Toetsing van het stikstofadvies
voor wintertarwe
De weg van onderzoek
naar praktijk
Resultaten
Overbemesting
Duizendkorrel-
gewicht en aaraantal
Konklusies
Sinds 1976 zijn op de proefboerderij "Westmaas" stikstofbemestings-
proeven op wintertarwe aangelegd. Doel van het onderzoek was het
nagaan of de opbrengst verkregen met de stikstofadvies-bemesting
overeenkomt met de ekonomisch optimale opbrengst. Deze ekono-
misch optimale opbrengst wordt berekend door de kosten van de ge
strooide hoeveelheid stikstof van de opbrengst af te trekken. Hierbij is
1 kg stikstof gelijkgesteld aan 3 kg tarwe.
Bij alle proeven werd de voorjaars
bemesting zowel gedeeld als onge
deeld gegeven. Een moeilijkheid bij
de vergelijking was dat het advies in
de loop der jaren is gewijzigd, zodat
in enkele proeven geen goede verge
lijking gemaakt kan worden met de
huidige adviesbemesting (tabel 1).
Omdat de stikstofbemesting via het
aantal aren/m2 en het duizendkor-
relgewicht werkt, wordt bekeken hoe
deze grootheden verschuiven bij
verandering van de stikstofhoeveel
heid.
Door de ontwikkelingen in de tar-
weteelt op het gebied van ziektebe
strijding, blijft de tarwe langer groen.
Het toepassen van een overbemes
ting (derde stikstofgift boven het ad
vies) vindt daarom steeds meer
plaats. In de afgelopen twee jaar zijn
op "Westmaas" proeven aangelegd
om het effekt van een overbemesting
na te gaan.
In tabel 2 wordt een overzicht gege
ven van de per proef aangewende
adviesbemesting en de daarmee be
haalde opbrengsten. Daarnaast zijn
vermeld de ekonomische optimale
stikstofhoeveelheid met korrelop
brengst en de maximaal behaalde
opbrengst met de daarbij gegeven
stikstofbemesting. Uit dit overzicht
blijkt, dat de adviesbemesting vaak
te laag is geweest (proef 2 en 5 t/m
11). Gemiddeld over de 11 proeven
26 kg N/ha. Ook bij de hoge bo-
demvoorraden is een bemesting nut
tig gebleken. Slechts in twee gevallen
(proeven 3 en 4) is de adviesbemes
ting hoger dan de ekonomisch opti
male bemesting. De hierdoor ver
kregen hogere opbrengst in proef 3
van 30 kg tarwe valt echter weg tegen
de kosten van de benodigde stikstof.
Bij proef 1 was een ongedeelde gift
gunstiger, dan de gedeelde gift.
Dit is bij het tijdstip van de eerste
bemesting echter niet voorspelbaar.
Uit de resultaten van de proeven
blijkt dat een deling van de bemes
ting de voorkeur heeft boven een
ongedeelde gift.
In figuur 1 zijn de ekonomisch opti
male stikstofbemestingen uitgezet
tegen de bijbehorende stikstofvoor-
raad in de bodem. Duidelijk is te zien
dat de berekende lijn verkregen uit
de optimale stikstofgiften boven de
officiële adviesbemesting ligt. Dit is
vooral het geval bij de hogere bo-
demvoorraden. Hierbij is op te mer
ken dat in dit onderzoek steeds
chloormequat (CCC) is aangewend
om de risiko's van legering te ver
kleinen.
In tabel 3 zijn de resultaten weerge
geven van de overbemestingsproe-
ven in 1981 en 1982 en van een aantal
objekten uit vroegere proeven. Wil
een overbemesting van 40 kg stikstof
rendabel zijn, dan zal deze een op
brengstverhoging moeten geven van
minstens 200 kg tarwe (120 kg voor
de kosten van de stikstof 80 kg
voor de kosten van het strooien). De
resultaten geven aan, dat een over
bemesting ekonomisch verantwoord
is. Bij toepassing van een overbe
mesting moet de gezondheid van het
gewas goed zijn. De overbemesting
moet toegepast worden in het sta
dium F9 a F10 (zichtbaar worden
aan de aren). De tweede voorjaars-
bemesting moet dan vroeger worden
gegeven dan nu gebruikelijk is. Het
tijdstip hiervoor is stadium F5, de
tarwe begint dan te strekken.
Met de stikstofbemesting wordt het
aantal aren/m2 en het duizendkor-
relgewicht beïnvloed en zo dus ook
de opbrengst.
