Er hard tegen aan op alle fronten met klompen, molens en kaasmeisjes. BTW op energie kan nu tussentijds worden verrekend Jacht sluitstuk van natuurbeheer Nederlands Zuivelbureau: Vermelding op voorschotnota's Voorlichtingsmiddag "sectoronderzoek energiebesparing in de zuivelindustrie" De landbouwvoorlichting in de komende jaren Staatssecretaris A. Ploeg: Soja-olie als autobrandstof V oergranen-problematiek blijft urgent In vroegere jaren werd het kleine Nederland nog welwillend als de "underdog" die tot grote zniveiprestaties kwam. Die welwillend heid heeft veelal plaats gemaakt voor irritatie, jalouzie en zelfs agres sie. Vandaar dat de handel en de afzetbevordering er hard tegenaan zullen moeten gaan in 1983. Dat is de opvatting van dhr. M. van Velden, algemeen directeur van het Nederlands Zuivelbureau. Op de goed bezochte persconferentie in Zeist heeft van Velden een aantal ontwikkelingen nader belicht. Hij stelde vast dat in 1982 in Duitsland voor het eerst sedert lange tijd de omzet in de levensmidde lensector niet is gestegen, maar met 0,8% gedaald. Hij stelde toen de vraag hoe het met de recessie in zuivelland staat, met boeren, industrie en handel. Wat de melkveehouders betreft meende van Velden dat zij alleen hun inkomstenniveau kunnen handhaven, als ook aan de kos tenkant dalingen kunnen worden gerealiseerd. Zuivelindustrie De zuivelindustrie heeft dankzij grote investeringen in het verleden een sterke positie opgebouwd, waar door zij tot nog toe de crisis redelijk goed is doorgekomen. De groeiende melkproduktie zal de fabrieken in 1983 op volle toeren doen draaien, of dat met de afzet ook het geval zal zijn is de vraag, aldus van Velden. Groothandel In de groothandel kwamen de prij zen onder druk te staan, door een stagnerende afzet bij een hogere produktie. Hij wees op de prijzenslag waarin de Nederlandse handelaren onderling zijn verwikkeld. Boven dien ontmoet de groothandel in het buitenland concurrentie die zich steeds meer laat gelden, omdat ze beschikken over groeiende promo tionele middelen. Dan zijn er ont wikkelingen die wijzen in de richting van protectionisme. Ook in het z.g. winkelkanaal is een felle concurrentiestrijd op te merken. Dan is er het dalend aantal ver kooppunten waar b.v. in Duitsland in het le halfjaar van 1982 alleen al 3000 winkels verloren gingen. Daal de in Duitsland de omzet in levens middelen met 0.8% in Nederland was dat zelfs 2%. De consument koopt kaas meer en meer op prijs. Het be nadrukken van kwaliteitsnormen (leeftijdsgrenzen) zou de consument meer los moeten maken van de prijsobsessie. die vooral ook door de consumentenorganisaties worden gestimuleerd. Klompen kaasmeisjes In de exportnota van deze en voor gaande regering werd gesuggereerd dat het maar eens afgelopen moet zijn met het klompen-molens- en kaasmeisjesgedoe. Dat zou namelijk nadelige gevolgen hebben voor de export van andere produkten. Men zou zich. aldus de exportnota ook eens op andere markten dan de Duitse moeten richten. Het Zuivelbureau is van mening dat nieuwe exportmarkten voor de zui vel te wéinig perspectieven bieden en er op grootscheepse wijze actief te zijn. Zelfs al zou men deze verre markten willen bewerken dan kan dat niet omdat er eenvoudig geen geld voor is. Het verwijt dat het ex portpakket eenzijdig is, dient men ter beoordeling over te laten aan des kundigen te weten de consumenten. En dan verneemt men dat bijna ne gen van de toen ondervraagden in Duitsland hel Frau-Antje symbool kennen, de Belgische huisvrouwen zeiden dat zij het kaasmeisje niet al leen met Holland en kaas associëren, maar dat zij het op zijn beurt ook weer gelijk stelden met het begrip kwaliteit. Het zou dwaasheid zijn en het kaasmeisje en Frau Antje in de steek te laren. Het Zuivelbureau ziet goede per spectieven voor kaas, omdat kaas gezien wordt als een relatief goed koop voedingsmiddel. De Duitse kaasmarkt biedt mogelijkheden. In de deelstaat Nordrhein-Westfalen bedraagt de consumptie van Neder landse kaas rond 4 kg, in Zuid- Duitsland 400 gram. Zo zijn er nog meer "witte plekken" op de kaarten van Frankrijk of Engeland bijvoor beeld. Aktiviteiten 1983 In 1983 ligt het accent op de cam pagne voor