Koöperatie tot nu toe
zeer suksesvol
Buitenstaander
Maandelijks gesprek
minister-landbouwschap
Rattenbestrijdingsdienst
Noord- en Zuid-Beveland
Landbouwschap praat met ministerie over
bezuinigingen
Ir. D. Luteijn voorzitter N.C.R.:
Vergaderen
Het Landbouwschap gaat op zeer korte termijn met het ministerie van
Landbouw en Visserij overleggen over de verdere invulling van de
bezuinigingen op de landbouwbegroting tot en met 1986. Het dagelijks
bestuur van het Landbouwschap heeft zich hiertoe op woensdag 9
februari bereid verklaard tijdens het maandelijks gesprek met minister
Braks. De bewindsman gaf bij deze gelegenheid een gedetailleerde
toelichting op de veranderingen die het kabinet heeft aangebracht in de
"ombuigingen" voor zijn ministerie. Deze zullen worden verwerkt in de
komende voorjaarsnota van het kabinet.
Volgens het regeerakkoord moeten
de uitgaven voor landbouw in 1986
met ƒ240 miljoen zijn terugge
schroefd. Het kabinet heeft dat te
ruggebracht tot 133 miljoen. Voor
zitter Van der Veen van het Land
bouwschap noemde dat bedrag nog
steeds onevenredig hoog en groter
dan zijn organisatie verantwoord
acht. Niettemin verklaarde hij zich
bereid tot een "open diskussie" over
alle begrotingsposten. Het gaat het
Landbouwschap daarbij vooral om
het behoud van de essentiële ele
menten van het landbouwbeleid.
Lastenverlichting
Het is overigens nog onduidelijk hoe
de voorgenomen vermindering van
het rijkspersoneel met 2 procent zal
doorwerken naar het ministerie van
Landbouw en Visserij. In het gesprek
met de minister heeft het Land
bouwschap herhaald, dat agrarische
ondernemers moeten meeprofiteren
van de door het kabinet aangekon
digde lastenverlichting voor het be
drijfsleven. Minister Braks zei het
daar mee eens te zijn. Hij wees er
daarbij op, dat de definitieve beslui
ten over de lastenverlichting voor de
periode 1984-1986 pas zullen worden
genomen na overleg met de sociale
partners.
Het Landbouwschap heeft bij de
minister gepleit voor een volledige
uitvoering van de regeling voor de
bouw van bewaarplaatsen voor fa
brieksaardappelen in de Veenkolo
nie. Er is voor 6 miljoen aan subsi
dieaanvragen ingediend, terwijl er
maar 4 miljoen beschikbaar is. Mi
nister Braks noemde overschrijding
van deze 4 miljoen onmogelijk en
onverantwoord. Het ministerie denkt
daarom aan een reduktie van de
subsidiepercentages en/of een maxi
mumbedrag per bedrijf. De be
windsman wees er in dit verband op,
dat het beschikbare bedrag van 4
miljoen ook genoemd is in de rege
ling.
Bacterievuur
Het Landbouwschap heeft gepleit
voor een eventuele verlenging van de
aanvraagmogelijkheid voor de Eu
ropese subsidieregeling kleine melk
veehouders. Deze verlenging is no
dig als eind deze week blijkt dat een
te gering percentage een aanvraag
heeft ingediend.
Het Landbouwschap vindt dat het
ministerie ook meer haast moet ma
ken met een nieuw programma voor
het bestrijden van bacterievuur.
Staatssekretaris Ploeg heeft toege
zegd dat het overleg hierover zal
worden versneld.
Vergelijken we de positie van de Nederlandse boer en tuinder met die
van zijn kollega's waar dan ook ter wereld, dan kan niet anders gezegd
worden dan dat zij zich relatief in een goede positie bevinden en daar
aan is in belangrijke mate bijgedragen door het sukses van de koöpe-
raties in Nederland. Zij hebben de boer gemaakt tot een evenwaardige
marktpartij". Dit zei Ir. David Luteijn, maandag 7 februari voor verte
genwoordigers van koöperaties, landbouworganisaties, agrarische
vTouwen en agrarische jongeren tijdens een bijeenkomst georganiseerd
door de Stichting Koöperatief Kontakt Centrum West-Nederland in
Zierikzee.
Ir. David Luteijn aanvaardde in 1982
het voorzitterschap van de Nationaal
Koöperatieve Raad. Dit was voor het
C.C.C. aanleiding hem uit te nodigen
om "voor eigen kring" te komen
spreken over de koöperatiéve ge
dachte anno 1983.
Kenmerkend in de voorbije jaren is
geweest de enorme koncentratie voor
koöperaties.
Vanuit ekonomisch oogpunt was dat
een pure noodzaak. Om het hoofd te
kunnen bieden aan de stijgende kos
ten. Om te komen tot efficiënte af
zetkanalen naar de nederlandse ver
bruikers maar vooral ook naar de
buitenlandse afnemers.Er zijn geen
tekenen die erop wijzen dat de ko
mende jaren de noodzaak tot ver
dergaande koncentratie, ook over de
grenzen, weg zal vallen.