In figuur 2 is de reaktie tussen het
aantal aren/m2 en de stikstofbemes"-
ting weergegeven. Duidelijk is te zien
dat een hogere voorjaarsbemesting
een verhoging van het aantal
aren/m2 bewerkstelligt. Het valt op
dat bij de overbemesting een hoger
aantal ajen wordt bereikt dan met de
normaal gedeelde bemesting. Dit ef
fekt wordt echter niet door de over
bemesting op zich veroorzaakt, maar
doordat de 2e stikstofgift eerder is
gegeven dan de 2e stikstofgift bij de
normaal gedeelde bemesting. De
vroege 2e bemesting heeft een sterke
invloed op het aaraantal gehad.
Figuur 3 laat zien dat door een groter
aantal aren de opbrengst wordt ver
hoogd. Het duizendkorrelgewicht
wordt vooral beïnvloed door de hoe
veelheid stikstof, welke in een later
stadium gestrooid wordt. Een over
bemesting en een late, uitgestelde 2e
bemesting hebben het duizendkor
relgewicht duidelijk verhoogd. De
normaal gedeelde stikstofbemesting
heeft ten opzichte van N-gift in het
voorjaar nauwelijks effekt op het
korrelgewicht. Het effekt van de bo-
demvoorraad op het duizendkorrel
gewicht is onduidelijk (tabel 4). Op
vallend is het grote verschil in 1980,
hetwelk niet te verklaren is.
Uit dit onderzoek blijkt, dat de
ekonomisch optimale stikstof
hoeveelheid in de meeste gevallen
boven het officiële advies heeft
gelegen.
Vooral bij hoge stikstofvoorraad
was de afwijking tussen ekono
misch optimale stikstofgift en ad
vies groot.
Ook bij een hoge voorraad is een
vroege voorjaarsbemesting gun
stig gebleken.
Deling van de bemesting geeft
veelal een hogere opbrengst dan
een eenmalige, vroege gift.
Er is een goede relatie tussen de
voorraad stikstof in de bodem en
de ekonomisch optimale stikstof
gift.
Een overbemesting in het stadium
F9 a F10 is afhankelijk van de
teeltwijze (i.v.m. ziektebestrij
ding) ekonomisch verantwoord.
Een hogere voorjaarsbemesting
geeft een groter aantal aren/m2.
Een overbemesting verhoogt het
duizendkorrelgewicht.
De bodemvoorraad heeft geen
duidelijke invloed op het aaraan
tal en het duizendkorrelgewicht.
De Nederlandse Vereniging van
Landbouwjournalisten heeft een
brief (op poten) gestuurd naar de
direktie van het Instituut voor
Veeteeltkundig Onderzoek
"Schoonoord" te Zeist. De ver
eniging is boos en heeft daar re
den toe: bij zijn voorlichtingsbij
eenkomsten houdt het instituut
stelselmatig landbouwjournalis
ten buiten de deur. De reden?
"Het IVO heeft een afspraak met
het (overheids)tijdschrift "Be
drijfsontwikkeling" volgens wel
ke dit periodiek het alleen-verto-
ningsrecht heeft wat betreft tek
sten en lezingen die bedoeld zijn
om de resultaten van het onder
zoek naar de praktijk te brengen.
Dat is, zo schrijft het bestuur van
de journalistenvereniging verder,
diskriminatie. Daarmee wordt
het aan landbouwjournalisten
onmogelijk gemaakt om hun
werk naar behoren te doen".
Het IVO dat voor-zijn funktione-
ren voor een zeer belangrijk deel
afhankelijk is van gelden van de
belastingbetaler en van het agra
risch bedrijfsleven is alleen al om*
die reden verplicht aan alle voor
waarden te voldoen om z'n on
derzoeksresultaten zo goed, zo
snel en zo openlijk mogelijk naar
buiten de praktijk uit te dragen.
Eén van die voorwaarden is een
open deur naar alle (land
bouwjournalisten.
Het kan ook anders. Het Spren-
ger Instituut in Wageningen dat
zich vooral bezighoudt met on
derzoek naar bewaring van fruit
en groenten, is dit jaar begonnen
met het uitgeven van een
nieuwsbrief, aan redakties van
vaktijdschriften. Motivatie: Be
stuur en direktie van het instituut
zijn van mening dat het wenselijk
is dat er een bredere bekendheid
gegeven wordt aan de onder
zoeksresultaten. In een begelei
dende brief schrijft de direktie
dat overname van de artikelen op
prijs wordt gesteld en dat lezers
eventueel verschenen publikaties
kunnen bestellen bij het instituut.
Wij zullen graag van dit aanbod
gebruik maken en daarvoor in
aanmerking komende artikelen
aan onze lezers doorgeven.
