AAW en de medewerkende vrouw (II) KIMLC kommentaar Groenboek over geld en goed Bonen in een kinderschortje ingezonden Bedrijfsgevens ontleend aan de fiscale boekhouding Coördinatie landbouwonderzoek in de Gemeenschap Bijdrageregeling samenwerkings verbanden gewijzigd In het vorige artikel is al gebleken dat er een aantal drempels liggen alvorens de meewerkende gehuwde vrouw in aanmerking komt voor arbeidsongeschiktheidsuitkering. Wé zullen nu ingaan op een tweetal andere aspecten. Deeltijdarbeid op het bedrijf (b) De gehuwde meewerkende vrouw heeft recht op een AAW-uitkering wanneer zij volledig werkzaam is d.w.z. 40 uur per week of tenminste 4120,— per jaar in het bedrijf ver dient. een en ander moet duidelijk' aantoonbaar zijn. Ook hier wreekt zich de onduidelijke positie van de meewerkende vrouw. Bij een wisselend inkomen kan dat erg vervelend uitpakken. Als het in komen in het jaar waarover de grondslag wordt vastgesteld mager of zelfs negatief is geweest, kan niet worden aangetoond dat de vrouw 4120,— heeft verdiend. Bij de man speelt dat minder omdat hij veelal volledig werkzaam is en dan een fic tief inkomen wordt aangehouden. Het Landbouwschap en de Centrale van Plattelandsvrouwen hebben de minister gevraagd aan dit onrede lijke verschil een einde te maken door b.v. een middeling van de in komens toe te passen. Het probleem is aan de Sociale Verzekeringsraad voorgelegd, maar het resultaat is nog steeds niet bekend. Arbeidsongeschiktheid en werkloos heid Bij gedeeltelijke arbeidsongeschikt heid is er nog een beperkte moge lijkheid om arbeid te verrichten. Met zo'n beperkte arbeidscapaciteit kom je niet zo gemakkelijk aan werk. Toch heeft men enkele jaren geleden gekozen om werkloosheid niet te verdoezelen door een volledige uit kering voor arbeidsongeschiktheid toe te kennen. De man of vrouw die is aangewezen op werken in loon dienst kan een beroep doen op de werkloosheidswet als hij/zij geen werk kan vinden voor de resterende arbeidscapaciteit. Deze gedragslijn heeft ook invloed op de uitkering aan de meewerkende gehuwde vrouw. Als de vrouw nog gedeeltelijk kan werken, wordt nagegaan welke functies zij nog kan verrichten. Het mogelijk te verdienen inkomen wordt dan getoetst aan het inkomen uit het bedrijf. Als er dan geen sprake is van verlies aan verdiencapaciteit dan kan dit betekenen dat zij geen uitkering AAW ontvangt. De meewerkende gehuwde vrouw kan echter geen aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering omdat zij niet aan de voorwaarde voldoet. Als u van oordeel bent dat u in aan merking komt voor een arbeidson geschiktheidsuitkering schroomt u dan niet om een aanvraag in te die nen. Voor nadere informatie kunt u zich ook wenden tot de sociaal eco nomische voorlichting van de land bouworganisaties. M. Verboon. De Europese Commissie heeft deze maand in een discussiestuk enige denkbeelden over mogelijke nieuwe financieringsvormen voor de EG ge publiceerd. Hoewel het in dit zoge naamde Groenboek niet gaat om con crete voorstellen wordt er toch wel een aanzet gegeven voor een discussie over de richting waarin de EG zich zal gaan ontwikkelen. Of we dus blijven zitten op het spoor van voltooiing van de ge meenschappelijke markt en het ge meenschappelijk economisch-, so ciaal- en regionaalbeleid, met de daarbij behorende financiële solidari teit, of dat we verder afglijden in de richting die we met een afzonderlijk behandelen van de Engelse bijdrage zijn opgegaan; namelijk voor de fi nanciële afrekening worden weer de zelfde landgrenzen binnen de EG ge creëerd, die nu juist voor het verkeer van goederen en mensen grotendeels moeizaam zijn geslecht. Naar aanleiding van "Uit de Praktijk" van 28 Januari over bonen lezen het volgende: als eind september of begin oktober de witte bonen naar binnen werden gehaald, was het meestal haastje rep je om de eerste Don derdag daarna met het monster naar de beurs te kunnen, want meestal werd voor de eerste aan gevoerde witte bonen de hoog ste prijs betaald. In 1934 verkocht ik ze voor zegge 19 cent, in 1935 voor 17 cent, in 1936 voor 18 x/i cent en in 1937 voor 18 cent per kg, gelezen witte boonen, waar men dan ook niet dadelijk rijk van werd. Had men nu op die Donderdag de bonen niet hele maal klaar gedorsen en ge schoond, (want het dorsen moest met de vlegel gebeuren) dan werd wel een monster van pl/m V2 kg schoon geblazen en gelezen