Naebie un eihen taele! Een dialect is functioneel Koatje Tippelaer Maar dat is kunstmatig! Welke spelling? Zeeuwse grammatika Op z'n Stèvenisses W. Geldof Wij zagen in het vorige artikel, dat praktisch elke geschreven en gedrukte taal tot stand is gekomen doordat één dialect in het betrokken taalgebied de boventoon ging voeren. Wij concludeerden dat voor het Zeeuws dit "het" Zuidbevelands moet zijn, omdat dit het beste aansluit bij de overige Zeeuwse dialecten, omdat daarin al Bijbelvertalingen en vertalingen van letterkundige werken zijn verschenen die aanvaard zijn en ook omdat dit dialect het grootste aantal "vaste" dialectsprekers heeft. Wij moeten nu nog zien hoe wij in dit proces actief kunnen zijn, maar vooral ook waartoe dat dan kan leiden. Waarom zouden wij het doen? Ondanks alle processen van vervlak king, migratie verengelsing en naa- perij handhaven de dialecten zich! U kunt dat overal in Nederland zien. Het komt in Zeeland zelfs voor, dat kinderen van inwijkelingen die uit sluitend Hollands spreken, in korte tijd het dialect van hun schoolkame raadjes overnemen. Goed, zegt u, dat is dan om sociaal niet te worden uit gesloten, maar waarom zouden wij dan de tien Zeeuwse dialecten (som migen onderscheiden er 10 stuks) niet met rust laten? Want ook daarin kun je toch spreken en schrijven? Dat kan inderdaad en er is niets op tegen! Wij hopen dan ook, dat de Ver. voor Dialectenonderzoek nog jaren lang deze Zeeuwse dialecten zal onderzoeken en registreren. Maar daarnaast zal er toch een vere niging moeten komen die het Alge meen Zeeuws behartigt. Want doen wij dat niet, dan zullen die tien randdialecten steeds meer terrein prijs geven en weldra verdwijnen of alleen nog via kleine uitspraakver schillen opvallen. Want het is wel waar dat dialecten in Nederland zich handhaven, maar dat geldt alleen voor de "grote". Fries en Gronings handhaven zich uitstekend, maar dat komt vooral omdat in deze streekta len literatuur wordt gemaakt! Fries land en Groningen hebben elk een volkslied in de eigen taal (Frysk Liet en Grönnens Laid). De "kleine" dialecten binnen deze streektalen verdwijnen wel degelijk. En als een randdialect teloor gaat, verliezen ook vele eigen woorden, gebruiken, tra dities enz. terrein. U ziet dat dan een groot stuk volkskultuur verloren gaat. Ook het streekbewustzijn wordt dan aangetast. Een in Zeeuws dialect geschreven vrolijke geschiedenis van een struise boerenvrouw die, om af te slanken aan de wandelsport gaat doen. Een leuk St. Nicolaasca- deau. Vraag het uw boekhandel of Drukkerij Markusse te Wis- senkerke. Voorbeeld van een publikatie in een randdialect. Terecht gaat de uitgever er van uit, dat het stuk wel overal in het Zeeuwse taalgebied begrepen zal worden. Toch zou dit gemakkelijker gaan wanneer het stuk geschreven was in een spelling die in het genoemde taalgebied aanvaard en gebruikt werd. Dat zou ook oplage en afzet vergroten zodat het schrijven, drukken en uitge ven van zulke stukken beter zou lonen. Maar er is méér. U kunt wel in uw randdialect iets schrijven en tal van drukkerijen en uitgevers willen het ook wel aanpakken, maar omdat het afzetgebied te beperkt is blijft het tobben. Literatuur in het Zeeuws kan natuurlijk alleen goed van de grond komen als ze geschreven en gedrukt is in een taal die in het hele Zeeuwse taalgebied wordt verstaan. Wat dat is het verrassende van het Zuidbeve lands: het wordt overal begrepen en het wordt óók herkend als Zeeuws. Dat zal natuurlijk niet minder wor den wanneer wij aan het hoofddia lect woorden toevoegen uit de rand