Dat gegeven heeft nogal wat konse
quenties voor het gezicht van de
koöperatieve onderneming naar zijn
leden toe. Vooral toekomstige leden
zullen nadrukkelijk gekonfronteerd
worden met de keuze: wel of geen
lidmaatschap. Dat betekent dat
tegenover verplichtingen zoals aan
sprakelijkheid, leveringsplicht, voor
delen moeten staan die exklusief zijn
voor leden. M.a.w. koöperaties zul
len het lidmaatschap uitdrukkelijk
moeten belonen.
Luteijn maakte ook enige opmer
kingen ten aanzien van de Europese
landbouwsituatie die gekenmerkt
ir. D. Luteijn
wordt door een veelheid aan ver
schillen hetgeen er wellicht toe zal
leiden dat in de nabije toekomst een
uniform markt- en prijsbeleid niet
langer houdbaar zal zijn.
Om toch tot een evenwicht te komen
ligt er een tweetal principegedach-
ten:
Handhaven van de huidige kern van
het landbouwbeleid of een betere
verdeling van de produktiekapaciteit
nastreven. De laatste gedachte zou
neerkomen op een vorm van regel-
wetgeving en daardoor een politieke
zaak worden, waf gezien de geringe
politieke invloed die Nederland
De Stichting Koöperatief Kontakt
Centrum West Nederland stelt
zich ten doel: koöperatieve aktivi-
teiten van land- en tuinbouw in het
westen van het land te ondersteu
nen, in het bijzonder kadervor-
mingsaktiviteiten.
Het bestuur wordt gevormd door
P. Noordermeer, voorzitter (aan-
en verkoop), J. Akkermans, se-
kretaris, Mr. J. Oggel penning
meester (Z.L.M.), S.J. van Lan-
geraad (Suiker), A. de Koeyer
(CBTB), Drs. N. Groot (CBTB),
W. Poppe (zuivel), J. de Jonge
(Banken).
Het Stichtingsbestuur meent dat
de bestaande plattelandsorganisa
ties een goede ingang bieden om
uitvoering te geven aan de doel
stelling van het C.C.C. middels
studiedagen, kursussen, inleidin
gen, etc.
De betreffende organisaties kun
nen, wanneer zij aktiviteiten in
deze zin wensen te ontwikkelen en
daarvoor een financiële bijdrage
nodig hebben een verzoek daartoe
indienen bij de Stichting met op
gave van de aard, inhoud en be
groting van de betreffende aktivi-
teit. Verzoeken moeten vóór 15
oktober ingediend zijn.
Verzoeken, maar ook vragen, de
Stichting aangaande, kunt u
richten aan de sekretaris van
Stichting C.C.C. West-Neder
land, J. Akkermans, Heense Mo
lenweg 23,4655 TB De Heen.
De Zuid-Bevelandse en Noord-Be-
velandse gemeenten hebben samen
met het waterschap "Noord- en
Zuid-Beveland" een rattenbestrij
dingsdienst. Aan deze dienst is een
beroepsrattenbestrijder verbonden
die met assistentie van kantonniers
van het waterschap en voorzover
nodig met assistentie van gemeente
werklieden lokaas uitlegt in het vrije
veld en in de bebouwde kommen en
die tevens het publiek adviseert over
het weren van ratten.
De rattenbestrijder gaat na waar rat
ten voorkomen maar is voor een
doelmatige uitvoering van zijn werk
ook aangewezen op meldingen van
het publiek. Naar mate hij meer
aanwijzingen krijgt waar zich ratten
bevinden en zelf minder speurwerk
moet verrichten krijgt hij meer tijd
beschikbaar voor verdelging van dit
ongedierte. De plaatsen waar ratten
zijn waargenomen worden na een
eerste bestrijdingsactie enige tijd on
der controle gehouden totdat is ko
men vast te staan dat de ratten zijn
uitgeroeid. Voor het uitleggen van
lokaas in en bij gebouwen worden
geen kosten in rekening gebracht.
In het kort kan gesteld worden dat de
bruine rat in het bijzonder door zijn
verblijf in water, riolen, vuilnishopen
etc., in de loop der tijden met een
groot aantal inwendige en uitwendi
ge parasieten is geconfronteerd, waar
hij nauwelijks meer hinder van on
dervindt.
Door zijn snelle vermeerdering, een
aantal generaties per jaar, is hij in
staat gebleken tegen bepaalde ziek
ten een immuniteit op te bouwen.
