Bacterievuur aanpakken t.b.v.
sterke troef pereteelt
Kolenstook en gebrek zoet water
bedreigen voortbestaan Zeeuwse
fruitteelt
"Concentratie aanbod
brengt betere middenprijs op
Grote belangstelling
A. v. Oosten op Ontwikkelingsdag fruitteelt
Eenzijdig
Achterstand
N.F.O. Kringvoorzitter W. de Jager:
Zoetwater
Proeftuinen
Fruitaankopen
Ir. A.J. Riemens (Van ministerie van
Landbouw):
Concentratie
Strukturele overschot bij appels duurt tot 1990
"AI met al is de pereteelt een zeer sterke troef van de Zeeuwse fruitte
ler, een hechte pijler die we niet kunnen missen. Daarom moet werke
lijk alles eraan gedaan worden om de dreiging van het bacterievuur te
bezweren door het onschadelijk maken van zieke meidoorns. Het gaat
om het bestaan van onze Zeeuwse fruitteelt, om uw bestaan". Met deze
waarschuwende woorden besloot de oud-voorlichter van de Z.L.M. en
fruitteeltdeskundige de heer A. van Oosten een betoog over de kon-
kurrentiepositie van de Zeeuwse fruittelers tijdens de druk bezochte
"Ontwikkelingsdag voor de fruitteelt", vrijdag 14 januari j.l. in Kapelle.
Wat betreft die konkurrentiepositie
kan worden vastgesteld dat Zeeland
dank zij het klimaat zeker wat de
pereteelt betreft in ons land een zeer
sterke positie heeft weten te verwer
ven. Bijna de helft van het landelijk
peren-areaal bevindt zich nu al in het
zuidwesten. Het prijsverloop van de
peren steekt de laatste jaren ook
gunstig af bij die van de appels.
De heer van Oosten wees zijn gehoor
er overigens wel op dat alles draait
om de peer Coriference, de enige
peer met een sterke exportpositie.
Van Oosten: "Het peresortiment
wordt met vrijwel uitsluitend de
Conference wel griezelig eenzijdig.
Een gelukkige omstandigheid daar
bij is wel dat de teeltomstandigheden
voor de Conference slechts in een
zeer beperkt deel van Europa opti
maal zijn, eigenlijk uitsluitend in
Zuid West-Nederland. Niettemin
pleitte de ZLM-voorlichter niet voor
een sterke uitbreiding van de opper
vlakte peren om "explosies" te voor
komen. Daarom moet de appel ook
in Zeeland de grootste plaats blijven
innemen. Die moet zorgen voor
brood op de plank terwijl de peer
boter en beleg op moet leveren", zo
zei van Oosten.
Het Zeeuwse aandeel bij zowel de
appels als de peren is vergeleken met
het landelijk areaal procentueel toe
genomen; in de laatste 30 jaar nam
het appelareaal toe van 8,2% tot
16,1% en dat van peren van 10,1% tot
26,4%. Absoluut gezien is het appe
lareaal overigens zowel in ons land
als geheel als in Zeeland gedaald
maar voor Nederland als geheel veel
meer.
Bij peren handhaafde Zeeland zijn
areaal terwijl de landelijke omvang
zeer sterk is teruggelopen. Daardoor
is Zeeland een zeer belangrijke
plaats in gaan nemen bij de peren,
aldus van Oosten. Behalve deze cij
fers geven volgens van Oosten ook de
leeftijdsopbouw en de beplantings
dichtheid op de Zeeuwse fruitbedrij-
ven reden tot tevredenheid. In Zee
land was in 1980 44% van het appe
lareaal intensief of zeer intensief
tegen over heel Nederland slechts
35%.
A. van Oosten
Overigens maakte hij daarbij de aan
tekening dat buiten de ruilverkave-
lingsgebieden de verjonging niet vlug
genoeg gaat. "Vooral de voormalige
jonge centra als Oost-Zuid-Beveland
en Zeeuws-Vlaanderen dreigen op
achterstand te komen, waarschuwde
hij. Hoewel verjonging veel geld kost
moet toch speciaal bij de appels het
tempo opgevoerd worden. Daarbij
achtte hij druppelbevloeiing van
groot belang. Speciaal voor Noord-
Zeeland bepleitte hij het zoet maken
van Grevelingenbekken en Zoom
meer. De heer van Oosten sneed ook
de afzet aan "een teer en moeilijk
punt" waarvan hij zich bewust zei te
zijn dat het beslist anders moet maar
ook niet zou weten hoe.
