Pootgoedteelt blijft moeilijk
maar heeft perspektief
A.H. Kruit.
Onze kwaliteit
Bedrijfshygiëne
De kostprijs
Werktuigendagen
Liempde bijna
volgetekend
Tenslotte
69 ton aardappelen
per ha. moet zijn 49
fcïp per ha.
Kwaliteit en hoedanigheid van het pootgoed als uitgangsmateriaal voor de teelt van consumptie-aardappelen
zijn van invloed op de uiteindelijke opbrengst aan knollen.
We mogen welhaast als vanzelfsprekend aannemen dat uitgegaan wordt van door de N.A.K. goedgekeurde
partijen pootgoed. Dit geeft een bepaalde garantie voor een minimale aantasting door ziekten en knolge
breken. Ten aanzien van de hoedanigheid van kieming, waarin het pootgoed tijdens het poten moet verkeren,
bestaat nog veel verschil van inzicht. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er een groot aantal andere
factoren mede van invloed zijn op de gevolgen van een bepaalde kiemingstoestand van het pootgoed.
Zo zullen grondsoort, voorvrucht, tijdstip van poten, bemesting, weersomstandigheden tijdens het groeisei
zoen e.d. mede bepalend zijn voor het uiteindelijke resultaat. Ook de mogelijkheden om het pootgoed een
bepaalde voorbehandeling te geven zijn niet op alle bedrijven gelijk. In het kort zullen hieronder een aantal
methoden van voorkiemen worden weergegeven.
1. Voorkiemen in poterbakjes in
kunstlicht.
Deze methode wordt op de con-
sumptieteeltbedrijven steeds minder
toegepast. Het pootgoed dient al in
de herfst of vroege winter te worden
ontvangen. Tijdens de bewaring
dient veelal een aantal keren te wor
den omgestort. Men verkrijgt hier
mee wel pootgoed met mooie korte
sterke kiemen, maar om hiervan
volledig profijt te kunnen trekken
dient wel met de snarenbedpootma-
chine te worden gepoot. Met de half-
of volautomatische pootmachines
gaan veel kiemen weer verloren en is
alle moeite weer voor niets geweest.
Bij de pootgoed- of vroege con
sumptieteelt kan deze methode nog
wel verantwoord zijn.
2. Meer gebruikelijk is de methode
van voorkiemen in de baaltjes.
Hiertoe wordt het pootgoed in, zo
mogelijk, wijdmazige zakken in de
gekoelde bewaring tot eind februari
bewaard. Daarna worden de zakken
op wagens of anderszins vrij van de
grond buiten gezet teneinde de kie
ming in gang te zetten. Men streeft
ernaar begin april een korte kiem op
de poter te hebben. Zo nodig wordt
in deze voorkiemperiode nog één of
meerdere malen omgestort. Men
verkrijgt op deze manier een partij
pootgoed dat zich goed volautoma-
Kwaliteit en hoedanigheid v.h. pootgoed als uitgangsmateriaal voor de teelt van
konsumptie-aardappelen zijn van invloed op de uiteindelijke opbrengst aan
knollen.
tisch machinaal laat poten.
3. Een wat modernere methode van
voorkiemen is de bewaring in grote
kisten in de gekoelde bewaarruimte.
Ook deze kunnen vanaf begin maart
buiten worden geplaatst. Het om
storten kan zo nodig met behulp van
heftruck en kistenkantelaar worden
uitgevoerd.
4. Een andere methode van voorkie
men die in de praktijk ook wel wordt
toegepast is bewaring in zakken of
kisten in de mechanische koeling tot
een week vóór het poten. Dan wordt
een warmtestoot gegeven van enkele
dagen. Het pootgoed zal dan kleine
witte puntjes vormen die bij het po
ten onbeschadigd blijven. Mocht het
onverhoopt tijdens de opwarmpe-
riode onwerkbaar weer worden, dan
zijn deze partijen moeilijk in de kie
ming af te remmen met alle risico's
van dien.
Voor zover bij één van bovenge
noemde methoden het omstorten
noodzakelijk is, dient terdege te
worden gecontroleerd of geen bes
metting met Fusariumrot aanwezig
is. Deze knolaantasting kan door
omstorten sterk uitbreiden. Om alle
risico's te vermijden kan het beste
pootnoed worden aangekocht dat
met T.B.Z. is behandeld.
Om na te gaan in hoeverre voor
noemde methoden van voorbehan-
delen van invloed zijn op de groei
van het gewas en de uiteindelijke
knolopbrengst, zijn al vele jaren
proeven aangelegd op diverse proef-
boerderijen.
