Recessie doet vraag naar granen stagneren Landbouwschap onderscheidt Van Dam en Kriellaars "Solidariteit te veel vanuit sociale invalshoek bekeken" Bestuur Landbouwschap akkoord met hogere heffing van 7% Ir. Luteijn op nieuwjaarsbijeenkomst ZAJK: Begroting 1983 vastgesteld: Inbreng natuurbehoud bij waterhuishouding beter regelen Leden en niet-leden Oogstkrediet De algemene heffing van het Landbouwschap gaat voor het jaar 1983 met 7% omhoog. Het bestuur van het schap is hiermee akkoord gegaan bij de vaststelling van de begroting 1983 van het Landbouwschap. Een deel van de heffingsverhoging vloeit voort uit de aankoop en herin richting van een nieuw kantoorgebouw in Den Haag. De rest houdt verband met de algemene stijging van het loon- en prijspeil sinds 1979. De laatste drie jaar is de heffing van het Landbouwschap niet verhoogd. De uitgaven van het Landbouw schap (gewone dienst) in 1983 zijn geraamd op bijna 28 miljoen. Vol gens de ramingen staan daar inkom sten tegenover van 26,5 miljoen. Het bestuur van het Landbouwschap schaarde zich achter het voorstel van de begrotingskommissie om uitga ven ter grootte van 1,5 miljoen te dekken uit de in vorige jaren ge vormde reserve. Het dagelijks be stuur werd vorig jaar gemachtigd tot de verkoop van de oude kantoorge bouwen aan de Raamweg en de aankoop van nieuwe aan het Prinse- vinkenpark in Den Haag. De gevol gen van de verhuizing en de herbouw van een deel van de nieuwe behui zing mag voor de algemene heffing een stijging betekenen van maximaal 5%. Daarvan wordt in 1983 de helft verwerkt. De belangrijkste uitgaven van de ge wone dienst zijn als volgt geraamd: salarissen, sociale lasten en pen sioenlasten 17,8 miljoen. Huisves ting en bureaukosten 3 miljoen, waaronder telefoon- en portikosten 800.Ö00,- en landelijke en gewes telijke vergaderkosten van 2 mil joen (inklusief vergoedingen be- drijfsgenoten). Enkele uitgaven in de vorm van subsidies zijn bestemd voor de Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw 627.000,— het Landbouw-Ekonomisch Insti tuut 200.000,— en de Flevohof 115.000). Het andere gedeelte van de begro ting van het Landbouwschap bestaat uit ongeveer 25 bijzondere diensten. Hierbij gaat het om extra heffingen, die door de direkt belanghebbenden worden opgebracht en die worden besteed voor specifieke werkzaam heden. Hierbij gaat het in totaal om ruim 63 miljoen (veehouderij 46,5 miljoen, akkerbouw 10 mil joen, tuinbouw 2,5 miljoen en pluimveehouderij f 4,7 miljoen). Op basis hiervan verwacht het Landbouwschap voor de bestrijding van dierziekten volgend jaar 28,5 miljoen te moeten uitgeven. Inklu sief personele kosten van de Stich ting Gezondheidszorg voor Dieren gaat 't om een bedrag van 31,8 mil joen. Ongeveer 18 miljoen daarvan is bestemd voor de bestrijding van runderziekten. De gezondheidszorg voor varkens vergt 6 miljoen en die voor pluimvee 4,5 miljoen. Het Lindbouwschap zal in 1983 ongeveer 2,2 miljoen bijdragen in de kosten van het onderzoek voor de land- en tuinbouw. Daarvan gaat bijna 3 miljoen naar het proefstation voor de Champig nonteelt (Horst). Voor het Denar- projekt in Rijswijk is ruim een ton gereserveerd. Kleinere bedragen zijn bestemd voor de fruitteeltproefbe drijven 5 ton), het praktijkonder zoek pluimvee 3,5 ton), de tuinbouwproefstations (bijna 4 ton) en onderzoek ten behoeve van de akkerbouw 170.000,— en vee houderij 235.000,— Het Landbouwschap heeft de heren H. van Dam uit Strijen en prof. dr. F.W.J. Kriellaars uit Tilburg onderscheidden met de H.D. Louwespenning. De pen ning, genoemd naar de eerste voorzitter van het Landbouw schap, Herman Derk Louwes, wordt toegekend aan personen die zich in het verband van het Landbouwschap buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt voor de Nederlandse land- en tuinbouw. De onderscheiding werd woensdag 5 januari na af loop van de openbare bestuurs vergadering uitgereikt door Landbouwschapsvoorzitter Jaap van der Veen. De heer Van Dam nam eind vorig jaar afscheid als bestuurder van de Voedingsbond CNV. Sinds 1962 vertegenwoordigde hij zijn organisatie in een groot aantal