Er is toekomst voor de tuinbouw Witlofprijzen in de lift De zon wordt sterker Conclusie KNLC-Tuinbouw dag Meer vroege tomaten aangeplant dan vorig jaar. Bespuitingen in fruitteelt De Nederlandse tuinbouw heeft nog toekomst. Dat is een conclusie die kan worden getrokken naar aanleiding van de KNLC-Tuinbouwdag dinsdag jl. in Utrecht. Daar werd opgemerkt dat* waar vakkundige telers met zo weinig mogelijk energie een kwalitatief zeer goed produkt kunnen voortbrengen, het perspectief op middellange termijn niet on gunstig is. Gewaarschuwd werd echter de rentabiliteit voor de teler in de gaten te houden. Men signaleerde het gevaar van veel export, maar arme telers. De toekomstvisie voor de Neder landse tuinbouw op middellange termijn werd verwoord door de voorzitters van de twee veilingorga nisaties. Drs. G. Hogewoning leidt de Vereniging van Bloemenveilingen in Nederland en dr. W.H. Kemmers is voorzitter van het Centraal Bureau Tuinbouwveilingen. Beiden zien een goede uitgangspositie voor hun sec tor. Wel zijn er overige niet voor zienbare factoren van invloed op positie en rentabiliteit. Groenten en fruit Ondanks ontwikkelingen naar aan bodvergroting en stabilisatie van de vraag is op een aantal punten in de Nederlandse groenten- en fruitsector het perspectief op middellange ter mijn niet ongunstig". Dit was de conclusie van dr. Kemmers. Hij noemde een aantal zaken dat van belang is voor de toekomstige positie van zijn sector. Zo ging hij uitgebreid in op de ontwikkeling van de vraag naar groente en fruit in de toekomst. Deze staat allereerst onder invloed van de koopkracht. Voor Europa in het algemeen en Nederland in het bijzonder is deze moeilijk te voor spellen. zo meent Kemmers. "Enige vermindering van koopkracht lijkt voorshands het meest waarschijnlijk, hoewel op middellange termijn een min of meer gelijkblijvend peil mijns inziens de meest reële verwachting is. Nederland lijkt in dit opzicht thans een wat zwakkere uitgangspositie voor de toekomstige binnenlandse vraag te hebben dan de meeste an dere betrokken landen". Kemmers wees er op dat voor de kracht van de vraag ook belangrijk is hoe onmisbaar de consument een produkt acht. "Vermoedelijk staan de "salad"- groenten (die rauw wor den gegeten), dan het sterktst. Fruit lijkt wat koopkrachtgevoeliger te zijn dan kookgroente". Sterke nadruk legde de CBT voorzitter ook op de kwaliteitseisen die de consument de laatste decennis is gaan stellen. Aanbod groter? Ook de aanbodzijde is van groot be lang voor onze toekomstige positie Daarbij gaat het niet alleen on eventuele veranderingen in ons lanc maar ook om die in bepaalde andere Europese landen. "De teelttechni- sche ontwikkelingen blijven door gaan. Zeker in jaren met moeizame resultaten blijft het zoeken naai nieuwe rassen, betere technische hulpmiddelen en verbetering in de produktiemethoden intepsief gebeu ren. Dit levert steeds weer nieuwe mogelijkheden op. Het effect is veelal een grotere produktie per ha. een risico is dat het ten koste van de kwaliteit gaat. De snelste vooruit gang vindt plaats bij de teelten onder te beheersen groeiomstandigheden, met name in verwarmde glazen kas sen in een gematigd klimaat. De areaalwijzigingen lopen thans in negatieve richting, vooral als grote investeringen vereist zijn. Het ver nieuwde areaal is echter veel pro- duktiever dan de opgeruimde op pervlakte. Ook neemt het areaal toe waar tuinbouw een uitweg is voor agrarische bevolkingsdruk". Kem mers noemde daarbij als voorbeeld de vollegrondsgroenten en de plastic kassen rond de Middellandse Zee. Er is een gunstig perspectief aanwe zig, daar waar vakkundige telers in staat zijn een kwalitatief zeer goed produkt voort te brengen, met be hulp van kapitaalintensieve teelt methoden, die per kg eindprodukt de inzet van energie zo laag mogelijk houden, zo was de conclusie van dr. Kemmers. "In alle takken van de groente- en fruitteelt zijn hiervoor geschikte uitgangsposities aanwezig. In de glassector door de teelttechni- sche vooruitgang en de relatief sterkte "salad" -markt. In de fruit sector uitsluitend met een kwaliteit die de concurrentie uit de Europese middenzone kan weerstaan. In de vollegrondsgroentesector vooral met hoogwaardige kwaliteitsprodukten", aldus CBT-voorzitter Kemmers. Sierteelt De voorzitter van de VBN, drs. G. Hogewoning, benadrukte