kaas, waarbij men vooral zal zoeken naar verdieping van het assortiment door het naar voren schuiven van oudere leeftijdssoorten, of van varianten als Goudse en Edammer met konijn en boeren Goudse. Daarnaast zal gewezen worden op de vele gebruiksmoge lijkheden van kaas. Voor boter blijft het Zuivelbureau het actuele bezui nigingsthema hanteren. Voorts zul len ernstige pogingen in het werk gesteld worden om de jarenlange neergaande trand in het melkver- bruik om te buigen. Melk moet een verkwikkende dorstlesser worden en de plaats veroveren die andere dranken in de loop der tijd hebben ingenomen. De meeste nutsbedrijven werken bij het afrekenen van het kleinver bruik van gas, water en electriciteit met voorschotnota's. Aan de hand van het definitief vastgestelde verbruik wordt een eindafrekening op gesteld waarmee de voorschotten worden verrekend. In de voorschotten zit ook een bedrag aan omzetbelasting (BTW). In de regel wordt de BTW op de voorschotnota's niet apart vermeld. Het gevolg hiervan is dat deze omzetbelasting door de afnemers tussentijds niet met de be lastingdienst kan worden verrekend. Pas aan het einde van de rit, dat wil zeggen bij de definitieve afrekening, kan de betaalde BTW worden teruggevorderd. In overleg met de exploitanten~van gas-, water- en elektriciteitsbedrijven in Nederland heeft het ministerie van Financiën de volgende regeling getroffen. De afnemers van gas, water en elek triciteit die te maken hebben met voorschotnota's kunnen, voor zover dat nog niet het geval is, bij de nuts bedrijven het verzoek indienen om de BTW apart op de voorschotnota's te vermelden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de BTW op energie tussentijds te verrekenen en behoeft daarmee niet op de eindafrekening te worden gewacht. Op de definitieve rekening moet dan wel worden aan gegeven het totale verschuldigde be drag aan omzet belasting en de reeds op de voorschotnota's vermelde om zetbelasting. Indien deze bedragen niet aan elkaar gelijk zijn, en dat is meestal het geval, volgt ook een ver rekening met de belastingdienst. De boeren en tuinders die eerder hebben gekozen voor de onderne mersregeling en hun gas-, water- en electriciteitsverbruik wordt aangera den bij de nutsbedrijven 'n verzoek in te dienen om voortaan op de voor schotnota (meestal in de vorm vai een acceptgirokaart of een automa tische giro-overschrijving) de BTW te vermelden. Daarmee wordt de mogelijkheid geopend om de BTW eerder te verrekenen en niet pas na ruim een jaar. Ondanks dat er sprake is van "kleinverbruik" gaat het veelal toch om aanzienlijke bedragen. Voor nadere inlichtingen dient men contact op te nemen met uw eigen energiebedrijf. Het ministerie van Financiën vestigt er tevens de aandacht op dat geen BTW is verschuldigd over innings- kosten bij wanbetaling, zoals aanma- ningskosten, af- en aansluitkosten, kosten van verzegelen en ontzegelen van aansluitingen e.d. Het programma van de voorlich tingsmiddag over energiebesparing in de zuivelindustrie is inmiddels nader uitgewerkt. De bijeenkomst zal worden gehouden op de namid dag van woensdag 13 april 1983, in het Cultureel en Congrescentrum "De Reehorst" te Ede. Om 13.30 uur spreekt Drs. JJ. Groeneveld, direc teur van de directie Verwerking en Afzet van Agrarische Produkten van het Ministerie van Landbouw en Visserij, het openingswoord uit. Ver der staan op het programma vier in leidingen over de volgende onder werpen: "Energiebesparing in de utiliteitssector", 'Technisch-econo- mische aspecten van energiebespa rende investeringen in de zuive lindustrie, "Motivatieprojecten energiebesparing" en "Eenergiebe- sparing bij de bereiding van zuivel producten". Ir. F. de Wolf, voorzitter van de commissie die het sectorom derzoek heeft begeleid, sluit om on geveer 16.30 uur de bijeenkomst. De bezuinigingen die moeten worden doorgevoerd in het gehele overheids apparaat zullen de voorlichting aan land- en tuinbouw niet onberoerd la ten. Er zal in deze operatie echter zorgvuldig naar worden gestreefd, dat de doelstelling van dit belangrijke beleidsinstrument niet wezenlijk wordt aangetast. Gepoogd zal worden dit te bereiken door het "stellen van prioriteiten in de