KNLC kommentaar Evenwichtig beleid over geld en goed Pachtersinvesteringen en vermogensbelasting Bejagen houtduiven Hoe lost men watertekort in VS op? Veterinaire problemen m.b.t. mond- en klauwzeer Export aardappelprodukten Beheerplan voor mergelland vastgesteld De Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (A.A.W.) kent ook de moge lijkheid van voorzieningen tot behoud, herstel of ter bevordering van arbeidsgeschiktheid en voorzieningen die dienen ter verbetering van de levensomstandigheden. Bij alle voorzieningen die er moge lijk zijn is er voor gekozen dat eerst andere wettelijke mogelijkheden worden benut. Als een vergoeding mogelijk is in het kader van de Al gemene Wet Bijzondere Ziektekos ten dan gaat deze regeling voor. Een scholings- of omscholingskursus valt in principe onder de regels van het Ministerie van Onderwijs en de wo ningaanpassing onder het Ministerie van Volkshuisvesting als het gaat om "spijkervaste" voorzieningen. Wel bestaat de mogelijkheid om op deze terreinen aanvullend op te treden vanuit de A.A.W. Bij dit alles zal overleg plaats moeten vinden met diverse deskundigen. De Gemeen schappelijke Medische Dienst (G.M.D.j heeft bij de toekenning van voorzieningen door de Bedrijfs vereniging een adviserende taak en adviseert ook aan het Ministerie van V.R.O. Enkele voorwaarden De A.A.W.-voorzieningen zijn ge richt op de individuele aanvrager en dus niet op kollektieve voorzienin gen. Voorzieningen die algemeen gebrui kelijk worden geacht vallen niet on der de A.A.W. De uitvoeringsorga nen zijn belast met het konkreet uit voering geven aan deze richtlijn. Bij wat algemeen gebruikelijk is, wordt ook rekening gehouden met het inkomen. Ook allerlei "kruimel voorzieningen" wil men tegengaan. Immers deze kleine voorzieningen staan niet in verhouding tot de uit voeringskosten. Men houdt daarvoor een drempel aan van 1 xh maal de grondslag voor de A.A.W.-uitkering. Als er in een jaar een aantal kleinere voorzieningen nodig zijn die onder deze drempel blijven, dan zijn deze voor rekening van betrokkene. Het meerdere wordt wel vergoed uit de A.A.W. Verbetering van levensomstandigheden Naast de voorzieningen die gericht zijn op het behoud, herstel of bevor dering van de arbeidsgeschiktheid zijn er ook voorzieningen mogelijk die gericht zijn op de verbetering van de levensomstandigheden. Hierbij kan gedacht worden aan: - vervoer buitenshuis; - vervoer binnenshuis; - wonen; - algemene dagelijkse levensver richtingen (A.D.L.); - kommunikatie; -" het voeren van de huishouding; - ontspanning en ontwikkeling als het gaat om specifieke middelen of wanneer het niet verstrekken zou leiden tot ernstige bestaans- verschraling; - herstel, vervanging, onderhoud en reiniging van kleding en bed dengoed voorzover dit het nor male te boven gaat. De voorzieningen gericht op het voeren van de huishouding kan be trekking hebben op huishoudelijke hulp. De A.A.W. heeft in deze een aanvullende rol op de gezinsverzor ging. De Stichtingen voor gezinsver zorging stellen vast of huishoudelijke hulp noodzakelijk is. Als de gezins verzorging niet aan deze behoefte kan voldoen en het gaat om hulp voor een periode van langer dan 3 maanden dan kan de A.A.W. finan ciële hulp verlenen. Men kan dan zelf huishoudelijke hulp aantrekken. Mocht u naar aanleiding van deze artikelen uw situatie eens willen be spreken dan kunt u zich wenden tot de sociaal ekonomische voorlichting van de landbouworganisaties. M. Verboon In de notitie "Werkgelegenheidsbe leid" die de regering eind januari aan de Stichting van de Arbeid heeft ge zonden, wordt nog eens in herinnering gebracht, dat het kabinet de economi sche problemen langs drie beleidslij nen te lijf wil gaan. Via vermindering van het financieringstekort en de col lectieve uitgaven; via versterking van de marktsector door lastenverlichting en een economisch-structuurbeleid en door het beschikbare werk over meer mensen te verdelen. Bij de start heeft het kabinet terecht de eerste nadruk gelegd op vermindering van het finan cieringstekort en de collectieve uitga ven. Forse bezuinigingsoperaties dus. Dat daarbij enige koopkracht wordt aangetast lijkt onvermijdelijk. Wel moet erop gelet worden dat de bezui nigingsoperaties niet remmend gaan werken op de investeringen in de marktsector. Daar moet immers het herstel van onze economie uiteindelijk vandaan komen. Om de infrastruc tuur en de produktieomstandigheden voor de industrie, handel en agrarische sector te verbeteren, dient de regering eerder meer dan minder middelen be