Hoge opbrengsten in 1982 en EG-steun halen d
veldboon voor eiwitproduktie op de voorgrond
e erwt en
veldbonen Nederland
1978
1979
1980
1981
1982
groene erwten
Nederland
2290
2377
2541
2946
4416
Zeeland
1649
1709
1910
2163
2825
rijp zaad"
32
300
435
284
506
silage
gewas
opbrengst
kq/ha
prijs
ct/kq
saldo
qld/ha
wintertarwe
7100
53
2487
zomergerst
4900
52
1761
erwten (gerealiseerd)
4200
84
2305
erwten (garantieprijs)
4200
79
2095
Bij de teelt van voererwten hoort het ruiteren tot het verleden
Ir. P.H.M. Dekker.
PAGV Lelystad
INLEIDING
Sinds 1978 wordt de teelt van eiwit
rijke produkten in de EG gestimu
leerd door het garanderen van een
minimum-telersprijs. De prijs is de
laatste jaren sterk opgetrokken en
ligt momenteel op een zodanig niveau
dat bij een geslaagde teelt van erwten
of veldbonen het saldo duidelijk ho
ger ligt dan dat van zomergerst en in
een aantal gevallen dat van winter
tarwe bekonkurreert. Vooral de zeer
hoge opbrengsten die door de gunsti
ge weersomstandigheden in het afge
lopen jaar behaald zijn, hebben de
belangstelling voor deze teelten sterk
aangewakkerd.
Bij verschillende telers zijn in 1982
opbrengsten behaald van 6 ton per
ha en op de regionale proefboerde-
rijen te Wieringerwerf en Emmer-
compascuum zijn zelfs proefveldop
brengsten met erwten behaald met
7700 kg/ha bij machinale oogst. Bij
het lezen van deze opbrengsten moet
men zich echter wel realiseren dat
het ook anders kan. Vooralsnog is de
opbrengstzekerheid van erwten of
veldbonen beslist minder dan die
van wintertarwe. Wel is het zo dat
een produktie van erwten of veldbo
nen voor diervoeding minder hoge
eisen aan de kwaliteit stelt dan zoals
men gewend is bij een erwteteelt
voor menselijke konsumptie. Deze
geringere kwaliteitseisen vergemak
kelijken met name de oogstwerk-
zaamheden bij de erwteteelt.
Teelt van erwten en veldbonen voor
diervoeding
In 1978 is in de EG gestart met het
vaststellen van een minimumprijs
voor erwten en veldbonen bestemd
voor veevoerdoeleinden. De telers
van deze gewassen moeten een kon-
trakt afsluiten met de mengvoeder
fabrikant. Deze is verplicht de telers
minstens de minimumprijs uit te ke
ren en kan op zijn beurt een subsidie
innen vanuit Brussel. De hoogte van
deze subsidie is mede afhankelijk
van de importprijs van het soja-
schroot en bedraagt momenteel on
geveer 30 cent per kg. In Nederland
is een duidelijke markt aanwezig
voor de produktie van erwten en
veldbonen voor diervoeding. In
1980/1981 werden volgens het Pro-
duktschap voor Granen, Zaden en
Peulvruchten 108.650 ton groene
erwten en 11.000 ton veldbonen uit
buitenlandse importen in Nederland
in het veevoer verwerkt. Dit komt
overeen met een areaal van ongeveer
30.000 ha. Als erwten en veldbonen
tevens als vervanger van het soja-
schroot gebruikt zouden gaan wor
den dan is de markt voor deze teelten
nog veel groter. In Frankrijk, maar
ook in Engeland, heeft de teelt van
voererwten al een grote vlucht geno
men. Zo is het areaal erwten en
veldbonen in Frankrijk van 1979 tot
1982 ongeveer verdrievoudigd. In
1982 werden daar reeds 95.000 ha
erwten en 34.000 ha veldbonen ge
teeld.