en ging daar dan toch mee naar de beurs op de Dam in Middelburg. Verkocht men nu dan vroeg men aan de koopman om inplaats van vrijdag de volgende maandag te leveren zodat men dan nog twee dagen had om klaar te komen. Op zekere dag had de bode ook weer bonen voor mij geleverd, en kwam 's avonds met de lege zakken en ook een kinderschort je, en zei in Middelburg moeten ze geen kindergoed hebben dat hebben ze daar genoeg, maar ik werd wel 1 kg op mijn bonen gekort. Wal was hei geval, 's avonds hadden mijn vrouw en ik b- nen gelezen, en dan schoof mea die boonen van de tafel in een houten kwartsmud, en aan gezien mijn vrouw ons zoontje van twee jaar pas in bed had ge bracht legde ik zijn schortje op de bodem van dat kwart dat dempte dan het geluid bij het inschuiven van de bonen. Nu had ik dat kwart leeg gegooid in een zak in een niet al te goed verlichte keu ken, zodat niet meer aan dat schortje werd gedacht, vandaar die 1 kg korting. Nu gingen op zekere dag nog eens drie vrienden met hun monster bonen naar de beurs, de ene moest al lopende door de Lange Delft naar de beurs zijn monster nog eens be kijken deze had (ongelezen) witte boonen, onder het lopen klipte hij steeds maar de lelijkste bo- en eruit zodat toen ze bij de beurs kwamen zijn monster bijna gele zen was. Maar o jé de volgende dag werden de bonen geleverd en voldeden natuurlijk helemaal niet aan het monster en werd de partij afgekeurd. Alle drie vrienden hadden hun bonen verkocht en daar moest een glaasje op gedronken wor den, na een poosje gezellig samen zijn stelde de oudste voor om eens naar Engeland te gaan kijken, met de elektrische tram reden ze van Middelburg naar Vlissingen maar aangezien de Olaulijn toen nog niet voer besloten ze dan toch maar tamelijk beneveld huis waarts te keren. Hopende u hiermee van dienst.te zijn. Vr. Groetend, Adr. Provoost Jz, Kanonweistraat 12 Domburg (foto Drukkerij Pitman Goes) Het komt voor dat men ondernemers ontmoet die hun jaarstukken - balans en resultatenrekening - in de enveloppe bewaren en die enve loppe niet openmaken. Als opbergsysteem kan dat misschien voldoen. Weet men, wat de financiële gegevens van het bedrijf betreft, niet alles precies uit z'n hoofd, dan is dat echter geen goede zaak! Ook zijn er ondernemers die na ontvangst van de fiscale balans en resultatenrekening alleen naar het eindcijfer aangaande het behaalde resultaat kijken. Enig inzicht hoe het voor- of nadelig saldo tot stand is gekomen krijgt men daardoor echter niet. Het verdient aanbeveling om het ontvangen cijfermateriaal nauwkeu rig na te gaan. Om inzicht in de fi nanciële gang van zaken te krijgen, is bestudering van de jaarstukken ve reist. De fiscale boekhouding is er echter primair op gericht om het belastbaar inkomen voor de fiscus te bepalen. Daar zal men bij onderzoek van de cijfers op stuiten. De behoefte om het cijfermateriaal wat meer bedrijfse conomisch te richten wordt dan al vlug gevoeld. Dat kan o.a. bereikt worden door bepaalde elementen in te voeren als berekend loon voor de ondernemer en de gezinsleden en berekende rente over het eigen ver mogen en door bij de berekeningen de werkelijke opbrengsten en kosten van een bepaalde oogst als uitgangs punt te nemen. Is dat eenmaal gebeurd dan kan ver der worden gegaan door bepaalde kengetallen te berekenen. Berekend kunnen o.a. worden het onderne mersoverschot, de totale kosten- en de kostensoorten per ha cultuur grond, de opbrengsten per ha cul tuurgrond en de opbrengsten akker bouw per gewas per ha. Voorts kan worden nagegaan het bedrag dat be schikbaar komt uit het bedrijf, het resultaat per 1000 gld. geïnvesteerd vermogen, het rendement door de opbrengst per 100 gld kosten te be cijferen. Voor elk soort van bedrijf kunnen een aantal berekeningen worden uitgevoerd. Bepaalde becijferingen kan men zelf maken, maar vooral het accountantskantoor kan dienaan gaande veel extra informatie ver strekken. Het accountantskantoor kan op die wijze ten aanzien van de bedrijfsvoering zeker ondersteunend werkzaam zijn. Kengetallen hebben vooral waarde als vergelijkingsmateriaal. Een ver gelijking kan worden gemaakt met andere jaren van het eigen bedrijf. Maar vooral vergelijkingen met de cijfers van andere bedrijven uit het eigen werkgebied kunnen leerzaam zijn. Ondanks het feit dat de meer be drijfseconomische berekeningen zoals hiervoor genoemd een stukje geschiedschrijving