Daardoor is hij een potentieel gevaar
voor de gezondheid van mens en
huisdier. Bekend zijn het overbren
gen van b.v. de Ziekte van Weil, pa-
ratyfus, rattenbeetziekte, varkens-
est, mond- en klauwzeer, etc. Re
den waarom de bruine rat doelmatig
dient te worden bestreden. Daarbij is
niet alleen de verdelging van belang,
doch ook de wering. Men dient er
voor te zorgen dat geen voedsel voor
de dieren bereikbaar is. Overbodig
eten moet niet achteldós worden
weggeworpen en is, evenals overda
dig gestrooid voer "voor de vogels"
indien dit 's-nachts blijft liggen, voor
de ratten.
Verder moet worden voorko
men dat ze gebouwen kunnen bin
nendringen via kapotte rioolbuizen,
gaten voor doorvoer van leidingen,
te grote ventilatieopeningen van de
spouw, etc.
De rattenbestrijding wordt met ge
meenschapsgeld betaald. Daarom
heeft elke inwoner van Noord- en
Zuid-Beveland er belang bij dat de
bestrijding van de bruine rat efficiënt
en met de minst mogelijke kosten
kan worden uitgevoerd.
Het is in ieders belang de aanwezig
heid van ratten direct te melden aan
het waterschap Noord- en Zuid-Be
veland, Nassaulaan 8,4461 SX Goes,
tel. 01100-20020.
Luteijn pleitte ervoor de technische
ontwikkelingen niet tegen te houden
en bij een toenemende produktie per
eenheid het aantal eenheden te ver
minderen door verschuiving naar
andere produkties zoals eiwit. Maar
ook de produktie van hout en vezels
zou als een serieuze mogelijkheid
overwogen moeten worden, waarbij
stimulering met middelen uit de Eu
ropese landbouwbegroting verant
woord is.
De uitbouw van het eigen vermogen
moet meer aandacht krijgen, omdat
de praktijk uitwijst dat een boer vaak
lid is van 4 5 koöperaties, en dan
moeten de risiko's die hij loopt wel te
overzien zijn en dat kan alleen als er
sprake is van beperkte aansprake
lijkheid, maar dan moet het eigen
vermogen wel toereikend zijn.
Uitgangspunt daarbij is dat het eigen
vermogen dekkend is voor het vast
gelegd vermogen.
Koöperatiebestuurders staan steeds
voor de keuze: Zoveel mogelijk uit
betalen nu, of de basis voor de toe
komst verstevigen. De praktijk heeft
tot nu toe uitgewezen, dat het belang
van de boer zeer zeker ook in de ze
kerheid op lange termijn ligt.
Steeds vaker vragen mensen zich af
of de grote koöperaties nog wel door
boeren bestuurd kunnen worden.
Natuurlijk kunnen zij dat, wat nodig
is is een dosis gezond verstand, en
daarnaast een goede training en
scholing, waardoor zij in staat zijn tot
het voeren van een op besluitvor
ming gericht beleid. Aan die land-
bouwkadervorming moet echter wel
de nodige aandacht gegeven worden.
Struktuur en inhoud dienen opnieuw
bekeken te worden. J. Akkermans
heeft, als een weinig aantrekkelijke
oplossing gezien moet worden. Dat
neemt echter niet weg dat ook in de
eerste gedachte een antwoord moet
komen op de vraag: Wat te doen met
de toenemende produktiekapaciteit?
De rubriek, die ik het liefste lees, is
'Uit de praktijk'. Als je die regel
matig volgt en de inhoud uit je
hoofd leert, heb je het gevoel dat je
ook iets van de landbouw weet.
Bovendien, als je het knap speelt,
lukt het ook nog om erover mee te
praten.
Januari en februari zijn voor mijn
collega-rubriekschrijvers merk
waardige maanden. Ze hebben tijd
genoeg, maar de onderwerpen lij
ken schaars. Waarschijnlijk om
dat er buiten weinig te beleven valt.
Gelukkig voor hen beleven we een
opmerkelijk zachte winter, gaat
het in de economie slechter dan
ooit en heeft het kabinet een streep
gezet door de Vaste Oeververbin
ding. Daarnaast schrijven zij al
wekenlang over vergaderingen,
kursussen en studiebijeenkomsten,
die in deze periode overal in agra
risch land gehouden worden. Elke
veertien dagen prijzen zij ons aan,
dat wij daar ook naar toe rrioeten
gaan. Het is zo goed om bij te blij
ven, voor je sociale kontakten, om
als lid de vereniging te steunen en,
het is zo gezellig.
Vergaderen: ik doe niet anders en
niet alleen in de wintermaanden.
En als ik niet vergader, schrijf ik
een vergadering uit of op. Dat is
mijn praktijk, leuk is anders.
Daarom, als ik boer was, wist ik
het 's winters wel. Lekker met een
boek op de bank, lange wandelin
gen maken langs de zeedijk, zo
maar stukkies schrijven en geen
notulen uitwerken, hout zagen
voor de open haard. Natuurlijk
meen ik het niet voor de volle hon
derd procent; maar mensen - vin
den jullie vergaderen echt leuk?
Buitenstaander
4