Van de zijde van de veevoederfabri
kanten bestaat meer belangstelling
voor erwten dan voor veldbonen. Dit
hangt mede samen met het feit dat
alleen nog bontbloeiende veldbone-
rassen worden geteeld. De eigen
schap bontbloeiend (bloemetjes wit
plus zwart en soms ook een wat
paarse tekening) duidt op de aanwe
zigheid van looistoffen in de zaad
huis. Deze looistoffen, ook wel tan-
ninen genoemd, verminderen de
verteerbaarheid van het eiwit. Wan
neer er goede witbloeiende rassen
beschikbaar komen dan zal de
waarde van de veldboon in het vee
voer stijgen. Wel is het eiwitgehalte
van veldbonen hoger dan dat van
erwten; veldbonen ongeveer 32%
ruw eiwit in de drogestof en erwten
ongeveer 27%.
De minimum telersprijs voor erwten
en veldbonen bedroeg in 1982 79
cent per kg inklusief BTW uitgaande
van 14% vocht in het zaad, af boer
derij en maximaal 3% bijmenging.
De teelt van erwten en veldbonen in
Nederland
In de jaren voor de Tweede Wereld
oorlog werden in Nederland gemid
deld 30.000 ha erwten en 12.000 ha
veldbonen geteeld. Dit was in 1977
teruggelopen tot 3500 ha erwten en
slechts 28 ha veldbonen. Na 1978 is
door een aantal oorzaken het areaal
erwten en veldbonen weer uitge
breid. De teelt van erwten is gesti
muleerd door de hogere konsump-
tieprijzen en door de EG-maatrege-
len, terwijl de teelt van veldbonen
toenam door de introduktie van
veldbonen als silagegewas en door de
teelt van rijp geoogste bonen in het
kader van de EG-regeling.
Bij de teelt van erwten onderschei
den we de groene erwten, de schok
kers en de kapucijners rozijnerw
ten. Groene erwten zijn het meest
van belang voor de eiwitproduktie,
omdat ze het meest produktief zijn.
De arealen erwten en veldbonen zijn
weergegeven in tabel 1Samengevat
is het areaal groene erwten in Ne
derland totaal en dat wat in Zeeland
geteeld wordt en het areaal veldbo
nen in Nederland uitgesplitst naar
oogst rijp zaad en oogst, van totaal
veldgewas om te worden ingekuild
voor silage. Als aanvulling op de ta
bel kan nog gezegd worden dat het
areaal schokkers in de vermelde pe
riode is afgenomen van 800 ha naar
400 ha en dat het areaal kapucijners
gemiddeld 1000 ha bedroeg.
Zeeland is het belangrijkste teeltge-
bied voor de erwteteelt, maar ook in
andere gebieden in Nederland is de
teelt duidelijk uitgebreid. In Zeeland
werd in 1982 slechts 32 ha veldbonen
geteeld.
Het belangrijkste teeltgebied voor de
teelt van veldbonen als rijp zaad was
in 1982 Gelderland, gevolgd door
Groningen, Friesland en Drente.
Veldbonen als silagegewas treft men
aan in de gebieden waar ook volop
mais wordt geteeld, de belangrijkste
teeltgebieden zijn achtereenvolgend
Overijssel, Drente en Noord-Bra
bant. De teelt van veldbonen als si
lagegewas komt niet in aanmerking
voor de EG-steunmaatregelen en is
daarom voor de akkerbouwer niet
zo'n interessant gewas.
Afweging erwten of veldbonen
Over een zuivere opbrengstvergelij
king van erwten met veldbonen zijn
nog slechts weinig cijfers bekend.
Volgens oogstramingen van het CBS
was de gemiddelde produktie per ha
van erwten in 1981 en 1982 gelijk aan
die van veldbonen. Vanuit het on
derzoek wordt verwacht dat veldbo
nen op den duur produktiever zullen
blijken dan erwten. Vooral het ras
"Minica", een tuinbonenras ontwik
keld als een groentegewas, blijkt zeer
produktief te zijn wanneer het zaad
rijp geoogst wordt. Jammer genoeg is
het zaaizaad van dit ras nogal duur.