Hier moet ook gewezen worden
op een pas verschenen brochure
met informatie over de Land
bouwhogeschool. "Een handrei
king om relaties tussen de hoge
school en de maatschappij aan te
knopen danwel te versterken."
Een boekje dat heel konkreet laat
zien hoe de hogeschaal haar on
derzoek en onderwijs in dienst
stelt van de maatschappij.
J.W.
150
100
50
ekonomisch
optimale
N-gift kg/ha
ing. J.G.N. Wander, stagiair
proefboerderij "Westmaas"
ing. J. Alblas, P.A.G.V. - regio
Zuid-Holland
T - 1T7 - 0.57 I
r - - 0.83
50
100
150 200 250 300
voorraad N-mineraal 0-100 ca la
januari
Fig. 1. Verband tussen de optimale stikstofhoeveelheid en de voorraad
stikstof in de grond in januari. De onderbroken lijn is de huidige ad-
vieslijn.
550
500-
450"
400"
150-
•r»a m
40 60 80 100
veerJaarafe«a«atIng kg
Fig. 2. De invloed van de stikstofbe
mesting op het aantal aren per m2
kerral
kg/ar.
90.
75"
400 450 500 550
Fig. 3. Het verband tussen de korre
lopbrengst en het aantal aren/m2.
Tabel 1 Adviesbemesting voor wintertarwe in kg N/ha
Eerste gift''
Tweede eift 9' ft
Voorraad^ in het profiel j
•<170 j 170-200 >200
2
140 - voorraad
60 30 0
1Eerste gift maximaal 100 kg N.
2) Bodemvoorraad medio januari in de laag 0-100 cm.
Tabel 2 Adviesbemesting en ekonomisch optimale bemesting met bijbeho
rende opbrengst en maximaal behaalde opbrengst bij de naar bodemvoorraad
gerangschikte proeven
Proef
Bodem-
voor
raad*
kg N/ha
Advies**
Economisch optimale
Maximale
bemesting
kg N/ha
korrel
kg N/ha
bemesting
kg N/ha
opbrengst
kg N/ha
bemesting
kg N/ha
opbrengst
kg N/ha
1.
Donata
'79
59
lOO+AO
7000
140
7130
180 140+40
7250
2.
Granada
'82
72
70+60
8700
100+60
8980
100+60
898O
3.
Okapi
•78
8*»
65+'♦O
7600
7570
95+40
7580
k.
Lely
•76
90
70+*K)
5750
40+40
6200
40+40
6200
5-
Arminda
•81
111
50+60
8600
80+60
8750
80+60
8750
6.
Arminda
•81
117
<♦5+60
8700
90+60
9030
90+60
9030
7.
Okapi
•80
134
0+60
7850
60+40
8430
60+40
8430
8.
Donata
'79
196
0+30
7000
40+40
7540
40+40
7540
9.
Okapi
•78
202
0
7350
0+40
7720
0+40
7720
10.
Arminda
'81
20U
0
8750
60
9250
30+60
9310
11
Okapi
'80
2 66
0
8800
20
9080
20
9080
De vier hoogste voorraden werden bereikt door in de voorafgaande herfst
voor het ploegen 200 kg N ha te strooien.
De adviesgift is berekend naar de indeling van de rassen, zoals vermeld in
de Rassenlijst.
Tabel 3 Resultaten van de toepassing van een overbemesting
Ras en jaar
Bodem
voorraad
kg N/ha
Normale
deling
overbemesting
bemesting
kg N/ha
opbrengst
kg N/ha
bemesting
kg N/ha
opbrengst
kg N/ha
Donata 79
59
4o+4o
6500*
40+40+60
7620
100+40
7020
Arminda 78
60
100+40
8360
35+70+35
8580
Granada '82
72
20+60
7560
20+60+40
8460
40+60
7890
40+60+40
8690
60+60
8640
60+60+40
9120
80+60
8810
80+60+40
9210
100+60
8980
100+60+40
9240
Okapi '80
90
60+50
8490
60+50+50
8640
Arminda '81
111
20+60
8170
20+60+40
8760
40+60
8530
40+60+40
9000
6O+6O
8650
60+60+40
9080
80+60
8750
80+60+40
9100
100+60
8?40
100+60+40
9160
Okapi '80
134
20+40
7860
20+40+40
8400
60+40
8430
Tabèl 4 Het duizendkorrelgewicht in grammen bij de adviesbemesting in de
proeven met normale èn hoge voorraad N-mineraal
Proef nr. en .jaar
1 8 1979
7+11 1980
6+10 1981
Normale voorraad
^5,1
5^,2
*t2,0
Hoge voorraad
^6,3
^7,9
^2,7
9