De maand februari op het
zuidwestelijk landbouwbedrijf
De voeding van
hoogdrachtige
ooien
De eerste weken van deze maand staan zeker nog in de belangstelling van het vergaderen, hoewel meestal de top wel in
januari ligt. In de tweede helft van februari vangen er al diverse veldwerkzaamheden aan, waardoor het vergaderen op het
tweede plan komt.
Het valt op dat op veel vergaderingen dikwijls dezelfde mensen komen. Het hoeft voor iedereen niet interessant te lijken,
maar de thuisblijvers missen toch wel belangrijke informatie in deze tijd. Het zich op de hoogte stellen van de nieuwste
ontwikkelingen is voor de ondernemer onmisbaar.
spuiting met DNOC of Hertogil noodzakelijk zijn
akkerbouw
De werktuigen op het bedrijf zullen
voor een groot deel zijn nagezien en
reeds klaarstaan voor het nieuwe
seizoen. De prijzen van nieuwe
werktuigen en trekkers zijn sterk ge
stegen, o.a. door een grotere capaci
teit. Of deze hogere capaciteit altijd
nodig is, is te betwijfelen. De totale
inventariskosten stijgen er wel door.
De vraag is zeer belangrijk of afsto
ten van bepaalde werkzaamheden
naar de loonwerker dan wel uitvoe
ren in samenwerking met enkele an
dere bedrijven een betere oplossing
zou kunnen zijn.
Kavelruilregeling
Verder wijzen wij U op de
kavelruilregeling die voor de ak
kerbouw reeds veel voordelen heeft
geboden, door o.a. een betere per
ceelsindeling en verkorting van de
afstand tot de bedrijfsgebouwen. Met
minstens 3 grondeigenaren kunt U al
in aanmerking komen voor deze re
geling, waarbij onder meer de kosten
van het kadaster, registratie en nota
ris voor 100% worden vergoed. Een
flinke tegemoetkoming door de over
heid, temeer daar de grote ruilverka
velingen aanzienlijk vertraagd gaan
worden wegens de bezuinigingen.
In dit overzicht willen wij U tevens
wijzen op de volgende teeltbegelei
dingen van het Ministerie van
Landbouw en Visserij:
Handleiding chemische bestrij
ding van ziekten, plagen en on
kruiden in landbouwgewassen.
Prijs 2,50. Storten op giro
1690875 van het C.A.D.-Planten
ziekten te Wageningen.
o Groene Berichten van de P.D.
prijs 17,50. Bestellen Geertjes-
weg 15 te Wageningen, per brief
kaart. In deze berichten vindt U
de laatste gegevens over de ge
wasbeschermingsmiddelen die U
in de loop van het jaar worden
toegestuurd,
o Ook de 58ste Rassenlijst 1983 kan
U behulpzaam zijn bij het teelt
plan 1983 met een schat van in
formatie. Bestellen bij Leiter Ny-
pels B.V., Maastricht op giro
1037754. Prijs 9,25.
Bouwplan
De rentabiliteit van Uw bedrijf
wordt bepaald door de keuze van de
gewassen, de opbrengsten per ha, de
prijzen van de produkten en het
kostenniveau. Bent U nog niet rond
met het teeltplan, tracht dan door
middel van saldo-begrotingen een
vergelijking op te stellen. Een be
paald gewas met weinig kosten kan
ook een te laag saldo geven. De
praktijk gaat hier soms te snel aan
voorbij.
Bemesting
Opgave voor het N-profielonderzoek
is het de hoogste tijd. Dit kan bij de
monsternemer van het Bedrijfslabo-
ratorium voor Grond- en Gewason-
derzoek te Oosterbeek. Binnen drie
weken heeft U dan het advies terug
en U bent beter geïnformeerd dan
met alleen het standaardadvies dat
voor de gehele regio wordt gepubli
ceerd omstreeks eind februari in de
landbouwpers. Denkt U ook om de
fosfaatvoorziening van Uw gewas?
Fosfaat verplaatst zich nauwelijks
door de grond. Voor de jonge kiem-
plantjes is snel opneembaar fosfaat
erg belangrijk. Strooi daarom indien
mogelijk het fosfaat enige weken
vóór de zaai. Dit is duidelijk in
proeven aangetoond. Op veel plaat
sen komen lage fosfaatgehalten voor.
Gebruik als dat het geval is 23-23-0
mengmest in plaats van 26-14-0. U
moet bij een lage voorraad in de
grond een extra P-gift geven om het
niveau van de grond te verbeteren.
12
Tarwe
Op percelen waar geen bodemherbi
cide is toegepast kan een vroege toe
passing van Herbogil of DNOC
noodzakelijk worden. Doe dit zo
mogelijk nog in februari, tenzij er
geen vorstperiode in de lucht hangt,
dan daarna. Ook kleefkruid wordt in
kiembladstadium nog bestreden.