schikbaar te stellen. Zo zijn bijvoor beeld land- en tuinbouw er meer mee gebaat dat het ruilverkavelingspro gramma volledig overeind blijft, dan dat we eerst hier fors moeten besnoei en om vervolgens weer met lastenver- De KNJV roept haar leden op om evenals vorige jaren regionaal de houtduiven te bejagen. Zij wil dit doen door per afdeling tegelijk op de roestplaatsen duiven te schieten. Het effekt van gezamenlijke bejaging is uiteraard veel groter. Het gevolg is, dat de landbouw minder of geen schade ondervindt. Ook geldt de ophokplicht voor post duiven gedurende de zaaitijd en de opkomst van de gewassen. Mocht er gedurende die tijd toch nog schade toegebracht worden door postduiven aan onze landbouwgewassen, dan betreft dit vrijwel altijd verwilderde postduiven. Deze mogen absoluut niet geschoten worden daar deze geen jachtwild zijn. Wel is een ver gunning tot afschieten te verkrijgen bij schade. Deze is aan te vragen bij de buitendienst ambtenaar Fauna beheer in uw provincie. Wat de jacht op houtduiven betreft, het volgende: U bent bevoegd tot jagen tot zonsondergang. Mocht dit inhouden, dat U de duiven door die bepaling niet effektief kunt bejagen dan kunt u individueel tijdsduurver- lenging aanvragen ook bij de bui tendienst ambtenaar Faunabeheer in uw provincie. De gezamenlijke jachtavonden zijn gepland vanaf begin maart tot half mei voor: afd. Sommelsdijk, iedere maandagavond; afd. Zierikzee, iedere vrijdagavond; afd. Tholen/StPhi- lipsland, 7 mrt, 15 mrt, 23 mrt, 31 mrt, 8 april, 16 april, 25 april, 3 mei, 11 mei, 19 mei. afd. Midden Zeeland, iedere vrijdagavond; afd. Zeeuws- Vlaanderen O W iedere dinsdag avond. Regio komm. Fauna v/d KNJV H. Punt, tel. 01117 -1219 Voor het doen van een aangifte vermogensbelasting dienen we te weten wat in dit verband onder bezittingen moet worden verstaan. De wet omschrijft de bezittingen als: de zaken waaraan in het economische verkeer waarde kan worden toegekend. Hiermee worden twee criteria gesteld. Er moet sprake zijn van een zaak (1) en aan die zaak moet in het economische verkeer waarde kunnen worden toegekend (2). Aangenomen moet worden dat het begrip "zaak" niet in zijn strikt burgerrechtelijke betekenis moet worden opgevat. Een ontwikkeling van het begrip in economische richting is niet bij voorbaat uitgesloten. In de tv-uitzending "Oogst in Beeld" dat op woensdag 9 maart a.s. wordt uitgezonden, komt het probleem van een tekort aan wa ter waarmee men in de VS wordt gekonfronteerd uitvoerig aan de orde. De samenstellers van het pro gramma spreken o.a. met profes sor P. Wierenga van de universi teit van Nieuw-Mexico. Deze Wageningse ingenieur is afkom stig uit het Groningse plaatsje Leermens. Water is in grote delen van de VS een betrekkelijk schaars artikel. Het wordt over grote afstanden aangevoerd naar de steden en landbouwgebieden in de hete en droge landsdelen zoals Califor- nië. In andere gebieden is de kringloop tussen regen en ver damping helemaal verbroken. Er worden daarom grote hoeveelhe den water opgepompt, verbruikt en verdampt maar niet door re genwater aangevuld. Professor Wierenga zal zijn visie geven op mogelijke oplossingen zoals aan voer van water van elders (bijv. Canada) en/of zuiniger omgaan met water (zie rubriek radio en tv). De vraag kan nu rijzen of een pach ter die niet de juridische eigenaar is van door hem in het bedrijf gedane investeringen, maar wel eigenaar in economische zin, deze investeringen moet rekenen tot zijn belastbare be zittingen voor de vermogensbelas ting. Geschil Hierover is in een bepaald geval een geschil ontstaan. Een pachter van een landbouwbedrijf heeft in de loop van de jaren 1960-1977 op dat bedrijf een drainage, een waterleiding en een aardappelbewaarplaats aange legd en bedrijfsgebouwen verbeterd en uitgebreid. De boekwaarde van die investeringen bedraagt per ulti mo boekjaar 1976/1977 25.227,- De landbouwer meent dat hier geen sprake is van zaken welke voor de In 1976 werd aan Ierland, Groot- Brittannië en Denemarken toege staan afwijkingen terzake van het vrije verkeer in stand te houden. Zulks in verband met mogelijk in slepen van mond- en klauwzeer, dat in de genoemde landen niet zou voorkomen. Het betreft behalve le vend vee ook vers vlees. De Raad van Ministers heeft beslo ten dat de genoemde landen de in- voerbeperkende maatregelen nog één jaar lang mogen handhaven. In 1982 werd ruim 28.000 ton voor gebakken produkten meer uitgevoerd 'dan in het voorgaande jaar. Hierdoor kwam 80% van de totale exportstij ging voor rekening van deze