Als het beleid m.b.t. de bestrijding van bacterievuur niet verandert, zal
over 9 a 10 jaar alleen in de fruitteeltgebieden waar goed gekontroleerd
wordt en het zieke opgeruimd, nog enige meidoorn over zijn. In die
gedeelten van Zeeland zoals 6 van Schouwen en Walcheren waar de
aantasting niet wordt opgeruimd, zal alle meidoorn ziek en dood zijn.
Dit voorspelde de heer W. de Jager voorzitter van de Nederlandse
Fruittelers organisatieafdeling Zeeland op de Ontwikkelingsdag voor
de fruitteelt 14 januari jl. in Kapelle.
De heer de Jager verweet de be
schermers van natuur en landschap
verworden te zijn tot vernietigers
daarvan. Ze willen zo weinig moge
lijk ingrijpen maar met wat boeren
verstand kun je nagaan en dagelijks
in de prkatijk zien dat het fraaie
landschap aan zo'n beleid ten gronde
gaat", aldus de Kringvoorzitter van
de N FO, die er aan toevoegde dat het
bedrijfsleven pas weer mee wil wer
ken aan een verdere bestrijding van
bacterievuur wanneer er door de
overheid een totaal teelt- en plant-
verbod voor heel Nederland van
meidoorn en twee cotoneastersoor-
ten komt.
Onbegrijpelijk zei de Jager het te
vinden dat de provinciale overheid
kost wat kost een kolengestookte
centrale wil bouwen. Het milieu van
Zuid-Beveland zal daardoor zo ern
stig worden aangetast dat het tot ge
volg zal hebben dat in een vrij groot
deel geen fruitteelt meer mogelijk zal
zijn". We zullen moeten onderzoe
ken hoe we dit kwaad kunnen ke-
De kringvoorzitter sneed ook het ge
brek aan zoet water aan. "Ieder jaar
wordt de noodzaak van een goede
zoetwatervoorziening dringender, zo
stelde hij, vooral voor de boomgaar
den. Onze klimatologische voorde
len worden door bijv. het niet kun-
A fdelingsvoorzitter W. de Jager
nen beregenen tegen vorst voor een
groot deel tenietgedaan. Hierdoor
zo vreesde hij, moeten we er van
uitgaan dat over enige jaren de
fruitteelt op de meeste Zeeuwse
gronden zonder zoetwatervoorzie
ning niet meer mogelijk zal zijn."
Niet erg ingenomen toonde de voor
In de 48 weken tussen 9 augustus
1981 en 10 juli 1982 is een onder
zoek gehouden naar fruitaanko
pen. Daaruit blijkt dat een Ne
derlands gezin toen gemiddeld
bijna elke week vers fruit kocht.
Van alle winkelbezoeken werd
52% gebracht aan de levensmid-
delenbedrijven. 43% aan de ge
specialiseerde groentèhandel en
de rest vond plaats bij de teler en
de overige afzetkanalen.
Per bezoek werd er, zoals te ver
wachten. bij de teler het meest
gekocht. Daar gaat men duidelijk
heen om "in het groot" in te ko
pen. Er werd bij de teler gemid
deld 5,5 kg fruit per keer gekocht.
Tijdens het oogstseizoen van ap
pelen en peren was het zelfs bijna
6,5 kg.
De heer A.J. Riemens, adjunkt-direkteur Akker en Tuinbouw van het
Ministerie van Landbouw onderwierp op de ontwikkelingsdag voor
de fruitteelt 14 januari j.l. in Kapelle de nationale situatie in de
fruitteelt aan beschouwing. Ten aanzien van de verjonging van de
plantopstand stelde hij dat mocht de situatie op het bedrijf belangrijk
afwijken van een vervanging van zo'n 6% per jaar en de teler is wel van
plan te blijven dat het de hoogste tijd wordt plannen te maken die een
goede basis kunnen vormen voor de verdere toekomst.