Bovendien heeft het ras het bezwaar
dat de peulen soms te dicht bij de
grond hangen zodat oogstverlies op
treedt. De ontwikkeling van echte
veldbonerassen die even produktief
zijn als "Minica" verloopt langzaam;
daarvoor is de veredelingsaktiviteit
in het verleden te gering geweest.
Verheugend is dat in 1983 voor het
eerst een nieuw Nederlands veldbo-
neras in de rassenlijst is opgenomen,
dat duidelijk beter is dan de reeds
bestaande veldbonerassen. Dit ras
(Alfred) wordt zowel voor de teelt
van veldbonen voor oogstrijp zaad.
als voor silage aanbevolen.
Bij de teelt van erwten voor eiwit
produktie worden minder hoge eisen
gesteld aan de uiterlijke kwaliteit van
het zaad. Het lijkt daarom logisch te
veronderstellen dat bij deze nieuwe
erwteteelt zonder bezwaar kan wor
den uitgegaan van zwaddorsen. Het
arbeidsintensieve ruiteren behoort
bij deze teelt dan tot het verleden.
Vooral dit laatste aspekt is erg be
langrijk.
De oogstzekerheid van erwten en
veldbonen wordt nog niet optimaal
bevonden. Het groeigedrag van bei
de soorten wordt sterk beïnvloed
door de weersomstandigheden,
vooral de verdeling van de drogestof
over de verschillende plante-organen
wil nog wel eens ongunstig uitvallen.
Ook levert een effektieve bestrijding
van ziekten en plagen nog proble
men op. Door de belangstelling die
de erwten en veldbonen nu hebben
gekregen, is ook het onderzoek in
deze gewassen weer ter hand geno
men. Op het PAGV en de regionale
proefboerderijen staan in 1983 een
aantal proeven centraal gericht op de
bestrijding van ziekten en plagen.
Het rassenonderzoek van het RI-
VRO in deze gewassen gaat door,
terwijl bovendien enkele Wage-
ningse Instituten onderzoek naar
erwten en vooral veldbonen verrich
ten. Ook vanuit het bedrijfsleven
wordt veel tijd besteed om deze teel
ten te propageren' maar ook om een
stuk begeleiding te geven en inzich
ten in de problemen te verkrijgen. Er
van uitgaande dat de erwt een gelijke
kg-opbrengst heeft als die van de
veldboon dan heeft de erwt de voor
keur voor de teler. Allereerst heeft zij
het voordeel dat bij een goede kwa
liteit een afzet in de konsumptiesek-
tor mogelijk is. D& kg-prijs kan dan
hoger zijn dan die van veldbonen en
uitgaan boven de EG-garantieprijs.
De teler kan erwten in het voorjaar
met eigen zaaimachine zaaien, ter
wijl voor het zaaien van veldbonen
met een precisiezaaimachine meestal
een loonwerker moet worden inge
schakeld. Bovendien heeft erwtestro
waarde als veevoer, terwijl het stro
van veldbonen feitelijk niet gebruikt
wordt om te persen. Ook kan het be
langrijk zijn dat erwten duidelijk
vroeger geoogst worden dan veldbo
nen. Het grote verschil in vroegheid
maakte beide gewassen interessant
voor de loondorser. Hij kan de erw
ten vóór de granen uit dorsen en
veldbonen na de granen. Gelet op de
voordelen die de erwt heeft boven
die van de veldboon, dan zal de op
brengst van de veldboon toch zeker
400 kg per ha hoger dienen te zijn
dan van de erwt om voor de telers
voldoende interessant te kunnen
zijn. Een echt duidelijk antwoord op
de vraag hoe groot het opbrengst-
verschil is, kan nog niet gegevên
worden.