dialecten, n.l. die waarvoor het Zuidbevelands geen eigen vormen heeft. Wij zullen een paar voorbeel den geven. En als wij ons vergissen (dus als er wèl equivalenten in het Zuidbevelands zijn): zoveel te beter! Als Walchersman teel ik in mijn tuin frinzen, jenievers en beiers (aard beien, aalbessen en kruisbessen), boven woorden die je onmogelijk anders uit zou kunnen spreken: óór en êêr. Maar mej. Ghijsen had geen grafische kennis en dus zag zij niet in, dat zoiets onoverkomelijke moeilijk heden gaat geven bij het typen, zet ten en drukken. Als u kunt typen pakt u maar eens een stukje Zeeuwse tekst en u typt dat, dus op de schrijf machine. Na vijf minuten bent u dat gedoe met de circumflexes spuugzat. Het is niet vol te houden. Weet u wie het wèl volhouden? Dat zijn de mensen die een zo kalligra fisch handschrift hebben, dat je dat zonder meer kunt fotograferen en afdrukken. Zo kwamen de boeken van dhr. J. Kousemaker tot stand: het zijn a.h.w. fotokopieën van zijn De Zeeuwse taele is de mooiste van aole maele. maar al hecht ik erg aan deze thuis geleerde woorden, ze ontbreken in het Zuidbevelands, als ik afga op het woordenboek. Overigens kwam dat tot stand onder niet-Zeeuwse leiding en zo ontbreken er zelfs de jenievers! Ik kan ze zelfs niet op het schiemelat (dienblad) leggen want ook dèt ont breekt in het woordenboek. Waar mee ik slechts wil aantonen, dat een synthese tussen de randdialecten nog wel eens woorden aan het licht kan brengen die anders glad vergeten zouden worden. Maar om mijn eigen randdialect (Walchers) weg te laten: ik heb bepaald plezier in woorden uit de andere dialecten (Van Overflak- kee leer ik speurig (bont, kleurrijk); van Goeree vlotgors (an 't vlotgors bluven 'angen ter nauwer nood aan het gevaar ontkomen); van Schouwen-Duiveland verwarreld (knorrig); van Flipland vertuitelen (verruilen); van Tholen truzzig (neerslachtig) en van Zeeuwsch- Vlaanderen vertuten (nukken of ku ren, z.nw.). Dit zijn maar voorbeelden. Zodra wij bereid zijn zulke woorden te leren, aan te nemen en te gebruiken, is het Algemeen Zeeuws geboren en dan kan niemand dat tegen houden. Misschien zullen stukken in het AZ (Algemeen Zeeuws) lange tijd voor zien moeten worden van voetnoten of een verklarend woordenlijstje. Dat is geen ramp. Dat zou ook in het ABN vaak heel nuttig zijn. Begrijpt u soms alle woorden die men tegen woordig afdrukt of op de radio en de t.v. gebruikt? Ga eens na hoe veel er bij zijn die u niet thuis kunt brengen! U zult dan zien dat zo'n woorden lijstje echt niet zo gek is. Dat is het belangrijkste tegenargu ment dat wij horen in ons ijveren voor het AZ. het Algemeen Zeeuws. Die taal zou kunstmatig samenge steld zijn. Ze zou nergens worden gesproken, zegt men, en dat zou de doorslag geven bij de afwijzing. En of wij nu er al op wijzen, dat het Fries net zo is opgebouwd (en iedere an dere moderne taal trouwens) het baat niet. Kunstmatig! Daarmee is het vonnis geveld, want "natuurlijk" is hetgoed en "kunstmatig" is uit den boze! Wij antwoorden daarop, dat nog nooit op aarde een kuituurtaai (een taal met literatuur) langs andere weg tot stand is gekomen! Het kan zelfs niet anders! Ons Nederlands is het dialect der Hollandse steden (waar om velen het nog steeds met "Hol lands" aanduiden) aangevuld vanuit Brabant. Ja, ja. Maar ons Neder landse woordenboek zit stampvol met friese en saksische woorden, om van de franse, engelse en duitse leenwoorden maar te zwijgen! U gebruikt een spade om te spitten een een schop om ermee te scheppen. Dat is 100% goed Nederlands. Maar dacht u