dat de af gelopen jaren de prijsverbetering bij bloemen en planten is achterge bleven bij de stijging van de kostprijs per m2. De verhoging van de pro- duktiviteit per m2 betekende een rem op de neerwaartse ontwikkeling van de rentabiliteit. Voor de komen de jaren verwacht Hogewoning dat ook bij een gelijkblijvend areaal het aanbod zal stijgen. Vooral bij een economische recessie houdt dat druk op de prijsvorming in. Van groot be lang voor het bloemisterijraad is ook de rentabiliteit in de glasgroentesec- 'tor. Slechte resultaten daar zouden kunnen leiden tot meer omschake ling naar bloemen. De invloed van zaken als rentekosten en de gasprijs werkt tweeledig, volgens Hogewo ning. Enerzijds wordt de kostprijs er doorbeïnvloed, anderzijds bepaalt het mede de koopkrachtige vraag van de consument. Nadrukkelijk vroeg Hogewoning nog eens om be scherming tegen marktverstoringen door importen uit derde landen. Hij staat achter het COPA-standpunt dat een EG-systeem eist als in de glas groentesector. "Naast vermindering van arbeids- en energiekosten zullen we vooral alle aandacht moeten richten op prijs verbetering", aldus Hogewoning, die had berekend dat een verhoging van de opbrengstprijs met 1 procent ge middeld ƒ3800,- per bedrijf per jaar oplevert. Een vermindering van de energiekosten met 1 procent scheelt 900. Voor de uitvoer ziet hij als taakstelling: exportgroei, export spreiding en ontwikkeling van nieu we markten. Nieuwe deelmarkten binnen Europa kunnen o.m. zijn Italië, Griekenland en Spanje. De "impulsmarkt" in het binnenland wordt steeds belangrijker. Bloemen voor de woonkamer, bollen en bo men voor de tuin vormen een steeds groter deel van de afzetmarkt van de sierteeltsector. Door promotie en af zetbevordering zal dit nog meer ge stimuleerd moeten worden. Tot slot van zijn toespraak had Ho gewoning nog een waarschuwing: "Gezamenlijk moeten wij er voor waken dat we wel een grote groeisec tor zijn, maar met een te lage renta biliteit voor de teler. Als we het sa men doen hebben we de kans er door te komen. Laten we gezamenlijk wa ken voor het gevaar van veel export, maar arme telers". Jan van Liere GRONDTEELT STEENWOLTEELT Tot half februari jl. heeft het witlof op veilingniveau per kg 10% minder op gebracht dan vorig seizoen. Omdat het aanbod bijna evenredig groter was 9%), bleef de totale veilingomzet toch nog bijna gelijk aan die van 1980/81 tot die datum. De individuele teler heeft daar echter niet veel aan: voor hem is de gemiddeld betaalde 2,05 per kg gewoon te weinig. Tot nu toe kon ook de opnieuw ge stegen export 8%) de prijsdaling niet afzwakken; dit in tegenstelling tot vorig seizoen. Hopelijk maakt de nu heersende vorstperiode nog wat goed, de prijzen zitten hierdoor in ieder geval duide lijk in de lift. Aan het exportfront heeft zich nog een opmerkelijke ontwikkeling voorgedaan. We zijn onze uitvoer namelijk gaan spreiden over een groter aantal landen. Het Westduitse aandeel nam af tot 70% van het totaal (absoluut gezien nam de export naar de Bondsrepubliek overigens wel toe). België, Oostenrijk, Italië en Engeland behoorden tot de belang rijkste andere landen van bestem ming. Ook de binnenlandse vraag was goed: de Nederlandse marktvoor- ziening was echter wel minder groot dan in '79/80, een seizoen dat qua veilingaanbod het meest in de buurt van '81/82 komt. Tanende Belgische export Tenslotte nog iets over België. Als grootste, witlofexporteur en daardoor als onze grootste konkurrent, mag dit land bij een overzicht als dit niet ontbreken. De geschiedenis van de Belgische witlofteelt is duidelijk: door het ver ouderen van de bedrijven, een toe nemende fiskale druk, urbanisatie in de traditionele teeltdriehoek (pro vincie Brabant) en een steeds grotere konkurrentie van Frankrijk en Ne derland is het areaal wortelen inge krompen van bijna 11.000 ha begin zeventiger jaren tot 7.400 ha in '79. De laatste jaren zit er weer enige toename in. Deze komt geheel voor rekening van West-Vlaanderen. Afgelopen seizoen oogstten onze zuiderburen 92.000 ton 9% t.o.v. '80/81). Begin 1970 was dat nog bij na 150.000 ton. De Belgische export heeft de laatste jaren een veer moeten laten: 40.600 ton in '78/79 werd 33.000 ton in '81/82. Vooral de export naar W.Duitsland en Nederland is sterk teruggelopen: de introduktie van de eenmalige verpakking in