Uit de veelheid aan cijfers die deze
proeven hebben opgeleverd, valt
moeilijk een voor elk bedrijf onder
alle omstandigheden geldend advies
af te leiden. De resultaten zijn soms
tegengesteld aan die van andere ja
ren.
In het algemeen kan het volgende
worden gezegd:
aHet op enigerlei wijze voorkiemen
van pootgoed voor de teelt van con
sumptie-aardappelen zal in de
meeste jaren een meer of minder
gunstig effect hebben op de knolop
brengst. Op de zwaardere gronden
zal voorkiemen er mede toe bijdra
gen dat het gewas op een niet te late
datum aan zijn natuurlijke afsterving
begint.
Het is voor een consumptiegewas,
gezien de langere groeiperiode, niet
noodzakelijk dat de kieming in een
vergevorderd stadium verkeert. Het
witte puntjes-stadium is voldoende
en ook het meest wenselijk in ver
band met beschadiging bij het poten.
Consulentschappen voor de akker
bouw en de rundveehouderij in Zuid
west Nederland.
Serie Aardappelen nr. 6
b. Streef naar een zo juist mogelijk
aantal stengels per m2 (18-20). Goed
voorgekiemd pootgoed zal over het
algemeen iets minder stengels per
knol geven dan niet of nauwelijks
gekiemd pootgoed. Het tijdstip is
hierop ook van invloed.
c. Poot alleen als de conditie van de
grond optimaal is. Goed voorge
kiemd pootgoed zal in grond met een
slechte structuur ook geen prima ge
was geven.
Door de voortschrijdende mechani
satie ontstaat er steeds meer behoefte
het pootgoed in grotere eenheden te
verwerken. Het gebruik van grote
kisten zal daarom steeds meer toe
nemen. Deze methode is wel het
minst arbeidsintensief, maar wel ka
pitaalintensiever. Komt voorlopig
alleen voor de grotere bedrijven in
aanmerking.
Het lijkt ons, mede na al hetgeen in
het voorgaande over pootgoed bewa
ring en -behandeling is gezegd, dan
ook niet reëel te stellen dat voor elk
bedrijf eenzelfde wijze van werken
het beste resultaat zal geven. Facto
ren als arbeidsbezetting, grondsoort
e.d. zijn hierop van grote invloed.
Elke ondernemer zal na ampele
overwegingen zijn keuze van hande
ling moeten bepalen.
Bedrijfsvoorlichter
Akkerbouw,
C.A. Barendrecht
Het zal ook in de komende jaren
moeilijk blijven pootgoed van de
gewenste kwaliteit voort te bren
gen. Het spook van talloze ziek
ten en van het "beheren" daarvan
zal ons blijven achtervolgen. De
vraag naar pootgoed, mondiaal
gezien, dus in wereldverband, zal
gestaag blijven stijgen in relatie
tot sterk toenemende belangstel
ling naar meer gezond en goed
koop voedsel.
Als we de kwaliteit van ons pootgoed op het vereiste niveau kunnen houden, dan
ziet het er voor de export goed uit.
Als we de kwaliteit van ons pootgoed
vergelijken met dat van onze naaste
concurrenten in Europa maar ook
daar buiten, dan kan de verhouding
gunstig genoemd worden in onze
richting. Het meeste in het oog
springend zijn het beheren van bac
terie- en schimmelziekten. Onze
normen bij de NAK liggen duidelijk
scherper dan overal ter wereld. Zo
scherp, dat ze voor ons als telers op
het scherpst van de snee, op de rand
van aanvaardbaarheid liggen. Zo
hier en daar, zo af en toe, ontploft het
wel eens in scherpe kritiek van te
lerszijde. En toch zullen we terwille
van onze afzet, terwille van de export
zware normen moeten blijven ac
cepteren. In ons aller belang.
Een van mijn grootste zorgen ligt op
dit moment bij het vraagstuk "be
drijfshygiëne en daarmee bij de in
fecties vanuit de zijlijn. Er is al heel
wat over gepraat en over geschreven.
Via lezingen, vanuit de landbouw-
voorlichtingsdienst, vanuit NAK en
Keuringsdiensten of via de handels
huizen. Aan de ene kant wordt de top
van ons pootgoed vrij van allerlei
lastige ziekten gemaakt met behulp
van stamselectie, snelle vermeerde
ring via de reageerbuis, nieuwe
toetsmethodieken zoals "Elisa",
maar aan de andere kant zijn we er
steeds op uit om de kostprijs bij de
voortbrenging te beteugelen. En dat
laatste leidt tot verdere mechanisatie,
tot gemeenschappelijk gebruik van
machines. En de machines zijn de
laatste jaren zo duur geworden dat
een rendabel gebruik slechts moge
lijk is via of loonbedrijven. Men zal
mij direct in de nek springen met:
"En jij hebt zelf altijd voor samen
werken gepleit; voor samenwer
kingsvormen van 2 of meer buren".