dat dat algemeen Neder lands was? Zodra U Amersfoort voorbij bent is de spade onbekend en de schop het alleenbestaande woord. Zo ook bij rad (wiel), havel (vork, hooivork) en nog vele andere woor den. Met opzet kiezen wij voorbeel den uit de agrarische sfeer. Zouden wij ons verdiepen in spelling en grammatika, dan zou de invloed van fries en saksisch nog duidelijker blijken. Om kort te gaan: willen wij een Zeeuwse taaldieoveral verstaan wordt in ons taalgebied en die aldaar overal begrepen en aanvaard wordt, dan is er niet aan te ontkomen dat wij te vens een Zeeuws woordenboek sa menstellen. Wat er nu is (het levens werk van mej. dr. Ghijsen, waaraan schrijver dezes met plezier heeft bij gedragen) is een "Woordenboek der Zeeuwse Dialecten". Daarin vindt u heel veel (niet alles!) van wat de randdialecten bevatten. Daarnaast moet natuurlijk een woordenboek komen dat bepaalt welke woorden in het Algemeen Zeeuws gelden. Om de eenvoudige reden dat wij willen we ten waar wij aan toe zijn. Je moet bij wijze van spreken, zelfs scrabble kunnen spelen in het Zeeuws. Nu nog enkele kleinere vraagstukken! Als wij in Zeeland geen orde op za ken stellen wat de taal betreft, staat de chaos voor de deur. Enkele voor beelden zullen u dat duidelijk ma ken. In de Nederlandse woorden eer en oor hoort u lange klanken en In het Zeeuws komen die veeL vuldig voor in allerlei woorden, ook waar het ABN die klank niet kent: bêên, boon. Mej. dr. Ghijsen meen de, dat je die klank het beste kon weergeven met dubbele circumflex, twee dakjes boven de e en de o dus. Zij deed dat heel konsekwent en zij schreef dus die twee dakjes óók willen wel twee dingen duidelijk zeggen: a. het dialectenonderzoek zoals tot dusver is gevoerd bepaalde zich tot woorden en uitdrukkingen maar was stekeblind voor vervoegingen en verbuigingen; b. de studie, het gebruik en de functie van het Algemeen Zeeuws (AZ) vul len deze leemten op. Ook daarom moet onze taal tot ontwikkeling ko men! Volledigheidshalve: ook een Zeeuw se grammatika zal de kenmerken van een compromis dragen. Grondslag blijft het Zuidbevelands. Maar wan neer blijkt dat bepaalde grammati- kale vormen (wulder-ons voor Ned. wij) zeer algemeen zijn. dan zullen wij die aanvaarden. In het bovenstaande zult u gezien hebben, lezer of lezeres, dat wij de stomme h (dat is de onuitgesproken h) aanduiden met de apostrophe": ik 'ebbe ik heb. U zult zeggen: waarom duidt u die stomme h aan, als u haar toch niet uitspreekt? Ons antwoord luidt: omdat op Goeree- Overfiakkee Zeeuws gesproken wordt mèt volledige uitspraak van de h. Daar zegt men: huus (huis), heb ben ('ebben) enz. U ziet, dat wij het uitspraakverschil opvangen d.m.v. de spelling. De apostrofe (zeg maar: komma in de lucht) duidt daar de volledig uitgesproken h aan. maar in de rest van ons taalgebied duidt het de stomme (niet uitgesproken uit gesproken) h aan. Uit dit voorbeeld moge u blijken, dat wij die randdia lecten geen geweld aandoen en dat u bepaald niet gewongen wordt anders te spreken en te schrijven dan u tot dusver gewend was. handschrift (dat bijzonder fraai is, dat geven wij graag toe). Maar ook dhr. Kousemaker zag wel in, dat de circumflexes van mej. Ghijsen uit den boze waren. Hij verving ze door schuine streepjes op de klinkers: bèèn, boos. Dat kan natuurlijk. Al leen is dat geen oplossing. Het typen van zo'n scherp accent is net zo lastig als de circumflex. Het is zonder meer duidelijk, dat wij die Zeeuwse klan ken zullen moeten weergeven door een klinkercombinatie: bean, beon voor bêên en bóón. dan zijn wij van die