produk- tengroep. De export van gedroogde produkten vertoonde eveneens een belangrijke toename, namelijk voor stijging van bijna 36%. De uitvoer van snacks daalde in 1982 met 380 ton, terwijl de andere produkten, zoals aardappel kroketten, een exporttoename van 1.500 ton te zien gaven. Van de exportwaarde kwam bijna 77% voor rekening van de voorge-" bakken produkten, tegen 76% in 1981. Het aandeel van de export waarde van de gedroogde produkten bedroeg in 1982 13%. De Commissie Beheer Landbouw gronden (CBL) heeft op 10 februari 1983 het beheerplan voor de relatie- notagebieden in Mergelland (Zuid- Limburg) vastgesteld. Op basis van het beheerplan kunnen agrariërs met grond in deze gebieden, beheerove- reenkomsten afsluiten. Het afsluiten van een beheerovereenkomst houdt in dat de boer een vergoeding ont vangt voor het mede richten van de bedrijfsvoering op doeleinden van natuur- en landschapsbeheer. Het beheerplan voor Mergelland heeft betrekking op een oppervlakte van 1.313 ha cultuurgrond, waarvan 767 ha als beheergebied en 546 ha als reservaat is aangewezen. De beheer- overeenkomsten kunnen per 1 april 1983 ingaan. lichtende maatregelen te worden blij- gemaakt. Het kabinet neemt zich voor om in de periode 1984-1986 vooral lastenverlichting via verlaging der so ciale werkgevers-premies en via fiscale maatregelen door te voeren. Bij de fiscale maatregelen zal, volgens de re geringnotitie, het grootste gedeelte worden uitgetrokken voor verlaging van de vennootschapsbelasting, in sa menhang met een substantiële lasten verlichting voor de zelfstandige on dernemers. Voorts wordt gedacht aan een aantal maatregelen, vooral van belang voor startende bedrijven. Be zien wordt onder meer de achter- waart se verliescompensatie, verlich ting van de druk der vermogensbelas ting en vermindering van de fiscale problematiek bij erfopvolging. Een reeks van zaken die ook voor boer- en tuinder van groot belang kunnen zijn. Van evengroot belang is hoe de sub stantiële lastenverlichting voor zelf standige ondernemers nader wordt in gevuld. Ik denk dan aan verhoging van de zelfstandigenaftrek, verhoging van premie en premiereductiegrenzen voor de volksverzekeringen en bij voorbeeld verhoging van de klein schaligheidstoeslag WIR. Voorts vind ik dat we de bereidheid moeten hebben als agrarisch bedrijfs leven om een stukje van deze lasten verlichting als het ware collectief te besteden via het ministerie van Land bouw, waardoor de uitwerking van de bezuinigingsronde op een aantal voor onze sector belangrijke zaken beperkt kan worden. Bijvoorbeeld door een deel van de lastenverlichting te ge bruiken om de gevolgen van bezuini gingen op de keuringskosten op te vangen. Langs deze weg zou ook voorkomen kunnen worden dat er onverantwoord bezuinigd gaat worden op zowel de sociaal-economische voorlichting als de rijksvoorlichting. Ook hier gaat hel oth evenwichtig be leid. Beter wat minder directe lasten verlichting dus om daarmee belang rijke beleidsinstrumenten als voor lichting, onderzoek, landinrichting en bijdrage keuringskosten zo veel mo gelijk overeind te houden. Luteijn vermogensbelasting moeten worden opgegeven, omdat de investeringen slechts een beperkte omvang heb ben, zij gedaan zijn gedurende een lange periode en geen zelfstandige betekenis hebben en dat zij gelijk gesteld kunnen worden met onder houd. De inspecteur daarentegen staat op het standpunt dat de betreffende post wel voor de heffing in aanmer king moet worden genomen, omdat bij beëindiging van de pacht recht op vergoeding bestaat, deze investerin gen belanghebbende meer draag kracht verschaffen en niet gelijk ge steld kunnen worden met onder houd. Het Gerechtshof stelt de landbouwer in het gelijk, omdat in de toelichting op de wet is geschreven dat de ver- bintenisrechtelijke aanspraken wel ke een pachter ontleent aan zijn rechtsverhouding tegenover de ver pachter niet tot de in de wet bedoelde zaken behoren. Deze toelichting is in beginsel van toepassing op elke investering van een pachter, tenzij het een zo grote, dure, bijzondere, zelfstandige inves tering betreft dat in redelijkheid hieraan niet het vertrouwen kan wor den ontleend dat die investering niet in de heffing van vermogensbelasting betrokken hoeft te worden. Van een zodanige investering is hier geen sprake, terwijl er geen zelfstandige betekenis aan kan worden toegekend. Het lijkt goed dat door pachters van deze voor de belanghebbende gunsti ge uitspraak kennis wordt genomen. J. Spijk 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 3