar het zich laat aanzien zal in Zeeland deze zomer nog worden begonnen met een praktijkproef
waarbij zoet water via enige putten kunstmatig in de bodem zal worden gebracht. Daarmee wil men
nagaan in hoeverre het mogelijk is op sommige plaatsen in de Zeeuwse bodem aanwezige zoetwater
bellen te vergroten zodat de landbouw daaruit voldoende water kan onttrekken in het groeiseizoen want
juist in die periode kan de Zeeuwse landbouw niet of nauweljks beregenen door een tekort aan zoet
water. De proef zal worden uitgevoerd onder de paraplu van de Zeeuwse Kommissie Waterbeheersing en
Ontzilting op een kreekrug ten zuiden van het dorp Kapelle-Biezelinge. Een dergelijke proef is de eerste
in ons land en de resultaten ervan zullen kunnen worden geïnterpreteerd naar al die gebieden in Zeeland
en elders in ons land waar zich soortgelijke problemen voordoen en beregening tot nu toe niet kon
worden toegepast. Vanwege het innoverend karakter van het onderzoek en het belang ervan voor de
land- en tuinbouw is het projekt aangemeld als innovatieprojekt bij het Ministerie van Ekonomische
Zaken. De proef is een ko-produktie tussen de Kommissie Waterbeheersing en enige fruittelers die
onontbeerlijk zijn bij het verzamelen van de gegevens omtrent het injekteren in en onttrekken van
grondwater aan de bodem voor bevloeiing van hun boomgaarden en teelten.
Ing. B. v.d. Weerd
Verdrogingsschade
Uit een in 1981 door het Land
bouwschap uitgebracht rapport
blijkt dat de verdrogingsschade
aan landbouwgewassen voor
Zeeland per jaar kan worden ge
raamd op gemiddeld ca. 22 mil
joen gulden per jaar. Het zoet
worden van Zoommeer en mo
gelijk het Grevelingenmeer zal
helaas voör Westelijk Zuid-Be
veland. Noord-Beveland, Wal
cheren en Zeeuws-Vlaanderen
geen oplossing betekenen omdat
het Kanaal door Zuid-Beveland
de aanvoer van zoet water in de
weg staat. Dat in de provincie
Zeeland weinig water wordt ge
bruikt voor beregening en be
vloeiing blijkt uit een onderzoek
van het Wagenings Instituut voor
Kuituurtechniek en Waterhuis
houding. Zo werd in Zeeland in
1976 slechts 0,3% van het totale
oppervlakte kultuurgrond bere
gend en bevloeid terwijl het lan
delijk gemiddelde toen op 12,5%
lag. Dat de behoefte aan berege
ning en bevloeiing groot is mag
blijken uit tabel 3 waaruit blijkt
dat vrijwel alleen in Zeeland zeer
duur leidingwater is gebruikt!
De Kommissie Waterbeheersing
heeft zich niet bij deze achterge
stelde positie neergelegd en is
gaan studeren op andere moge
lijkheden om over zoet water te
kunnen beschikken. Het hoofd
van de afdeling Waterhuishou
ding Deltagebied van het I.C.W.,
ing. B. v.d. Weerd, leidt dat on
derzoek. Daarbij gaat het globaal
om drie deelonderzoeken:
1. Op welke wijze kan zoet water
het beste in de bodem worden
geïnjekteerd (praktijkproef)
2. Waar en in welke hoeveelhe
den komt zoet water in de on
dergrond voor (inventarisatie)
3. Op welke plaatsen zijn de
geo-hydrologische eigen
schappen van de bodem gun
stig voor het injekteren van
overtollig regenwater (model
onderzoek).
Zout i.p.v. zoet....