Tegen wat grotere muur en kleef
kruid kan men het beste aan de
DNOC of Herbogil l 2 liter MCPP
toevoegen of meteen DM 68 gebrui
ken (waar Herbogil MCPP in zit).
Men kan dan geen klaver meer zaai
en, wel gras als grqenbemester.
Karwij
In de karwij ligt het dit seizoen niet
zo eenvoudig wat de onkruidbestrij-
ding betreft. Bij verschillende mid
delen luidt namelijk het advies:
spuiten als de karwij in rust is, maar
tot op dit moment (half januari)
bleef ze praktisch doorgroeien. Toch
zal er hier en daar nog wat aan de
onkruidbestrijding gedaan moeten
worden. Tegen grasachtigen als duist
en straatgras kan Legurame, tegen
muur chloor-IPC gebruikt worden
bijvoorbeeld in de combinatie 6 liter
Legurame 1,5 liter chloor-IPC. Bij
aanwezigheid van graanopslag (kar
wij vanonder tarwe) plus muur kan
men waarschijnlijk het beste eerst
het Legurame-chloo IPC-mengsel
toepassen om daar later bij wat ho
gere temperaturen en als het gewas
een paar dagen achtereen droog is
(en ook geen regen wordt verwacht)
Fervin aan te wenden tegen de
graanopslag. Fusilade doet het nog
beter op graanopslag maar het is niet
zeker of dit middel al verkrijgbaar is
op het moment dat het in de karwij
nodig is. Een graanopslag is een gro
te concurrent vooral omdat karwij
vanonder tarwe meestal toch al alles
nodig heeft. Gramoxone doet in
karwij die doorlopend groen blijft te
veel schade. In karwij die al flink
uitgelopen is, kan tegen niet-gras-
achtige onkruiden nog Aresin ge
bruikt worden. Dit bestrijdt geen
duist en nog minder graanopslag.
Aan dit gewas kan reeds vroeg stik
stof worden gegeven. Geef op een
"rijke" bodem niet meer dan 120 kg
N per ha. Pas namelijk op voor lege
ring van karwij!
Graszaad
Voor de gazongrassen (roodzwenk
en veldbeemd) moet de stikstof
vroeg gestrooid worden. Vanaf begin
februari dient me elk geschikt tijdstip
te benutten. Als er echter een flinke
vorstperiode is en de grond diep be
vroren, is het beter te wachten. Bij
dooi kunnen dan namelijk plaatse
lijk te hoge N-concentraties ont
staan. Op Engels raaigras kan tot
begin maart worden gestrooid. In
verschillende gevallen is het ng mo
gelijk om in graszaad in het (vroege)
voorjaar een chemische onkruidbe
strijding uit te voeren. Vooral in laat
gezaaide percelen raaigras, waar in
het najaar niet meer gespoten kan
worden, (geringe ontwikkeling of re
gen) zal zich nu onkruid ontwikkelen
die een bestrijding noodzakelijk
maakt. Te denken valt aan DNOC of
Herbogil die ook bij lagere tempera
turen al werkzaam zijn: Vroeg spui
ten op zo klein mogelijk onkruid is
dan het parool. De kans is echter
groot dat (na een zachte winter)
muur en kanmille te groot zijn. Een
tussenweg is dan om aan de DNOC
of Herbogil wat MCPP toe te voegen.
Het middel Basagran P neemt een
vrij groot aantal onkruidsoorten
mee, maar de werking valt tegen als
het geen groeizaam weer is en/of de
nachten erg koud.
Met het opschonen van de graszaad
percelen wat betreft "vreemde"
grassoorten kan men ook reeds in
deze maand beginnen. Kortingen op
de uit te betalen prijs kunnen dan zo
laag mogelijk gehouden of geheel
vermeden worden!
Grondbewerking en
kweekbestrijding
Bij ongelijke ligging van de ploegs-
neden kan men over de "vorst" een
egaliserende werking uitvoeren, zon
der structuurbederf. Vooral voor de
fijnzadige gewassen als bieten, uien,
blauwmaanzaad, vlas enz. is di een
geschikte bewerking. Dit in verband
met een goed zaaibed t.z.t. dat voor
zien is van een fijne dunne toplaag.
Ook is het mogelijk tegen kweek nog
een 15-20 kg TCA per ha te gebrui
ken tot 3 weken voor de zaai van de
bieten. Veiliger is het om te wachten
tot na de opkomst van de bieten als
het kweekgewas 15 cm lang is om
dan met Fervin of het nieuwe middel
Fusilade te spuiten. Zie de gebruik
saanwijzing. Fusilade voor kweek
bestrijding de voorkeur.
Aardappelen
Wanneer het pootgoed op het bedrijf
komt, dan is het zeer belangrijk dit
direct te controleren op o.a. rhizoc-
tonia en fusarium. Tevens is het be
langrijk het aantal knollen per 50 kg
te tellen in verband met het vereiste
aantal planten later in het gewas. Op
de Kijk- en Praatbijeenkomsten hebt
U kunnen zien dat er grote verschil
len zijn tussen de partijen. Het be
reiken van 35000 planten per ha kon
in 1982 in het ene geval met 1700 kg
pootgoed in het andere geval met
2100 kg pootgoed van de maat 35/45.