Ook ir. Riemens bracht het bacterie
vuur ter sprake. Hoewel hij dat dit
probleem terecht de nodige publici
teit en aandacht heeft gekregen, riep
hij telers en organisaties toch op eni
ge behoedzaamheid in achting te
nemen. Overigens zei hij van mening
te zijn dat vruchtboomkanker een
minstens even groot probleem is en
zelfs meer schade veroorzaakt. In de
discussie bleek duidelijk dat de
praktijk het daarmee niet eens is.
Vanuit de zaal werd o.m. opgemerkt
dat vruchtboomkanker door de telers
in de hand kan worden gehouden
maar dat besmetting met bacterie
vuur vooral van buiten de fruitteelt
komt waardoor de teler hier in een
veel afhankelijker positie verkeert.
Ten aanzien van de afzet bepleitte de
adjunkt— direkteur een verdere con
centratie van het aanbod omdat zulks
per veilpunt een groter aandeel in de
markt oplevert en dus meer invloed
1
ym
9
■~4K
Ir. A.J. Riemens
heeft op o.m. de prijs. Dit laatste is
uit onderzoekingen reeds gebleken:
op grote veilingen met een relatief
groot aandeel wordt een betere mid
denprijs behaald dan op kleinere vei
lingen. "Ook in een gebied als Zee
land mag dat tot nadenken stem
men", aldus ir. Riemens.
zitter zich met het rapport over de
herstrukturering van de fruitteelt
proeftuinen. "De ene kleine proef
tuin voor het Zuidwesten van 8 ha is
voor ons gebied maar erg magertjes."
Daarbij vroeg hij zich af of de ver
plaatsing van Numansdorp naar
Wilhelminadorp wel gewenst is.
Sprekend over de oogst van het afge
lopen jaar en de slechte prijzen riep
de Kringvoorzitter de telers op om de
oogst regelmatig te ruimen en geen
rijpe of versleten partijen aan te voe
ren. Zeker in een jaar als deze met
een zware overproduktie wordt de
konkurrentiestrijd uitgevochten met
kwaliteit. Die kwaliteit kunnen we
telen in onze jonge moderne beplan
tingen met virusvrije bomen en een
scale van oude en nieuwe rassen", al
dus de heer de Jager.
Voor de jaarlijkse ontwikkelingsdag voor de Fruitteelt die 14 januari jl. te
Kapelle werd gehouden, bestond grote belangstelling. Deze gold zowel
voor het theoretische deel in "De Vroone" als voor het op de praktijk
gerichte onderdeel van de dag in en rond de veilingsgebouwen in Kapelle.
De algemene indruk van zowel de organisatoren als de bezoeker is dat de
huidige opzet kennelijk aanslaat en in een duidelijke behoefte voorziet.
De tot nu toe gehanteerde formule zal dan ook gehandhaafd blijven voor
de eerstkomende jaren.
Volgens ir. A. Groot, algemeen-se
cretaris van de NFO zal de struktu
rele overproduktie van appels in de
EEG voortduren tot 1990. Bij de pe
ren zal zijns inziens nauwelijks spra
ke zijn van een overproduktie.
Beperking van de appelproduktie zal
volgens Groot niet over kunnen wor
den gelaten aan de telers zelf, maar
zal moeten worden gerealiseerd in het
kader van het EG beleid met behulp
van het interventiesysteem. Wel zou
den de verhogingen van de interven
tieprijzen volgens de algemeen-se
cretaris tot het minimum moeten
worden beperkt de komende jaren.
Hij betreurde het dat uit de strijd van
COPA voor hogere prijzen bij een
positief resultaat ook een verhoging
vloeit voor de interventieprijzen voor
appels en peren. "Deze laatstge
noemde prijzen moeten nl. voldoende
ver verwijderd blijven van de produk-
Ir. AGroot
tiekosten om instandhouding of ver
groting van de overproduktie te ver-
hinderen."De heer Groot zei tenslot
te een voorstander te zijn van de
prae-interventie maar deze regeling
zou zijns inziens op een aantal on
derdelen nog wel verfijning tehoeven.
13