organen van het Landbouw schap, waaronder het bestuur en de Gewestelijke Raad Zuid-Hol land. In het Landbouwschap zet te Van Dam zich onder meer in voor zaken als het landbouwon derwijs, het vormingswerk, socia le aangelegenheden en bedrijfs ontwikkeling. Professor dr. Kriellaars, kwam in 1946 als econoom bij de Stichting van de Landbouw in Den Haag, waaruit in 1954 het Landbouw schap voortkwam. Hij ontwik kelde zich tot een expert op het gebied van Europese en interna tionale aangelegenheden, en was actief in tal van internationale organisaties en commissies. Sinds 1968 was prof. Kriellaars voorzit ter van de Commissie Buitenland en Integratie van het Landbouw schap, een functie die hij op 1 ja nuari j.l. neerlegde. Hij was daarnaast geruime tijd bestuurs lid van het Landbouwschap voor de Katholieke Nederlandse Boe ren en Tuindersbond. In het bestuur van het Land bouwschap is de heer Van Dam opgevolgd door mevrouw Marion Vaartjes-Van Dijk. Als voorzitter van de Commissie Buitenland en Integratie van het Landbouw schap zal in de plaats van prof. Kriellaars worden voorgedragen de heer J. van Noord uit Dwin- gelo. De heer Van Noord is lid van de Tweede Kamer voor het CDA. De voorzitter van het Landbouwschap J. v.d. Veen overhandigt de penning aan de heren Kriellaars en v. Dam (r.). De Natuurbeschermingsraad advi seert minister ir. G. Braks (landbouw en visserij) om de ontwerp-Wet op de waterhuishouding zodanig aan te passen dat het belang van natuur en landschap beter tot zijn recht komt en de burger meer beroepsmogelijk heden krijgt. Dit advies is een dezer dagen uitgebracht. De Raad vindt ook dat er binnen de waterschapsbesturen voldoende ken nis op het gebied van natuurbeheer aanwezig behoort te zijn en dat deze besturen momenteel meestal een eenzijdig Landbouwkundig gerichte samenstelling kennen.- Ten aanzien van de beroepsmoge lijkheden die het wetsontwerp biedt, stelt de Raad voor deze uit te breiden tot "een ieder" in plaats van provin ciale staten, beheerders en belang hebbenden. Ook tegen de vaststelling van het Rijksplan voor het waterkwantiteits- beheer en het beheerplan van de be- Ten aanzien van de internationale graansituatie kan worden gesteld dat de oogstresultaten van granen in de Verenigde Staten, Canada en West- Europa dit seizoen duidelijk beter zijn dan in het vorige oogstjaar. In India en vooral in Australië is het produktie-niveau echter aanzienlijk lager. Voor het vierde achtereenvol gende jaar blijft de produktie in Rus land vèr beneden de verwachtingen, als gevolg waarvan ook dit seizoen grote hoeveelheden door dat land moeten worden ingevoerd. Dit zei de voorzitter van het Pro- duktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten in Den Haag, dr. C.H.J. van Beukering, tijdens zijn nieuwjaarsrede bij aanvang van de openbare bestuursvergadering van het schap op 6 januari 1983. Volgens de produktschapsvoorzitter stagneert de vraag op de wereld markt door de ekonomische recessie en de monetaire situatie en neemt de afzet zelfs af onder invloed van een lagere koopkracht. Een en ander heeft geleid tot lagere prijzen op de goederenmarkten en zijn de voorra den - naast die van granen ook van suiker en zuivelprodukten - sterk toegenomen. De produktie van granen in de Ge meenschap is dit seizoen met in to taal 126 miljoen ton ongeveer 5 mil joen ton groter dan het vorige sei zoen. De prijsontwikkeling is tot nu toe echter teleurstellend geweest. Het verbruik wordt geraamd op 120 miljoen ton, zodat een netto over schot van 6 miljoen ton beschikbaar is. Rekening houdende met de hoe veelheden granen die om kwaliteits redenen uit derde landen worden ingevoerd, zal voor uitvoer 21 mil joen ton beschikbaar zijn. waarvan 16 miljoen ton tarwe en 5 miljoen ton gerst. Voor de bij het produktschap be trokken verwerkende industrie bracht 1982 in het algemeen weinig verbetering. Van Beukering zei dat de problemen die hij vorig jaar noemde, zoals stagnerende afzet, waardoor toenemende overkapaci- teit en grotere konkurrentie zijn ont staan, nog onverkort gelden. Alleen de dalende rentestand vormt een lichtpunt