zijn, is het op die wijze werken met de cijfers erg leerzaam en is daarom zeker aan te bevelen. Het bestuderen van de ge schiedenis is trouwens een goede en noodzakelijke aangelegenheid. J. Spijk. Door de Europese Commissie is een voorstel ingediend bij de Raad, dat voorziet in coördinatieprogramma's inzake het onderzoek in de land bouw. Ten aanzien van de dierlijke produktie en met name de vleespro- duktie wordt opgemerkt dat dit op dit ogenblik een vrij inefficiënte sek- tor van de landbouw in de Gemeen schap is, ondanks het omvangrijke onderzoek dat in de Lid-Staten op het gebied van rund-varkens-en schapevlees is verricht. Men wil ko men tot maatregelen die de beper kingen voor de produktiviteit zoveel mogelijk opheffen, vooral op het ge bied van de voortplantingsprestaties van alle landbouwhuisdieren, verlie zen door ziekten en risico voor de gezondheid vun de mens door con tact met dierlijke produkten die bes met zijn en door contact met andere residuën. Verder gaan op deze laatste weg bete kent onherroepelijk het begin van het einde van een gemeenschappelijke Europese markt. Ik vind dat ook de respectievelijke Nederlandse regerin gen zich hier te weinig bewust van zijn geweest. Van de door de Commissie gelanceer de voorstellen om de EG meer eigen middelen te verschaffen, gaan er en kele duidelijk deze kant van re-natio nalisatie op. Dat geldt met name voor het voorstel om een relatie te leggen tussen de bijdrage van een lidstaat en het aandeel van die lidstaat in de EG- landbouwproduktie; de gedachte om hogere bijdragen van relatief welva rende lidstaten te verlagen of om de hoogte van de bijdrage van een lidstaat te koppelen aan het inkomen per hoofd van de bevolking in de betrok ken lidstaat. Deze voorstellen zijn mijns inziens volstrekt verwerpelijk, omdat zij het fundament waarop het EG-bouwwerk rust zwaar aantasten. Er is, dunkt me, in feite maar één be gaanbare weg en dat is doorbreking van het I procents-BTW-plafond voor de bijdragen uit de lidstaten. De Commissie noemt deze mogelijkheid overigens ook als eerste. Wel moeten we ons in noordwest Europa er van bewust zijn dat aldus verkregen extra EG-inkomsten vooral gebruikt zullen worden voor het verder ontwikkelen van een meer gemeenschappelijk be leid op vooral regionaal- en sociaal- gebied, met prioriteit voor de Middel landse Zee-gebieden. Indirect zal er aldus wel degelijk sprake zijn van een stuk financiële solidariteit blijft even wel Volledig overeind. Voor de land bouw is het erg belangrijk dat voor komen wordt dat het beleid zich con centreert op bezuinigingen binnen het gemeenschappelijk landbouwbeleid om daarmee geld voor sociaal- en re- gionaal-beleid vrij te maken. Het is te hopen, dat de Nederlandse regering het inzicht kan opbrengen om de Commissie krachtig te onder steunen in haar streven via doorbre king van het BTW-plafond van I pro cent zichzelf meer financiële armslag te verschaffen. Al met al hebben we met de discussie rondom de financie ring van de EG een zaak aan de orde, die voor de toekomst van onze agrari sche sector zeker zo belangrijk is als de besluitvorming rondom de prijzen. Luteijn. Het bestuur van de Stichting Ont- wikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw heeft besloten, door middel van een aantal wijzigingen in de regeling voor samenwerkingsver banden, te bevorderen dat het voort bestaan van reeds opgerichte samen werkingsverbanden meer verzekerd is. Zo wordt het onder bepaalde voor waarden mogelijk, bij uittreden van een of meer deelnemers uit een sa- menwerkings verband dat een bij drage van het fonds heeft ontvangen, in de plaats daarvan andere deelne mers te laten toetreden zonder dat dat leidt tot terugvordering van de gehele bijdrage. Voorts wordt het mogelijk, als bij uittreden van een deelnemer geen vervanging plaatsvindt en de over gebleven deelnemers nog voldoen aan de voorwaarden der regeling, dat alleen het evenredige deel terugge vorderd zal worden. Uitgangspunt blijft dat bij beëindi ging van een samenwerkingsverband binnen zes jaar de bijdrage moet worden teruggevorderd. Deelnemers die reeds eerder een bijdrage hebben ontvangen, maar die zijn uitgetreden en de bijdrage hebben terugbetaald, kunnen wederom tot een nieuw te stichten samenwerkingsverband toe treden en voor een bijdrage in aan merking komen. 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 3