Nederland heeft de Belgen duidelijk parten ge speeld. De uitvoer naar Zwitserland heeft zich gedurende deze periode wel op hetzelfde hoge niveau kunnen handhaven. Per seizoen is dit land ;oed voor 10 11.000 ton Belgisch ,of. (Markt Info PGF) Het zonnige vriezende weer van de afgelopen week had een aantal konse quenties voor de teelt. De zon was sterk genoeg om de temperatuur in de kas te verhogen, reden om de lichtverhoging en de warmtestoot eruit te halen. Het gewas, dat er nu flink de vaart heeft ingezet en stevige stammen laat zien ging de dubbele hoeveelheid water gebruiken, nl. bij zonnig weer plm. een liter water per plant per dag; in de dubbeldekskassen 25% minder. De mat-E.C. moet nu naar 2,5 zodat we nu met 2,2 E.C. druppelen. Bij de grondteelt waar ook gedruppeld wordt werd rustig aan gedaan met waterge ven omdat de grond bij het boren goed vochtig was. Toch vertoonde het gewas neiging tot steektrossen en daarom is ook daar de watergift opgevoerd naar ongeveer het nivo van de steenwol maar wel met een E.C. van 4. in de acrylplatenkas 5 E.C. Door de sterk vergrote CO2 behoefte kwamen we met het ketelprogramma voor de CO2 niet meer uit. Om ongeveer half een 's middags moet er daarom een minimumbuis van 40 gr.C. ingezet worden om warmte af te nemen, zodat de ketel blijft draaien om het nivo van 800 ppm CO2 te kunnen blijven halen. - De gewasontwikkeling blijft goed. de bloei is bij de vierde tros. Stooktemperatuur op de dag is 19 gr.C. en 's nachts 15,5 gr.C. De vochtinvloed is ingezet (en lucht in de dubbeldekskassen ook af en toe) en tussen 12.30 uur en 16.00 uur is er eea minimumbuis van 40 gr. C. Het energieverbruik bedroeg deze week 14.603 m3 gas bij een bedrijfsomvang van 10.000 ni2. Het gasverbruik is als volgt te verdelen: Vrijdag 18 februari werd de 50ste Westfriese Flora te Bovenkarspel officieel geopend door H.K.H. Prinses Juliana. Zij deed dit door het afmaken van een bloemstuk daarbij deskundig geholpen door de hoofdarrangeur van de Flora de iieerJohan Weiss uit A 'dam. Daarna maakte Prinses Juliana onder leiding van de voorzitter de heer G.P. Rood een rondwandeling over de tentoonstelling die zoals alle voorafgaande jaren er weer zeer verzorgd uitzag! (Foto Ab Westerbeek) SDP FUT. Kontrole SDP FUT. Kontrole Week no. 7 d.d. 11-2/18-2 acrylpl. m.scherm acrylpl. m.scherm verbruik in m3 deze week 128 157 139 129 157 148 energieverbruik in m3/100 m2 vanaf 28-12-1982 741 885 805 687 842 882 oogst in kg/100 m2 gemiddeld vruchtgewicht in gram De buitenomstandigheden waren deze.week: gemiddelde buitentemperatuur —1,5 gr.C. DENAR-KAS - gemiddelde windsnelheid 4 m/sek. L. Koop. In december 1982 werd op 662 ha on der glas tomaten gepoot. Dit was ruim 120 ha meer dan vorig jaar (ong. 23%). Per 1 januari 1983 bedroeg het areaal sla 989 ha, hetgeen vergeleken met 1 januari 1982 bijna 140 ha min der was (-12%). Eén en ander blijkt uit het steek- proefonderzoek "T uinbouw onder glas" van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het totaal areaal tomaten onder glas op 1 januari 1983 werd berekend op 667 ha. Dit cijfer gecombineerd met het areaal per 1 december j.l. van 30 ha, de ruiming van tomaten in de cember van 1 ha en de aanplant van 662 ha levert geen volledig sluitende balans. Dit is voornamelijk een gevolg van de inschakeling van een nieuwe groep berichtgevers. Ook de cijfers van de andere gewassen hebben deze beperking. Het areaal komkommers was met 194 ha iets kleiner dan op 1 januari 1982. De aanplant in december was dan ook ver achtergebleven bij vorig jaar: 164 ha tegen 210 ha (-22%). In december werd 218 ha sla geoogst. Dit was bijna 100 ha minder dan in december 1981 (-31%). Ook de aanplant van andijvie ten slotte bleek lager dan vorig jaar. Het areaal per 1 januari 1983 bedroeg 109 ha., ca. 20 ha minder dan in 1982 (•15%). Wij ontvingen ter kennisname een exemplaar "Bespuitingen in de Fruitteelt". Deze uitgave werd als inlage van het weekblad "De Früit- teelt" aan alle bij de N.F.O. aange sloten fruittelers verzonden. Deze publikatie kost 2,50 per stuk en kan worden besteld door dit be drag te storten op giro 94.50.25 ten name van het C.A.D. voor Plante- ziekten- en Onkruidbestrijding in de Tuinbouw, onder vermelding van "Bespuitingen in de Fruitteelt". 19

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 19