Konkurrentiepositie van erwten
tegen tarwe is veranderd
Sinds de introduktie in 1978 van de
EG-garantieprijs voor erwten en
veldbonen voor diervoeding is deze
prijs jaarlijks opgetrokken. In tabel 2
wordt een overzicht gegeven hoe
voor het zuidwesten de prijzen van
wintertarwe en van erwten zich heb
ben ontwikkeld. De prijzen zijn
weergegeven inklusief BTW, van de
erwt is zowel de gerealiseerde prijs
als de EG-garantieprijs vermeld.
Uit tabel 2 valt af te leiden dat de
prijs van wintertarwe de laatste 4jaar
met gemiddeld 3% per jaar is opge
trokken en de garantieprijs voor
erwten en veldbonen voor diervoe
ding met 6% per jaar. Door de extra
prijsverhogingen bij de erwten is de
konkurrentiepositie van dit gewas
ten opzichte van de tarwe sterk ve
randerd.
Om na te gaan of erwten inderdaad
al kunnen konkurreren met de win
tertarwe in het bouwplan is de vol
gende berekening gemaakt. Van zo
wel wintertarwe, zomergerst als van
erwten is de gemiddelde kg-op
brengst genomen van de afgelopen
drie jaar in Zeeland. Hiervoor is ge
bruik gerfiaakt van de gepubliceerde
oogstramingen van het CBS. Voor de
direkte teelt- en oogstkosten per ha is
gebruik van de berekeningen zoals
die zijn opgenomen voor het zuid
westelijk kleigebied in "Kwantita
tieve Informatie" van het PAGV,
terwijl het prijsniveau van 1982 is
aangehouden. Bij de erwt is eenmaal
de gerealiseerde prijs aangehouden,
maar ook de EG-garantieprijs. Het
een en ander is weergegeven in tabel
3.
Uit de cijfers van tabel 3 blijkt dat
het saldo van de erwt aanzienlijk
hoger is dan vah zomergerst, maar
dat van wintertarwe (nog) niet even
aart. Op basis van de EG-minimum-
prijs is er voor Zeeland nog een dui
delijk verschil in saldo tussen dat van
wintertarwe en van erwten. In ge
bieden in Nederland waar de tarwe-
opbrengsten lager zijn dan in Zee
land het geval is, daar is het goed
mogelijk dat de erwt wel eens een
aantrekkelijker gewas in het bouw
plan kan zijn dan wintertarwe.
Samenvatting
In 1982 zijn zeer hoge opbrengsten
met erwten en veldbonen behaald, ter
wijl ook de EG-garantieprijs in 1982
met bijna 10% omhoog ging.
De belangstelling voor deze teelten is
daardoor sterk toegenomen. Momen
teel gaat de belangstelling meer uit
naar erwten dan naar veldbonen.
Zowel voor de veevoederfabrikant als voor
de telers heeft de erwt een aantal voorde
len boven de veldboon.
Er is nog onvoldoende informatie voor han
den om het opbrengstniveau van vooral
veldbonen goed in te schatten. Momenteel
is de erwt ekonomisch gezien een aan
trekkelijker gewas in het bouwplan dan
zomergerst. Voor het zuidwesten kan bij de
huidige prijzen de erwt nog niet op tegen de
wintertarwe.
Bloeiend erwtegewas
Tabel 1. Areaal groene erwten en veldbonen. Cijfers CBS in ha.
200
301
338
313
Tabel 2. Telersprijzen wintertarwe en erwten in ct/kg inkl. btw.
1978
1979
1980
1981
1982
1982/1978 relatief
wintertarwe
47
47
48
52
53
113
erwten-gereali seerd
62
71
74
88
84
135
erwten-garantieprijs
62
63
66
72
79
127
Tabel 3. Saldoberekening granen en erwten voor Zeeland
9