aktiviteiten en het verhogen van de doelmatigheid. Kort samengevat geeft dit de inhoud van de boodschap weer die twee di recteuren van het ministerie van landbouw en visserij op 22 februari j.l. uitdroegen. De directeur Vee houderij en Zuivel, dr. ir. H.P.F. Curfs, deed dit in een voordracht tij dens de studiedagen van de Centrale Landbouworganisaties in het Jaar beurscongrescentrum te Utrecht. De directeur Bedrijfsstructurele Aange legenheden, ir. P.F. Koks, sprak ge lijkertijd voor de leden van de drie standorganisaties in het Oldambt te Beerts. Sprekers stelden dat het peil van de Nederlandse boer en tuinder en de informatiestroom via vakbladen en voorlichtingsbrochures e.d. zodanig is dat het geven van receptvoorlich ting minder aandacht behoeft dan in het verleden. Dit betekent dat de voorlichtingsdienst minder tijd zal gaan besteden aan eenvoudige pro blemen van teelttechnische of voe- dingstechnische aard en daarvoor geen aparte bedrijfsbezoeken meer zal afleggen. Beiden benadrukten dat het een misverstand zou zijn, te veronderstellen dat hiermee gezegd zou zijn dat de bedrijfsbezoeken zouden vervallen. Individueel be drijfsbezoek blijft van belang, zo wel om de bedrijfsvoorlichter niet te vervreemden van de praktijk, als om de adviesfunctie op het gebied van bedrijfsontwikkeling - vertaald naar het individuele bedrijf - goed te kunnen blijven vervullen. "In een land als het onze, met hoge bevolkingsdichtheid en een grond- oppervlakte dat voor ca. 70% bestaat uit cultuurgronden, resp. bos- en natuurgebieden, kan een goed faunabeheer slechts worden bevorderd met de actieve medewerking van met name de landbouw, de natuurbe scherming en de jacht". Aldus staatssecretaris A. Ploeg (landbouw en visserij) tijdens de ope ning van de tentoonstelling van de Afdeling Noord en de Vereniging "Het Reewild" op 18 februari j.l. te Drouwen. De bewindsman wees op de moge lijkheden die de Jachtwet biedt om een evenwichtig beheer van de in het wild levende dieren tot stand te brengen. Als gevolg van de afwezig heid van grote roofdieren, die o.m. de edelherten-, reeën- en wilde zwij- nenstand in toom zouden kunnen houden, zijn de aantallen van deze dieren de laatste tientallen jaren vaak te groot geworden. Vooral de boeren ondervinden hier van overlast. Maar ook voor de jonge bosaanplant en voor het wild zelf heeft zoiets schadelijke gevolgen. Er is minder ruimte en minder voedsel per dier beschikbaar, waardoor er meer concurrentiestrijd plaatsvindt en de lichamelijke conditie achteruit gaat. Vandaar dat jaarlijks een flink afschot nodig is. Dit afschot, als sluitstuk van het natuurbeheer, wordt verricht door jagers. Er is dus niet zozeer sprake van jacht omwille van de jacht, maar omwille van het op peil houden van de wild stand. Het aantal reeën in ons land bedraagt momenteel ca. 22.000 (tegen 5.000 in 1953). Om deze stand zo groot en zo gezond mogelijk te houden is de jacht van grote beteke- Dat soja-olie niet alleen in de keuken gebruikt kan worden maar ook in de garage is in Bra zilië gebleken. Dat land moet ruim tweederde van zijn behoefte aan dure olie importeren, zodat er al jaren gezocht wordt naar goedkopere plantaardige ener giebronnen. Alcohol gewonnen uit suikerriet, wordt al veel als motorbrandstof gebruikt. Aan deze energie-ver vangers is nu soja-olie toege voegd. Vier experimentele vrachtwagens van 13 ton hebben op deze plantaardige olie 120.000 kilometer gereden, zo heeft Volkswagen-Brazilië bekend ge maakt. (Algemeen Dagblad, 4-2-1983). De voorzitter van het Produktschap voor vee en vlees, ir. G.AJ.M. Mei jer, heeft in de algemene vergadering van het Produktschap gepleit voor één stem van de veredelingssektor wanneer het erom gaat de kwestie van de z.g. graanvervangende produkten tot oplossing te brengen. Reeds meerdere malen is, ook in dit produktschap, gewezen op de nadeli ge konsekwenties van maatregelen die de invoer van niet-graangrond- stoffen voor de inkomensvorming in de veehouderij betekent. Na de kontingentering van de invoer van tapioka, wil men thans ook de invoer van maisglutenvoermeel aan bepaalde beperkende regelingen on derwerpen. 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 17