voor het bedrijfsleven, waardoor wellicht een opleving van de investeringen mogelijk wordt. Voor de voedingsmiddelenindustrie blijft echter de daling van de koop krachtige vraag in de komende jaren een remmende faktor, zodat er vol gens Van Beukering geen aanleiding is voor een al te optimistische kijk op de ontwikkelingen in de nabije toe komst. "In een situatie waarin het "ieder voor zich en God voor ons allen" meer weerklank vindt moeten we geen illusies hebben dat het beroep op onderlinge solidariteit veel weerklank zal vinden, als daar niet ook een materiële onderbouw aan wordt gegeven. Het begrip solidariteit wordt te veel vanuit een sociale invalshoek bekeken. Met solidariteit op basis van medelijden, naastenliefde in rijk-arm verhoudingen komen we in de huidige praktijk niet ver meer". Met deze woorden opende NCR-voorzitter Ir. Luteijn de goedbezochte (85 personen) nieuwjaarsvergadering van het Zeeuws Agrarisch Jon geren Kontakt, die op donderdag 6 januari plaatsvond in Kapelle. heerders moet de mogelijkheid tot beroep door een ieder worden geo pend. Overigens is de waterhuishouding onderworpen aan de besluiten die Rijk, provincie en gemeenten heb ben genomen in het kader van de ruimtelijke ordening. Verder stelt de Raad voor om de Konsulent Na tuurbehoud van het Staatsbosbeheer toe te voegen aan de provinciale kommissie voor de waterhuishou ding. Ir. Luteijn was, als nieuwe voorzitter van de Nationaal Coöperatieve Raad door het ZAJK uitgenodigd voor een gedachtenwisseling over mogelijkheden van gunstige regelin gen voor jonge boeren binnen de coöperaties. Het ZAJK bepleit rege lingen als het versneld uitbetalen voor geleverde oogstprodukten me de ook om de aantrekkelijkheid van de koöperaties voor jonge onderne mers te vergroten. Ir. Luteijn toonde zich duidelijk voorstander van een duidelijke be voorrechte behandeling van leden ten opzichte van niet-leden. Hij wees er in dit licht op dat de koöperatie het eigen bestaansrecht ondergraaft wanneer leden en niet-leden op niet of nauwelijks afwijkende voorwaar den zaken kunnen doen. Als reaktie op de voorstellen van het ZAJK wees ir. Luteijn er op dat bin nen de koöperatie de speelruimte om een bepaalde groep leden te bevoor delen boven andere groepen leden niet erg groot is. "Er moet steeds naar een zo optimaal mogelijk evenwicht gezocht worden tussen de belangen van de verschillende leden". Wel was hij daarbij van mening dat een be leid, dat zich op langere termijn richt, bij uitstek aandacht'voor de positie van de jongeren moet heb ben, met name rondom de tijd van de bedrijfsovername. Duidelijke toezeggingen kon hij echter niet doen: "Ik ben geen voor stander van vooruitbetaling, dus verstrekking van oogstkrediet door de afzetkoöperatie". De solidariteit binnen de koöperatie wordt echter, zo stelde hij verder uiteindelijk be paald door de gezamelijke bereid heid van de leden daartoe". De mo gelijkheden van de koöperatie om jongeren extra faciliteiten te geven zijn echter gekoppeld aan een rede lijke eigen vermogenspositie. En de ze is, aldus Luteijn, bij vele koöpe raties voor verbetering vatbaar. Hij wees wel op de mogelijkheid om de eerste 5 jaar na de bedrijfsover name zo maximaal mogelijk uit te betalen. De jonge leden kan daarbij de keuzen worden voorgelegd voor uitbetaling of storting op de leden rekening. Als extra mogelijkheid voor jongeren pleitte de NCR-voorzitter voor een uitbouw van de mogelijkheden van het borgstellingsfonds met een z.g. vermogensverstrekkingskrediet. Een krediet dus waarvoor gedurende vijf of zes jaar geen aflossing verlangt wordt en waarbij sprake is van rente- reduktie. Een volgende mogelijkheid om met Luteijn en koöperatiebestuurders, van gedachten te wisselen doet zich voor op maandag 7 februari. Ir. Luteijn zal dan, in een vergade ring georganiseerd door het Coöpe ratie Contact Centrum West-Neder land, nader ingaan op het thema "De koöperatiegedachte in 1983". Deze bijeenkomst zal plaatsvinden in restaurant "Mondragon". Oude Haven 13, Zierikzee. Aanvang 14.15 uur. 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 4