En dat blijf ik doen, maar dan wel
met in acht neming van overbren
gingskansen van ziekten: bacteriën,
schimmels, aaltjes! Dat heet be
drijfshygiëne. In de eerste plaats be
langrijk voor het eigen pootgoed om
niet via scherpe keuringsnormen te
worden geconfronteerd met declas
seringen en afkeuringen op het eigen
bedrijf. Voorzorgen daartoe zijn ge
noegzaam bekend via allerlei zeer
waardevolle brochures, en andere
voorlichting,
Maar in de tweede plaats is bedrijfs
hygiëne belangrijk voor de ontvan
ger van ons pootgoed in binnen— en
buitenland. Het zou natuurlijk niet
juist zijn alleen maar maatregelen te
nemen rond het eigen pootgoed.
Onze afnemers, onze klanten, wor
den regelmatig in kennis gebracht
met onze strenge, zorgvuldige selec
ties, met onze strenge NAK-normen.
Dan moeten we natuurlijk ook zor
gen dat bij en via de oogst geen zij
lijn-infecties meer kunnen optreden.
Ook het pootgoed dat naar "de
markt" gaat, moet met de nodige
discipline, met de nodige bedrijfshy
giëne worden begeleid, zodat onze
klanten tevreden blijven.
Ik ben ervan overtuigd dat de kost
prijs van Nederlands pootgoed het
hoogste ter wereld is. Dat is aller
minst om trots op te zijn. Daar wordt
gelukkig veel aandacht aan besteed.
Ik waardeer in deze de belangstelling
van het LEI voor onze sector, maar ik
waardeer ook ten zeerste de inspan
ningen van de Friese voorlichter M.
v.d. Galiën.
Nederlands pootgoed- verdient deze
begeleiding, deze zorg, deze aan
dacht. Maar als dan de kostprijs zo
hoog is, dan moet er wel een meer
prijs, een extra prijs betaald worden.
Tot nu toe is dat gelukkig op veel
plaatsen ter wereld realiseerbaar. We
zullen er daarom alles aan moeten
doen met onze kwaliteit boven an
deren te blijven uit torenen.
En dat betekent: strenge normen
blijven aanvaarden en bedrijfshy
giëne tot het uiterste betrachten.
Maar het betekent ook dat de kost
prijs tot het uiterste beteugeld moet
De Werktuigendagen Liempde, wel
ke gehouden worden op 9, 10 en 11
mei 1983, hebben een belangrijk deel
van de beschikbare beursruimte al
gereserveerd.
Veel eerder dan voorgaande jaren
hebben de deelnemers ingeschreven
op de aangeboden standruimte.
De Werktuigendagen Liempde, die
bekend staan vanwege de vele gelei
de demonstraties, tonen de nieuwste
ontwikkelingen op het gebied van
onder meer de landbouw, de tuin
bouw, de fruitteelt, de boomteelt, de
kassenbouw.
worden. Er kan in deze echter niet
meer bij. Dus in de eerste plaats de
hand in eigen boezem, maar daar
naast een handhaving van het aard-
appelonderzoek, blijvende actieve
begeleiding van de landbouwvoor
lichting en een blijvende 50% bijdra
ge in de keuringskosten.
Als we vanuit het beleid gezien,
werkelijk onze zin zouden krijgen,
dus handhaving van de kwaliteit of
verdere verscherping en voorts be
teugeling van de kosten, dan ziet het
er voor nederlands pootgoed goed
uit.
De belangstelling voor de teelt van
aardappelen als gezond, goedkoop
voedsel neemt hand over hand toe.
Gezond pootgoed, nederlands poot
goed, als uitgangsmateriaal daartoe,
geeft de zekerheid tot het slagen om
een optimale oogst te bereiken. Een
nog verdergaande nauwe samen
werking van telers met de handel kan
voorkomen dat in onderlinge naijver
guldens per 100 kg worden verloren.
Daarom geldt nog steeds: pootaard-
appelen geplant, maar dan in
koopmans hand.
In de Gewassen- en Rassenbijlage
1983 is in het artikel "Rooigewassen
zijn veeleisend: extra zorg wordt be
loond" op pag. 13 een zetfout geslo
pen. In tabel I over de kilogram op
brengsten konsumptieaardappelen
wordt als opbrengst tonnen/ha. in de
bedrijfsgrootte-groep 20-40 ha een
opbrengst vermeld van 69 ton. Dit
moet zijn 49 ton!