lastige accenten (tekens boven de letters) af. Zo heeft ook het Fries de zaken op gelost. U ziet meteen dat, als wij dit doen, de chaos voor de deur staat. Dan houdt de Ver.v. Dialectenon derzoek vast aan de spelling-Ghij- sen, de literatuurbedrijvers zullen de spelling-Kousemaker kiezen en zo wordt het een rommeltje. Eenheid van spelling dus via het Algemeen Zeeuws, het AZ. Dat geleerde woord "grammatika" kunt u vervangen door "taalregels". Een Brabander zal zeggen: hedde- gij? Een Hollander: hebt u? En wat zegt een Zeeuw die zegt i.h.a.: Ei-jie? Dat zijn allemaal vervoegingen van het werkwoord "hebben". Zodra wij regels gaan opstellen voor de vormen van dat werkwoord, ontstaat een grammatika. Ik kan in het Neder lands het volgende lijstje opstellen: ik heb; wij hebben; jij hebt, je hebt; jullie hebben; zij, ze hebben Maar de vraag is: kan ik zoiets ook in het Zeeuws opstellen? Misschien zegt U: o jawel, dat kan ik precies zoals het in mijn omgeving gezegd wordt!-Dat geven wij graag toe. Toch vindt u daarvan niets terug in het woordenboek van mej. Ghijsen. Dat geeft alleen maar woorden, woorden, woorden. Wat de mens doet met die woorden, hoe hij ze ge bruikt en vervormt, is een onderwerp dat zij niet kende. En tóch is dat de levende taal! Ik kan als Walchers man al meteen aan de slag. Dat gaat als volgt: ik 'ebbe, 'kè, ik 'heb ik - ebbik? jie eits, j'eit - ei jie? ie eit,.zie eit, z'eit - eit'n? eisse? ons 'ebben - 'bben ons? ebb'ons? julder 'ebben - ên julder? ulder ên - ên ulder? En dat kan verder gaan in verleden tijd, toekomende tijd enz. Wij zullen ons er nu niet in verdiepen. Maar wij STAVENISSE - Ik weun in Sté- venisse. Ik jit Andrea Dost. Ons uusnummer is zeventiene in de Burgemjister Sluymersstraete. Ik ben twolleve in nogjin jaer in da's dertiene. 's Ochens in 's middegs eetons brójd, soms mee römbutter, in 's évens eetons petótten mee vleis in groente. Soms eetons sevjóje kwöle of rjöje kwóle in w'eete ok wa's slae. Ok eetons wa's peetjes of gebak ken juun. A't lekker weer is hem men wa's een aije fietse. In de zeumer zie je dan de koejen in de waijen. Ma ier bin bienè heen koejen in heen varekes ok. In de zeumer hè'k oltied zwem- me an de diek. In de winter hem men schaatse op de iesbaene on der de Stoofdiek. Taan an de kooije is ter een sluus. Dèr zwemme d'r ok wa's in. Kan jie dit vertaele? ANDREA DORST (13) STAVENISSE P.S. De Zeeuwse taele is de mooi ste taele van aolemaele! Voorbeeld van een publikatie in een Zeeuws randdialect. In een randdia lect kiest de auteur gemakshalve de spelling die hem of haar geschikt lijkt Stèvenisse i.p.v. Staevenisse; uus i.p.v. 'uus; brojd i.p. v. breod of brood; heen i.p. v. hean of hêên; kwöle i.p. v. keole of kööle. Enzovoort. De onderwijzer die wel wat zou willen doen aan schrijven en/of spreken in dialect, kan er geen touw aan vastknopen en laat de kinderen maar wat aanmodderen. De streektaal komt in die wijze nooit uit boven het peil van grappen, grollen en gekkigheden. Wanneer Algemeen Zeeuws aanvaard is kunnen de rand dialecten de spelling daaruit overne men en mede daardoor op hoger peil komen. Daardoor zal men gaan in zien, dat een randdialect in goede spelling geschreven, maar weinig af wijkt van het Algemeen Zeeuws. De stap van randdialect -naar Algemeen Zeeuws is dan maar klein en kan door iedereen gedaan worden. Dat is de weg waarlangs een Zeeuwse taal zich zal ontwikkelen. Een andere weg is er niet. Het is de weg die alle moderne talen hebben afgelegd. Vervolg over 4 weken 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 11