Dat scheelt een slok op een borrel!
Steeds meer blijkt de noodzaak van
het afleveren van een kwaliteitspro-
dukt, zowel voor de consumptie als
voor de industrie. Daarom: warm de
aardappelen op vóór het afleveren
tot 15 a 20 graden C. Zeker drie da
gen opwarmen, afhankelijk van de
schapenhouderij
capaciteit van de verwarmingsappa
ratuur; 2000 kJ (500 kcal) per uur per
ton. Twee apparaten van 40.000 kcal
is praktischer dan één van 80.000 kcl.
Zet het apparaat nooit op de aard
appelen en zorg voor voldoende
aanvoer van verse lucht.
Bewaart U langer dan de komende
weken, controleer dan de tempera
tuur tweemaal per week en ventileer
zodra de temperatuur in de bewaar
plaats 1 k 1 l/i graad C boven de ge
wenste bewaartemperatuur is geste
gen. Voor de verse markt is dat 5-6
graden C en voor de fritesindustrie
6-8 graden C. Voor de chipsverwer-
king zelfs 7-10 graden C.
mee bij de bestrijding van onkruid
Aan de voeding van drachtige ooien moet voldoende aandacht wor
den besteed. Vooral in de laatste 2 maanden van de dracht. In die tijd
namelijk gaan de ongeboren lammeren zich sterk ontwikkelen waarbij
het gewicht vier keer zo groot wordt. Dit vraagt van de ooi veel energie
wat uit het voer gehaald moet kunnen worden. Is dat niet het geval
dan kunnen er problemen ontstaan, zoals slepende melkziekte e.d.
Wilt U goed voeren, dan zult U met een paar zaken rekening moeten
houden, te weten:
Verkleining van de pensinhoud
Dit komt omdat de ongeboren lammeren steeds meer ruimte in de
buikholte gaan innemen. Dit heeft tot gevolg dat de pens minder
ruwvoer (met relatief een laag drogestofgehalte) zoals witlofwor
telen, uien, e.d. kan "verwerken",
voedingswaarde van het voer
De voedingswaarde van het opgenomen gras is nu een stuk lager
dan die van voorjaarsgras.
De voedernorm in de laatste twee maanden van de dracht is voor
een ooi van 80 kg 1,3 a 1,9 kg drogestof per dag waarin dan 1250
VEM en 140 gram voedernorm eiwit aanwezig moet zijn.
Aan deze norm wordt voldaan wanneer men bijvoorbeeld 2 kg
goed hooi en 2 ons schapekorrel per dag verstrekt. Ook ruwvoeders
zoals voordroogkuil (minimaal 50% drogestof per kg produkt)
snijmaïs en erwtestro kunnen worden gevoerd. Als U snijmaïs
voert, moet U er wel op letten dat de ooien niet gaan vervetten. Het
is raadzaam om naast snijmaïs hooi of erwtestro bij te voeren. Een
maatstaf voor de juiste voeding is de conditie van de ooi. Gaat de
conditie achteruit, dan moet er een meer geconcentreerd hoog
waardig energierijk produkt worden gevoerd.
Enting tegen het "bloed" enterotoxemie)
Om de lammeren straks voldoende bescherming te kunnen geven
tegen het "bloed" is het nodig om de ooien tegen het eind van de
dracht te enten. Deze enting zorgt ervoor dat de noodzakelijke anti
stoffen gevormd worden tegen deze bodembacterie (Clostridium per-
fringers). De antistoffen komen na het aflammeren in de biest terecht
en kunnen door de lammeren worden opgenomen. Deze antistoffen
zorgen ervoor dat de bacteriën in het darmstelsel van het lam niet snel
kunnen vermenigvuldigen. Is dit wel het geval, dan komen giftige
stoffen vrij die voor het lam dodelijk zijn. Een enting tegen het bloed is
altijd zinvol omdat de kosten hiérvan veel minder zijn dan de schade
die door het "bloed" kan ontstaan.
Epipré
I
Snelle schriftelijke advisering per J
perceel wintertarwe is mogelijk i
als de teler daarvoor regelmatig
een aantal gegevens verstrekt, i
Deze voorlichting per computer J
over graanziekten wordt in 1983
voortgezet door het P.A.G.V. in j
samenwerking met de Consu- J
lentschappen voor de Akker- i
bouw. Zelfwerkzaamheid in de J
vorm van goed waarnemen, is
daarvan de basis. Een en ander j
goed op een rijtje zetten en op- J
bouwen tot een advies, dat doet i
Epipré voor U. Meld U aan als
deelnemer bij Uw bedrijfsvoor- j
lichter.
De bedrijfsvoorlichter j
ing. K.F. Malcorps, j