Dat er in de Zeeuwse bodem zoet
water aanwezig is onder de vroe
ger gevormde kreekruggen, is al
veel langer bekend en een tiental
fruittelers maakt daar ook ge
bruik van voor de druppelbe-
vloeiing. Maar op latere termijn
loopt dat vast. De heer van der
Weerd: "Als je veel water uit die
zoetwaterbellen onttrekt wordt
de waterhuishouding in de bo
dem verstoord. Dan trekje als het
ware de vrij scherpe scheiding
tussen zoet en zout water naar
boven tot je op een bepaald mo
ment zout water oppompt in
plaats van zoet. En die kans is niet
gering want de meeste zoetwater
bellen zijn niet zo groot is onze
indruk". De vraag die toen bij
wetenschappers en de praktijk
opkwam was: "Kun je uitputting
van die bellen niet voorkomen of
ze zo mogelijk groter maken". De
aanzet tot een diepgaande studie
was daarmee gegeven. De resul
taten van die voorstudie hebben
het onderzoeksteam gesterkt in
de verwachting dat er goede mo
gelijkheden zijn. Men wil als
volgt te werk gaan: in een wat
hoger liggend gebied (op een
kreekrug dus) moet zoet water
van goede kwaliteit in de sloten
Schematische doorsnede van een kreekrug.
Üii'pli' (m)
8
10
12
14
16
18
In de zgn.
Vlissingen
diffuse zone"gaat zout water (onder) over in zoet (boven).
aldaar als het ware worden vast
gehouden zodat het niet weg kan
stromen. Tot nu toe verdwijnt dit
kostbare water namelijk in de
winter vermengd met brak water
uit sloten in lager liggende pol
ders via de gemalen in de Schel
de. "Zonde", meent de heer van
der Weerd, "daar kan ons inziens
een veel beter gebruik van wor
den gemaakt door het te injekte
ren in de bodem om het er 's zo
mers dan weer uit te halen wan
neer de boeren en tuinders met
een vochttekort kampen".
Zoetwaterbei
Voor de opzet van de praktijk
proef is op verzoek van de land
bouworganisaties als lokatie ge
kozen een fruitteeltgebied gele
gen op de kreekrug zuidelijk van
Kapelle-Biezelinge. Hier. zo was
al bekend, heeft zich in de bodem
een zoetwaterbei gevormd die
plaatselijk een diepte bereikt van
25 meter. In dit gebied, dat
hoofdzakelijk door fruittelers en
tuinders wordt gebruikt, treden
als gevolg van vochttekort regel
matig droogteverschijnselen op.
De praktijkproef zal uit moeten
wijzen of het mogelijk is hier
vanuit een sloot via een aantal
injektieputten water aan het wa
tervoerend pakket toe te voegen
zonder dat dit leidt tot watero
verlast voor de direkte omgeving
of tot andere ongewenste neven-
effekten want door het injekte
ren zal bijvoorbeeld de water
stand in de omgeving hoger ko
men. Maar de waterbel kan ook
vergroot worden naar de onder
en zijkanten. Een goed inzicht in
het verloop van dat proces heeft
van der Weerd uiteraard nog niet,
evenmin als nu gezegd kan wor
den met hoeveel m3 water de
zoetwaterbei in de grond met het
injekteren kan worden vergroot.
Daar zal het onderzoek een ant
woord op moeten geven.
Bassin
Bij de proef - die drie jaar zal
duren - zal het water worden
geïnjekteerd via 3 putten. Deze
worden geplaatst op een onder
linge afstand van 80 meter in een
stuk open sloot. Dit deel van de
waterloop zal worden afgedamd
en bekaad om het waterpeil flink
te kunnen verhogen waardoor
een overdruk ontstaat die ervoor
moet zorgen dat het water als het
ware de-grond in wordt gedrukt.
De bekading is noodzakelijk om
te voorkomen dat het water uit dit
"bassin" weg zou lopen. Een
elektrische pomp is nodig om het
water in dit bassin naar een hoger
nivo te krijgen. Een andere elek
trische pomp zal worden ingezet
om te zorgen voor de aanvoer van
het water uit het waterlopenstel-
sel binnen het onderzoeksgebied
naar de putten in de afgedamde
sloot.
- gebied waar het onderzoek wordt
uitgevoerd
0 tot 300 miligram chloorgehalte per liter
300 tot 1000 miligram chloorgehalte per liter
In de gearceerde gebieden zit in beginsel zoet water
in de bodem die voor de landbouw aangewend kan
worden. Mogelijk zijn er meer van deze gebieden.
Uitgebreid onderzoek zal daar een antwoord op
moeten geven.